Justice For Sale

IF Productions

Volgens de Congolese vrouw Sifa Mbala is ze op 13 mei 2008 verkracht. Het politierapport spreekt echter van een dag eerder, 12 mei. En het slachtoffer van dit seksuele geweld blijkt zich nóg een dag eerder, op 11 mei 2008, al bij het ziekenhuis te hebben gemeld. Pro deo-advocaat Claudine Tsongo kan ‘t nauwelijks geloven: ondanks deze overduidelijke ongerijmdheden is haar cliënt, de militair Masamba Masamba, bij een verkrachtingstribunaal tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. ‘Wat was het bewijs?’, vraagt ze zich af. ‘Ik zie ‘t niet.’

Tsongo is bij de zaak betrokken geraakt via de Nederlandse documentairemakers Ilse en Femke van Velzen. Zij maakten al twee films over seksueel geweld in Congo: Fighting The Silence (2007) en Weapon Of War (2009). Zij registreerden in dat kader ook de berechting van Masamba en vonden de gang van zaken daarbij toch wel héél opmerkelijk. ‘Ik ken haar lichaam niet’, hield de verdachte militair toen staande. ‘Ik zou niet weten hoe wij seks hadden kunnen hebben. Als zij beweert dat ik haar heb verkracht, laat haar dan met bewijs komen. Ik heb haar helemaal niet verkracht.’

In de observerende documentaire Justice For Sale (82 min.) uit 2011, het derde deel van hun Congo-trilogie, alterneren de tweelingzussen Van Velzen voortdurend tussen de oorspronkelijke rechtszaak tegen Masamba, die soms Kafkaëske vormen aanneemt, en de pogingen van de kordate mensenrechtenadvocate Claudine om de waarheid boven tafel te krijgen. Zij spreekt niet alleen met haar cliënt, diens echtgenote en zijn advocaat, maar reist ook naar het slachtoffer, haar advocaat en de man die verantwoordelijk lijkt te zijn voor de aangifte tegen Masamba, Sifa’s echtgenoot.

Gaandeweg ontstaat bij Tsongo de overtuiging dat Masamba méér is dan de zoveelste man die ontkent dat hij de grenzen van een vrouw heeft overschreden en die zich erop beroept dat er geen bewijs is. Hij zou inderdaad wel eens onschuldig kunnen zijn. Wellicht zit de reden voor deze beschuldiging in een meningsverschil met kapitein Mbala over een verdwenen telefoon. En omdat Congo, na een verpletterende burgeroorlog waarin seks stelselmatig als wapen is ingezet, schoon schip wil maken, lijkt een man die wordt beschuldigd van verkrachting bij voorbaat al veroordeeld.

Daarmee heeft Justice For Sale een wezenlijk andere insteek dan de twee eerste Congo-films van Ilse en Femke van Velzen. In Fighting The Silence en Weapon Of War tonen ze de enorme schade die seksueel geweld kan aanrichten in een samenleving, terwijl deze derde documentaire juist laat zien hoe de reactie daarop ook weer kan doorslaan. Als slachtoffers en hun advocaten op alle mogelijke manieren worden bijgestaan door lokale en internationale hulporganisaties, die ook de rechters op hun hand hebben, komt de onafhankelijkheid van de rechtspraak in het geding.

Deze film heeft er in elk geval voor gezorgd dat de zaak tegen Masamba nog een vervolg heeft gekregen.

Portrait Of A Confused Father

UpNorth Film / DR Sales

Als de Noorse documentairemaker doet Gunnar Hall Jensen wat natuurlijk voelt als hij vader wordt: hij begint z’n zoon Jonathan in 2002 direct vanaf z’n geboorte te filmen. En zichzelf, in de ouderrol die onwennig blijft voelen. Zo wil hij in contact blijven met zijn kind. Inmiddels is ie daarmee opgehouden. Noodgedwongen. Jonathan is dood, verklapt Jensen aan het begin van Portrait Of A Confused Father (93 min.).

En dan begint die film over hun gezamenlijke leven. De documentairemaker loodst ons, als argeloze kijkers, erdoorheen met een reflectieve voice-over. Hij weet wat ie doet: Jensen maakte al diverse egodocu’s. Zijn naasten zijn er inmiddels ook min of meer aan gewend dat er altijd wel een camera meekijkt terwijl ze hun leven leven – al heeft Gunnars vrouw Jonna ervoor gekozen om zoveel mogelijk buiten beeld te blijven.

