JFK: One Day In America

Disney+ / National Geographic

Straks is er alleen nog de Zapruder-film, de gruwelijke weerslag van de moord op president John F. Kennedy op 22 november 1963. Luttele seconden beeldmateriaal, geschoten door de amateurfilmer Abraham Zapruder, dat sindsdien door Jan en alleman kapot is geanalyseerd en onderdeel is geworden van talloze complottheorieën. Kan uit die schokkende filmframes worden afgeleid dat Lee Harvey Oswald, die twee dagen later werd geliquideerd door de maffiose nachtclubeigenaar Jack Ruby, toch had geopereerd als een ‘lone shooter’? Of volgt daaruit juist dat er sprake moet zijn geweest van een samenzwering, mét of zelfs zónder betrokkenheid van Oswald?

Zestig jaar na dato zijn er nog maar weinig mensen die er daadwerkelijk bij waren, op de dag dat er zeker drie schoten klonken op Dealey Plaza in Dallas, Texas. In JFK: One Day In America (132 min.) komen enkele van deze laatste ooggetuigen aan het woord. De geheimagenten Clint Hill en Paul Landis bijvoorbeeld, belast met de beveiliging van de president en zijn echtgenote Jackie. Zij zouden de rest van hun leven last houden van schuldgevoelens. Of Buell Frazier, een collega van Lee Harvey Oswald bij het Texas School Book Depository, van waaruit hij ook zou hebben geschoten. Hij had Oswald die dag nog een lift gegeven. Frazier zou nooit meer dezelfde worden. De jongen die ‘s ochtends van huis vertrok is nooit meer thuisgekomen, vertelt hij. In plaats daarvan meldde zich een man die nog vrijwel dagelijks in gedachten terug in de tijd reist naar vrijdag 22 november.

In deze driedelige serie van Ella Wright schetsen diverse direct betrokkenen de achterkant van gebeurtenissen die allang tot de geschiedenisboeken zijn doorgedrongen: Gayle en Bill Newman (echtelieden uit Dallas, die na de aanslag hun kinderen met hun eigen lijf beschermden), Sid Davis (correspondent uit Washington, getuige van het inzweren van Kennedy’s opvolger Lyndon Johnson), John Brewer (eigenaar van de schoenenwinkel, waar Lee Harvey Oswald werd gearresteerd), Bill Mercer (lokale nieuwspresentator, die Oswald vertelde dat hij werd verdacht van de moord op de president), Rusty Robbins (politieagent te Dallas en een bekende van Oswald-killer Jack Ruby), Peggy Simpson (een journaliste, die erbij was toen diezelfde Ruby JFK’s vermeende moordenaar doodschoot op het politiebureau) en Ruth Paine (een vriendin van Oswalds Russische vrouw Marina).

Behalve deze laatste overlevenden van het weekend waarin Amerika zogezegd zijn onschuld verloor, beschikt deze miniserie over nóg een uitgesproken troef: niet eerder vertoonde – en voor het eerst ingekleurde – beelden van de gebeurtenissen voor en na de aanslag. Zeker die inkleuring heeft gebeurtenissen, die eigenlijk allang tot het grijze of zwart-witte verleden behoren, ineens weer de tegenwoordige tijd ingetrokken. In combinatie met een indringende soundtrack wordt die moord op John F. Kennedy plotseling weer actueel en urgent. Dat is de voornaamste winst van deze straffe historische serie, die zich verder niet bezondigt aan de eindeloze speculaties en uitzinnige complottheorieën waarin de Zapruder-film zo’n essentiële rol is gaan spelen.

The Pigeon Tunnel

Apple TV+

Als filmmaker deinst Errol Morris er nooit voor terug om sterke en gecompliceerde persoonlijkheden te portretteren. Of ‘t nu gaat om de omstreden Amerikaanse oorlogsministers Robert McNamara en Donald Rumsfeld, een extreemrechtse stokebrand zoals Steve Bannon of Fred A. Leuchter, de man die beroepsmatig executieapparatuur ontwerpt en in een ‘rapport’ ook de Holocaust nog even ontkent. Het resulteert steeds weer in messcherpe, gelaagde documentaires.

