Water & Bier

Zeppers

Nog een kleine tweehonderd dagen tot de Varsity. Het richtpunt van Water & Bier (86 min.), een portret van de Delftsche Studenten Roei Vereeniging (DSRV) Laga, laat niet lang op zich wachten: de belangrijkste wedstrijd voor Nederlandse studentenroeiverenigingen. De Varsity is belangrijker dan een gouden medaille bij de Olympische Spelen, stelt roeier Arno Mulder zelfs. Want je doet het voor de vereeniging en verovert dan meteen een plek in de bijna honderdvijftigjarige historie ervan. De Varsity werd in 1990 al eens gewonnen door DSRV Laga. ‘Als u wilt winnen’, houdt één van de toenmalige winnaars de nieuwe lichting voor, ‘moet u vooral niet bang zijn om te verliezen.’

Toch is er meer in het leven van de Lagaaier dan alleen ‘hard roeien’, toont deze fraaie documentaire van Lisa Boerstra, die de sportbeleving plaatst binnen het labyrint van regels, tradities en rituelen van de corporale roeivereniging. Zo wordt eenieder bij officiële gelegenheden met u en de achternaam aangesproken, zijn er strikte kledingvoorschriften (een rood colbertje met stropdas) en klinkt ook iedereen min of meer hetzelfde. Naar een zachte G of boerse N’ blijft het bijvoorbeeld een film lang zoeken. En natuurlijk ontbreekt ook die typische studentikoze lol niet. Kosten besparen en inkomsten genereren voor Laga doe je bijvoorbeeld met korter douchen en lekker veel drinken.

Via enkele hoofdpersonen belicht Boerstra deze geheel eigen subcultuur. De president, mevrouw Van Mens, heeft bijvoorbeeld net haar bachelor afgerond en onderbreekt haar studie nu om een jaar leiding te geven aan de vereniging. Coach Jelle Freund, een student wis- en natuurkunde, heeft door zijn rol ontdekt dat hij toch liever wil besturen of managen. Nieuwe roeiers houdt hij voor dat ze de motivatie moeten hebben ‘om degene naast je te verneuken’. Dan komt de rest daarna vanzelf. In Amsterdam trainen vijf Lagaaiers ondertussen bij de Nederlandse ploeg. Zij hebben hun vertrouwde omgeving verlaten, in de hoop dat ze ooit aan de Olympische Spelen mogen deelnemen.

Al deze individuen blijven te allen tijde dienend aan de DSRV en deze film daarover. Uiteindelijk staat het corporale leven, en de bijzondere positie van de roeisport daarin, centraal. Boerstra richt zich dus op trainingen en wedstrijden – en de bijbehorende teleurstellingen en opstekers – maar zoomt net zo goed in op Laga’s andere activiteiten, waarbij volop wordt georeerd, gebrast en – jawel! – gezopen. Met fraai camerawerk van Gregor Meerman en Mark van Aller, meeslepend gemonteerd met behulp van een sprekende soundtrack van Mario Goossens (Triggerfinger), krijgt Water & Bier die even bruisende als elitaire gemeenschap, van generatie op generatie doorgegeven, uitstekend te pakken.

En als alles is gezegd en gedaan en de race van het jaar gevaren, onder het toeziend oog van ‘de rode massa’, begint de klok meteen weer te lopen: 343 Dagen tot de Varsity.

Beelden Van Piet Hein

NTR

Denkbeelden zijn veranderlijk, stelt Tim van den Hoff in zijn documentaire Beelden Van Piet Hein (69 min.). Standbeelden niet. Van de heldenstatus van Piet Hein (1577-1629) lijkt bijna vierhonderd jaar na zijn dood in elk geval weinig over. Op diverse plekken in Nederland zijn eerbetonen aan de Hollandse zeeheld te vinden, die zo langzamerhand nodig gerestaureerd moeten worden – als ze al niet beklad zijn door activisten. Want moeten zulke negatieve symbolen van het kolonialisme niet gewoon subiet worden verwijderd?

