The Last Republican

Media Courthouse Documentary Collective

Samen met Liz Cheney is hij verworden tot de risee van zijn eigen partij. Niet alleen heeft het Republikeinse congreslid Adam Kinzinger begin 2021 vóór het opstarten van een afzettingsprocedure tegen de Amerikaanse president Donald Trump gestemd. Net als Cheney is hij nu ook toegetreden tot de commissie die de gebeurtenissen op 6 januari van dat jaar – de dag waarop het Capitool, op instigatie van zijn partijgenoot Trump, werd bestormd – officieel gaat onderzoeken.

Rond die tijd begint Steve Pink ook te filmen met The Last Republican (90 min.). De twee komen allebei uit de Amerikaanse staat Illinois, maar hebben verder niets met elkaar. Pink is een klassieke ‘liberal’, Kinzinger een conservatief. In andere tijden zouden ze elkaar te vuur en te zwaard bestrijden. Nu Donald Trump de Republikeinse partij echter volledig heeft overgenomen, zijn ze ineens veroordeeld tot elkaar – en gaan ze zowaar samen een film maken. Over het verval van de Amerikaanse democratie.

Dat gaat in het begin gepaard met enig wantrouwen, maar dat maakt al snel plaats voor een vertrouwelijke sfeer én humor. Wat had je dan verwacht? houdt Pink zijn hoofdpersoon bijvoorbeeld voor, als die weer eens met pek en veren is overgoten door zijn eigen partijgenoten. Het zijn Republikeinen. Uitroepteken. Kinzinger laat zich op zijn beurt ook niet onbetuigd over Pinks verrichtingen als filmmaker – diens Hot Tub Time Machine in het bijzonder – en blijkt over een gezonde dosis zelfspot te beschikken.

Adam Kinzinger is een klassieke conservatieve Republikein, een man die zijn liefde voor het partij-icoon Ronald Reagan nog altijd niet onder stoelen of banken steekt. Hij werd als jongetje al actief voor de partij (van zijn ouders), begon als tiener taferelen uit de Amerikaanse burgeroorlog te re-enacten en nam na 11 september 2021 direct dienst. Als piloot van de United States Air Force raakte hij betrokken bij de oorlogen in Irak en Afghanistan. Een volbloed patriot, kortom, met bovendien bona fide ‘pro life’-ideeën.

Die nochtans wordt uitgekotst door de mensen waar hij al z’n hele leven bij hoort. Vanwege zijn stem tégen Trump en het feit dat hij in die vervloekte onderzoekscommissie is gaan zitten. Niet uit vrije wil overigens, stelt hij tegenover Pink. Nancy Pelosi, de gewiekste leider van de Democraten in het Amerikaanse congres, heeft hem erin geluisd. Tijdens een televisie-interview kondigde Pelosi doodleuk aan dat ze hem zou gaan bellen, in de wetenschap dat hij dan geen nee meer kon zeggen.

The Last Republican biedt talloze van zulke interessante doorkijkjes. Over Kinzingers bijdrage aan de eerste hoorzitting van de commissie bijvoorbeeld, waarin hij enkele politieagenten toespreekt die gebutst en gehavend uit 6 januari zijn gekomen. ‘You guys won!’ houdt hij hen voor, woorden die hem even daarvoor blijken te zijn ingefluisterd door zijn echtgenote Sofia. Bij de gedachte aan wat die agenten hebben doorgemaakt op de dag dat de Amerikaanse democratie werd aangevallen, schiet Kinzinger zelf vol.

En daarmee maakt hij zichzelf tot een doelwit van volksopruiers zoals Tucker Carlson en Sean Hannity. Intussen stromen de bedreigingen permanent binnen, op kantoor en thuis, waar Sofia hun eerste kind verwacht. Met zijn principiële keuze vóór de democratie vervreemdt Kinzinger zich van vrijwel zijn complete natuurlijke omgeving. Zelfs enkele familieleden zien zich genoodzaakt om in een openbare brief afstand van hem te nemen. Het congreslid begint intussen steeds meer te ogen als een gewond dier.

