Sherman’s March

Ross McElwee

Life happens when you’re busy making other plans. Ross McElwee was van zins om een film te maken over de gevolgen van de bloedige veldtocht van generaal William ‘Tecumseh’ Sherman door enkele zuidelijke staten. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog vernietigde Shermans Noordelijke leger in het najaar van 1864 alles wat het op de weg van Atlanta naar Savannah tegenkwam en liet alleen ‘verschroeide aarde’ achter. McElwees hoofd staat alleen helemaal niet naar Sherman’s March (157 min.). Zijn vriendin heeft hem gedumpt en is terug bij haar vorige geliefde.

De familie van de filmmaker vindt dat hij ‘t maar eens moet proberen met ‘a nice southern girl’ en doet een poging om hem te koppelen. Aan zijn vroegere jeugdvriendinnetje Mary bijvoorbeeld – al is het de vraag of zij (weer) vrij is. Even later verliest de hopeloos romantische filmmaker zijn hart aan de knappe actrice Pat, die zelf vooral de Hollywood-ster Burt Reynolds wil ontmoeten – in de hoop dat hij iets voor haar kan betekenen. Als zij een auditie verkiest boven McElwees gezelschap, richt hij zich weer op de ‘march to the sea’ van Sherman en zijn Noordelijke leger.

Totdat zijn zus hem voorstelt aan de onlangs gescheiden moeder Claudia en zijn aandacht voor het oorspronkelijke onderwerp van deze film weer verslapt. Dat gebrek aan focus is natuurlijk een gimmick. Via de vrouwen die hij onderweg ontmoet onderzoekt McElwee de zuidelijke mores rond liefde en leven en zijn eigen verhouding daartoe. Intussen kan hij zich lekker verschuilen achter zijn camera. ‘Jij  kent het verschil niet tussen seks en de dood’, bijt een gefrustreerde postiljon d’amour hem toe als hij weer eens niet begrijpt hoe ie zich tegenover een dame behoort te gedragen.

Voor hedendaagse begrippen is het verteltempo van deze egodocumentaire uit 1985 nogal traag en worden de gesprekken en scènes met een aaneenschakeling van potentiële geliefdes ook wel erg langgerekt. Tegelijkertijd vindt hij er ook het Amerika van halverwege de jaren tachtig, waarin veertig jaar later al de kiemen van het huidige land zijn te ontdekken. Behalve ‘southern belles’ stuit McElwee onderweg bijvoorbeeld op vrees voor een (nucleaire) oorlog, het geloof in Amerika als het beloofde land en de weerzin tegen de federale overheid. Met de vrouwen blijft het intussen behelpen.

‘Ik ben aan het einde van mijn reis gekomen’, concludeert McElwee aan het eind in één van zijn bezonken voice-overs, als hij is gearriveerd in zijn geboortestad Charlotte in North-Carolina. Daar staakte het leger van de geconfedereerden in 1865 definitief de strijd – en loopt een zekere Amerikaanse filmmaker met zijn ziel onder zijn arm. ‘Zonder auto, geen geld en één enkele rol film. Wat erger is: het lijkt alsof ik geen leven meer heb. Mijn echte leven is in een scheur gevallen tussen mezelf en mijn film.’

Phil Lynott: Songs For While I’m Away

Piece Of Magic

Achter het podiumbeest, dat moeiteloos alle aandacht naar zich toetrok, ging een verlegen joch schuil. Een half-zwart joch bovendien. Vroeger, in Dublin, scholden ze hem uit voor ‘Blackie’. Toen hij halverwege de jaren zeventig wereldberoemd werd als frontman van de rockband Thin Lizzy, had Phil Lynott echter allang alle schroom afgeworpen. Hij was een archetypische rockster geworden, met een voorliefde voor mooie vrouwen, feesten en drank en drugs. En dan laat de afloop van het verhaal zich doorgaans wel raden…

De biografie Phil Lynott: Songs For While I’m Away (113 min.) reconstrueert het turbulente leven van de charismatische Ierse zanger/bassist met een hele berg archiefmateriaal, dat door regisseur Emer Reynolds is voorzien van sjieke vormgeving en met de nodige bravoure tot een krachtige vertelling wordt gemonteerd. De bijbehorende inkijkjes en anekdotes komen van een afgewogen lijst sprekers; van de verplichte beroemde fans (zoals Metallica-zanger James Hetfield, Suzi Quatro en Adam Clayton, de bassist van U2) tot Lynotts voormalige kompanen in de verschillende incarnaties van Thin Lizzy. En ook zijn eerste vriendin, vrouw Caroline en inmiddels volwassen dochters Sarah en Cathleen ontbreken niet.