Behalve in Nederland, waar Van Den Hoff ‘vier eeuwen van heldenverering, propaganda en verzamelwoede, van nationale trots en zwarte bladzijdes’ aantreft, is Piet Hein tevens een bekende figuur in Cuba. Bij de baai van Matanzas zou hij in 1628 immers de veelbezongen zilvervloot, kostbaarheden van de Spaanse koloniën in Amerika, hebben buitgemaakt op Spanje. En daarmee verkreeg die Nederlandse admiraal ook een mythische status op het Caribische eiland, waar een plaatselijke kunstenaar nu de opdracht krijgt om zijn standbeeld een opfrisbeurt te geven.

Intussen ligt de zeevaarder in eigen land dus onder vuur. Hij is de belichaming geworden van een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis, een man die direct wordt geassocieerd met het slavernijverleden van ons land. Als de gemeente een ‘emotienetwerksessie’ organiseert bij zijn standbeeld in het Rotterdamse Delfshaven, komt er bijvoorbeeld nogal wat opgekropte woede boven. Deze kerel van stavast – de rechterhand op zijn bevelhebbersstaf, de linker om het gevest van zijn degen – wordt door sommige aanwezigen beschouwd als de archetypische ‘grote boze witte man’.

De tegenstrijdige gevoelens die Piet Hein tegenwoordig oproept hebben ook hun weerslag op de restauratie van zijn grafmonument in Delft. Moet die worden uitgelegd als heldenvereniging, van een man die met hedendaagse ogen bekeken toch bepaald niet van onbesproken gedrag is? En als we er dan tóch mee aan de slag gaan, vraagt directeur Nyncke Graafland van de Oude en Nieuwe Kerk Delft zich af, is het dan niet logisch om ook dat botje en haar van Piet Hein, die nu tot de collectie van het Rijksmuseum behoren, daarna met hem te begraven? Hoe denken ze daar bij het museum over?

Trefzeker en zeker ook niet zonder humor schetst Tim van den Hoff de actuele status van een nationale held, die met de jaren in een ander daglicht is komen te staan – en die, wie ’t weet mag ‘t zeggen, over een tijdje mogelijk nóg weer anders wordt bekeken. Hoe ga je om met zo’n omstreden icoon, rekenend houdend met zowel de historie als de hedendaagse gevoeligheden? Van den Hoff dient alle verwikkelingen op met een lekker losse voice-over en een weelderige soundtrack van componist Ernst Reijseger en belicht zo op luchtige wijze een gevoelig maatschappelijk thema.

Kind Van Het Toeslagenschandaal

NTR

Jaïr van den Essenburg en z’n moeder zijn het land uit gevlucht. In België wanen ze zich veilig voor de lange arm van de Nederlandse belastingdienst. Die heeft hen jarenlang in z’n greep gehouden. Sinds Jaïrs moeder in 2008 werd bestempeld als fraudeur raakte hun leven volledig ontregeld. Zij geldt tegenwoordig als een zogenaamde Toeslagenouder. En hij, inmiddels in de twintig, behoort tot de naar verluidt 90.000 kinderen die bij dit schandaal betrokken zijn geraakt. De ervaring heeft hen allebei getekend, maar lijkt tegelijkertijd ook de loyaliteit tussen de ouder en het kind te hebben versterkt.

In de korte docu Kind Van Het Toeslagenschandaal (25 min.) tekenen Josephine Hanna en Elisabeth van der Ploeg Jaïrs levensverhaal op. In dat kader spreken ze uitgebreid met de webdeveloper en zijn soms geëmotioneerde moeder. Ze vergezellen Jair verder naar een Lotgenotendag voor gedupeerde kinderen, leggen vast hoe hij tijdens en na het NOS op 3-debat de discussie aangaat met VVD-leider Dilan Yesilgöz en bezoeken zijn voormalige woonplaats Delft, waar Jair als één van de weinige niet-witte kinderen op de basisschool een laag schooladvies kreeg. Dat heeft hem blijkbaar jarenlang parten gespeeld. Alleen wordt niet helemaal duidelijk wat er precies is gebeurd en hoe dat verband houdt met het Toeslagenschandaal.

