Dear Ms.: A Revolution In Print

HBO Max

Ze overwegen talloze namen voor het tijdschrift. Sojourner. Lilith. Bimbo. Bitch. Sister. De keuze valt uiteindelijk op Ms., een mix van mevrouw en juffrouw. Onder die vlag wordt het tijdschrift, dat is bedoeld als een platform voor de Amerikaanse vrouwenbeweging, in januari 1972 uitgebracht. De eerste reacties zijn direct enthousiast: Harry Reasoner, de presentator van ABC News en een zelfverklaarde ‘chauvinist pig’, geeft het blad in zijn televisiecommentaar bijvoorbeeld hooguit vijf nummers. Binnen een half jaar moet hij echter het boetekleed aantrekken en zich publiekelijk verontschuldigen.

Ms. wordt een doorslaand succes. Het vrouwentijdschrift past perfect in de tweede feministische golf en publiceert over thema’s die vrouwen raken, zoals kinderopvang, huiselijk geweld of seksuele intimidatie op het werk. Onder de kop ‘We have had abortions’ steken 53 bekende Amerikaanse vrouwen bovendien hun nek uit en maken bekend dat zij ooit een zwangerschap hebben laten afbreken. Onder hen zijn singer-songwriter Judy Collins, tennisser Billie Jean King, schrijver Susan Sontag én feministisch kopstuk Gloria Steinem, één van de initiatiefnemers van Ms. Zij riskeren zowel schade en schande als een veroordeling, want abortus is volstrekt illegaal.

Dear Ms.: A Revolution In Print (110 min.) verhaalt in drie bedrijven, geregisseerd door verschillende makers, over het baanbrekende vrouwenblad. In deel 1, A Magazine For All Women, belicht Salima Koroma de opkomst van Ms., met een vrijwel volledig wit colofon. Onder invloed van de zwarte concurrent Essence begint het tijdschrift een inclusievere koers te varen. Shirley Chisholm, de eerste zwarte en vrouwelijke presidentskandidaat, wordt de eerste zwarte vrouw op Ms.’s cover. En met eerst Alice Walker, auteur van bestseller The Color Purple, en later Michele Wallace en Marcia Ann Gillespie haalt het tijdschrift ook krachtige Afro-Amerikaanse stemmen binnen.

Alice Gu richt in A Portable Friend, het tweede deel van deze documentaire die als één geheel wordt gepresenteerd, het vizier op mannen. De spreekbuis van de ‘women’s liberation movement’ krijgt niet alleen stapels post van enthousiaste vrouwen, maar ook ontelbare boze brieven van mannen, die hun vrouw niet meer de baas kunnen, bang zijn voor welig tierende homoseksualiteit en/of een algeheel verlies aan vrijheid vrezen. Tegelijkertijd zijn er mannelijke feministen zoals de bekende acteur Alan Alda (*M*A*S*H), die zich verenigen in mannenbevrijdingsgroepen, om zich te kunnen bevrijden van ‘het stereotiepe beeld van mannelijkheid. Kritiek gegarandeerd.

In het slotdeel tenslotte, No Comment, zoomt Cecilia Aldarondo in op de soms lastige verhouding van de vrouwenbeweging tot seksualiteit en pornografie. De organisatie Women Against Pornography komt in de jaren tachtig lijnrecht tegenover de Feminist Anti-Censorship Taskforce te staan en dreigt intussen ook de zogeheten ‘moral majority’ van televisiedominee Jerry Fallwell en christelijk rechts in de kaart te spelen. De felle discussie wordt uitgevochten in Ms.-magazine en vormt tevens het sluitstuk van deze interessante, vrouw(enbeweging)vriendelijke film over het tijdschrift, dat decennia als betrouwbare barometer voor het feministische gemoed fungeert.

Homegrown

Chris Quaglin / MetFilm Sales

‘And I’m proud to be an American’, zingen Chris Quaglin en twee van zijn Proud Boys-vrienden uit volle borst mee met Lee Greenwoods patriottische tranentrekker God Bless The USA, het lijflied van het Amerikaanse hartland. ‘Where at least I know I’m free.’

De drie zijn op 11 oktober 2020 op weg naar een Trump-rally en lijken ervan overtuigd dat hun voorman over enkele weken wordt herkozen als president. Chris, die over enkele maanden voor het eerst vader wordt, noemt zichzelf een ‘westerse chauvinist’. Hij is zelfs bereid om daar met zijn dronken kop een eed op af te leggen. ‘Ik ga me niet verontschuldigen voor het creëren van de moderne wereld!’ zegt hij ferm. In zijn ‘man cave’, thuis in New Jersey, heeft de elektricien een heel arsenaal aan volautomatische wapens klaarliggen om eventuele discussies daarover in zijn voordeel te beslissen.

Thad Cisneros, een andere hoofdpersoon van de documentaire Homegrown (109 min.), staat zich voor op zijn conservatieve en religieuze waarden. De voormalige militair, inmiddels actief binnen de radicaal-rechtse Proud Boys, ziet er nochtans geen been in om net voor de tumultueuze verkiezingen van 2020 samen met enkele anderen een medewerker van CNN met draaiende camera lastig te vallen en te intimideren. Ze hebben niet eens door dat het om presentator John King gaat, die wordt uitgemaakt voor leugenaar, communist en pedo. Het filmpje heeft de volgende dag al zo’n 50.000 views.

Documentairemaker Michael Premo valt zijn protagonisten intussen niet lastig met moeilijke vragen en beperkt zich tot observeren. Eerst in de aanloop naar de betwiste verkiezingen, die door Trumps Democratische opponent Joe Biden worden gewonnen. En daarna tijdens de Stop The Steal-campagne die de Republikein alsnog – goedschiks dan wel kwaadschiks – de winst moet brengen. Op weg naar 6 januari 2021, de dag waarop de Amerikaanse democratie, met Trumps impliciete goedkeuring, ongenadig zal worden aangevallen en met name Chris zich bepaald niet onbetuigd laat.

Boze Amerikanen zoals hij, die zich door niets of niemand laten weerhouden, zijn in de afgelopen jaren al vaker geportretteerd. In documentaires zoals ShadowlandThe Insurrectionist Next Door en Fight Like Hell hebben ze bijvoorbeeld ruim baan gekregen om hun ideeën over wat Amerika is en zou moeten zijn uiteen te zetten. Deze langgerekte en tamelijk onevenwichtige film is van hetzelfde laken een pak en toont vooral hoe ruw, bruut en eenvormig Trumps stoottroepen zijn. Het gaat vrijwel zonder uitzondering om mannen van het type ‘Weinig Weten, Veel Vinden & Hard Schreeuwen’.

Toen Homegrown in augustus jongstleden officieel in première ging, was ’t overigens nog niet duidelijk hoe de presidentsverkiezingen van 2024 zouden aflopen. Inmiddels is Donald Trump terug in het Witte Huis en hebben de rauwdouwers uit deze film dus alsnog hun zin gekregen: zeker vier nieuwe Make America Great Again-jaren. De vaderlandsliefde van Chris Quaglin, die slechts enkele weken na 6 januari 2021 een kind kreeg, heeft in de tussenliggende jaren een serieuze deuk opgelopen – al zou ook hij binnenkort zomaar weer eens luidkeels kunnen meezingen met die ene tranentrekker.

‘Where at least I know I’m free.’