Lil Nas X: Long Live Montero

HBO

Terwijl binnen, in het Fox Theatre in Detroit, bij de Amerikaanse zanger, rapper en influencer Lil Nas X en zijn entourage de spanning oploopt voor het eerste concert van de Long Live Montero-tour, vormt zich buiten een enorme rij concertgangers. ‘Hij is zo sexy’, zegt een Afro-Amerikaanse jongen met een zwarte cowboyhoed en stralende glimlach over zijn idool. ‘Hij is de eerste mannelijke bekendheid die ik tegelijkertijd wil neuken en wil zijn.’

Sinds hij enkele jaren geleden publiekelijk uit de kast kwam, geldt Lil Nas X (echte naam: Montero Lamarr Hill) als een icoon van de Amerikaanse LHBTIQ+-gemeenschap. Zijn eerste tournee, in het najaar van 2022, wordt dan ook een groots opgezette, buitengewoon extravagante en zeer sexy viering van diversiteit. Vanzelfsprekend was dat niet, volgens de hoofdpersoon. Hij wilde zijn eigen vrouwelijke kant eigenlijk helemaal niet laten zien en ook geen andere homoseksuele mannen op het podium, zegt hij in Lil Nas X: Long Live Montero (95 min.). ‘In eerste instantie wilde ik de acceptabele homo blijven, degene die je zijn geaardheid niet door de strot duwt en het bij zichzelf houdt.’

Nu het toch totaal anders is uitgepakt – to say the least – geniet Nas er ook wel van. Hij is nu bovendien in de gelegenheid om op te trekken met andere zwarte homoseksuele mannen, zoals de dansers die hem terzijde staan in zijn show. Die zouden overigens rechtstreeks afkomstig kunnen zijn uit Madonna’s Blond Ambition Tour (en daarmee ook een hoofdrol krijgen in Madonna: Truth Or Dare en daarop dan weer in terugblikken in Strike A Pose). En wie staat er backstage te wachten op een knuffel en is dan natuurlijk ook niet te beroerd om even met Nas te poseren voor de verzamelde fotografen? Inderdaad: de inmiddels toch wel behoorlijk belegen Queen Of Pop, Madonna.

Tegelijkertijd bekent Lil Nas X – geïnterviewd terwijl hij, heel kwetsbaar, in z’n eigen bed ligt – dat hij soms ook bang is dat hij met zijn ‘coming out’ zijn eerste fan, z’n kleine neefje Chase, van zich heeft vervreemd. De rest van z’n familie is inmiddels helemaal binnenboord, maar moest in eerste instantie wel even schakelen toen hij, net doorgebroken, ervoor uitkwam dat hij gay is. Was het misschien een verleidingstruc van de Duivel? vroeg zijn vader zich bijvoorbeeld af. De suggestie dat hij met Satan in de weer is heeft Nas zelf ook aangewakkerd met de zogenaamde Satan Shoes, een diepzwarte sportschoen met bloedrode letters en een pentagram erop. Die heeft hij samen met Nike uitgebracht.

En dus kan er overal waar hij komt zomaar ineens commotie ontstaan. In Boston wordt zijn show bijvoorbeeld opgewacht door conservatieve demonstranten, die ervan overtuigd zijn dat hij Amerika’s jeugd volledig ten gronde zal richten. Deze wervelende film van Carlos López Estrada en Zac Manuel, waarvan de première op het filmfestival van Toronto vanwege een vermeende bommelding een half uur moest worden uitgesteld, schakelt voortdurend tussen zulke achter de schermen-beelden, concertimpressies en Montero’s levensverhaal en laat ondertussen ook zijn fans aan het woord, voor wie hij een inspiratiebron is. Een toonbeeld van iemand die zichzelf durft te zijn.

Intussen fantaseert Lil Nas X zelf er al weer over hoe hij, voor een nieuw album of de volgende tour, een nieuw iemand kan worden.

Saving Africa’s Witch Children

Channel 4

‘Die twee daar hebben hun oma vermoord’, zegt de Nigeriaanse profeet Cecilia Udoeyo terwijl ze twee jongens aanwijst. ‘Dat hebben ze ook al bekend.’ De jongens doen er het zwijgen toe. De vijfjarige Mary, waarvan de moeder is overleden en vader al een jaar in het buitenland verblijft, wordt intussen door haar directe omgeving beschouwd als de belichaming van Satan. In de levensgrote ogen van het kleine meisje vechten angst en verdriet om voorrang.