De hoofdpersoon van het intrigerende portret The Pigeon Tunnel (92 min.) – de Brit David Cornwell, alias spionage- en thrillerauteur John le Carré (1931-2020) – is er dus eens goed voor gaan zitten en heeft zichzelf op scherp gezet. Voor een gesprek op niveau tussen twee heren – een ingenieus schaakspel, een enkele keer zelfs een genadeloos steekspel – dat wordt vereeuwigd met talloze camera’s. Zodat Morris ‘t op onnavolgbare wijze kan framen. Letterlijk en figuurlijk.

Hij kleurt de conversatie bovendien in met een dwingende soundtrack en lardeert die met een slimme combinatie van gedramatiseerde gebeurtenissen uit Le Carré’s leven en fragmenten uit verfilmingen van bestsellers zoals The Spy Who Came In From The Cold, Tinker Tailor Soldier Spy en Smiley’s People. Totdat er een geheel eigen wereld is ontstaan, vol verraderlijke valkuilen, dubbele bodems en gelogen waarheden, waarin het weer heerlijk verdwalen is. Ook voor de interviewer.

‘Misschien is dit wel degelijk een verhoor, misschien houd ik mezelf voor de gek’, zegt Errol Morris onderweg (quasi-)vertwijfeld tegen de meester van de spionageroman, die hij, met diens instemming, een ‘verfijnde poëet van zelfhaat’ noemt en een vorm van de waarheid probeert te ontfutselen. De gedistingeerde oudere heer voor zijn camera riposteert echter in stijl: ‘Ik kan me niet voorstellen dat je bij een verhoor of interview voor een deel ook niet op zoek bent naar jezelf.’

En door… verder The Pigeon Tunnel in, een titel die is ontleend aan John le Carré’s autobiografie en meteen als metafoor fungeert voor het leven als een eindeloze gang naar die fractie van een seconde waarop je kop eraf gaat. Naar het moment nu, om precies te zijn, waarop de auteur privédetectives inhuurde om zijn eigen vader, de beroepsoplichter Ronnie Cornwell, te laten onderzoeken. De man die hem als jongetje, voorgoed, binnenleidde in een wereld van dubbelspel, dekmantels en ‘dupes’.

Met zijn kenmerkende humor, scherpzinnigheid en bravoure bouwt Morris zo een getrapte vertelling op over de schrijver die, net als de geheimagenten die hij tijdens zijn jaren bij de Britse inlichtingendiensten MI5 en MI6 leerde kennen, verslaafd is geraakt aan verraad. Cornwell/Le Carré durft Morris desondanks recht in de ogen aan te kijken als hij uiteindelijk, ook aan zichzelf, lijkt te bekennen dat hij leeft door te schrijven. Ik ben een kunstenaar, klinkt ’t bijna verontschuldigend.

Putin’s Shadow War

VPRO

De ontwikkelingen aan het front in Oekraïne zijn voor de hele wereld zichtbaar. Daarachter wordt echter nog een andere oorlog gevoerd. Met spionnen, saboteurs, geheimagenten, trollen en buitenlandse actoren. Een select gezelschap van Scandinavische onderzoeksjournalisten probeert in Putin’s Shadow War (oorspronkelijke titel: Skyggekrigen, 157 min.) de vinger te krijgen achter Ruslands inspanningen om het westen in het geniep te peilen, destabiliseren en attaqueren.

Zo stuiten ze in deze collageachtige driedelige serie van Boris Bertram op Russische marineschepen die zich stiekem bezighouden met onderwatersurveillance. De Admiral Vladimirsky probeert bijvoorbeeld de energie-infrastructuur van enkele Europese landen, waaronder windmolenparken op zee, in kaart te brengen. Zodat die, als de situatie erom vraagt in de ogen van de Russische president Vladimir Poetin, vermoedelijk direct buiten werking kunnen worden gesteld.

