73 Procent

EO

Bijna driekwart van de Joodse Nederlanders werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord. Dat is het hoogste percentage van alle West-Europese landen. In 73 Procent (53 min.) onderzoekt Jaap van Eyck (De Lijst Van Mengelberg) waarom in Nederland véél meer Joden zijn afgevoerd naar de vernietigingskampen. 102.000 mensen, vereeuwigd op het Namenmonument in Amsterdam, kwamen om.

Van Eyck start bij de journalist Max Arian, die als hoofdpersoon van deze gedegen film fungeert. Hij schreef in 1992 voor het eerst over de kwalijke Nederlandse hoofdrol in een artikel voor De Groene Amsterdammer: Nederland Deportatieland. Arian had een persoonlijke motivatie om de kwestie te onderzoeken: zijn vader Arthur stierf in 1942 op 34-jarige leeftijd in Auschwitz. Zelf zat hij als klein jongetje ondergedoken in Limburg.

Verder gaat Jaap van Eyck te rade bij historicus Pim Griffioen, die in 3008 samen met Ron Zeller een proefschrift publiceerde over Jodenvervolging in Nederland, Frankrijk en België. Samen met Alfred Edelstein (voormalig directeur Joodse Omroep) en Emile Schrijver (directeur Nationaal Holocaustmuseum) en andere historici analyseert hij waarom Nederland véél hoger ‘scoorde’ dan de ons omringende landen.

Kwam dat doordat Nederlanders – inclusief de uitstekend ingeburgerde Joodse Nederlanders – zo gezagsgetrouw zijn? Had het van doen met het gezag van de Nederlandse Joodse Raad, die haar achterban steeds van zeer ongelukkige adviezen voorzag? Of was het feit dat de Duitsers al aan het begin van de oorlog volledige controle hadden over de deportaties van Joden van doorslaggevende betekenis?

Deze documentaire, waarin verteller Jeroen van Kan alle pratende hoofden, het opgeduikelde archiefmateriaal en de speciaal vervaardigde animaties met elkaar verbindt, waakt er echter voor om al te gemakkelijk te zwarte Pieten. Waarschijnlijk was die 73 Procent, in de woorden van historicus Bart van der Boom, vooral ‘een buitengewoon onfortuinlijke samenloop van heel uiteenlopende omstandigheden’.

Feit is dat die ons land met een collectieve schuld opzadelde. Die kon heel lang weggedrukt worden met het waanbeeld dat half Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet had gezeten, maar moest uiteindelijk toch schoorvoetend worden erkend.

Trailer 73 Procent

Boom Des Leugens

Doxy

Kun je ’t zien? Als er wordt gelogen. Aan iemands gezicht? In het bijzonder de ogen, gevangen in extreme close-ups? Wat verraden die beelden dan? De waarheid?

In de korte film Boom Des Leugens (26 min.) spreekt Raluca Lupaşcu met een aantal mensen die (wel eens) liegen. Over dat ze geld hebben gestolen. Over wie de vader is van hun kind. Over vreemdgaan. Over dat ze niet lang meer te leven hebben. Over hun geaardheid. Over dat ze geslagen worden. Of gewoon om aardig te worden gevonden.

Lupascu gebruikt een boom als metafoor voor die leugens. Hoe die zich alle kanten op vertakt, met z’n bladeren het zicht op de waarheid beneemt en waarvan de wortels diep in de grond reiken, in het binnenste van de mens. De camera zwerft over de takken van die boom, als een slang die zijn prooi beloert, stiekem besluipt en de adem beneemt.

Ze begeleidt deze poëtische beelden, ook van de gezichten van de ‘leugenaars’, met een fluisterstem, die het mysterieuze karakter van al die grove onwaarheden, verdraaide feiten of leugentjes om bestwil benadrukt. En het ongemak, de gêne en schuldgevoelens die ermee gepaard kunnen gaan – en die deze intieme docu met de wereld deelt.

Is liegen iets anders dan niet de waarheid vertellen? Hoe zit ’t dan met zwijgen? En kun je ook de waarheid liegen?

Trees And Other Entanglements

HBO Max

Hoe begin je een film over bomen? Met een citaat van de Bengaalse dichter en wijsgeer Rabindranath Tagore bijvoorbeeld: ‘The woodcutter’s axe begged for it’s handle from the tree. The tree gave it.’ Met daarna beelden van een bos, in de omgeving van Portland, begeleid door het geluid van tsjilpende vogeltjes. En dan introduceer je jezelf, filmmaker Irene Taylor. Deze boom leeft al langer, vertel je vervolgens aan je zoon, dan iedereen die jij kent en hun grootouders.

