Tata

Cinema Delicatessen

Als het om iemand anders zou gaan, wat zou je dan doen als journalist? Haar vriend Radu Ciorniciuc, met wie ze enkele jaren geleden de festivalfavoriet Acasă, My Home maakte, drukt Lina Vdovîi met de neus op de feiten: wil ze dit verhaal nu werkelijk laten lopen omdat het om haar eigen vader gaat?

De controlefreak Pavel had thuis in Moldavië jarenlang voor een onmogelijke atmosfeer gezorgd. Toen hij 25 jaar geleden naar het buitenland vertrok, om daar te gaan werken, kwam er eindelijk rust in huis. Samen met haar zus stuurde Lina hem nog een tijdje VHS-banden met familiefilmpjes, maar uiteindelijk verwaterde het contact tussen Tata (83 min.) en zijn dochter. Totdat hij haar dus zelf een video stuurt vanuit Italië, waarop ie de blauwe plekken op zijn armen laat zien. Met een noodkreet erbij: ‘Help me, alstjeblieft!’

Vdovîi kan niet anders. Samen met Ciorniciuc rust ze haar vader, die beweert dat hij door zijn werkgever wordt afgeknepen, gekleineerd en uitgebuit, uit met geheime opnameapparatuur. Tegelijkertijd dwingt het hernieuwde contact met de schrik van haar jeugd Lina ook om na te denken over het geweld in haar leven. Of ze misschien een beetje op haar vader lijkt? wil Radu bovendien weten. Die vraag is haar al eens eerder gesteld: door haar voormalige echtgenoot. Die pakte binnen een half jaar zijn biezen.

Thuis in Moldavië spreekt Lina haar oma, moeder en zus. Was hoe Pavel thuis met harde hand regeerde regel of toch uitzondering? En hoe kan ‘t dat een dominante figuur zoals hij in de rol van arbeidsmigrant ineens een heel kwetsbare man lijkt? Via zijn verborgen camera wordt intussen glashelder dat Pavel Vdovîi in Italië inderdaad de onderliggende partij is en dat zijn baas een enorme bullebak is – al blijft ’t, door de geanonimiseerde beelden en beperkte achtergrondinformatie, lastig om de situatie écht te beoordelen.

Het hernieuwde contact tussen Lina en haar vader, alsmede de weer aangehaalde relatie met haar moeder en nieuwe ontwikkelingen in haar relatie met Radu, dwingt hen om opnieuw naar zichzelf en elkaar te kijken. Tegelijkertijd laat deze persoonlijke film zien hoe bedrieglijk gemakkelijk alles ook bij het oude blijft. Simpelweg omdat het altijd al zo ging. Zowel in Lina’s eigen gezin als in hun land. Waar mannen en vrouwen elk hun eigen rol spelen – en elkaar, in het slechtste geval, doodongelukkig maken.

After Work

Fasad Mans Mansson / VPRO

Arbeid adelt, knecht, pleziert en sloopt. In het prikkelende beeldessay After Work (80 min.) onderzoekt de Zweedse filmmaker Erik Gandini (Surplus: Terrorized Into Being CustomersVideocracy en The Swedish Theory Of Love) opnieuw een groot maatschappelijk thema: hoe arbeid, in al z’n verscheidenheid, onze identiteit vormt en de betekenis van werk in de 21e eeuw, waarin heel veel banen wel eens zouden kunnen verdwijnen.

In Zuid-Korea portretteert hij bijvoorbeeld Yoo Deug Young, een man van middelbare leeftijd die zo’n zestien uur per dag werkt. Volgens zijn dochter Yoo Ga Yeon is het zo’n beetje zijn enige trots. ‘Mijn vader mist alles.’ In zijn land, één van de hardst werkende naties ter wereld, nemen veel arbeidskrachten hun vrije tijd helemaal niet op en is zelfs de campagne PC Off gestart. Computers verplicht uit! Anders blijft iedereen, al is het alleen voor zijn chef, toch gewoon doorwerken.

‘Ik ben zo druk’, houdt Josh Davies, de Amerikaanse oprichter van het Center For Work Ethic, zichzelf voortdurend voor, terwijl hij zich klaarmaakt voor een gelikte speech over arbeidsethos. Want dat is volgens hem het enige wat telt voor werkgevers. ‘Hee, zou je niet eens een baan zoeken waar je van houdt?’ vraagt hij sarcastisch. ‘Dat hoort bij een romcom, een Hollywood-film.’ Hij sneert nog even verder: ‘Weet je wat? Misschien is het helemaal niet de bedoeling dat werk leuk is.’

Astrid Moss, een Amerikaanse bezorgster van Amazon-pakketjes, kan daarover meepraten. Om de efficiëntie te vergroten, heeft haar opdrachtgever meerdere camera’s in de auto’s van medewerkers laten installeren. Zodat die vooral niet te lang pauze houden – of liever nog: hun brood gewoon onderweg wegwerken. Moss heeft een duidelijke grens voor zichzelf, zegt ze: als ze onderweg in een fles moet gaan plassen om haar schema te halen, stopt ze onmiddellijk bij Amazon.