Andere leden van het team onderzoeken Russische diplomaten die in het westen spioneren. ‘Spionage is de belangrijkste bijdrage aan de wereldvrede’, heeft voormalig Poetin-adviseur Sergei Markov daarvoor een wel heel opmerkelijke verklaring. ‘Veel oorlogen ontstaan omdat regeringen informatie missen over andere, hen niet vriendelijk gezinde landen en het gevaar daarvan dan overschatten.’ Een geïnformeerd land is minder bang. ‘Er is een Russisch gezegde: angst heeft grote ogen.’

Verder is er een rechtszaak rond industriële spionage bij Volvo en Scania. Yevgeny Umerenko, een Russische geheimagent met een diplomatieke status, zou een Zweedse medewerker met financiële problemen hebben geworven om informatie over de zelfrijdende auto  te stelen. ‘Het is onze inschatting dat deze informatie kan worden ingezet voor militaire doeleinden’, zegt Daniel Stenling, hoofd van de afdeling contraspionage van de Zweedse geheime dienst daarover.

En dan is er, natuurlijk, de sabotage van de Nord Stream-gasleidingen in het najaar van 2022. ‘Oh, fuck’, verzucht journalist Niels Fastrup tijdens een gespannen meeting, als ze via het Deense ministerie van Defensie beelden van ‘een vulkaan op zee’ krijgen toegespeeld. ‘Dit ziet er echt uit als oorlog.’ Er lijkt sprake van onderwaterexplosies. ‘Zoiets als dit is er nog nooit gebeurd in de tijd dat ik leef’, reageert Fastrup ontzet. Het is een geladen moment, dat de ernst van de situatie onderstreept.

Zo kijkt deze miniserie over de schouder mee als het team van journalisten onderzoek doet, (geanonimiseerde) bronnen uit de schimmige wereld van de internationale spionage bevraagt of zelf ter plaatse poolshoogte gaat nemen – en dan bijvoorbeeld tegenover Russische scheepslui met een doorgeladen wapen komt te staan. Daarbij begeven ze zich op onbekend terrein, met hulp van bronnen en organisaties met eigen belangen, zoals het Dossier Center van Poetins vijand Mikhail Khodorkovsky.

Het is oorlogsverslaggeving 2.0. Van een strategische strijd die veelal buiten het blikveld van de wereld en, soms letterlijk, in het duister wordt uitgevochten. Of vanuit ambassades, in trollenfabrieken en op al dan niet door Rusland georganiseerde nepdemonstraties. Waarbij niets is wat het lijkt. En elke keuze – identiteit en gezichten van Russische geheimagenten openbaren of niet bijvoorbeeld? – ook weer een rol kan spelen in de spionageoorlog tussen Rusland en z’n opponenten.

Putin’s Shadow War is hier te bekijken.

Navalny

Dogwoof

Ze geven elkaar een ‘high five’, Aleksej Navalny en Christo Grozev. Samen hebben ze zojuist het complot om Navalny te vermoorden ontrafeld. Grozev, een Bulgaarse nerd die actief is voor het onderzoekscollectief Bellingcat, heeft eerst allerlei datasets gecombineerd en zo ontdekt wie er verantwoordelijk waren voor de vergiftiging van de Russische oppositieleider. En Navalny zelf heeft de Russische geheimagenten vervolgens vanaf zijn hersteladres in Duitsland onder een valse naam gebeld en voor de camera verleid om details van het complot aan hem prijs te geven. De gesprekken zullen in zijn eigen veelbekeken YouTube-show belanden.

Het is een fascinerende scène: de man die op 20 augustus 2020 ternauwernood een moordaanslag – met het favoriete gif van de Russische geheime dienst FSB: Novichok – heeft overleefd luist de professionele killers er nu ijskoud in en haalt zich daarmee wederom de woede op de hals van president Vladimir Poetin, die al enige tijd consequent weigert om zijn naam uit te spreken. Aleksej Navalny is een man met stalen ballen, zo blijkt opnieuw als hij korte tijd later terugkeert naar Rusland. Op het vliegveld van Moskou loopt hij begin 2021, vastberaden, recht in de armen van een arrestatieteam.