Maar hoe leg je daarna uit waarom die documentaire over bomen zo nodig moest worden gemaakt? Een voice-over misschien? ‘Bomen spreken de waarheid’, begint die. ‘En ze vertellen verhalen. Over een man die een zaadje plant in een donkere periode, een jongen die verstopt is in het bos, een andere jongen die verliefd wordt en een vrouw die bomen onsterfelijk maakt.’ Je vat het nog even samen: ‘Wij bewegen door de tijd, maar bomen staan stil.’

En dan kan Trees And Other Entanglements (109 min.), jouw associatieve tocht langs deze en andere personages en hun bomen, wel zo’n beetje beginnen. Over de verhouding tussen mens en natuur. Richard Furuzawa vertelt z’n zoon Matthew bijvoorbeeld over zijn eigen vader, die als Japanse Amerikaan tijdens de Tweede Wereldoorlog naar een interneringskamp werd gestuurd. Daar plantte hij een zaadje, dat de basis vormde voor een weldadige bonsaiboom.

De hoogbejaarde George Weyerhaeuser, die een houtkapbedrijf runde dat al zeker vier generaties in de familie zit, werd als negenjarige jongen ontvoerd en verstopt in, juist, een bos. Ryan Neil ging in Japan in de leer bij een echte bonsaimeester en kwam uiteindelijk van een koude kermis thuis, maar is de kunstvorm toch altijd trouw gebleven. En de fotografe Beth Moon maakt overal in de wereld portretten van bomen, die nogal eens ten dode opgeschreven blijken te zijn.

Het is een bont gezelschap dat voor jou vanuit allerlei verschillende gezichtspunten de relatie tussen mens en boom kan optekenen. En soms krijgt zo’n persoonlijk verhaal ineens een heel ruw randje, zoals bij de zwarte schrijfster Carolyn Finney. Haar ouders beheerden bijna vijftig jaar een landgoed van vijf hectare. Nadat ze waren vertrokken, werd het gebied tot erfgoed uitgeroepen. Alleen met de kersenboom die Carolyns vader aan haar moeder had gegeven liep ’t niet goed af.

En dat is dan weer de link met je eigen vader. De man die jarenlang als een enorme eik boven jou uittorende, waarover je eerder de persoonlijke films Hear And Now en Moonlight Sonata hebt gemaakt, begint nu door dementie het contact met zijn wortels te verliezen. De man kan ieder moment worden geveld. Waar wordt gehakt, moet echter dringend worden herbouwd. Dat vindt tenminste bomenplanter Dirk Brinkman die al bijna een miljoen bomen op z’n naam heeft staan.

Zo ongeveer, maar toch heel anders, meandert Trees And Other Entanglement langs allerlei bewegende mensen, stilstaande bomen en adembenemende vergezichten, in een film die gaandeweg, bijna tot je eigen verbazing, menig hart verovert.

Boom! Boom! The World vs. Boris Becker

Apple TV+

Twee keer heeft Alex Gibney de voormalige toptennisser Boris Becker gesproken voor dit portret, vertelt hij aan het begin van Boom! Boom! The World vs. Boris Becker (212 min.): in 2019, op 51-jarige leeftijd, als de drievoudige Wimbledon-winnaar net vanwege mogelijke fraude in het vizier van justitie is gekomen. En drie jaar later, in het voorjaar van 2022, enkele dagen voordat hij daadwerkelijk de gevangenis in moet. Ze ogen als twee verschillende mensen: een goed geconserveerde charmeur versus een gebroken mens, een oudere man ineens, met waterige ogen, die maar niet kan begrijpen wat hem is overkomen.

De eerste Boris Becker heeft duidelijk de overhand in het eerste deel van deze tweedelige documentaire, waarin Alex Gibney de start van zijn carrière doorlicht. Van zijn eerste overwinning op Wimbledon in 1985 als zeventienjarige serve & volley-speler tot het moment dat hij de nummer 1-positie op de wereldranglijst claimt, na een heroïsche overwinning op Ivan Lendl tijdens de Australian Open van 1991. Behalve de voormalige tennistopper komen daarbij ook Beckers ex-vrouw Barbara, legendarische manager Ion Tiriac en opponenten als Björn Borg, John McEnroe en Mats Wilander aan het woord – ook over de sport tennis zelf, een grote liefde van Gibney.

De eerste helft van deel 2 benut hij voor de nazomer en herfst van Beckers carrière, waarin hij er een sport van maakt om overwinningen voor de poorten van de hel weg te slepen. Die wedstrijden worden door Alex Gibney, met behulp van een zeer uitgesproken soundtrack, weergegeven als shootouts in een spaghettiwestern. Wanneer de situatie hopeloos lijkt, haalt Boom Boom Boris het allerbeste in zichzelf naar boven. De filmmaker ziet er een metafoor in voor het leven van zijn protagonist. Eerst laat hij de boel volledig ontsporen, om de zaak daarna alsnog vlot te trekken en als een Houdini te ontsnappen – of er op zijn minst een goed verhaal aan over te houden.