Met deze meeslepende documentaire brengt Steve Pink de ontmanteling van de Amerikaanse democratie in beeld via één enkele man die daaraan weigert mee te werken. Hij toont tevens hoe dat ontluisterende proces doorwerkt bij Adam Kinzinger zelf, zijn directe familie en z’n medewerkers. Want de nasleep van 6 januari wordt behalve een maatschappelijke ook een persoonlijke tragedie. De relativerende humor van het duo Pink-Kinzinger houdt de ellende nochtans draaglijk en de film in balans.

De tijd zal leren of ook die andere Republikeinen ooit nog worden aangesproken op de keuzes die zij maakten in de nasleep van de bestorming van het Capitool.

The World According To Dick Cheney

Showtime

Het hele lijstje vragen wordt zonder problemen afgewikkeld. Zijn belangrijkste karaktereigenschap? Integriteit. Wat hij het meest waardeert in vrienden? Eerlijkheid. Zijn favoriete eten? Spaghetti. En dan valt ie toch even stil, de man die alles zo zeker weet. Bij de vraag wat zijn grootste fout is. ‘Daar denk ik eerlijk gezegd niet zoveel over na, moet ik eerlijk bekennen.’ En dan kan The World According To Dick Cheney (109 min.) daadwerkelijk van start.

Iedereen die vluchtig aan ‘de machtigste vicepresident die de Verenigde Staten ooit hadden’ denkt, roept bij die vraag waarschijnlijk meteen: de Amerikaanse inval in Irak. De respons van president George W. Bush op de terroristische aanslagen van 11 september 2001 – naar verluidt ingefluisterd door Dick Cheney en minister van Defensie Donald Rumsfeld, die nog een appeltje hadden te schillen met de Iraakse leider Saddam Hoessein – liep uit op een bloedige oorlog.

Gedrieën zouden ze zich ontwikkelen tot de kop van Jut voor links Amerika, de hardliners die hun land in alwéér een nodeloze oorlog hadden gestort, op basis van nepbewijs rond Hoesseins vermeende ‘weapons of mass destruction’. Intussen hadden ze in de Iraakse gevangenis Abu Ghraib en het strafkamp Guantanamo Bay ook nog alle mogelijke mensenrechten geschonden bij krijgsgevangenen. ‘Het was belangrijker om succesvol te zijn dan geliefd’, zegt Cheney over de periode na 911.

Op die turbulente jaren ligt vanzelfsprekend ook de nadruk in deze gedegen film van R.J. Cutler (A Perfect CandidateBelushi en Billie Eilish: The World’s A Little Blurry) uit 2013, waarin behalve de Republikeinse mastodont zelf ook zijn vrouw Lynne, enkele politieke vertrouwelingen en gezaghebbende duiders zoals Bob Woodward, Ron Suskind en Jo Becker aan het woord komen. Zij schetsen een politieke loopbaan waarin het doel vrijwel altijd de middelen lijkt te rechtvaardigen.

En ook zijn trouwe vriend Don Rumsfeld ontbreekt niet in dit politieke portret, waarvoor acteur Dennis Haysbert als verteller fungeert. Zij trokken al samen op in de regering van Richard Nixon, vormden later de zogeheten ‘Praetorian Guard’ van diens opvolger Gerald Ford (die tijdens het beschermen van de president zelf ook aanzienlijke macht verwierf) en fungeerden als kloppend hart van het kabinet van George W. Bush, dat hen tot Amerika’s meest gehate mannen zou maken.

In de halve eeuw voordat Donald Trump de macht greep in zijn partij speelde Dick Cheney (1941-2025) eigenlijk bij elke afzonderlijke Republikeinse regering een sleutelrol. En tussendoor was hij ook nog enkele jaren CEO van de oliegigant Halliburton. Een man met macht, statuur en tegenstanders. Het vertrouwde gezicht van (oer)conservatief Amerika, dat zelf vast ook niet had kunnen bedenken dat hij zich ooit niet meer thuis zou kunnen voelen binnen de Republikeinse partij.