Mary en de jongens behoren tot de naar schatting 15.000 behekste kinderen in de Akwa Ibom-regio in de Nigerdelta. Als de gemeenschap is getroffen door onheil of wordt geconfronteerd met een onverwacht sterfgeval, krijgen kinderen zoals zij daarvan – ogenschijnlijk volstrekt willekeurig – de schuld. Daarna worden ze verlaten, gruwelijk gemarteld en/of vermoord, door lieden die een geheel eigen en zeer brute mengvorm van het christendom, voodoo en bijgeloof aanhangen.

De zelfverklaarde bisschop Sunday Ulup-Aya doet bijvoorbeeld aan duiveluitdrijving en verdient daar goud geld mee. In de horrordocu Saving Africa’s Witch Children (48 min.), waarmee Joost van der Valk en Mags Gavan in 2008 een Emmy Award wonnen, demonstreert de man een ritueel waarmee hij een doodsbang jongetje zogenaamd zuivert van kwalijke invloeden. Volgens eigen zeggen heeft de geestelijke, die eerder overkomt als een kwaadaardige tovenaar, ook al 110 kinderen gedood.

De opleving van heksenjacht wordt toegeschreven aan de invloedrijke evangeliste Helen Ukpabio van de Liberty Gospel Church. Zij maakte een film, genaamd End Of The Wicked, waarin kinderen worden verleid door de Duivel, mensenvlees eten en daarna dood en verderf zaaien in hun families. In een stiekem opgenomen interview werpt ze tegenover de filmmakers echter elke verantwoordelijkheid ver van zich. J.K. Rowling hoeft zich toch ook niet te verontschuldigen voor Harry Potter?

De Britse hulpverlener Gary Foxcroft voert met zijn organisatie Stepping Stones Nigeria al jaren actie tegen dit soort barbaarse praktijken. Hij weet Sam Itauma, een Nigeriaanse man die een opvangplek biedt aan zo’n 150 verstoten kinderen, aan zijn zijde. Samen proberen zij aandacht te vragen voor het redeloze geweld tegen volstrekt weerloze kinderen. Die worden met zuur overgoten, bewerkt met machetes of zomaar in brand gestoken. Hun verwondingen tarten elk voorstellingsvermogen.

De schokkende beelden zorgen dan ook voor heel wat consternatie. In 2009 maken Van der Valk en Gavan in Return To Africa’s Witch Children (48 min.), een beetje een herhalingsoefening, de balans op: hebben zij de situatie ten goede kunnen keren met hun film? Hoe gaat het met Gary, Sam en enkele slachtoffers die ze in hun documentaire hebben geportretteerd? En heeft de Nigeriaanse overheid inmiddels korte metten gemaakt met deze diabolische jacht op onschuldige kinderen?

Volgens dit bericht en deze artikelen is heksenjacht in elk geval nog altijd een actueel thema in Afrika.

Jehovah – Van God Los

Videoland

Hun imago ontlenen ze toch vooral aan de zogenaamde velddienst. Dan gaan de Jehovah’s Getuigen de huizen langs, om de leer van God aan de mens te brengen en te vertellen over het paradijs. Met de spreekwoordelijke voet tussen de deur en altijd een ‘Koninkrijksglimlach’. Want wat het weer ook is en hoe er aan de andere kant van die deur ook wordt gereageerd: altijd blijven lachen. Dat verlangt Jehovah, de almachtige God, van zijn volgelingen. En ze hebben ook reden tot lachen: als het einde der tijden komt, sneller dan menigeen misschien verwacht, behoren zij tot de weinige overlevenden.

De wereld zou overigens ook in 1975 al vergaan. Toen was het licht echter nog niet zo helder en is er waarschijnlijk een berekeningsfout gemaakt, zeggen ze daarover tegenwoordig. Maar nu is het einde dus echt nabij! Alle reden dus om snel zoveel mogelijk mensen te bekeren. Al kent deze gesloten geloofsgemeenschap – het zal niemand verbazen – ook zo z’n schaduwzijden. En daarop richt de driedelige serie Jehovah – Van God Los (109 min.), waarvoor in totaal 57 voormalige Getuigen zijn gesproken, zich natuurlijk. In de eerste aflevering concentreert regisseur Henk van der Aa zich met een vijftal oud-volgelingen vooral op de regels en grondslagen van de religieuze beweging. Zoals bekend is die heel erg op zichzelf betrokken. Een echte vriend komt bijvoorbeeld altijd vanuit de eigen gelederen. Mensen van buiten zouden immers onder invloed kunnen staan van Satan.

