The Mother Of All Lies

Vedette Film

Een verleden dat nooit is vastgelegd of waarvan de beelden zijn vernietigd – en dat dus moet voortleven in het geheugen – laat zich veertig jaar na dato niet zomaar weer op te roepen. Met The Mother Of All Lies (97 min.), dat op het filmfestival van Cannes twee prijzen in de wacht sleepte, slaagt Asmae El Moudir erin om een trauma van de buurt in Casablanca, waar ze zelf is opgegroeid, te verbeelden. Omdat er maar één foto van bestaat, zorgt ze zelf voor het ‘archiefmateriaal’.

In deze bijzonder inventieve film, waaraan ze jarenlang heeft gewerkt, neemt El Moudir enkele sleutelfiguren uit haar jeugd mee naar een atelier, waar ze samen met haar vader Mohamed een decor op Madurodam-formaat heeft ontworpen van de wijk Sebata. Die komt met zelfgemaakte straten, huizen, straatverlichting, huisraad, allerhande objecten én kleipoppetjes van de hoofdrolspelers, gecombineerd met een levendige audiotrack, weer helemaal tot bloei.

De Marokkaanse filmmaakster kijkt er rond met Mohamed, haar moeder Ouarda, de buurmannen Abdallah en Said én haar grootmoeder Zahra, een bitse vrouw die door kleindochter wordt omschreven als ‘een dictator die haar gehele omgeving onderdrukt’. Als Zahra zich bijvoorbeeld niet kan vinden in het portret dat een kunstenaar van haar heeft getekend op een glasplaat, slaat de bejaarde vrouw die rücksichtslos aan gruzelementen met haar wandelstok.

Een beetje zoals de door haar bewonderde Marokkaanse koning Hassan II in 1981 een demonstratie tegen zijn bewind, het zogenaamde ‘Broodoproer’, met bruut geweld liet neerslaan – en zoals Zahra zelf ook alle foto’s van het verleden heeft verbrand. Daarmee kan de geschiedenis natuurlijk niet worden uitgewist. Op zaterdag 20 juni 1981, een dag waarover doorgaans angstvallig wordt gezwegen, zijn in totaal zo’n zeshonderd doden gevallen, óók in hun eigen wijk.

‘Ik heb er niets van gezien’, beweert oma Zarah niettemin stellig, als haar kleindochter daar expliciet naar vraagt. ‘En ook als ik wél iets had gezien…’ Een dag later worden er allerlei deuren ingetrapt en buurtbewoners gearresteerd, waaronder de twee nu aanwezige buurmannen. In een koortsachtige scène bij een miniatuurcel reconstrueert Abdallah deze traumatische ervaring, waarbij hij ernstig is mishandeld en vervolgens in een overvolle gevangenis wordt gesmeten.

De beulen bekleden nu belangrijke posities terwijl de slachtoffers in een massagraf liggen, schreeuwt een spandoek tijdens een demonstratie om aandacht te vragen voor de slachtoffers, waarbij ook Said is te ontwaren. Deze ingenieuze film, op spaarzame momenten ingekaderd door El Moudirs bijna gefluisterde voice-over, toont op microniveau hoe de gebeurtenissen van toen nog altijd doorwerken in het leven van nu. In een kleine wereld krijgen grote emoties alle ruimte.

The Mother Of All Lies zet zo een nauwelijks gedocumenteerde misdaad tegen de menselijkheid alsnog, op onvergetelijke wijze, op ieders netvlies.

Superleeuwen: Het Marokkaanse Voetbalsprookje

BNNVARA/Signal.Stream / vanaf maandag 26 juni op NPO

Het was zeker mooi, maar had ook iets wrangs. Nog nooit waren ze zo van ‘ons’ en toch duidelijk van ‘hen’, als toen de Nederlandse ‘Atlas Leeuwen’ voor hun andere vaderland, Marokko, grote successen vierden in Qatar. Nadat het Nederlands elftal al was uitgeschakeld, drong het nationale team van Marokko, als eerste Afrikaanse land in de geschiedenis, door tot de halve finale van het wereldkampioenschap voetbal in Qatar. In dat elftal speelden vier spelers die in Nederland zijn opgegroeid een sleutelrol: Sofyan Amrabat, Hakim Ziyech, Noussair Mazraoui en Zakaria Aboukhlal.