In Koeweit is er dan weer recht op werk. Er is alleen veel te weinig te doen. Bullshitbanen zijn onvermijdelijk in het puissant rijke oliestaatje: overheidsfunctionarissen zitten aan hun bureau de tijd uit met films en boeken. Intussen heeft zo’n beetje elk huishouden ook twee huishoudsters. En die worden dan weer behandeld als moderne slaven. Het is een pijnlijke tegenstelling, binnen één en dezelfde maatschappij – en, zou je zeggen, een onhoudbare situatie.

Met een open blik beziet Gandini hoe arbeid z’n plek binnen verschillende samenlevingen inneemt, verschillende visies op de betekenis van werk en aanverwante thema’s zoals robotisering, ontspanning en het basisinkomen. De conclusie van deze vaardig uitgeserveerde rondgang is dat werk – of het ontbreken ervan – ons als individu of gemeenschap nog altijd definieert. Ook al zou het zomaar kunnen dat we op termijn zonder, of in elk geval met veel minder, moeten kunnen.

‘We zijn niet altijd workaholics geweest’, stelt filosoof Elizabeth S. Anderson. ‘We kunnen ons opnieuw voorstellen hoe een goed leven eruit zou moeten zien en wat de rol van werk daarin is.’

Payboys

Videoland

Op bepaalde, vaak wat oudere homoseksuele mannen oefenen ze een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit: de zogenaamde Payboys (44 min.), héél jonge, soms nog minderjarige jongens die online zijn in te huren voor een sexdate. Hoe jonger de jongen, hoe meer klanten blijkbaar bereid zijn om ervoor te betalen.

Vier van zulke voormalige sekswerkers, waarvan twee nagespeeld door acteurs, doen in deze unheimische documentaire van Willem Timmers hun verhaal. Over hoe en waarom ze zijn gestart in de jongensprostitutie (meestal een variant op de behoefte aan snel geld), de tamelijk naïeve ideeën waarmee ze ooit begonnen (payboy Tristan: niet ouder dan mijn opa en oma) en hoe ’t er in de praktijk aan toeging (Maxi-cosi’s en tissues in de auto bijvoorbeeld).

Het blijkt werk waardoor ze over zo’n beetje elke persoonlijke grens zijn gegaan. Maar ben je ook slachtoffer als je er zelf in het begin voor hebt gekozen? vraagt oud-sekswerker Giovanni zich af. Toch maakt ook zijn verhaal duidelijk dat eigenlijk niemand zonder reden deze schmutzige wereld instapt. En eenmaal binnen, dan is de weg terug, bijvoorbeeld door drugsgebruik en schaamte, vaak verdomd moeilijk te vinden. Want hiervan komen ze nooit meer helemaal los.

Timmers omlijst de ontboezemingen van de vier jonge mannen met suggestieve, soms bijna barokke gedramatiseerde scènes, waardoor zelfs een buitenstaander zich een gedegenereerde voyeur begint te voelen. Die sequenties sluiten tegelijkertijd wel uitstekend aan bij de ervaringsverhalen van zijn hoofdpersonen, van wie er enkele betrokken zijn geraakt bij het escortbedrijf van Hans A. en Nico L., die inmiddels zijn veroordeeld vanwege mensenhandel.

Vol overtuiging schetst Payboys het bestaan van jeugdige jongensprostituees dat zich letterlijk in het duister afspeelt. Daar zijn het in werkelijkheid niet de klanten maar de jongens die, met hun lijf en geest, betalen voor de twijfelachtige keuzes die zij ooit op jonge leeftijd, vaak gedwongen door de omstandigheden, hebben gemaakt.

Een trailer van Payboys is hier te bekijken.

The Children In The Pictures

BNNVARA

Het is een gruwelijke lakmoesproef. Nadat de undercoveragenten van de taskforce Argos de online identiteit van een kindermisbruiker hebben aangenomen en zijn geïnfiltreerd in hun internationaal opererende netwerk, volgt onvermijdelijk de vraag: kun je eens wat delen? Niet reageren is geen optie. Dan worden de banden onmiddellijk doorgesneden. En dus verlagen ze zich noodgedwongen tot zo’n beetje het walgelijkste waartoe een mens in staat is en klikken vervolgens op verzenden, met een luchtig berichtje erbij: Geniet ervan.

Met zulke omstreden infiltraties proberen rechercheur Jon Rouse, het Australische hoofd van de toonaangevende taskforce, en zijn Britse collega Paul Griffiths wereldwijd netwerken op te rollen en kinderen te redden van misselijkmakend misbruik. Daarmee is de kous dan overigens nog niet af. Jaren nadat ze zijn bevrijd kunnen er nog steeds foto’s of filmpjes van hen rondgaan op het dark web. ‘De seksuele uitbuiting van die kinderen gaat door lang nadat ze gered zijn’, vertelt Warren Bulmer, een Canadees lid van de taskforce Argos. ‘En zij moeten daar hun hele leven mee omgaan.’