De tweede aflevering zoomt vervolgens in op seksueel misbruik binnen de gemeenschap en de manier waarop dit door de ‘ouderlingen’ zou zijn toegedekt. Daarbij geven enkele voormalige ouderlingen, gezamenlijk aan een tafel gezeten als een soort almachtige onderzoekscommissie, achtergrondinformatie over hoe wijdverbreid deze problematiek zou kunnen zijn binnen de Jehovah’s Getuigen. En eenieder die zich niet schikt naar de opgelegde zwijgplicht naar buitenstaanders, die immers bij Satan zouden kunnen horen, wordt rücksichtslos uitgesloten en geëxcommuniceerd. In het slotdeel vertellen enkele voormalige leden hoe ze door dat ‘shunnen’ werkelijk iedereen die ze liefhebben zijn kwijtgeraakt – los van het feit dat ze natuurlijk ook nog moeten leven met het vooruitzicht dat er straks tijdens Armageddon geen plek voor hen is in het paradijs.

Van der Aa serveert al deze verhalen met veel suspense uit. Donkere beelden, een erg dikke soundtrack, shockeffecten en verborgen camera-acties, met aan het eind nog een confrontatiescène. Subtiel is anders. Deze miniserie ontleent zijn kracht vooral aan de indringende ervaringsverhalen van de voormalige Getuigen. Zij geven echt een grondige inkijk in een gemeenschap, die zich doorgaans stelselmatig aan het oog van de wereld onttrekt.

The Mission

National Geographic

Zendingsdrang of toch grootheidswaanzin? In november 2018 reist de 26-jarige Amerikaan John Chau af naar Noord-Sentinel, één van de Andaman-eilanden ten oosten van India. De christelijke influencer is vastbesloten om de geïsoleerd levende inheemse bevolking te bekeren tot het geloof. ‘Heer, is dit eiland Satans laatste bolwerk waar niemand uw naam heeft gehoord of zelfs maar de kans heeft gehad om die te horen?’ schrijft hij in één van de brieven, die voor deze film van Amanda McBaine en Jesse Moss (Boys State) zijn ingelezen door een acteur.

The Mission (103 min.) van de jonge zendeling komt snel aan z’n einde, waarschijnlijk nog voordat hij voet aan wal heeft gezet op het beschermde eiland waarnaar hij in een kano illegaal is afgereisd. De ‘primitieve’ plaatselijke bevolking heeft de archetypische ‘white savior’, die hen komt redden van niets minder dan de hel, vermoedelijk direct onschadelijk gemaakt. Voordat de missionaris hen over zijn onbegrijpelijke God heeft kunnen vertellen of kon besmetten met schadelijke ziekten. Met pijl en boog bovendien, om het verhaal helemaal af te maken.

Deze gelaagde docu – aangekleed met animaties van zijn tocht, privéfilmpjes en allerhande fragmenten uit (speel)films die hem hebben geïnspireerd – reconstrueert hoe John Chau tot zijn onbezonnen onderneming is gekomen. Was het werkelijk de behoefte om de leer van zijn Heer te verbreiden? Of was de Aziatische Amerikaan toch ook, in lijn met zijn favoriete boeken over Robinson Crusoe en Kuifje, uit op een avontuur, waarover hij nog jaren aan zijn kinderen zou kunnen vertellen? Om, in zijn eigen woorden, juist daarheen te gaan ‘where none have gone.’

McBaine en Moss plaatsen Chau’s ‘claim to fame’, die van hem overigens daadwerkelijk een martelaar heeft gemaakt in zijn eigen gemeenschap, binnen de traditie van missionarissen, die naar allerlei paradijselijke plekken op aarde afreizen om de plaatselijke bevolking er, goedschiks dan wel kwaadschiks, van te overtuigen dat ook zij het licht kunnen zien. ‘Wij beslissen anders voor een groep mensen dat zij nooit over Jezus hoeven te horen’, verwoordt Pam Arlund van All Nations, de organisatie die Chau trainde, het bijbehorende sentiment. ‘Dat is een schending van hun mensenrechten.’