Toch is dat precies wat er in de afgelopen jaren is gebeurd: in navolging van zijn dochter Liz, prominent congreslid, heeft Dick Cheney zich als ‘wise old man’ van de Republikeinse partij publiekelijk afgekeerd van de huidige president Trump. De twee hadden nochtans een gemeenschappelijke vijand: James Comey, de man die als onderminister van Justitie vicepresident Cheney de voet dwars zette, werd later als FBI-directeur een gezworen vijand van Donald Trump.

Die heeft de huidige minister van Justitie onlangs opgedragen om Comey te laten vervolgen. En daar scheiden de wegen van de Republikeinse kopstukken. Want zulke acties lijken zelfs voor een ijzervreter zoals Dick Cheney toch echt een brug te ver.

Shadow World: Inside The Global Arms Trade

Dillywood / Louverture Films

‘Er zijn maar twee dingen die ertoe doen in de business: geld en seks’, stelt Riccardo Privitera van Talisman Europe Ltd. ‘De rest is onzin.’ De handelaar in wapens en militaire uitrusting zit niet om oneliners verlegen in Shadow World: Inside The Global Arms Trade (94 min.), een ontluisterend exposé over het zogenaamde militair-industrieel complex. ‘Politici zijn net prostituees’, stelt hij bijvoorbeeld unverfroren. ‘Alleen véél duurder.’

Het is een idee dat documentairemaker Johan Grimonprez verder uitwerkt in deze essayistische film uit 2016, die is gebaseerd op een boek van Andrew Feinstein over de verwevenheid van politiek en wapenindustrie. Die komt pijnlijk duidelijk naar voren in de jaren tachtig als de Amerikaanse president Ronald Reagan en de Britse premier Margaret Thatcher weliswaar met de mond belijden dat ze tegen terrorisme zijn, maar in werkelijkheid dubieuze wapendeals sluiten met de Saudi’s. En daarbij moet dan, onder de tafel, stevig worden betaald voor ‘consultancydiensten’. Ofwel: smeergeld.

Grimonprez belandt vervolgens bij een fragment van Reagan en Thatchers inspiratiebron: de econoom Milton Friedman. ‘Wat is hebzucht?’ houdt de eminente pleitbezorger van het ongebreidelde kapitalisme zijn gehoor voor bij een openbaar interview. ‘Wij zijn zélf natuurlijk niet hebberig’, zegt hij lachend. ‘Dat zijn al die anderen. De wereld draait nu eenmaal om allerlei individuen die hun eigen belang najagen.’ En als je die gedachte maar ver genoeg doortrekt, kan het idee van ‘nooit meer oorlog’ uitmonden in een permanente oorlog, waar Jan en alleman z’n voordeel mee doet.

Doordat we hebzucht tot het leidende principe van onze samenleving hebben gemaakt, stelt de Indiase historicus Vijay Prashad, gaat de wereld kapot. Leiders die een groot deel van hun budget willen besteden aan wapens en defensie maken in zijn ogen een morele keuze. ‘Militarisme is belangrijker dan het welzijn van de bevolking.’ Dit uitgangspunt wordt in deze docu van talloze gezichten voorzien. Van Bandar bin Sultan bijvoorbeeld, de Saudische prins die als oliemannetje fungeert bij talloze schimmige wapendeals, waarbij nogal eens wat aan de strijkstok blijft hangen.

Of de hautaine blik van de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld. Hij wordt beschouwd als de architect van de Irak-oorlog die president George W. Bush in 2003 startte. Als er beelden van een zakelijk onderonsje tussen Rumsfeld en de Iraakse leider Saddam Hoessein van enkele jaren eerder worden getoond in een tv-programma, reageert hij als door een adder gebeten. ‘Waar heb je deze beelden vandaan?’ bijt hij de interviewer toe. ‘Van de Iraakse televisie zeker?’ Dit hebben we uit ons eigen archief gehaald, reageert die rustig. Rumsfeld: ‘Goh, wat toevallig! Daar zit ik dan…’

Dick Cheney, vicepresident van diezelfde Bush, is eveneens een icoon geworden van de vermenging van business en eh…, ja, oorlog. Hij maakte diverse keren gebruik van de draaideur tussen de Amerikaanse overheid en de wapenindustrie en kon, toen er weer strijd moest worden geleverd, zijn voormalige werkgever Halliburton dus allerlei lucratieve opdrachten toespelen. Het is, kortom, niet moeilijk om cynisch te worden van Shadow World, dat met kritische journalisten zoals Robert Fisk, Jeremy Scahill en Chris Hedges de strijd optekent van privilege en macht tegen gerechtigheid en waarheid.