Dat valt tegen de volledige film in te brengen: het verhaal van Jair en zijn moeder blijft veelal op gevoelsniveau steken. De twee dragen het Toeslagenschandaal duidelijk nog met zich mee, maar de details daarvan – en soms ook de context die daarbij hoort – blijven achterwege. De meerwaarde van deze productie van Hanna en Van der Ploeg zit hem met name in het toevoegen van een kinderperspectief aan het beeld dat naar voren komt uit het Toeslagendossier van een onverschillige of zelfs vijandige overheid. Daarmee wordt de docu een aardige bijsluiter voor de twee films die Stijn Bouma inmiddels maakte over het Toeslagenschandaal (Alleen Tegen De Staat en Sheila Versus De Staat) – al heeft deze docu zeker niet de impact daarvan.

Onzichtbaar

Tomtit Film

Met elke aanbesteding wijzigt het management. En dat is bepaald geen onverdeeld genoegen. Op de werkvloer verandert er ondertussen weinig. Aan de uiteinden van de dag en de week verrichten vaste mensen al jaren dezelfde werkzaamheden. Zonder dat de klant, de TU Delft in dit geval, ze kent. Ze doen dat werk alleen steeds voor een ander schoonmaakbedrijf. Teamleider Asah Akebe, wiens baan na vijftien dienstjaren op de tocht staat, somt ze nog maar eens op: Asito, CSU, weer Asito en nu Gom. Zodat de campus van de universiteit, ongemerkt, schoon wordt gehouden. Met steeds minder geld en mensen, als ‘t even kan.

Ook de andere hoofdpersonen van de documentaire Onzichtbaar (85 min.) van Gabrielle Provaas (Ouwehoeren / Meneer Pastoor) houden zogezegd de schone schijn op voor ons. Tegen een veelal schamel loon. Ze volgen de basisopleiding schoonmaak (‘altijd van schoon naar vuil werken’), zetten zich schrap voor betere arbeidsvoorwaarden en maken alles wat los en vast zit weer toonbaar: scholen, kantoren, hotelkamers, bioscopen, grachten, fietsenstallingen, treinen, operatiekamers, pretparken, concertzalen, peeskamertjes, havens en zo’n beetje elke denkbare openbare ruimte. Hun werk valt alleen op als ze het niet goed doen.

Dat vuil – door het gestileerde camerawerk lijkt het bijna een levend organisme – is alomtegenwoordig en krijgt ook in deze film veel ruimte, zowel ‘sped up’ als vertraagd, en wordt lekker aangezet met een dikke soundtrack van de Nederlandse muziekproducer Bas Bron. Zijn elektronische muziek, inclusief een fraai titelnummer met als sleutelzin ‘Kan jij me nog zien? Of ben ik onzichtbaar?’, geeft hun werk een zekere coolheid – al trekt ie ook wel de aandacht. Verder moeten enkele vaste personages ‘t doen. Een Poolse vrouw die zich in de vakbond en plaatselijke afdeling van de SP begint te manifesteren bijvoorbeeld.

Of een gescheiden Gambiaanse man waarvan de verblijfsvergunning is ingetrokken. ‘Wat ik respecteer aan schoonmaken is dat het uit een oprecht hart komt’, zegt die, als hij nog eens nadenkt over het werk dat hij in Nederland verricht. ‘Het leuk vinden om de troep van anderen op te ruimen. Het is jammer als mensen je bezig zien en een verkeerd beeld van je krijgen. Ze moeten zich afvragen: kan ik overleven zonder schoonmakers?’ Deze film, die het meer van schwung en sfeer moet hebben dan van dramatische ontwikkelingen, werkt intussen als een ode aan al die naamloze werkbijen. Onzichtbaar zijn ze, maar ook onmisbaar.

