The Last Repair Shop

Disney+

Als één van de laatste schooldistricten in de Verenigde Staten zorgt Los Angeles er nog altijd voor dat leerlingen gratis hun muziekinstrument kunnen laten repareren. In The Last Repair Shop (40 min.) is een groepje toegewijde medewerkers de kinderen al sinds 1959 van dienst. ‘Ik repareer muziekinstrumenten voor een prachtig doel’, vertelt Duane van de afdeling houtblaasinstrumenten, die als violist van de Bowie Mountain Express de halve wereld rondreisde. ‘Zodat kinderen uit arme gezinnen een instrument kunnen spelen.’

Deze film van Ben Proudfoot en Kris Bowers, winnaar van de Academy Award voor beste korte documentaire in 2024, comprimeert de levens van Duane en enkele van zijn collega’s tot aansprekende miniverhaaltjes en geeft tevens hun jeugdige klanten de gelegenheid om te vertellen over hun instrument. Muziek heeft hun leven geopend, draagt bij aan zelfacceptatie of zorgt (eindelijk) voor een fatsoenlijk inkomen. ‘Ik ben bang dat ik mijn doel in het leven niet vind’, bekent een Aziatisch meisje, dat al negen jaar piano speelt. ‘Maar op het podium kom ik helemaal tot rust.’

Alle geïnterviewden kijken van dichtbij recht in de camera, alsof ze hun liefde voor muziek, de instrumenten en het reparatiewerk met elke kijker afzonderlijk willen delen. Dat werkt wonderwel: die gezichten spreken boekdelen. Ze betoveren, vertederen en ontroeren. Deze docu heeft alleen een nét iets te nadrukkelijke Hollywood-feel, met al die kleine optimistische verhaaltjes, warme kleuren en tamelijk opdringerige soundtrack. Dat zou echter ook zomaar de reden kunnen zijn dat The Last Repair Shop die Oscar in de wacht heeft gesleept. Het is en blijft tenslotte een Amerikaanse filmprijs.

Tony Hawk: Until the Wheels Fall Off

HBO Max

Vallen en opstaan. Vallen en opstaan. Vallen en wéér opstaan. En vloeken. Schreeuwen. Huilen zelfs. De openingsscène van Tony Hawk: Until The Wheels Fall Off (129 min.) heeft meteen de essentie van de befaamde skateboarder te pakken. Tony Hawk wil zich een nieuwe truc eigen maken. Het gaat steeds mis. Na elke valpartij raapt hij zichzelf weer bijeen en probeert het opnieuw. ‘Ik was altijd bereid om geblesseerd te raken’, zegt hij er zelf over. ‘Ik zag het alleen niet voor me dat ik ook daadwerkelijk geblesseerd zou raken. Ik ging er altijd vanuit: dit gaat lukken, ik krijg dit voor elkaar.’

Deze erg lijvige film van Sam Jones is opgebouwd als een traditioneel sportportret, waarin Tony Hawk zelf, zijn oudere broers en zussen en concullega’s als Stacy Peralta, Duane Peters en Steve Caballero het commentaar verzorgen bij zijn met fraai beeldmateriaal tot leven gebrachte carrière. Eerst is er Hawks opkomst als ‘new kid on the board’ in de skatescene, daarna volgt de periode waarin hij eerst de top binnen zijn métier bereikt en daarna begint te denken dat de bomen daadwerkelijk tot in de hemel groeien.

Na de onvermijdelijke terugval, herneemt hij zichzelf en formuleert een bijna onbereikbaar doel: het volbrengen van een zogenaamde 900-gradenspin, die wordt beschouwd als de heilige graal van het skateboarden. Dat had de climax van deze degelijke docu, opgeleukt met veel spectaculaire wedstrijdbeelden en een hele zwik nét iets voor te land liggende muziekjes, kunnen zijn. Ware het niet Hawk nog moet dealen met enkele persoonlijke thema’s en maar niet wil accepteren dat al dat vallen en opstaan inmiddels zijn weerslag heeft op z’n lichamelijke gesteldheid als (oud-) sporter van in de vijftig.

The Two Killings Of Sam Cooke

Netflix

Als één zwarte soulzanger zich grondig heeft laten ‘whitewashen’, dan is het Sam Cooke. Hij leeft voort als de man van gladgestreken popsoulsongs als Wonderful WorldCupid en You Send Me. Een zwarte Sinatra. Zijn vader waarschuwde hem al: ‘Je kunt de wereld winnen en je ziel verliezen.’ Maar Sam wilde van jongs af aan wereldberoemd worden. Pas na zijn vroegtijdige dood in 1964 werd A Change Is Gonna Come uitgebracht, een lijflied van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.

In de geoliede popdocu The Two Killings Of Sam Cooke (74 min.) schetsen voormalige vrienden en medewerkers van de zakelijk ingestelde zanger en tijdgenoten als Smokey Robinson, Dionne Warwick en Quincy Jones de opkomst van Cooke, die gaandeweg steeds nadrukkelijker voor zichzelf opkwam en gelijkgestemden vond in politiek activist Malcolm X, acteur Jim Brown en bokser Mohammed Ali. Gezamenlijk stonden ze aan de basis van een nieuw zwart zelfbewustzijn dat Black Power zou gaan heten. Tegen de tijd dat de burgerrechtenbeweging goed op gang kwam, was Sam Cooke echter al dood.

Hij stierf als de eerste de beste ‘nikker’. Onder mysterieuze omstandigheden doodgeschoten in het haveloze Hacienda Motel in de beruchte Watts-wijk van Los Angeles. Theorieën over wat zich daar heeft afgespeeld waren er te over. Had de vrouw die de trekker waarschijnlijk overhaalde zich moeten verdedigen tegen de agressieve dronkenlap Cooke? Was de succesvolle zanger op slinkse wijze beroofd? Of ging het toch om een samenzwering tegen een zwarte artiest die zijn plaats niet wist in een industrie, die van oudsher wordt gerund door louter witte mannen?

Een serieus onderzoek naar zijn gewelddadige dood is er volgens deze documentaire van Kelly Duane nooit gekomen. Als zoiets al met de grote Sam Cooke kon gebeuren, wat had een gewone afro-Amerikaan in de roerige tijden van Martin Luther King, Malcolm X en Medgar Evers dan van de autoriteiten te verwachten? Die vraag is, getuige de Black Lives Matter-beweging, verrassend actueel. En zoals er nu grootschalige protesten ontstonden na de gewelddadige dood van Freddie Gray, Eric Garner en Mike Brown, zou het na Cookes dood blijven broeien in Watts, dat in 1965 het toneel werd van serieuze rassenrellen.