Want Alex Gibney herkent ook de verhalenverteller in Boris Becker: een man die zijn eigen versie van de waarheid liever niet dood checkt. Dat doet Gibney dus voor hem: met een voice-over grijpt hij enkele keren in na een interviewfragment en meldt dan dat wat zijn hoofdpersoon hem zojuist heeft verteld wellicht toch nét iets anders ligt. Het is een betwistbare werkwijze – reparatie in de montage in plaats van directe confrontatie – van een verhalenverteller die er een specialiteit van heeft gemaakt om omstreden persoonlijkheden te portretteren (Julian Assange, Lance Armstrong en Elizabeth Holmes) en daarbij niet schroomt om ze zo nodig ook te ontmaskeren.

Het laatste uur van zijn tweeluik reserveert Gibney voor Beckers leven ná de sport, het beruchte zwarte gat, waarin hij nog een periode coach is van Novak Djokovich (die zich hier lovend over hem uitlaat) en verder vooral ernstig boven zijn stand leeft.  Zo manoeuvreert hij zich steeds nadrukkelijker in de problemen én in de Duitse Boulevardbladen. Want over drie dingen raakt het land volgens de übercelebrity nooit uitgepraat: Adolf Hitler, de hereniging van Oost- en West-Duitsland én Boris Becker. Als de problemen hem boven het hoofd groeien, meldt ook Boris 2 zich weer, ontzet over hoe het leven hem nu kansloos achter volstrekt onmogelijke ballen aan laat rennen. 

Een roemloze nederlaag lijkt onvermijdelijk, waarbij Alex Gibney zich ook steeds vaker opstelt als geduchte tegenstander, met bovendien een bijzonder gevaarlijk wapen: die venijnige voice-over waarmee hij zijn hoofdpersoon rücksichtslos kan fileren. Daarmee licht hij ditmaal met name Beckers financiële bokkensprongen kritisch door. Tot een totaal demasqué van de Bekende Duitser leidt dit niet. Boom! Boom! is krachtiger als psychologisch portret van een begenadigde tennisser – en daarmee van het wezen van een sport, die twee mensen fysiek en psychologisch volledig tegen elkaar uitspeelt. Totdat één van beiden omvalt.

In dat spel is en blijft Becker een nooit te onderschatten opponent. Gibney vervat dit in een dramatisch shot van die fractie van een seconde waarop hij zijn racket laat neerdalen voor alwéér een machtige service. Als Boris zijn zinnen écht zet op de overwinning en die opslag begint te lopen, dan is er meestal geen houden aan. Zoals zijn voormalige coach Günther Bosch ‘t ooit verwoordde: Becker speelt doorgaans vooral tegen Becker. Als hij die verslaat, wint hij meestal ook wel de wedstrijd.

Population Boom

VPRO

We zijn inmiddels met bijna acht miljard. Toen de documentaire Population Boom (58 min.) werd uitgebracht in 2013, was net de zeven miljard-barrière geslecht. In 1998 waren er nog ‘slechts’ zes miljard wereldbewoners.

In dit tempo wordt de aarde volgens menigeen volstrekt onleefbaar. Multimiljonairs als Ted Turner en David Rockefeller luiden daarom de noodklok in deze film van Werner Boote: opwarming van de aarde en hongersnood zijn op deze manier onvermijdelijk. Over pandemieën wordt nog met geen woord gerept.

In Georgia bezoekt Boote een monument tegen overbevolking, in 1980 door anonieme donoren geplaatst. In acht talen staat daarop geschreven dat de mensheid koste wat het koste moet worden teruggebracht tot maximaal 500 miljoen zielen. Dat is natuurlijk voer voor complotdenkers. Hoe gaan ‘ze’ dat bewerkstelligen?

De Oostenrijkse filmmaker bezondigt zich niet aan dergelijke samenzweringstheorieën. Hij gaat op diverse plekken in de wereld de dialoog aan over het verminderen van de bevolking (in andere landen, dat wel), de Chinese éénkindpolitiek en wereldwijde toegang tot anticonceptiemiddelen.

Interessante materie, dat zeker. Alleen wel wat praterig uitgewerkt. Population Boom bevat ook zeker interessante gesprekken, waarin de gevaren van overbevolking op sommige terreinen soms ook worden gerelativeerd, maar wordt nooit een sprankelende vertelling waarbij je van de ene in de andere verbazing valt.

Al leveren Boote’s vergeefse pogingen in de slotscène om in Bangladesh, het drukstbevolkte land ter wereld, de bus te nemen wel degelijk bijzondere taferelen op. Zeker als hij daarna ook nog letterlijk op de trein belandt, te midden van een aanzienlijk deel van die snel uitdijende wereldbevolking.