Een episch gevecht, waarbij alleen meestal de bevoorrechte enkeling wint – en de rest maar blijft verliezen.

January 6th

Discovery+

Voor de gemiddelde Amerikaan behoeven datums zoals 4 juli, 7 december en 11 september geen nadere toelichting. De bijbehorende jaren denken ze er wel bij: 1776, 1941 en 2001. Net als hun betekenis: onafhankelijkheidsverklaring, Pearl Harbor en de terroristische aanslagen in New York. Twee jaar geleden kwam er een nieuwe datum bij: January 6th (153 min.) Het is waarschijnlijk nog te vroeg om te zeggen of de gebeurtenissen op die schokkende dag een aberratie, culminatie of inspiratie zijn geweest, maar het is vrij eenvoudig om te constateren dat de Amerikaanse politiek nog altijd wordt gedreven door 6 januari 2021.

Een jaar na dato zette Jamie Roberts de gebeurtenissen al eens op een rij in de huiveringwekkende documentaire Four Hours At The Capitol. Nu is er deze groots opgezette film van de Franse broers Jules en Gédéon Naudet (9/1113 Novembre: Fluctuat Nec Mergitur en Notre-Dame, Our Lady Of Paris), waarin de traumatische dag nog eens chronologisch wordt gereconstrueerd met ruim vijftig bronnen: Capitool-medewerkers, politieagenten, beveiligers, (foto)journalisten en politici, waaronder kopstukken zoals Liz Cheney, Adam Kinzinger en Nancy Pelosi (wiens sleutelrol op 6 januari tevens wordt belicht in de docu die haar dochter Alexandra onlangs afleverde: Pelosi In The House). Opvallend verder: (vrijwel) alleen Republikeinse uitzonderingen op de regel dat je beter geen afstand kunt nemen van Donald Trump. Én: geen oproerkraaiers (die Roberts nog wel uitgebreid aan het woord liet). De broers waren, volgens dit interview, geïnteresseerd in de slachtoffers van de bestorming, niet zozeer in de daders ervan.

Via inzooms naar en uitzooms van een digitale replica van het Capitoolgebouw schakelen de Naudets tussen de gebeurtenissen binnen, waar de verkiezingsuitslag moet worden gecertificeerd zodat de weg vrij is voor Joe Biden als nieuwe president, en buiten, waar Trump-aanhangers worden opgehitst en zich klaarmaken om het gebouw te bestormen. Die twee parallelle verhalen komen na ruim een half uur samen als de Republikein James Lankford aan zijn betoog tegen certificering begint. ‘In Amerika beslechten we onze meningsverschillen met verkiezingen’, stelt de senator uit Oklahoma tijdens een nog altijd onwerkelijke scène. ‘Maar wat als je de telling niet vertrouwt of bezorgd bent dat rechtbanken zaken afwijzen vlak nadat ze veel bewijsmateriaal hebben ontvangen?’ Op datzelfde moment wordt vicepresident Mike Pence door beveiligingsmedewerkers afgevoerd, waarna de voorzitter direct de zitting verdaagt. ‘Ze zijn in het gebouw’, fluistert iemand tegen Lankford. ‘Het ligt niet aan iets wat je zei.’

