Blauwe Ballen En Andere Verkrachtingsmythes

Wietger Bosch / VPRO

Het onderwerp is actueel (seksueel geweld), de insteek scherp (zijn veel mannen potentiële verkrachters?), het uitgangspunt persoonlijk (een eigen ervaringsverhaal, dat ze voorlegt aan klinisch psycholoog Iva Bicanic van het Centrum Seksueel Geweld) en de gekozen vorm speels (een mobiele, aan de buitenkant met spiegels afgewerkte studio die dienst doet als safe space). Kortom: de nieuwe film van Sunny Bergman (Beperkt HoudbaarWit Is Ook Een Kleur en Oproepkraaiers), een maker die de tijdgeest altijd dicht op de huid zit.

Er is ook een concrete aanleiding voor deze documentaire: de Wet seksuele misdrijven (2024). Die biedt slachtoffers van aanranding en verkrachting meer gelegenheid om aangifte te doen. Ook als er geen sprake is van dwang of geweld. Het is tegenwoordig strafbaar als duidelijk was dat de ander geen seks wilde, maar iemand toch heeft doorgezet. De initiatiefnemer heeft zogezegd een inspanningsverplichting om te onderzoeken of/wat de ander wil. Die nieuwe wet leidt waarschijnlijk tot meer aangiften.

Blauwe Ballen En Andere Verkrachtingsmythes (70 min.) is in zekere zin een vervolg op Man Made, de documentaire die Sunny Bergman al in 2019 maakte over hedendaagse mannen, de crisis waarin zij zich lijken te bevinden en toxische mannelijkheid. Seksueel geweld is wel een mijnenveld. Want wat er zich precies heeft afgespeeld tussen twee mensen is in veel gevallen – zeker juridisch – heel lastig vast te stellen. Het blijft het woord van de één tegenover dat van de ander. Doorgaans: haar woord tegenover het zijne.

Bergman lijkt overigens vooral geïnteresseerd in haar woord. Terwijl ze enkele vrouwen in haar safe space laat vertellen over hun nare ervaringen met het andere geslacht en een jonge vrouw volgt terwijl zij onderzoekt of/hoe ze werk kan maken van haar traumatische nacht met een man die haar wellicht heeft gedrogeerd, blijven de bijdragen van de mannen, die in haar studio overigens ook in duo’s aantreden, veelal beperkt tot een enkele korte quote. Zulke vox pops laten doorgaans weinig ruimte voor verdieping of nuance.

‘Wij zitten nu echt zo in zo’n edit in de documentaire’, constateert een jongen in het biechthok dan ook lachend. ‘Dat het zo is: wie zijn die mannen? En dat wordt dan allemaal na elkaar gevraagd. Dan zijn er echt honderd mannen in dat hokje geweest. En iedereen zegt: wij niet, wij niet, wij niet…’ ‘Ja’, antwoordt Bergman gevat. ‘Dat was wel het idee, ja.’ Met die benadering laat ze tegelijkertijd de kans lopen op een serieus gesprek met dat manvolk – dat in het thematisch verwante Had Dan Nee Gezegd bijvoorbeeld wél wordt gevoerd – waardoor zij wellicht ook haar eigen overtuigingen kritisch zou moeten bevragen.

Ze gaat wel in gesprek met enkele zedenrechercheurs, volgt de rechtszaak tegen een man die wordt verdacht van meerdere aanrandingen en verkrachtingen en berekent in haar mobiele studio met een stift op een vel papier hoeveel verkrachtingen er eigenlijk plaatsvinden en hoe schrikbarend weinig aangiftes daaruit voortvloeien. ‘Waarom gebeurt dit zo vaak?’, vraagt ze zich hardop af. ‘Wie zijn al die mannen die drammen, die pushen, die seks afdwingen? Is het een klein groepje? Of zijn veel mannen potentiële verkrachters?’

Hoewel ze in Blauwe Ballen soms kort door de bocht gaat, snijdt Sunny Bergman in deze typische Sunny Bergman-film weer wezenlijke thema’s aan, die menige man tot nadenken en wellicht ook zelfreflectie zouden moeten aanzetten – al betekent dit natuurlijk niet dat ze dan ook klakkeloos al haar conclusies hoeven over te nemen.