Daniel Everett, die zelf dertig jaar als missionaris in Brazilië bij de Piraha-indianen bivakkeerde, is inmiddels wel genezen van zijn Messias-complex. Zijn persoonlijke relaas, geïllustreerd met fraaie archiefbeelden, wordt door de filmmakers zeer effectief gebruikt als een blauwdruk voor wat John Chau had kunnen gebeuren als ook hij de gelegenheid had gekregen om een half leven te midden van goddeloze inboorlingen te verkeren. ‘God is een buitenlander’, zegt een Piraha-man treffend. ‘We kennen hem niet. En we willen hem ook helemaal niet leren kennen.’

John Chau’s vader Patrick, een psychiater die ooit vanwege Mao’s Culturele Revolutie uit China is gevlucht, probeert intussen te ontdekken wat er in zijn zoon omging, terwijl historicus Adam Goodheart, die een boek schreef over zijn eigen ervaringen met een stam op de Andaman-eilanden, de westerse blik waarmee wij naar zulke volkeren kijken kritisch beschouwt. Want voor missies zoals die van John Chau is een typische mengelmoes van geestdrift en hoogmoed nodig, die in deze stevige film overtuigend in z’n maatschappelijke en historische context wordt geplaatst.

Satan Wants You

Cargo

‘Ik, Michelle Smith, werd op mijn vijfde door mijn moeder overgedragen aan een groep praktiserende satanisten, die me daarna een jaar lang gevangen hielden en me zowel mentaal als fysiek misbruikten als onderdeel van het demonische ritueel The Feast Of The Beast’, start de spreekstalmeester van het televisieprogramma To Tell The Truth, de Amerikaanse versie van Wie Van De Drie, alweer een nieuwe aflevering op.

‘Na deze beproeving leefde ik normaal en gelukkig tot 1976. Toen begon ik me ongemakkelijk te voelen en zocht psychiatrische hulp’, galmt de stem verder. ‘Al mijn verdrongen herinneringen heb ik toen hervonden met de hulp van dokter Lawrence Pazder. En dokter Pazder en ik hebben mijn verhaal nu verteld in een boek genaamd Michelle Remembers.’ Was getekend, Michelle Smith, ‘patient zero’ van de Satanic Panic, die zich uitstrekt van metalmuziek en het fantasyspel Dungeons & Dragons tot geruchtmakende misdaden zoals bijvoorbeeld de West Memphis Three-moorden.

Waarna de uitzending van Wie Van De Drie, waaraan die psychiater natuurlijk ook zijn medewerking verleent, kan beginnen en een schier eindeloze stroom van horrorverhalen over ritueel misbruik, marteling, verminking en – natuurlijk! – het drinken van bloed lanceert. Door geheimzinnige sektes van satanische pedofielen, die talloze kinderlijken op hun geweten zouden hebben. Zulke geruchten veroorzaken maatschappelijke onrust in de jaren tachtig en negentig. En Smith en Pazder hebben die ‘trend’ aangezwengeld, met een boek dat was gebaseerd op hun gezamenlijke therapiesessies.

Opnamen daarvan zijn ook te horen in deze documentaire van Sean Horlor en Steve J. Adams. ‘Laat het maar komen zoals het komt’, zegt Pazder bijvoorbeeld tegen zijn cliënt in november 1976. ‘Oordeel niet.’ Er weerklinkt onheilspellend gekreun. ‘Laat het zijn wat het is’, spoort de therapeut Smith nogmaals aan. Zij begint vervolgens geëmotioneerd te associëren, teksten die in bloedrode letters in beeld worden geprojecteerd: ‘Ik kon niet wegkomen. Niemand was goed. Ze deden me pijn en zorgden maar niet voor me. Ik kan het niet aan om ze daar te zien staan.’

Met hun verhalen over ‘Satanic Ritual Abuse’ worden Smith en Pazder, die er een ongezonde relatie op na blijken te houden, graag geziene gasten in de talkshows van Geraldo Rivera en Sally Jessy Raphael. Met Smiths zus Charyl, Pazder ex-vrouw Marylyn en dochter Theresa, podcaster Sarah Marshall, Blanche Barton (Magistra van de Church Of Satan), psycholoog Elizabeth Loftus en onderzoeksjournalist Debbie Nathan ontleden (en ontzenuwen) Horlor en Adams nu de wilde geruchten en beschuldigingen, die voor direct betrokkenen vaak ernstige consequenties hadden.