Een paar minuten later moeten met name Democratische politici, samen met hun beveiligers, rennen voor hun leven. ‘Ik bevond me binnen zeven meter van de opstandelingen’, vertelt senaatsleider Chuck Schumer bijvoorbeeld. ‘Uit tweede hand hoorde ik dat iemand wees en zei: we pakken die grote Jood.’ In het parlementsgebouw breekt paniek uit. ‘Terwijl iedereen met z’n geliefden praat voer ik eigenlijk een mentale strijd over of ik mijn kinderen moet bellen, zodat ze mijn stem kunnen horen en ik die van hen’, vertelt het Democratische congreslid Susan Wild geëmotioneerd. ‘Of bel ik ze niet op, omdat ik ze niet ongerust wil maken?’ Uiteindelijk heeft Wild geen keuze en wordt ze ook al snel uit de droom geholpen: thuis hebben ze de glasscherven allang gezien en de pistoolschoten gehoord. Intussen moet The Metropolitan Police Department, die de gebroeders Naudet opvallend veel toegang heeft gegeven, de ellende zien te bezweren. ‘We doen dit voor jullie’, zegt één van de relmakers tegen de Afro-Amerikaanse politieman Ray, die even daarvoor nog voor ‘nigger’ is uitgescholden. ‘Zwarte mensen zouden hier bij ons moeten zijn.’ Ray wil er niks van horen: ‘Je bent een verrader. Knoop dat in je oren terwijl je hier staat.’

Hoewel Four Hours At The Capitol, met alle lelijkheid van Trumps ontspoorde achterban, uiteindelijk toch een completer beeld geeft, brengt January 6th de dag waarop de Amerikaanse democratie op z’n grondvesten schudde toch weer heel dichtbij. En het is niet moeilijk om te zien hoe die nog altijd doorwerkt in de politieke verhoudingen van twee jaar later.

The Forever Prisoner

HBO

Ze hadden er een nieuw etiket opgeplakt: Enhanced Interrogation Techniques. In feite was het natuurlijk gewoon marteling. Na 11 september 2001 was echter alles geoorloofd, zolang nieuwe Al-Qaeda-aanslagen in de Verenigde Staten maar werden voorkomen. Toen de CIA in het voorjaar van 2002 Abu Zubayda, de vermeende nummer drie of vier van de terroristische organisatie van Osama bin Laden, in handen kreeg, was alles geoorloofd om informatie uit hem te krijgen.

Zubayda werd eindeloos ‘verhoord’ op een geheime locatie in Thailand, waarbij Amerikaanse functionarissen hun toevlucht namen tot zeer omstreden technieken: waterboarding, slaapdeprivatie, ernstige onderkoeling, keiharde muziek en totale vernedering. En zo nodig werd er zelfs een kist voor de dag gehaald, zodat hij levend kon worden begraven. Alles mocht als het maar geen zichtbare schade opleverde. Over psychisch letsel werd met geen woord gerept.

Toen ze klaar waren met hem, was één ding duidelijk: niemand mocht ooit zijn verhaal horen. Abu Zubayda zou The Forever Prisoner (120 min.) worden. Er werd expliciet gezegd: de gevangene mag nooit in de situatie komen waarin hij echt contact heeft met anderen en moet van de buitenwereld afgesloten blijven voor de rest van zijn leven. En dus verblijft de terrorist al bijna twintig jaar in Guantanamo Bay, een stukje juridisch niemandsland op Cuba.

Met insiders en kenners ontleedt Alex Gibney, die een Oscar won voor het thematisch verwante Taxi To The Dark Side (2007), gedetailleerd hoe het zover kwam. Het begon met het Amerikaanse besluit dat Al-Qaeda-strijders niet beschermd zouden worden door de conventie van Genève. Dit zette de deur wagenwijd open voor totaal ontsporende verhoorsessies. Om die inzichtelijk te maken gebruikt Gibney tekeningen die Zubayda zelf maakte om uit te leggen wat hij had doorgemaakt.

De videocassettes van deze verhoren zijn namelijk vernietigd. Er waren immers al verslagen gemaakt, stelde de CIA. Dat moest toch voldoende zijn? Die cruciale beslissing, ongetwijfeld ingegeven door puur zelfbehoud, is door de Amerikaanse documentairemaker, die zelf als messcherpe verteller fungeert, met veel drama verbeeld: begeleid door Strauss’ wals An Der Schönen, Blauen Donau worden de tapes letterlijk vermorzeld. Zoals het ook ging met de waarheid.