My Name Is Alfred Hitchcock

Dogwoof

’Oh, ik weet zelf ook wel dat ik al veertig jaar dood ben’, zegt Alfred Hitchcock (1899-1980) aan het begin van deze absolute tour de force van Mark Cousins. ‘En er is zoveel veranderd in die jaren. Toch? Zijn jullie met die 5G-telefoons werkelijk zoveel meer verfijnd dan de onschuldige mensen die gilden bij Janet Leighs onfortuinlijke ondergang, alleen in een klinische doucheruimte, in dat verschrikkelijke motel, in Psycho?’

Hoewel het verstand ‘nee’ zegt, is het toch verdomd lastig om niet mee te gaan met de premisse voor Cousins film My Name Is Alfred Hitchcock (120 min.): dat het daadwerkelijk de grote regisseur is die tot je spreekt en niet acteur Alistair McGowan die ‘the master of suspense’ griezelig goed nadoet. Dat de gedachten die door deze uit duizenden herkenbare stem (toch?) uit het grote brein van Hitchcock komen en niet uit het vast niet veel minder grote brein van Mark Cousins.

Laten we de basisgedachte maar accepteren. Weerstand is zinloos – en ook lang niet zo prikkelend, inspirerend en leuk. Op onnavolgbare wijze duikt ‘Hitch’ dus in zijn eigen oeuvre, dat meesterwerken zoals The BirdsNorth By NorthwestVertigoMarnie en Strangers On A Train omvat en van pak ‘m beet Cary Grant, James Stewart en Gregory Peck en de actrices Ingrid Bergman, Grace Kelly en Tippi Hedren onvergetelijke iconen van de twintigste eeuw heeft gemaakt.

Cinefiel Cousins, die al diverse films over film maakte en eerder ook al een andere legende binnenstebuiten keerde in The Eyes Of Orson Welles (2018), laat Hitchcock aan de hand van de thema’s ontsnapping, verlangen, eenzaamheid, tijd, vervulling en hoogte en talloze daaraan verbonden speelfilmfragmenten een psychologisch portret van ‘zichzelf’ schetsen. Intussen geeft hij een masterclass film, met elementaire lessen als: vertraag als je personage haast heeft.

Een speelduur van twee uur is voor 21e eeuwse ogen misschien wat erg overdadig, maar deze duivels knap gemaakte film over hoe Hitchcock de beeldtaal naar zijn hand heeft gezet, zichzelf daarmee kon verwerkelijken en ons allen aan het witte doek of televisiescherm gekluisterd heeft/houdt, zorgt zowel voor leering als vermaack. Waarbij de oude meester op typisch Britse en lekker pedante wijze scènes duidt, in een bredere context plaatst en verbindt met zijn eigen bestaan.

Alfred Hitchcock is na z’n overlijden ook zijn kenmerkende gevoel voor humor niet kwijtgeraakt. Als Tippi Hedren een sigaret opsteekt in The Birds neemt die film even een korte adempauze. ‘Dit noemen jullie tegenwoordig ‘mindfulness’, of niet?’

Akwasi

Videoland

Die ene omstreden uitspraak tijdens de Black Lives Matter-demonstratie van 1 juni 2020 vormt het startpunt voor de documentaire Akwasi (51 min.): ‘Op het moment dat ik in november een Zwarte Piet zie, ik trap hoogstpersoonlijk op z’n gezicht.’ De ‘slip of the tongue’ gaat in de maanden daarna een eigen leven leiden en zet allerlei ontwikkelingen in gang, waardoor de welbespraakte rapper indringend wordt geconfronteerd met de wereld om hem heen én zichzelf.

Johan Derksen, Geert Wilders en talloze anonieme onverlaten gaan helemaal los op Akwasi Ansah, die wordt weggezet als de archetypische ‘angry black man’. Al snel volgen er concrete bedreigingen. ‘Ik denk dat heel veel witte mensen zwarte mensen accepteren, tolereren, zolang je aan het beeld dat zij van je hebben voldoet’, zegt zijn vriend Mitchell Esajas. Hij legt uit: ‘Je mag protesteren, maar wel vreedzaam. Je mag iets zeggen over racisme, maar wel wanneer wij dat acceptabel vinden, dus niet tijdens de Sinterklaasperiode. Doe het maar daarbuiten.’

Deze documentaire van Remco Garcia laat met persoonlijke vlogs en intieme beelden vanuit de familiekring zien welke impact de commotie en dreigementen hebben op Akwasi, zijn vrouw Ahisha Ansah en hun kinderen, bijvoorbeeld als er een poederbrief wordt bezorgd of een stel boosaardige zwarte pieten voor de deur staat. Medestanders zoals schrijver Adriaan van Dis, rapper Bizzey, documentairemaker Sunny Bergman en rapper/zanger Typhoon geven daarbij duiding en context.