Michelle Smith en Larry Pazder waren niet meer dan cynische verkopers, stelt socioloog Jeff Victor, met de angst voor de Duivel als voornaamste product. En zulke handelaars in angst, zo maakt deze duister getoonzette film eveneens duidelijk, zijn van alle tijden. Zij haken aan bij maatschappelijke vrees – de horrorverhalen rond Jeffrey Epstein bijvoorbeeld, of in Nederland Robert M. – en voegen daar vervolgens hun eigen dosis spanning en sensatie aan toe. Ze oreren over pak ‘m beet Qanon, Pizzagate of Bodegraven, scoren daarmee volop aandacht en verdienen er ook nog een dik belegde boterham mee.

De boodschap van Satan Wants You blijft daarmee uiterst actueel. Want het gevaar schuilt niet in de Duivel. Althans niet in de gehoornde versie daarvan, hooguit in de mens die het slechtste in zichzelf aanboort. Teneinde een ander ermee te raken.

The Sons Of Sam: A Descent Into Darkness

Netflix

In de eerste aflevering bewandelt The Sons Of Sam: A Descent Into Darkness (239 min.) nog netjes het seriemoordenaarspad. Trefzeker schetst de doorgewinterde true crimer Joshua Zeman het desolate New York van halverwege de jaren zeventig, waar een mysterieuze killer volstrekt willekeurige slachtoffers begint te maken. Op zogenaamde ‘lover’s lanes’, plekken waar geliefden zich terugtrekken om elkaar te verkennen, liquideert hij koelbloedig enkele jongeren. Om de spanning verder op te voeren begint de freak bovendien een publieke briefwisseling met columnist Jimmy Breslin van The New York Daily News. En dan wordt aan het eind van aflevering 1 David Berkowitz, alias The Son Of Sam, in de boeien geslagen. Case closed, zou je zeggen.

Het echte verhaal moet dan echter nog beginnen. Zeman volgt daarin het spoor van crimejournalist Maury Terry (1946-2015), die ook bij de start van de serie al voorzichtig is geïntroduceerd als verteller en via acteur Paul Giamatti een eigen, nét iets te vet aangezette stem heeft gekregen. Terry gelooft er niets van dat de politie met Berkowitz, een 24-jarige postbode uit Yonkers die beweert dat hij in opdracht van de duizenden jaren oude hond van de buren opereerde, de (enige) moordenaar in de kraag heeft gegrepen. Hij lijkt helemaal niet op de politietekeningen die aan de hand van getuigenverklaringen zijn gemaakt. En hoe zit het trouwens met die buurman? Die heet toch Sam en heeft ook nog eens twee zoons?

Gaandeweg begint Terry’s onderzoek naar de ware toedracht van de Summer Of Sam bijna karikaturale proporties aan te nemen. Hij legt ‘een eindeloos web van moorden door het hele land’ bloot, waarin werkelijk geen uitwas ontbreekt: orgies, zwarte magie, Scientology, de Manson-familie, satanisme, kinderporno en ‘snuff films’. ‘Elke nieuwe aanwijzing leek onvermijdelijk te leiden naar een dood spoor en het volgende lijk’, constateert Maury Terry in zijn boek The Ultimate Evil, dat in 1987, ruim tien jaar na de Son Of Sam-moorden, zou verschijnen . ‘Er was iets smerigs aan de hand.’ Hij zou een vaste gast worden in Amerika’s schmutzigste praatprogramma’s.

Handelde David Berkowitz in zijn eentje? Of was hij toch onderdeel van een occulte sekte? Voor de protagonist van deze serie, het prototype ‘complotdenker’, kan daarover geen twijfel bestaan. Zijn lezing van de feiten wordt bovendien bevestigd door enkele directe collega’s en oud-politieagenten. Dat betekent alleen niet dat Terry ook wordt geloofd door de autoriteiten, die in deze intrigerende serie zo nu en dan de ruimte krijgen om Terry’s take op de moorden te ontmantelen. Berkowitz, die ’s mans conclusies desgevraagd best wil bevestigen, voorspelde die desinteresse overigens al in een brief aan de amateurdetective. ‘Maury, het publiek zal je nooit echt geloven’, schrijft hij in een zin die het leidmotief voor diens kruistocht zou worden, ‘hoe goed je je bewijs ook presenteert.’