Waves Of Burlesque

Amstelfilm

Ze willen hun vrouwelijkheid vieren, maar dat valt niet overal in goede aarde. In hoeverre kan ‘burlesque’, de erotische kunstvorm die we pak ‘m beet associëren met de pin-up Bettie Page, Moulin Rouge en de ultieme stripsong Fever, bijvoorbeeld gecombineerd worden met een reguliere baan? Voor die uitdaging ziet Sofia La Notte, in het dagelijks leven medewerker van de TU Delft, zich gesteld. Één ding is duidelijk: het hebben van een ‘stage persona’ werkt bevrijdend voor haar, maar hoe reageert haar leidinggevende? En, trouwens, wat zou haar oma ervan vinden?

In de korte documentaire Waves Of Burlesque (27 min.) portretteert Colina van Bemmel drie vrouwen die zich bezig houden met ‘the art of tease’. Zij krijgen niet alleen positieve reacties. Nadat ze op haar zevenendertigste als centerfold in de Panorama had gestaan, werd Mechteld Geesing er volgens eigen zeggen bijvoorbeeld uitgewerkt bij enkele opdrachtgevers. Ze konden haar niet meer serieus nemen, was het argument. Ze verbaast zich er nog altijd over. ‘Waarom is daar zo’n raar verband tussen intelligentie en je lichaam laten zien’

Over vooroordelen gesproken: Bustie La Tish, in het dagelijks leven teamleider van een marketingafdeling, moet regelmatig voorkomen dat ze bij burleske shows weer in de rol van ‘funny fat girl’ terecht komt. Als organisator van zulke evenementen wordt ze bovendien geconfronteerd met hardnekkige percepties over burlesque. Hoe voorzichtig ze haar initiatieven via social media ook in de markt probeert te zetten, haar bijdragen worden toch al snel opgezadeld met het predicaat ‘adult entertainment’ en vervolgens rücksichtlos afgevoerd.

Van Bemmel laat zien hoe de activiteiten van deze drie vrouwen vooral een persoonlijk karakter hebben, waarbij ze via het tonen van zichzelf hopen te komen tot geloof in zichzelf, hun eigen kracht vinden en/of zich persoonlijk kunnen uitdrukken. Ze doorsnijdt hun dagelijkse activiteiten en performances daarnaast met burleske sequenties, die zijn voorzien van intieme/ongemakkelijke (*) Engelstalige teksten. ‘Look at me’, zegt een fluisterstem bijvoorbeeld. ‘Is this not art? I don’t have anything to lose. It’s me. Your judgement sets me free.’

Want terwijl hun kracht soms hun kwetsbaarste plek wordt, is hun kwetsbaarheid beslist ook hun kracht.

(*) doorhalen wat niet van toepassing is

Dicht Bij Vermeer

Cinema Delicatessen

Gregor Weber maakt buiten even een ommetje. De conservator van de grootste Vermeer-expositie ooit, in het Rijksmuseum te Amsterdam, moet laten bezinken wat hij zojuist te horen heeft gekregen. ‘Ik was zo onder de indruk van dit schilderij en nu hoor ik dat jullie twijfelen’, zegt Weber even later, als hij weer wat is bedaard, tegen conservator Betsy Wieseman van The National Gallery Of Arts in Washington D.C. Met haar team heeft zij die dag een presentatie gehouden over het schilderij ‘Meisje met de fluit’. Dat is volgens hen niet van Vermeer. ‘Dit is iets nieuws en dat moet ik slikken’, bekent Weber. Hij maakt er maar een grapje van: ‘Als een grote kikker.’

De Duitse conservator, een kunstwetenschapper die overduidelijk ook met hart en ziel van deze specifieke kunstenaar houdt, fungeert als kloppend hart voor de documentaire Dicht Bij Vermeer (78 min.), waarin Suzanne Raes de aanloop naar de onlangs geopende en direct uitverkochte Vermeer-expositie vereeuwigt. Behalve het verzamelen van zoveel mogelijk werken van de enigmatische Delftse kunstenaar Johannes Vermeer (1632-1675), aan wie in totaal slechts zo’n 37 schilderijen worden toegeschreven, en het inrichten van de tentoonstelling behoort daartoe ook het gesprek over wat een ‘Vermeer’ kenmerkt en hoe zo’n kunstwerk is te herkennen.