Iets meer tegengeluid of kritische vragen over Akwasi’s eigen rol in de controverses zouden daarbij welkom zijn geweest, al is het duidelijk niet Garcia’s bedoeling om z’n hoofdpersoon het vuur aan de schenen te leggen. Deze film wil zijn kant van het verhaal laten zien en werkt uiteindelijk toe naar het moment waarop Akwasi, in het najaar van 2020, betrokken raakt bij de ledenwerfactie van Omroep Zwart, dat een nieuw, kleurrijk geluid wil toevoegen aan het vaderlandse omroepbestel.

Daarmee lijkt het verhaal van deze uitgesproken stem van het hedendaagse Nederland overigens nog lang niet afgerond. Deze film is vooral een tussenopname, de weerslag van een formatieve periode uit zijn bestaan als opinieleider.

Samenzwevers

VPRO

Tijdens demonstraties dragen ze leuzen uit zoals ‘Geen geweld, geen lockdown, geen big reset’, ‘Stop Coronakapitalisme’ of ‘Regering, kranten & media liegen.’

Hun organisaties dragen namen als De Gele Plu, Stop Lockdown en Vrouwen Voor Vrijheid.

En ze noemen zich ademcoach, fulltime reiziger, holistisch consultant, gezondheidscoach, anti-agingspecialist, spiritueel coach of vegan gids.

Complotdenkers, worden ze door anderen genoemd. Wappies. En: Samenzwevers (22 min.).

Sunny Bergman vraagt hen om op een matje te gaan liggen en gaat vervolgens in gesprek met deze aanhangers van ‘conspirituality’, die op hun intuïtie zeggen te varen en de werkelijkheid holistisch willen benaderen. Over hun strijd tegen de Coronamaatregelen. De ‘plandemie’ noemt één van hen die. Vanzelfsprekend passeert daarbij ook de term ‘MSM’, voor Mainstream Media, de revue. En komt onderweg de ‘deep state’ ter sprake. Één vrouw, die er ook nog een rol bij heeft bedacht voor de Rothschilds en de Rockefellers, vat het op geheel eigen wijze samen: ‘Niets is meer wat het lijkt.’

Over die nauwelijks te bevatten werkelijkheid voert Bergman intrigerende gesprekken, waarin ze haar gesprekspartners de ruimte geeft om hun kijk op de wereld te delen en soms ook kritisch doorvraagt, bijvoorbeeld over het feit dat zij, als (voormalige) linksmensen, bij de Tweede Kamerverkiezingen massaal op Forum voor Democratie hebben gestemd. Mindfulness trainer Saskia Beugel voelt zich daar ongemakkelijk bij. ‘Ik heb jarenlang een spirituele club gehad, heel veel mensen die op die feesten kwamen’, vertelt ze. ‘Dan denk ik: heb ik het nu hiervoor gedaan, voor acht zetels voor Forum?’

Bergman spreekt verder met ex-Provo Roel van Duijn, die zich afvraagt of dat wantrouwen tegenover de overheid, media en wetenschap niet juist enge regimes in de kaart speelt, en Coen van de Ven, die voor de Groene Amsterdammer over complotdenkers schrijft en ziet dat die groep nieuwe aanwas heeft gekregen vanuit de coachings- en zelfhulpwereld. ‘Het new age-denken heeft een best wel neoliberale voedingsbodem’, constateert schrijfster en coach Marie Meeusen tenslotte. ‘Er is een heel grote focus op het individu. Het gaat over míjn vrijheid. Of geen vaccin in míjn kinderen. Dus de grote gemeenschap raakt een beetje buiten beeld.’

Samenzwevers wordt daarmee een boeiende weerslag van deze verwarrende tijd, waarin indringende vragen en oprechte zorgen tot opmerkelijke antwoorden en conclusies kunnen leiden. De onderlinge verhoudingen worden zo behoorlijk opgeschud.

Samenzwevers is hier te bekijken.

Oproerkraaiers

Raymond van Mil / VPRO

‘Volgens mij kan je enkel onverschillig blijven tegenover leed als je je ervoor afsluit’, constateert Sunny Bergman halverwege Oproerkraaiers (59 min.) ‘En misschien zorgt juist dat afsluiten ervoor dat we degenen die onze ogen willen openen als aanstellers, als overdreven drammers, ervaren. We vinden ze irritant omdat ze ons op iets wijzen dat we niet willen zien. En daarna geven we de zogenaamde drammers de schuld van polarisering.’