In de schokkende documentaire The Children In The Pictures (80 min.) van Akhim Dev en Simon Nasht leggen de gedreven rechercheurs tot in detail uit hoe ze aan het begin van deze eeuw, tijdens een onderzoek genaamd Operation Achilles, infiltreren bij het netwerk ‘The Group’. Onder de schuilnaam ‘Red_Rocket’ jagen ze daar bijvoorbeeld twee jaar lang op een specifieke ‘producent’. Hij levert al jaren achter elkaar afzichtelijk beeldmateriaal van één enkel meisje, ‘Girl One’ gedubd, dat letterlijk voor de camera opgroeit. Het geweld in de filmpjes lijkt bovendien ernstig te escaleren.

Terwijl ze de identiteit weten vast te stellen van verschillende deelnemers aan het netwerk, waaronder een Nederlander met de bijnaam ‘Thunderbird’, en zo langzamerhand willen overgaan tot arrestaties, lukt het Rouse en zijn vakbroeders maar niet om de identiteit van Girl One en haar kwelgeest vast te stellen. Daardoor komen ze voor een duivels dilemma te staan: ze hebben nu de kans om een aantal notoire kindermisbruikers uit te schakelen, maar als ze dat doen raken Girl One en de man die haar misbruikt waarschijnlijk weer buiten beeld.

Van zulke keuzes liggen de gespecialiseerde rechercheurs, die dagelijks verschrikkelijke dingen (moeten) zien, nachten wakker. Behalve een afdaling in een bijzonder naargeestige schaduwwereld is deze unheimische film tevens een portret van hen, gedreven politiemensen die werkelijk door riemen en ruiten gaan voor de kinderen. Daarbij worden de omstandigheden steeds lastiger. De techniek staat, letterlijk, voor niets en faciliteert steeds grotere en geavanceerdere netwerken. Namen als The Love Zone, Child’s Play en Baby Corner laten weinig aan de verbeelding over.

En hoewel hun werk soms dweilen met de kraan vol open lijkt, sociale netwerken zoals TikTok (die kinderen stimuleren om selfies, ofwel: user generated content, te maken) alweer voor nieuwe uitdagingen zorgen en seksuele uitbuiting van kinderen sowieso het snelst groeiende zware misdrijf in de wereld is, blijven Rouse en zijn team op de één of andere manier optimistisch. ‘Zonder hoop zou ik niet naar m’n werk gaan’, zegt hij ferm, vast ook tegen zichzelf, in deze documentaire die niemand wil maar iedereen moet zien. Zolang de taskforce Argos maar één kind kan redden…

Cyber Hell: Exposing An Internet Horror

Netflix

Als een rechtgeaarde sadist wilde hij er wel de credits voor hebben. En dus plaatste de Koreaan ‘Baksa’ pontificaal zijn eigen naam of een tag zoals ‘@baksaya’ of ‘slaaf van Baksa’ op de naaktfoto’s die hij rondpompte in speciale chatrooms. Hij had ze tenslotte zelf bemachtigd bij veelal minderjarige meisjes, die op slinkse wijze via Telegram onder druk waren gezet en gechanteerd.

Zodra cyberbullies zoals Baksa en zijn ‘vakbroeder’ Godgod die meisjes eenmaal in hun greep hebben, scheppen ze er duidelijk een duivels genoegen in om hun slachtoffers tot het bot te vernederen. Schrijf ‘bitch’ of ‘persoonlijk toilet’ op je lichaam, kan zomaar een bevel zijn. Of: kerf dat in je lijf met een mes. Intussen hengelen ze tevens persoonlijke informatie over de meisjes binnen, om hen nóg verder te intimideren.

In de jachtige fastfood-docu Cyber Hell: Exposing An Internet Horror (105 min.) reconstrueert Jin-seong Choi dit griezelverhaal vanuit het perspectief van de journalisten en rechercheurs die de seksuele intimidatie op het spoor kwamen. Slachtoffers, video’s of afbeeldingen van hen en hun communicatie met de agressors zijn geanonimiseerd of zelfs gerepliceerd. Veel bronnen willen bovendien alleen onherkenbaar in beeld komen.

Net als vergelijkbare producties als Don’t F**k With Cats en The Tinder Swindler richt deze straffe productie, helemaal bijdetijds vormgegeven en met een volvette soundtrack, zich volledig op de jacht op de geslepen roofdieren Baksa en Godgod, die via zogenaamde nummerchatrooms ook een handel in seksvideo’s opzetten. Met cryptovaluta kunnen anonieme bezoekers video’s aanschaffen, die alleen zijn te kwalificeren als kinderporno.

‘Bedankt dat jullie een demon hebben gedood die ik niet kon tegenhouden’, zegt één van hen als hij eindelijk is gearresteerd. Naar de motieven van deze bullies blijft het echter gissen. En misschien zijn de ‘normale’ types uit deze Cyber Hell, die verder ook niet worden uitgediept, uiteindelijk ook wel verontrustender. Zij kijken rustig – of, waarschijnlijker, opgewonden – toe hoe een willekeurige Koreaanse tiener op het digitale dorpsplein aan de schandpaal wordt genageld, helemaal uitgekleed en bekogeld met rotte tomaten.