The Carman Family Deaths

Netflix

Tragisch ongeluk of gecalculeerde moord? Zo’n vraag stellen bij een true crimeproductie is hem doorgaans ook beantwoorden: een geraffineerde misdaad dus, liefst gepleegd door een diabolische killer.

In dit geval gaat het bovendien om een verdachte met een autismespectrumstoornis. De 22-jarige Nathan Carman raakte in 2016 tijdens een vistripje met zijn moeder Linda vermist op zee. Na zes dagen staakte de Amerikaanse kustwacht z’n onderzoek. Twee dagen later, na acht dagen op de Atlantische Oceaan, werd Nathan alsnog gevonden op een opblaasbaar reddingsvlot. Hij had op wonderbaarlijke wijze een ramp overleefd.

Wat een heroïsch verhaal leek te gaan worden, mondde echter al snel uit in een rechercheonderzoek. Want waar was zijn moeder? En wat hadden de aantekeningen die werden aangetroffen in zijn huis, waarin Nathan zich al vóór hun vertrek leek voor te bereiden op een politieverhoor, eigenlijk te betekenen? Hoe onschuldig was dit ongeluk in werkelijkheid? Regisseur Yon Motskin diept de spraakmakende zaak vaardig uit.

De titel The Carman Family Deaths (90 min.) is bovendien niet voor niets in het meervoud gesteld. In de Carman-familie was er nóg een verdacht sterfgeval. Drie jaar eerder, op vrijdag 20 december 2013, werd Nathans 87-jarige opa thuis dood aangetroffen.  John Chakalos – voor het laatste gezien door… juist – bleek in koelen bloede te zijn doodgeschoten. Hij liet een erfenis na van zo’n 42 miljoen dollar.

Motskin pelt dit verhaal niet alleen met de gebruikelijke detectives en journalisten en een autismedeskundige af, maar vraagt ook Nathans vader Clark, zijn tante Charlene Gallagher en neef Charles Lapenna om de achtergronden te schetsen van de ‘Griekse dynastie’ die Nathan Carman heeft voortgebracht en de twee tragische sterfgevallen die aan hem worden toegeschreven van enige context en nuance te voorzien.

Zo ontvouwt zich stapsgewijs, met de gebruikelijke onthullingen en onverwachte afslagen, een compleet beeld van de achtergronden van de Carman-doden, die dus inderdaad – voor het geval dat nog een vraag mocht zijn – allebei géén ongeluk lijken te zijn.

Anne (32) Zoekt Vrienden

KRO-NCRV

Haar oude vriendschappen zijn verwaterd en nieuwe lijken nauwelijks te beklijven. Actrice en theatermaakster Anne van der Steen is begin dertig en vraagt zich af wie ze op haar verjaardag moet uitnodigen. De oorzaken voor die haperende vriendschappen lopen uiteen. De één heeft inmiddels kinderen en dus een andere belevingswereld, een ander zit eigenlijk al vol en niet te wachten op nieuwe verplichtingen. Feit is: Anne (32) Zoekt Vrienden (30 min.). Maar hoe doe je dat eigenlijk: een goede vriend zijn?

Anne gaat in deze speelse korte docu te rade bij enkele vriendenkoppels. ‘Vriendschap kun je niet kopen’, stellen twee gezworen vismaatjes. ‘Dat kun je niet dwingen.’ Je moet uitkijken voor te veel kieskeurigheid, waarschuwt een vrouwelijk messenwerpersduo. ‘Niet te veel eisen hebben.’ En twee vriendinnen met een gezamenlijke camper adviseren haar om vooral niet te veel haar best doen. ‘Jij ben een heel grappig en leuk iemand’, houden ze Anne voor. ‘Daar hoef je volgens mij niet zo aan te twijfelen. En dan ga je er zelf ook veel meer lol in hebben.’

Tijd om de koe bij de horens te vatten: op vriendschapsdate met een andere jonge vrouw. Samen paardrijden of een taartje gaan eten. Of alleen op stap, dat kan natuurlijk ook. Vrouwen ontmoet ze dan alleen niet en bij de mannen leidt zo’n avondje al snel tot drinken en geflirt. Met een losse, tragikomische voice-over praat Van der Steen alle verwikkelingen en haar eigen gedachten daarbij aan elkaar. De theatermaakster en actrice in haar zijn nooit ver weg – al lijken de emoties die sommige gesprekken en ontmoetingen oproepen wel degelijk oprecht.