Jonathan is die luxe niet vergund. Waar zijn vader is, is een camera. Tijdens persoonlijke gesprekken, in de auto en op reis. Als ze samen gaan kamperen in de sneeuw bijvoorbeeld. Dat idee is dan weer geïnspireerd door zijn grote held Roald Amundsen. Deze Noorse ontdekkingsreiziger ondernam aan het begin van de twintigste eeuw allerlei ambitieuze poolexpedities. Hij is al sinds jaar en dag Gunnar Hall Jensens rolmodel.

Want zijn eigen vader, kapitein op cruiseschepen, heeft hij slechts één keer ontmoet, op z’n dertigste. En na diens overlijden heeft hij zichzelf met hem gefilmd, natuurlijk. Dat filmen – en het doen van dingen voor de camera – krijgt al snel iets exhibitionistisch. En wat is nog waar van wat er wordt vastgelegd? Vader en zoon dansend op een balkon, met zicht op de hemelsblauwe zee? Spontane actie? Of toch vooral een act?

En als Jensen Jonathan naar een militair boot camp stuurt, om de discipline aan te halen, is het ook de vraag: hard nodig, of ook wel goed voor ‘hun’ film? Feit is dat zijn zoon gaandeweg toch uit het zicht verdwijnt. Als Jonathan Jensen op z’n achttiende samen met een vriend een huisje in de bergen betrekt, ontglipt hij zijn vader en diens alziende oog. Dan ontwikkelt dit zelfgemaakte dubbelportret zich tot een zoektocht.

De jongen is terechtgekomen in een voor zijn vader volstrekt onbekende ‘manosfere’ en daarmee helemaal buiten het bereik van Gunnar geraakt. Stukje bij beetje weet die, de camera altijd paraat, toch bij elkaar te puzzelen waarin zijn zoon – en zoveel andere jongens van zijn generatie – verzeild is geraakt en welke rolmodellen hem op dat pad naar roem en snel geld hebben gezet. Met uiteindelijk bijzonder tragische gevolgen.

Portrait Of A Confused Father wordt daarmee een actuele en urgente film – al is het ook een grillige vertelling, met losse flodders en eindjes. Over een rusteloze en op zichzelf betrokken man, die zijn kind uiteindelijk niet kan behoeden voor de hedendaagse gevaren waarvoor mensen zoals zij zo gevoelig zijn. Bij het laatste afscheid ontbreekt natuurlijk ook de camera niet: Gunnar Hall Jensen filmt er ook zijn eigen tranen mee.

Endurance

Disney+

Toegegeven, het wordt misschien niet zo’n heroïsch avontuur als ruim een eeuw eerder, maar het blijft een zeer ambitieuze onderneming. In 2022 vertrekt een schip met de historicus Dan Snow, onderwateringenieur Nico Vincent en de befaamde maritieme geoloog Mensun Bound aan boord naar Antarctica. De S.A. Agalhus II van kapitein John Shears gaat proberen om, ergens op de zeebodem, het legendarische wrak van de Endurance (104 min.) te vinden. De ambitieuze onderneming wordt vastgelegd door Natalie Hewitt en vormt de basis voor deze documentaire die ze samen met Jimmy Chin en Elizabeth Chai Vasarhelyi heeft gemaakt.

Tijdens de legendarische Imperial Trans-Antarctic Expedition nam de Britse ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton in 1914 ook al een fotograaf/cameraman mee. In de documentaire South (1919) vereeuwigde Frank Hurley Shackletons mislukte poging om de Zuidpool over te steken, een avontuur dat de geschiedenisboeken inging als de laatste grote Antarctica-expeditie. Toen de Endurance na een jaar op zee helemaal vast kwam te zitten in het pakijs en tevens water begon te maken, daalde het besef in bij de 27 bemanningsleden dat ze daar, in bijzonder barre omstandigheden op de Weddellzee, zouden moeten overwinteren.

Hurleys beelden – gerestaureerd, ingekleurd en van geluid voorzien – zijn door Hewitt, Chin en Chai Vasarhelyi aangevuld met sjiek gemaakte re-enactment-scènes. Alle foto’s en films worden bovendien ingekaderd door de scheepslui zelf. Na terugkomst zijn zij destijds uitgebreid geïnterviewd. En wat ze op schrift hebben gesteld is door de filmmakers, met behulp van Artificial Intelligence, eveneens vertaald naar gesproken woord. Zo slagen ze erin om Shackletons legendarische poolexpeditie tot leven te brengen, inclusief diens miraculeuze ontsnapping naar de bewoonde wereld, na twee jaar overleven aan het ijzige einde van de aarde.