De contouren van Navalny’s epische clash met de dictator die zijn land al sinds 2000 in een ijzeren greep houdt en de voorlopige afloop daarvan mogen dan al bekend zijn, in Navalny (99 min.) krijgen ze extra diepte en impact. Regisseur Daniel Roher dringt echt door tot Poetins grote opponent en enkele van zijn getrouwen, waaronder z’n vrouw Yulia en kinderen Dasha en Zakhar. Vanuit die positie aan de binnenkant kan hij vereeuwigen hoe zij de spanningen van het moment proberen te dragen en verdrijven. Tegelijkertijd blijven ze dapper de confrontatie met het Poetin-regime zoeken. Want Navalny en de zijnen weigeren om zich monddood te laten maken – of gewoon dood.

In het centrale interview confronteert de filmmaker zijn hoofdpersoon ook met twijfelachtige episoden uit zijn politieke verleden. Dat wordt hem niet in dank afgenomen door Navalny’s medewerker Maria Pevchikh. De charismatische politicus zelf geeft geen krimp en beantwoordt alle vragen. En als Aleksej Navalny van Roher de camera krijgt om het Russische volk toe te spreken, voor het geval er iets met hem zou gebeuren, houdt hij in deze urgente en enerverende documentaire een vertrouwd klinkend pleidooi voor verzet: ‘Het enige wat het kwaad nodig heeft om te overwinnen is dat goede mensen aan de kant blijven staan.’

Hoewel Aleksej Navalny zelf, als persoon en politicus, in de afgelopen jaren bepaald niet aan de zijlijn is blijven staan, lijkt het nettoresultaat van al die moed en dat doorzettingsvermogen op dit moment uiterst teleurstellend. Want uiteindelijk eindigt deze film, die treffend het verstikkende klimaat in Poetins Rusland blootlegt, gewoon in mineur: met een held die voor onbepaalde tijd achter de tralies is beland. Intussen grossiert zijn opponent in moord en doodslag.

The Mole

Piraya Film / Wingman Media / VPRO

Wie is The Mole? Die vraag ligt voor de hand. Het antwoord ook: Ulrich Larsen, een onopvallende Deense huisvader. Hij begeeft zich als Scandinavische vertegenwoordiger van de Korea Friendship Association jarenlang in schimmige deals met de schurkenstaat Noord-Korea. Als westerse mol welteverstaan, in opdracht van en in samenspraak met regisseur Mads Brügger.

Sinds de Deense documentairemaker in 2009 een kritische film maakte over Kim Jong-Un’s onwezenlijke dictatuur, genaamd The Red Chapel, is hij daar zelf persona non grata. Na de release van die film wordt Brügger echter benaderd door Larsen, die hem alsnog de mogelijkheid biedt om de ware aard van het regime in Pyongyang te tonen.

Voor het zover is, zet de regisseur nog wel even enkele extra pionnen op het bord: Mr. James, een cokedealer in ruste die zich gaat voordoen als potentiële investeerder in Noord-Korea. En een voormalige geheimagente van MI5, Annie Machon, die zowel deze Mr. James als de mol na afloop grondig gaat debriefen. Zie daar de opzet voor de real life-spionagefilm The Mole (125 min.), waarin (waarschijnlijk) niemand is zoals hij/zij zich voordoet.

En net als in eerdere films als The John Dalli Mystery en Cold Case Hammarskjöld claimt Mads Brügger hoogstpersoonlijk de vertellersrol. In Engelstalige voice-overs met een moddervette Deense tongval, die welhaast net zo herkenbaar is als het Sauerkraut-Engels van zijn Duitse collega Werner Herzog. Trefzeker koerst Brügger door een internationaal schimmenspel, veelal vastgelegd met verborgen camera’s, dat zich voor een groot deel afspeelt op anonieme hotelkamers en in kale vergaderruimtes en dat soms zo grotesk lijkt dat het ongeloofwaardig wordt.