Sons Of Sam volgt ’s mans paranoïde gedachtespinsels, verbeeld met duistere shots en aangezet met een onheilszwangere soundtrack, intussen tot het bittere einde. Als een moegestreden Maury Terry in z’n echoput eigenlijk alleen nog zijn eigen stem terug hoort. Case closed, zou je opnieuw zeggen. Wat rest is een tijdloos exposé over de bezeten zoektocht naar een eigen waarheid en het uitsluiten van elke vorm van twijfel daarbij. En dan geeft documentairemaker Joshua Zeman op de valreep toch weer lucht aan ‘s mans wilde theorieën…

Hail Satan?

Hij zou de torso van Iggy Pop krijgen. Vleugels. Hoorns, natuurlijk. En twee kinderen die bewonderend naar hem zouden opkijken. Baphomet. Ofwel: de Duivel zelf. Een gedegenereerde bok, comfortabel op zijn troon. Met op zijn schoot voldoende ruimte voor bezoekers om even te gaan zitten. Te poseren voor de onvermijdelijke foto. Vreemd genoeg zaten ze er in Oklahoma niet op te wachten. De hel brak los rond het monument dat The Satanic Temple wilde laten plaatsen op officieel overheidsterrein, direct naast een christelijk monument met de tien geboden.

Puberale pesterij? Of toch een serieus politiek statement? Hail Satan? (94 min.) onthult stapsgewijs de motieven van het verantwoordelijke gezelschap, dat in eerste instantie zo lijkt te zijn weggelopen uit een goedkope horrorfilm. Hun ludieke en provocerende acties werken aanvankelijk vooral op de lachspieren (en resulteren in krantenkoppen als: ‘Mississippi police want to arrest the Satanists who turn dead people gay’), maar worden in deze heerlijke film van Penny Lane gaandeweg van een serieuze onderlaag voorzien.

Als woordvoerder van de inmiddels wijdvertakte satanische organisatie opereert een enigmatische jongeling die zich Lucien Greaves noemt. Hij heeft een onderkoeld soort humor en bovendien een beschadigd oog dat je gemakkelijk voor een ‘evil eye’ zou kunnen verslijten (over ‘evil’ gesproken: draai het om, zeggen de satanisten, en er staat ‘live’). Greaves opereert als een soort satanische variant op The Yes Men, overtuigde antiglobaliseringsactivisten die wereldwijd hun punt maken met hilarische en messcherpe pranks en daarmee inmiddels drie documentaires hebben gevuld.

Zelf zal hij zeggen: Satan staat simpelweg voor ‘de tegenstander’. Een nuttige dwarsligger. In hedendaagse termen: een troll. En die rol speelt Lucien Greaves, ondersteund door een kleurrijk gezelschap van overtuigde en in deze film soms geanonimiseerde tempeliers, met plezier en verve. Vanuit één centrale overtuiging: de Verenigde Staten zijn in wezen een seculier land, dat zich aan het christelijke juk moet zien te ontworstelen. En dat resulteert in provocerende acties die Conservatief Amerika steeds weer op de kast krijgen.

Filmmaker Lane plaatst de activiteiten van The Satanic Temple, een club die duidelijk is geworteld in de alternatieve jongerencultuur, in hun historische context: de ‘satanische paniek’ van de jaren tachtig en negentig, toen allerlei rituele moorden en verkrachtingen aan satanisten werden toegeschreven (denk aan de Paradise Lost-trilogie) en metalmuziek en het gezelschapsspel Dungeons & Dragons in de ban dreigden te worden gedaan. Die associatie roepen de satanisten nog steeds op bij brave burgers – en dat vinden deze geboren outsiders stiekem helemaal niet erg.

En soms boeken ze zelfs concreet resultaat: die Baphomet in Oklahoma zou bijvoorbeeld een flinke staart krijgen. Nog voordat het blasfemische beeld kon worden geplaatst, besliste het hooggerechtshof van de staat Oklahoma dat het monument met de tien geboden moest worden verwijderd. Het bleek toch in strijd met de scheiding tussen kerk en staat. En toen hoefde Baphomet er ook niet meer te komen voor Lucien en zijn tempelgenoten. Althans, in Oklahoma…