Deze gestaalde film verbindt de twee expeditie-verhalen met elkaar. Terwijl Sir Ernest Shackleton en zijn mannen in onmogelijke omstandigheden moeten zien te overleven, beschikken zijn navolgers over technologische verworvenheden, zoals een ingenieuze onderwaterrobot. Het vinden van Shackletons scheepswrak blijkt echter bepaald geen sinecure. In 2019 heeft Mensun Bound bijvoorbeeld al eens een poging gewaagd om de Endurance te traceren. Dat werd een enorme mislukking. ‘Één van de ergste momenten van mijn leven’, aldus Bound, die nooit had kunnen bevroeden dat hij nog een tweede kans zou krijgen. Succes blijkt ook dan niet verzekerd.

Hewitt, Chin en Chai Vasarhelyi nemen de kijker dus tweemaal mee naar de rand van de aarde, waarbij ’t nog maar de vraag is of, hoe en waarmee ze weer huiswaarts kunnen keren. Endurance wordt zo automatisch een ode aan het overwinnen van de elementen – en jezelf – teneinde een zelfverkozen, hoger gelegen doel te verwezenlijken.

Descendant

Netflix

Er mag niet over worden gepraat. En toch moet het verhaal levend worden gehouden. Ruim 150 jaar leidt het tragische verhaal van de Clotilda vooral een fluisterend bestaan. Het slavenschip is in april 1860 vanuit Dahomey, het huidige Benin, vertrokken naar Plateau in de zuidelijke Amerikaanse staat Alabama. Aan boord verblijven 110 ‘geïmporteerde Afrikanen’ die zijn besteld door de lokale zakenman Timothy Meaher. Hij vraagt kapitein William Foster om het schip na de aflevering te verbranden en te dumpen in de lokale Mobile River, zodat ze later kunnen doen alsof de Clotilda, het allerlaatste slavenschip dat ooit in de Verenigde Staten is aangemeerd, nooit heeft bestaan.

Dat is echter buiten Kamau Sadiki van het Slave Wrecks Project gerekend. Met een multidisciplinair team wil hij het wrak in 2018 gaan opsporen en zo tastbaar bewijs vinden voor het beladen verleden van de zwarte gemeenschap van Plateau, alias Africatown, dat inmiddels volledig van karakter is veranderd. De familie Meaher woont er echter nog altijd. Met hun onderneming Chippewa Lakes verhuren de erfgenamen van Timothy bovendien grond aan allerlei ernstig vervuilende bedrijven die kanker en andere ziektes zouden hebben veroorzaakt. In het bijzonder bij – om de cirkel rond te maken – de afstammelingen van de Clotilda.

Daarmee lijken alle pionnen op het bord te staan voor een verhitte strijd in Descendant (110 min.). Regisseur Margaret Brown wil echter niet zomaar ‘the blame game’ spelen. De vondst van het schip brengt vooral lastige, maar noodzakelijke gesprekken op gang, die genuanceerd worden afgewikkeld. Mag er van de Clotilda bijvoorbeeld een toeristische attractie worden gemaakt? En zo ja, voor wie zijn dan de revenuen? Hebben de nazaten van het slavenschip recht op herstelbetalingen? Leidt dat automatisch, ruim anderhalve eeuw na dato, tot zoiets als gerechtigheid? En moeten Timothy Meahers erven daar dan een rol in spelen? Hun huidige welstand stoelt immers voor een belangrijk deel op wat hun voorvader ooit verdiende aan de geïmporteerde Afrikanen.

Deze delicate documentaire is doorsneden met voorgelezen fragmenten uit het boek Barracoon waarin de zwarte schrijfster Zora Neale Hurston in 1931 het leven optekende van Cudjo Lewis, de laatste overlevende van de Clotilda. Het heeft maar liefst tot 2017 geduurd voordat Barracoon daadwerkelijk is gepubliceerd. Het boek en schip brengen in Descendant nu een conversatie op gang over het gezamenlijke verleden en de rol die Afro-Amerikanen hebben gespeeld en krijgen toebedeeld in de Amerikaanse historie. En dat geeft weer een basis voor het samen verder leven, met oog voor ieders rol en positie. Want helen en verzoenen kan niet zonder kennen en erkennen.