Hoe ze bijvoorbeeld het Oegandese eiland hebben gevonden om stiekem een wapenfabriek op te starten? ‘Google’, antwoordt Mr. James met een grote grijns op zijn gezicht. Mads Brügger heeft er achteraf wel spijt van dat hij de nepinvesteerder daarna naar China heeft laten vertrekken, waar zijn leven wellicht gevaar loopt. ‘Maar Mr. James is een man die van actie houdt en ik ben een filmmaker die van sensatie houdt. Dus is hij maar gegaan.’

Het is zulke onmiskenbare zelfspot, waarmee zijn serieuze onderzoeksjournalistiek een absurdistisch vernislaagje krijgt, die ook deze nieuwste ambitieuze onderneming van Mads Brügger kenmerkt. Daarmee reikt hij ditmaal niet zo enorm hoog als in bijvoorbeeld zijn onderzoek naar de dood van Verenigde Naties-topman Dag Hammarskjöld – ook doordat The Mole wel erg veel schimmige beelden van schimmige mannen op schimmige locaties bevat – maar laat hij opnieuw zien dat hij een geweldige neus heeft voor waar het stinkt.

Aan het eind resteert alleen nog steeds de vraag: wie is The Mole nu werkelijk? Wat heeft hij in al die jaren precies uitgevreten? En waarom ook alweer?

The Hunt For Gaddafi’s Billions

VPRO

Na een uur krijgt hij telefoon en moet plotseling weg. George Darmanovic laat zijn gesprekspartners Misha Wessel en Thomas Blom met allerlei vragen achter. De Zuid-Afrikaanse geheimagent weet alles over de weggesluisde miljarden van de Libische leider Muammar Gaddafi, maar heeft het achterste van zijn tong nog niet laten zien.

Darmanovic vertrekt met de belofte dat hij bij een volgend interview foto’s en ander bewijsmateriaal zal laten zien. Wessel en Blom zullen hem echter nooit meer ontmoeten. Zes weken later wordt zijn ontzielde lichaam gevonden in de Servische hoofdstad Belgrado. Hij is geliquideerd. Later volgen ook de twee huurmoordenaars die Darmanovic zouden hebben neergeschoten.

Deze kille afrekeningen lijken aan te tonen dat er echt wat op het spel staat in The Hunt For Gaddafi’s Billions (91 min.). Ettelijke miljarden dollars, zoals het zich laat aanzien. Toen de grond hem te heet onder de voeten werd, ten tijde van de Arabische Lente van 2011, besloot de Libische leider Gaddafi een groot deel van zijn vermogen, geschat op zeker 150 miljard dollar, clandestien naar het buitenland te verplaatsen. Als een enorme oorlogskas of voor – wie zal het zeggen? – een riant bestaan als pensionado.

Wat is er met dat geld gebeurd? En wie heeft er zich over ontfermd? Het spoor in deze groots opgezette internationale productie leidt naar Zuid-Afrika, waar een deel van de verdwenen cash werd vrijgemaakt voor een wapendeal en daarna spoorloos is verdwenen. Twee concurrerende groeperingen – bestaande uit dubieuze diplomaten, privédetectives, geheimagenten, wapenhandelaren, premiejagers en huurlingen – zetten de jacht in op de verdonkeremaande schat. Voor de goede zaak, hun land of – zo gaat dat in deze schimmige wereld – het op te strijken vindersloon.

Hun jarenlange speurtocht naar waar Gaddafi’s erfenis terecht is gekomen leidt Wessel en Blom naar de donkerste spelonken van de internationale diplomatie, waar ze stuiten op enkele politieke kopstukken die zich ogenschijnlijk in duistere zaakjes hebben begeven. Onderweg hebben de Nederlandse onderzoeksjournalisten zowaar ook een ontmoeting met een Deep Throat-achtige anonieme bron. In een parkeergarage, natuurlijk.

Stukje bij beetje komen ze in deze enerverende jacht op Gaddafi’s geld en de bijbehorende goudzoekers zo steeds dichter bij wat er met die miljarden gebeurd zou kunnen zijn.

The Hunt For Gaddafi’s Billions is hier te bekijken.