Mr. Dynamite: The Rise Of James Brown

Jagged Films

Ook hij breekt halverwege de jaren zestig door via het programma van de meest kleurloze gastheer uit de televisiegeschiedenis: Ed Sullivan (ahum). James Brown (1933-2006), ‘the hardest working man in show business’, bevindt zich in goed gezelschap. Elvis Presley, The Beatles en The Stones glorieerden eveneens bij de houterige host.

Brown staat erop dat hij met zijn eigen band The Famous Flames mag optreden en geeft, croonend als een krolse kater en dansend als de enige echte voorvader van Michael Jackson, een nauwelijks te overtreffen performance. Die eindigt met de entree van ‘s mans assistent Danny Ray. Als de soulzanger tijdens het wanhopige Please Please Please theatraal door de knieën gaat, gooit hij een cape over de man heen en begeleidt hem van het podium. Het is de treffende apotheose van een wervelwindoptreden, dat James Brown later nog een welgemeende klap op de rug van Sullivan oplevert.

Zijn kostje lijkt daarmee gekocht – al is de Amerikaanse soulzanger en funkmeister geen man om dat dan uitbundig te vieren met zijn muzikale gevolg. Hij geldt als een ‘loner’, een man die alle touwtjes in handen wil houden en een perfectionist die met minder nooit genoegen neemt. In Mr. Dynamite: The Rise Of James Brown (120 min.) gaat Alex Gibney niet zozeer op zoek naar de achtergronden daarvan. Browns uiterst armoedige jeugd zonder moeder, hoe hij daarna opgroeide in het bordeel van zijn tante Honey en de jeugddetentie die hij kreeg vanwege diefstal worden in enkele zinnen afgedaan.

Dit is een film over James Browns muzikale hoogtijdagen en hoe die, al dan niet toevallig, samenvallen met een nieuw zwart bewustzijn. In 1968 schrijft hij het lijflied van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, Say It Loud – I’m Black And I’m Proud. Gibney illustreert ’s mans schier onaantastbare positie als boegbeeld van de zwarte gemeenschap met beelden van Browns optreden in Boston, een dag na de moord op de Afro-Amerikaanse leider Martin Luther King op 4 april van dat jaar, waarbij hij resoluut rellen in de kiem smoort. Zijn woord is dan nog wet in de zwarte gemeenschap.

Want als Brown later publiekelijk de Republikeinse president Nixon omarmt, wordt hem dat bepaald niet in dank afgenomen. ‘Soul Brother No. 1’ komt te boek te staan als een verrader van de goede zaak, een man bovendien die zijn beste tijd lijkt te hebben gehad. Gibney tekent die geschiedenis in deze muziekfilm uit 2014 op met een combinatie van fraai archiefmateriaal, oude televisie-interviews met de man zelf en gesprekken met Browns bandleden Bobby Byrd, Alfred ‘Pee Wee’ Ellis, Martha High, Fred Wesley, Clyde Stubblefield, John ‘Jab’o’ Starks, Bootsy Collins en de broers Melvin en Maceo Parker.

En ook Afro-Amerikaanse iconen zoals Al Sharpton, Chuck D en Ahmir ‘Questlove’ Thompson doen nog hun duit in het zakje over de ‘Godfather of Soul’. De man daarachter – een kerel die zijn handen bijvoorbeeld niet altijd thuis kon houden – blijft een enigma. Alex Gibney en mede-initiatiefnemer Mick Jagger, die zelf natuurlijk ook nog even aan het woord komt over zijn inspirerende tijdgenoot, kiezen liever voor de zanger, de danser, het fenomeen James Brown. Ofwel voor: Mr. Dynamite.

After The Bite

HBO Max

Een toerist laat zich op een surfplank onbekommerd door de golven meevoeren. Een strandwacht speurt met z’n verrekijker de kustlijn af. En een onderzoeker begeeft zich naar het uiterste puntje van z’n boot, nét iets te dicht bij het wateroppervlak. Sinds Steven Spielbergs zenuwslopende filmklassieker Jaws (1975), over een moordlustige witte haai die het toeristische gebied van Cape Cod binnendringt, zijn zulke beelden van hun onschuld ontdaan. Elk ogenblik kan er een haai aanvallen. Vanuit het onderbewuste dringt de iconische muziek van John Williams zich al op. Táda – táda.Táda – táda. Táda – táda – táda – táda…

Inmiddels is de fantasie – uitgemolken in talloze, veelal tamelijk cheape speelfilms – ingehaald door de realiteit. De witte haai is terug bij de Amerikaanse stranden. In de omgeving van Cape Cod, het strijdtoneel van Jaws, wordt het gevreesde dier weer regelmatig gespot in of nabij zwemwater en heeft het ook alweer zijn eerste dodelijke slachtoffer gemaakt. Dit zorgt natuurlijk voor onrust bij de plaatselijke gemeenschap, want haaien zijn behalve gevaarlijk ook slecht voor de business. Daartegenover staan wetenschappers en dierenbeschermers, die zich al jaren sterk maken voor het weer op peil brengen van de walvissen- en zeehondenpopulatie. Dat is hen beter gelukt dan sommige lokale bewoners en vissers lief is. En de witte haai is daarvan een bijproduct.