Khalid Alterch, alias rapper ICE en ‘Tonnano’ uit de misdaadserie Mocro Maffia, heeft de vier Marokkaanse topvoetballers weten te strikken voor Superleeuwen: Het Marokkaanse Voetbalsprookje (135 min). In deze vierdelige serie blikken ze samen met andere Marokkaanse Nederlanders zoals straatvoetballer Soufiane Touzani, schrijver Abdelkader Benali, ontwerper Aberrahmane Trabsini (modemerk Daily Paper), komiek Khalid Akouzdame (Borrelnootjez), oud-voetbalprof Ali Boussaboun, acteur Iliass Ojja, cabaretier Jawad Es Soufi (Sloegie), en Dania Boussatta, speelster van het Marokkaanse vrouwenteam, terug op het toernooi waarmee hun land zich wereldwijd in de kijker speelde – en zelfs in Nederland, waar ze zich allemaal wel eens onwelkom hebben gevoeld, de handen op elkaar kregen.

Met de wedstrijden van het WK voetbal als anker, waarvoor hij zelf met vrienden ook naar Qatar is afgereisd, gaat ICE ook met hen in gesprek over hoe ’t is om Marokkaan in Nederland te zijn. Een Marokkaanse jongen in Nederland, om precies te zijn, zo’n beetje het meest omstreden smaldeel van de vaderlandse populatie. Het is een verhaal van (gekrenkte) trots, familiegevoel en (geknakt dan wel hervonden) zelfvertrouwen. En van de herwaardering van Marokko als thuisland, ook als voetballer. Waar voor talenten het Nederlands elftal jarenlang het beoogde eindstation was, ook uit puur opportunistische overwegingen, lonken sinds het WK de Lions de l’Atlas nadrukkelijker dan ooit. Dat zien ook traditionele Nederlandse voetbalkenners als Willem van Hanegem, Andy van der Meijde en Joep Schreuder, die overigens niet al te veel toevoegen aan de reeks.

In deze miniserie wordt vooral het collectieve gevoel van Marokkaanse Nederlanders uitgedrukt. Niet zozeer via een treffend groepsportret of een helder opgebouwde thematische vertelling, maar meer in de vorm van een associatieve grabbelton van meningen, gevoelens en bespiegelingen. Tezamen schetsen die een aardig beeld van wat er leeft in de gemeenschap – en welke rol voetbal daarin speelt.

Ik Ben Een Bastaard

Movies That Matter

‘In twee generaties van ongeletterd naar ik die alleen maar in woorden leef.’ Rashif El Kaoui kan het nauwelijks bevatten. Terwijl hij door Marokko reist, het land waar zijn analfabetische grootvader zijn hele leven leefde en zijn naar België vertrokken vader ooit werd geboren, vindt de Belgisch-Marokkaanse acteur, rapper en schrijver inderdaad voortdurend woorden om zijn gemoedstoestand te beschrijven. Het is zijn vak, waarin hij een uitblinker is geworden.

Hij, kind van een Vlaamse moeder, moet in België nochtans regelmatig duidelijk maken dat hij de taal en cultuur wel degelijk machtig is. En als zoon van een uitgezworven Marokkaanse immigrant wordt hij hier, in zijn vaderland, regelmatig geconfronteerd met de kloof die er tussen hem en het Noord-Afrikaanse land is ontstaan. In Ik Ben Een Bastaard (57 min.) probeert hij, net als in het dagelijks leven, een gulden middenweg te vinden.

Hij is geboren in de tussenruimte, vertelt hij in de debuutfilm van de Nederlands-Turkse fotograaf Ahmet Polat. ‘Mijn X-chromosoom komt uit de Vlaamse Kempenklei, mijn Y-chromosoom komt uit het mulle Atlaszand.’ Tijdens zijn jeugd in België betekende dit kortweg: aanpassen of opkrassen. ‘Ik pas mij aan’, zegt Rashif deemoedig in één van de teksten waarmee hij deze persoonlijke roadmovie over biculturaliteit stuurt en structureert.

Die teksten stammen uit de theatervoorstelling De Bastaard, die hij eerder met Polat en drummer Michelle Samba opvoerde, een vertelling over kinderen met ‘dubbel bloed’. Terwijl hij zoekt naar zichzelf, ergens tussen die twee culturen, komt Rashif El Kaoui onvermijdelijk ook terecht bij de vader, die hij al jong uit het oog verloor. De man die er volgens zijn Belgische grootouders als een ‘straatloper’ uitzag. Een man ook, die de drank niet kon weerstaan.

Zijn persoonlijke queeste brengt hem in deze typische ‘op zoek naar je roots’-film, behalve bij familieleden in België en Marokko, ook bij het graf van zijn vader, die letterlijk tussen de twee werelden van zijn zoon het leven liet.