En dan te bedenken, constateert Alex Gibney bitter in deze ontluisterende film, dat de keuze om Enhanced Interrogation Techniques in te gaan zetten sowieso was gebaseerd op een totale misvatting: dat marteling betrouwbare informatie zou kunnen opleveren. Het nettoresultaat van al die illegale inspanningen, betoogt de Amerikaanse documentairemaker, was uiteindelijk niet veel meer of minder dan niets. Intussen zit Abu Zubayda nog altijd vast…

9/11: Inside The President’s War Room

Apple TV+

De dag begon met een lekker rondje joggen. Toen kreeg George W. Bush zijn dagelijkse CIA-briefing. En daarna stond er een bezoek aan de Emma E. Booker-basisschool in Florida op het programma voor de Amerikaanse president. Daar zouden uiteindelijk klassieke beelden van Bush worden gemaakt: terwijl hij geacht werd om te luisteren naar spellende kinderen, probeerde ‘Dubya’ zijn gezicht in de plooi te houden. Hij was zojuist geïnformeerd over huiveringwekkende gebeurtenissen in New York.

‘Het eerste vliegtuig leek op een ongeluk,’ vat hij de situatie op die hachelijke dinsdagochtend in september 2001 twintig jaar later samen. ‘Het tweede maakte duidelijk dat het een aanval was. En het derde toestel betekende niets minder dan een oorlogsverklaring.’ Hij omschrijft de situatie in 9/11: Inside The President’s War Room (90 min.) als ‘een psychologische tsunami’. Voor deze gebeurtenis bestond geen draaiboek. Zijn regering zou moeten improviseren, zo bevestigen ook vicepresident Dick Cheney, stafchef Andy Card, veiligheidsadviseur Condoleezza Rice, minister van buitenlandse zaken Colin Powell en adviseur Karl Rove.

De uitputtende bronnenlijst, inclusief talloze onderknuppels, behoort meteen tot de uitgesproken troeven van deze nauwgezette reconstructie van hoe Amerika’s belangrijkste gezagsdragers de terroristische aanslagen van 11 september beleefden. Vrijwel alle belangrijke spelers binnen de Republikeinse regering Bush leveren een bijdrage en geven de documentaire van Adam Wishart, waarvoor acteur Jeff Daniels als verteller fungeert, een gezaghebbend karakter. Dit is hoe de beslissers destijds hebben gedacht en gehandeld – of hoe ze het zich nu herinneren.

Saillant is bijvoorbeeld de situatie rond het door Al-Qaeda-terroristen gekaapte vliegtuig United 93. Cheney geeft het bevel ‘take the track’. Ofwel: haal het toestel neer. Ook Bush geeft zijn goedkeuring om het vliegtuig, waarin zich ook onschuldige Amerikaanse passagiers bevinden, te attaqueren. ‘Was ik blij met die beslissing?’ zegt de voormalige president nu. ‘Nee. Maar stond ik achter dat besluit? Zeker.’ Als United 93 even later inderdaad uit het luchtruim is verdwenen, weten Bush en zijn medewerkers vreemd genoeg niet of zij dat zelf op hun geweten hebben of niet.

Want de tv-ontvangst en telefoonverbinding in het regeringsvliegtuig Air Force One waren ronduit slecht. En ‘the leader of the free world’ was voor zijn nieuwsvoorziening veelal gewoon aangewezen op televisiezenders. Uiteindelijk bleken enkele dappere passagiers de kapers te hebben overmeesterd, waarna het vliegtuig was neergestort. De gedachte aan de moed van de United 93-passagiers en het lot dat hen ten deel viel zorgen nog altijd voor emoties bij de direct betrokkenen, die zich 9/11 sowieso herinneren als een emotionele achtbaan: twijfel, onzekerheid en ook angst vochten om voorrang, zo nu en dan gepareerd met galgenhumor.