After The Bite (85 min.) zet deze verschillende zienswijzen genuanceerd naast elkaar en vangt tevens de pracht en praal van de wondere wereld waaruit die voortkomen. Waar haaien op zee worden voorzien van een tracker, zodat ze met een ‘Sharktivity’-systeem kunnen worden gemonitord en in dat kader ook maar meteen een kekke naam – Joanie, Scarface of Candy Cane bijvoorbeeld – krijgen toebedeeld. Tegelijkertijd is er aan land haaienentertainment: tijdens uitzinnige variété-optredens wordt er volop geflirt met de gevaren van het angstaanjagende witte monster. En in de openluchtbioscoop draait, de gimmick voorbij, Jaws.

Met onbestemde beelden van de golvende zee, onderwateropnames en suggestieve muziek speelt regisseur Ivy Meeropol in deze documentaire natuurlijk in op de collectieve Jaws-angst. Die brengt ze tot een climax in een enerverende slotscène, waarbij een stervende bultrug op open zee een zeer divers publiek trekt, waaronder een hongerige haai. Uiteindelijk heeft Meeropol echter vooral oog voor het verhaal achter de mythe: van een ecosysteem dat, door menselijk toedoen, uit evenwicht is geraakt. Nu de aarde opwarmt verwelkomen Amerikaanse kustgebieden daardoor ineens heel andere diersoorten – en de bijbehorende jagers, zoals de vermaledijde witte haai, die hen weer als prooi beschouwen.

Zulke nieuwkomers brengen ook hun eigen virussen mee. Een nieuwe pandemie is daardoor zeker niet uitgesloten, meent Wendy Puryear van Tufts University. ‘Het is gemakkelijk om je te laten leiden door Jaws-achtige scenario’s en om het grotere geheel uit het oog te verliezen. Namelijk dat de gezondheid van een soort ons allemaal aangaat.’ Die onderlinge verbondenheid tussen mens en dier en de uitdagingen daarbij zijn in After The Bite vervat in oogstrelende en soms ook indringende scènes (zoals bijvoorbeeld het verkrijgen van een ‘nose swap’ bij enkele nietsvermoedende zeehonden) en tillen de film mijlenver uit boven het niveau van een après-Jaws shockdoc.

Challenger: The Final Flight

Netflix

Slechts 73 seconden duurde de vlucht van hun leven. Zeven representanten van de glorieuze United States of America vonden voor het oog van een geschokte natie de dood. Zes specialisten van de National Aeronautics and Space Administration (NASA) en een ‘gewone burger’, de lerares Christa McAuliffe. In navolging van Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins, de eerste mannen op de maan (en helden van de ontzagwekkende spacedocu Apollo 11), zouden ook zij onderdeel van de ruimtevaarthistorie worden, als de eerste dodelijke slachtoffers van Amerika’s drang om het complete heelal te veroveren.

Ze maakten stuk voor stuk deel uit van de Klas van 1978, de eerste generatie astronauten die niet volledig uit witte mannen bestond. En ze waren tevens onderdeel van een soort reboot van de Amerikaanse ruimtevaart, die gaandeweg wat van zijn oorspronkelijke glans was verloren. ‘Amerikanen hebben de wereld laten zien dat ze niet alleen groots dromen’, oreerde Ronald Reagan bij de lancering van de eerste spaceshuttle, ‘maar dat we die ook durven te realiseren.’ De toenmalige Amerikaanse president instigeerde ook de zoektocht naar de eerste burgerpassagier voor de shuttle, ‘one of America’s finest’: een leraar.

De aanloop naar de fatale vlucht en de selectie van de crew daarvoor vormen het hart van Challenger: The Final Flight (180 min.), een stevige vierdelige docuserie van Daniel Junge en Steven Leckart. Trots maken de uitverkorenen zich op voor hun historische missie, al hebben ze geen idee waarom die in de geschiedenisboeken zal belanden. De promotionele beelden van hun enthousiaste voorbereiding, en de herinneringen daaraan van hun nabestaanden, collega’s en plaatsvervangers (die de dans dus ontsprongen), hebben sindsdien een onheilspellend karakter gekregen. Zij, weten wij, gaan nietsvermoedend hun ondergang tegemoet.

Terwijl er op dat moment toch ook al technische problemen waren en enkele insiders zelfs waarschuwden voor serieuze ongelukken. ‘De shuttle gaat ontploffen’, zou hoofdingenieur Bob Ebeling enkele uren voor de lancering van de Challenger, die diverse malen was uitgesteld, hebben gezegd tegen zijn dochter. De klok liep alleen al en was met geen mogelijkheid meer te stoppen, vertellen NASA-medewerkers en -klokkenluiders. Op 28 januari 1986 ging de Challenger met een ‘big bang’ de lucht in. De toeschouwers die zich bij Cape Canaveral in Florida hadden verzameld om de lancering bij te wonen waren volledig uit het veld geslagen toen ze van de omroeper hoorden wat die vreemde taferelen boven hen betekenden: ‘Het ruimtevaartuig is ontploft.’

Ook president Reagan reageerde vanzelfsprekend geschokt. ‘De bemanning van de Challenger eerde ons met de manier waarop ze leefden’, wist hij de stemming in het land opnieuw in grootse woorden te vatten. ‘We zullen ze nooit vergeten, noch de laatste keer dat we ze zagen, deze ochtend, toen ze zich voorbereidden op de reis, zwaaiden en de aarde achter zich lieten om Gods gezicht aan te raken.’ De achterblijvers zouden zich een leven lang boos, verdrietig en schuldig voelen.