Dat vereist in eerste en laatste instantie héél goed kijken. En dat is precies wat Raes in deze kalme, ingetogen en oogstrelende film ook doet: ze laat liefhebbers en kenners met een timmermansoog naar het werk van Vermeer kijken en dit inhoudelijk duiden. En ze daagt haar publiek vervolgens uit om met behulp van die kijkwijzer volledig op te gaan in wereldberoemde kunstwerken, die toch steeds weer nieuwe geheimen prijsgeven. Daarmee ontstaat ongetwijfeld ook meteen iets van begrip voor het feit dat kenners zoals Gregor Weber en schilder Jonathan Janson zomaar kunnen volschieten als ze Vermeers schilderijen zien of de impact daarvan proberen te beschrijven. 

Én dat ze ’t ook niet zomaar willen en kunnen accepteren als een ‘Vermeer’ ter discussie wordt gesteld, dat ook. De twee komen los van elkaar tot dezelfde conclusie: dat ‘Meisje met de fluit’ is wél van Vermeer. Binnen hun omgeving lijkt – nee: is – dat een zaak van levensbelang. Via gedreven kunstminnaars zoals zij legt Dicht Bij Vermeer, net als eerder bijvoorbeeld Oeke Hoogendijks Mijn Rembrandt, de mores bloot van een wereld, die zich volledig lijkt te onttrekken aan de waan van de dag en van nature op zoek is naar een stukje eeuwigheid.

Under Tomorrow’s Sky

Van Skèndel naar wereldsteden als Taipei, Amsterdam en Seoul. Winy Maas, afkomstig uit de Brabantse plaats Schijndel bereikt met zijn expertise – op het snijvlak van landschap, stedenbouw en architectuur – inmiddels de ganse wereld. ‘Ik heb een missie om die stad of die wereld van morgen vorm te geven’, stelt hij daarover halverwege Under Tomorrow’s Sky (70 min.). Dat is volgens hem een kwestie van optimisme. Want je construeert niets minder dan de toekomst.

Nu de wereldbevolking in de komende jaren onverminderd blijft groeien, is het zijn ambitie om de steden, waar al die mensen een plek moeten vinden, compact en leefbaar te houden. Daarvoor gebruikt Maas, die zich op de TU-Delft tevens bezighoudt met doceren en onderzoeken, termen als: humaner, ecologischer, groener, energetischer en gemengder. En om dat te realiseren is zowel idealisme als vechtlust nodig.

Beide eigenschappen worden mooi zichtbaar in deze film van Jan Louter, die Maas van de zomer van 2018 tot de winter van 2020 volgt, tijdens de realisatie van enkele grote projecten. Als hij moet laveren tussen zijn eigen ideeën, de wensen van de opdrachtgever en de omstandigheden ter plaatse. De Nederlander communiceert gemakkelijk met allerlei verschillende type mensen, kan soms ook flink op zijn strepen staan en is er daarnaast eerlijk over dat hij soms zijn verlies moet nemen.

Deze documentaire is, net als zijn hoofdpersoon, vooral gericht op de toekomst. De achtergrond van Winy Maas wordt niet of nauwelijks belicht. Geen terugblik op zijn jonge jaren in Schijndel bijvoorbeeld. Ook diens privéleven – als daar überhaupt ruimte voor is – blijft geheel buiten beschouwing. Louter concentreert zich volledig op het werk, waarmee zijn protagonist de wereld wil veranderen – of zeg maar gerust: verbeteren.

Maas’ ideeën voor de toekomst worden daarbij fraai geïncorporeerd in de metropolen van nu. Wat hij voor zijn geestesoog ziet, wordt zo ook voor gewone stervelingen zichtbaar. Under Tomorrow’s Sky biedt op die manier een boeiende blik in de groene en menselijke stad die Winy Maas voor ogen staat. Waarbij het natuurlijk altijd de vraag is, zo toont deze interessante film eveneens glashelder, of die daadwerkelijk zo gerealiseerd zal kunnen worden.