Het is natuurlijk een construct, deze film. Alles lijkt van tevoren uitgedacht. Toch zit dat de docu niet in de weg. Die heeft een aanstekelijk feelgood-karakter. Met een melancholieke ondertoon. Waardoor ie toch ook wel raakt. Anne (32) snijdt losjes, zonder dit verder onder het vergrootglas te leggen, ook een wezenlijk thema aan: het feit dat veel mensen er tegenwoordig alleen voorstaan. Verbinding is niet meer zo vanzelfsprekend als het ooit was. Zeker als je een andere afslag neemt – of de geijkte afslag gewoon mist – dan de mensen in je directe omgeving.

Het kan tot een gevoel van eenzaamheid leiden. Onthechtheid. Onzekerheid ook. Angst om niet in de smaak te vallen. En hoe gemakkelijk ‘t ook klinkt, realiseert Anne zich in deze fijne kleine film, daarvoor is uiteindelijk maar één remedie: de stoute schoenen aantrekken. Uitnodigingen versturen, de taart alvast aansnijden en er samen met anderen toch maar een feestje van proberen te maken.

I’m Not A Monster: The Lois Riess Murders

HBO Max

‘Ik hoop dat dit het juiste is om te doen’, zegt de hoofdpersoon bij de start van I’m Not A Monster: The Lois Riess Murders (165 min.). 

‘Wat zeg je?’ reageert Erin Lee Carr, de maakster van die tweedelige documentaire, nogal bruusk.

Lois Riess herhaalt geëmotioneerd: ‘Ik hoop dat dit het juiste is om te doen.’

Riess, een ogenschijnlijk onopvallende Amerikaanse vrouw van middelbare leeftijd, is veroordeeld vanwege de moord op haar eigen echtgenoot Dave, een goedlachse kerel met één grote passie: vissen. Op 23 maart 2018 wordt hij aangetroffen in hun huis in Blooming Prairie, Minnesota, waar ze sinds 2005 samen een larvenkwekerij runnen. Het gemoedelijke koppel staat er eigenlijk goed bekend.

David Riess blijkt al een dag of tien dood in z’n eigen woning te liggen. En zijn echtgenote Lois is ervandoor gegaan. Snel daarna wordt er een ‘manhunt’ gestart. Op een vrouw van 56, dat wel. Geen jonge (en wilde) blom, maar volgens een kennis wel een ‘click-off’. Iemand waarbij je altijd al het gevoel had dat er iets mis was – en die nu in deze documentaire voor het eerst opening van zaken geeft.

Na de dood van haar echtgenoot heeft Lois Riess nog dagenlang gewoon haar leven geleid in hun gezamenlijke huis. Terwijl daar dus ook Dave lag, de man met wie ze al een half leven samen is en drie kinderen heeft. ‘Ik ben geen monster’, zegt ze desondanks tegen Carr. ‘Niemand weet wat ik heb meegemaakt.’ Want Dave had volgens haar een aanstekelijke lach, maar ook een heel kort lontje.

Feit is ook dat Lois Riess bepaald geen onbeschreven blad is. Ze is erfelijk belast, blijkt al snel. Lois stamt uit een gezin waar meerdere leden kampen met mentale problemen. Haar moeder werd bijvoorbeeld gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis en maakte van hun huis een typische hoarderswoning. En ook haar dochter heeft zo haar issues: depressies, gokproblemen en – logisch – een geldtekort.

Haar echtgenoot blijkt gaandeweg een kwelgeest voor Lois. De ondertitel van dit tweeluik luidt alleen niet voor niets The Lois Riess Murders. Met een ‘s’. Meervoud. Na Daves gewelddadige dood kruist Lois zo het pad van een man die een karikatuur op een Amerikaanse politieagent was geweest als ie niet daadwerkelijk zo’n ‘all-American cop’ zou zijn: sheriff Carmine Marceno van Lee County, Florida.