Philip Lynott (1949-1986) zelf komt zo nu en dan ook aan het woord via een persoonlijk audio-interview. Verder is het, zoals gebruikelijk in dit soort hommages aan een gevallen popheld, toch de muziek die het ‘m moet doen. Opwindende concertbeelden genoeg. En enkele songs waarmee de tijd die hijzelf nu al weg is moeiteloos kan worden overbrugd, zoals Dancing In The Moonlight, Jailbreak en – natuurlijk! – het jonge honden-anthem The Boys Are Back In Town. Sinds 2005 staat er in het centrum van Dublin al een standbeeld van de stoere rocker met de romantische inborst. Dertig jaar na zijn dood is er met dit stevige portret nu ook een ‘moving statue’ voor de enige echte Phil Lynott opgericht.

Believer

HBO

Hij floreert op het podium, Dan Reynolds. En de zanger van de Amerikaanse indieband Imagine Dragons gebruikt dat podium tevens om een serieus pijnpunt in eigen kring aan te snijden (of, zoals sommigen in die gemeenschap dat zullen hebben ervaren, de hand te bijten die hem heeft gevoed): de benarde positie van homoseksuelen binnen de Mormoonse kerk.

Dan Reynolds groeide op als lid van de Latter-day Saints in de Amerikaanse staat Utah. Als jongeling werd hij op pad gestuurd om twee jaar lang de leer van zijn kerk aan de man te brengen. Een missionaris, die letterlijk van deur tot deur gaat. Inmiddels is Reynolds door zijn muziek uitgegroeid tot een Bekende Mormoon en voelt hij zich, gealarmeerd door het aantal zelfdodingen binnen het LGBT-deel van zijn gemeenschap, genoodzaakt om kleur te bekennen.

In de (geautoriseerde?) documentaire Believer (103 min.) van regisseur Don Argott probeert de zanger van Imagine Dragons, in eendrachtige samenwerking met zijn vrouw Aja Volkman, het taboe bespreekbaar te maken. Hij besluit het festival LoveLoud te gaan organiseren, dat in de zomer van 2017 voor het eerst moet plaatsvinden. Deze film documenteert het complete proces; van het allereerste idee via de verplichte strubbelingen onderweg tot de uiteindelijke festivaldag.

Dat roept meteen de vraag op wanneer Reynolds heeft besloten om te starten met filmen. Want als de zanger voor het eerst contact zoekt met Tyler Glenn, de openlijk homoseksuele frontman van de band Neon Treesdie door de Mormoonse kerk is geëxcommuniceerd, en vraagt of hij een festival een goed idee vindt, is de camera er al bij. Alsof deze documentaire altijd al onderdeel van het plan was.

Die film brengt de thematiek van mensen die door hun geaardheid ineens worden verstoten door de wereld waartoe ze altijd hebben behoord overigens wel treffend tot leven; van gewaardeerd kerklid verworden ze tot persona non grata. Believer, ondersteund door een catchy titelnummer van Imagine Dragons, voelt soms wel erg gestroomlijnd. Alsof de documentaire ook is bedoeld om het goede werk dat de heteroman Reynolds en zijn lieftallige echtgenote verrichten voor hun LGBT-medemens nog eens te benadrukken.

In april van dit jaar volgde bovendien nog een wat ongemakkelijke epiloog, in de vorm van een bericht op Twitter dat Reynolds en zijn vrouw ’na zeven mooie jaren’ uit elkaar zijn. Deze documentaire, slechts een half jaar eerder opgenomen, laat nochtans alleen een uiterst liefdevol koppel zien. Alle eventuele huwelijksproblemen zijn netjes buiten beeld gehouden of weg geretoucheerd. Je zou er bijna – bijna! – wat van gaan denken.