Zulke momenten zijn tevens terug te zien op officiële foto’s van die fatale dag, die het optreden van Bush tijdens dit scharnierpunt in de moderne Amerikaanse historie in beeld brengen. De dag eindigde met de afkondiging van de zogenaamde Bush-doctrine: hij maakte in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk dat ze terug gingen slaan naar de terroristen én naar degenen die hen onderdak verschaften. Een kleine maand later zouden Amerikaanse troepen in Afghanistan landen. En anderhalf jaar later vielen de Verenigde Staten het Irak van Saddam Hoessein binnen.

Picture A Scientist

Ze werden aangesproken als assistente. Koffiejuffrouw. Schoonmaakster natuurlijk. Of, door de echte ‘male chauvinist pigs’, als slet (en hoer en kut). De ervaringsverhalen van vrouwelijke wetenschappers in Picture A Scientist (97 min.) liegen er niet om: de wetenschap kan een bijzonder vrouwonvriendelijke werkomgeving zijn.

#metoo-achtige ervaringen fungeren daarbij als topje van de ijsberg. Onder de waterlijn bevindt zich datgene wat misschien niet direct zicht- of tastbaar is, maar zeker zo ondermijnend werkt: een vanzelfsprekend soort seksisme, waardoor (jonge) vrouwelijke wetenschappers zich nietig, inadequaat en/of ongewenst voelen. Een deel van hen zal zijn heil, gebutst en gekrenkt, daarom elders zoeken.

De filmmakers Sharon Shattuck en Ian Cheney ondersteunen hun getuigenissen met cijfers en statistieken over de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de wetenschapswereld en belichten ook tests en onderzoeken die (onbewuste) vooroordelen rond mannen- en vrouwenrollen blootleggen. Waarbij opvalt dat sommige wetenschappers bij deze kwestie toch liever op hun gevoel afgaan dan op data.

Interessante materie, dat zeker. Maar niet per definitie basismateriaal voor een meeslepende vertelling. Ook omdat de op zichzelf schrijnende verhalen van enkele vrouwen tamelijk braaf en verantwoord worden afgewikkeld. Picture A Scientist appelleert daardoor uiteindelijk toch meer aan de ratio dan aan het gevoel. En dat zou, gezien de setting van deze degelijke film, zomaar de bedoeling kunnen zijn.

The Most Unknown


Het uitgangspunt van deze documentaire schept een helder kader, maar legt de maker tegelijkertijd een serieuze beperking op. The Most Unknown (92 min.) is het gevolg van een experiment. Regisseur Ian Cheney heeft een keten van blind dates tussen negen wetenschappers gearrangeerd; A ontmoet B, die op bezoek gaat bij C, die op zijn beurt D opzoekt… Totdat de cirkel rond is en A de laatste in de rij, bolleboos numero negen, te gast heeft gehad.

Onderweg raken de wetenschappers in gesprek met elkaar; de natuurkundige en de psycholoog, een neurowetenschapper met een gedragsonderzoeker. Ze delen hun fundamentele onderzoeksvragen en gaan op zoek naar overeenkomsten en verschillen. Dat resulteert in amusante ontmoetingen, een aardig inkijkje in verschillende disciplines en al met al ook een boeiend overzicht van actuele ontwikkelingen binnen de hedendaagse wetenschap (dat er bovendien vaak geweldig uitziet, met enerverende experimenten in grotten, op bergtoppen of bij een apengemeenschap, verspreid over de hele wereld).

Tegelijkertijd zorgt de gekozen vorm ervoor dat The Most Unknown steeds door moet. Net als een bepaalde ontmoeting echt diepte begint te krijgen, stoomt de film weer op naar een nieuwe hoofdpersoon met een andere expertise (en bijbehorend speeltje, zoals bijvoorbeeld een robothand die je met je hersenen kunt sturen of een geavanceerde installatie, waarmee je op zoek kunt naar ’dark matter’). Als kijker krijg je daardoor slechts beperkt vat op de materie en snak je aan het eind, na een vermakelijke rondreis langs alle uithoeken van de wetenschap, naar afdoende antwoorden op al die prangende vragen die onderweg zijn opgeworpen.