‘Het laatste wat ik wilde’, zegt hij nu ferm, ‘was een seriemoordenaar op de vlucht.’ Binnen de kortste keren gaat Lois Riess door het leven als de ‘killer grandma’. Haar verhaal, zoals ‘t wordt verteld door Erin Lee Carr en een hele zwik kleurrijke personages, begint dan steeds absurdere vormen aan te nemen. Volgens een joviale barman die ze onderweg tegenkomt, gedraagt Lois zich zelfs ‘kierewiet’.

Met de mensen die zij tijdens haar vlucht heeft ontmoet schildert Erin Lee Carr losjes de (mentale) tocht die haar hoofdpersoon heeft afgelegd, van allemansvriend naar meervoudige moordenares. Die reis lijkt net zo belangrijk als de uiteindelijke bestemming: het in de kraag grijpen van dat monster (of, afhankelijk van je zienswijze, de verwarde vrouw die blijkbaar aan het moorden is geslagen).

Carr zet Riess zo nu en dan ook de duimschroeven aan – dit was natuurlijk al min of meer aangekondigd in de openingsscène – als ze in haar getuigenis de schuld al te gemakkelijk bij Dave neerlegt of een loopje met de waarheid lijkt te nemen. I’m Not A Monster blijft desondanks meer een karakterschets van een getroebleerde vrouw en haar entourage dan een traditionele true crime-docu.

Sezer’s Zomer

Xenia Films

‘Wanneer is ’t klaar?’ vraagt Sezer als zijn moeder Claudia weer eens aan de lijn hangt met een hulpverlener. De Rotterdamse puber heeft het waarschijnlijk allemaal eens voorbij horen komen: zijn autisme en ADHD, hoe zijn moeder haar handen vol aan hem heeft en de uithuisplaatsing die voortdurend in de lucht hangt. Zoals zijn oudere broer Tayfun ooit thuis weg is gehaald. En die is er niets mee opgeschoten – sterker: alleen maar slechter van geworden. Tenminste, dat vindt hijzelf. En hun moeder is het daarmee eens.

Het kan Sezer allemaal gestolen worden, lijkt het. Hij wil vissen met een vriendje. Rust in en aan zijn kop. Dan is hij even een gewone veertienjarige jongen, géén tiener die niet meer naar school gaat en zomaar op het verkeerde pad zou kunnen belanden. Aan het water kan hij ook geen fiets of step stelen. Want ze maken zich natuurlijk niet voor niets zorgen over hem. Hulpverleners zijn van mening dat Sezer in bescherming moet worden genomen tegen zichzelf. ‘Als we het laten gaan zoals het nu gaat loopt ie straks in zeven sloten tegelijk.’ zegt één van de professionals tijdens een telefonisch overleg. ‘En ik zie ook dat u uw best doet, hoor, moeder…’

In Sezer’s Zomer (41 min.) observeert Marina Meijer, die in het broeierige Carrousel (2019) eerder Sezers oudere broer Tayfun en andere risicojongeren in het Rotterdamse centrum Nieuwe Kans portretteerde, de zwijgzame tiener en zijn alleenstaande moeder, die hem regelmatig nauwelijks de baas kan. Ze presenteert dit vervolgens in losstaande scènes, snapshots uit een zomer waarin zijn leven dreigt te ontsporen. De film wordt daarmee bijna de tegenpool van Shabu, Shamira Raphaëla’s vrolijke, strak geregisseerde en inherent optimistische portret van een andere Rotterdamse tiener die zich in de nesten heeft gewerkt – en daarna een zomer de tijd krijgt om daar weer uit te komen. 

Sezer’s dagelijkse worsteling met het leven en zichzelf wordt doorsneden met super 8mm-sequenties waarin de puber en zijn entourage helemaal in hun element lijken. Alsof Meijer in deze puike korte documentaire ook een andere jongen ziet in de (potentiële) probleemjongere, die thuis nauwelijks is te handhaven en daar toch koste wat het kost wil blijven. Voor Sezer zelf, zijn moeders en de hulpverleners om hen heen blijft het echter koffiedik kijken wat Sezer’s Herfst en Winter gaan brengen.