Het is een conclusie, die haar zelf natuurlijk goed uitkomt. Want met haar strijd tegen Zwarte Piet en institutioneel racisme behoort Bergman in de ogen van veel anderen ook tot die groep drammers. In deze nieuwe film duikt ze verder in de wereld van het Nederlandse activisme: van haar eigen natuurlijke omgeving bij Kick Out Zwarte Piet tot de fanatieke klimaatactivisten van Extinction Rebellion en de Jane Unchained Europe-demonstranten die zich manifesteren bij slachthuizen (en Bergman zelf tot het verfoeide ‘redelijke midden’ rekenen omdat zij nog gewoon dierlijke producten eet).

‘Een dag niet gedemonstreerd is een dag niet geleefd’, stelt beroepsactivist Frank van der Linde, terwijl hij met een megafoon leuzen schreeuwt naar het hoofdkantoor van booking.com. Hij voert fulltime actie, komt regelmatig in aanvaring met de autoriteiten en is inmiddels thuisloos geworden. Van der Linde is ook aanwezig bij de grote Black Lives Matter-demonstratie in Amsterdam, na de moord op de zwarte Amerikaan George Floyd, waar Sunny’s gehele natuurlijke entourage bij elkaar lijkt te komen.

Met haar camera begeeft ze zich ook buiten haar eigen bubbel en neemt plaats in de tractor van Mick, een actievoerder van Farmers Defence Force. Overtuigd van zichzelf legt die club geregeld half Nederland plat. Te midden van de boeren verbaast Bergman zich er wel over dat die echt geen ‘activist’ genoemd willen worden. ‘Dat is heel wat anders’, volgens twee mannen. ‘Ik versta onder activisten toch wel wat agressievere mensen’, legt een vrouw uit. ‘En zo agressief zijn wij niet. Wij houden ‘t netjes.’

Bergman kan vervolgens de verleiding niet weerstaan om het grote geld achter de boerenprotesten aan te snijden. Worden die niet gefinancierd door zuivelproducenten en veevoederbedrijven, die simpelweg hun eigen nering proberen te beschermen? Haar vader, een gezworen communist, zou zeggen: het is allemaal de schuld van het grootkapitaal. En dat zou je de gemene deler van al die protestacties kunnen noemen. Het gaat vrijwel altijd om gewone mensen die zich stelselmatig niet gehoord of gewaardeerd voelen. Toch zijn zij ‘t, stelt Bergman met een blik op het verleden vast, die uiteindelijk voor wezenlijke verandering zorgen. Zonder al die oproerkraaiers zou Nederland nooit het land zijn geworden dat het nu is.

Ofwel: radicaal wordt ooit normaal. Het is de optimistische slotsom van deze aardige rondgang langs idealisme, strijdbaarheid en belangenbehartiging.

Wit Is Ook Een Kleur

VPRO

Één ding moeten zelfs haar grootste criticasters – en dat zijn er niet weinig – haar beslist nageven: Sunny Bergman heeft een direct lijntje met de tijdgeest. Of het nu gaat om het vrouwelijk schoonheidsideaal (Beperkt Houdbaar, 2007), de Zwarte Piet-discussie (Zwart Als Roet, 2014) of moderne mannelijkheid (Man Made, 2019), de Nederlandse filmmaakster (en activiste) voelt intuïtief aan wat belangrijke maatschappelijke thema’s zijn of worden en maakt er vervolgens prikkelende films over.

En altijd is haar aanpak heel persoonlijk en bedoeld om discussie los te maken – wat meestal, zonder al te veel moeite, ook lukt. Wit Is Ook Een Kleur (50 min.) uit 2016 vormt daarop geen uitzondering en is door de wereldwijde #BlackLivesMatter-demonstraties en bijbehorende discussie over institutioneel racisme ineens weer bijzonder actueel. ‘Als ik u vraag: bent u wit?’ opent ze de dialoog. ‘Vindt u dat een rare vraag? Wij, witte mensen, denken volgens mij niet na over onze eigen huidskleur. En al helemaal niet over ons aandeel in succesvol integreren.’

Wat betekent wit zijn eigenlijk? vraagt Bergman zich af sinds ze zich in de Zwarte Piet-discussie mengde. Ze belt in dat kader de lieden op die haar daarom online lastig vielen, onderwerpt een diverse groep Nederlanders aan een sociaal experiment over hun zelfbeeld en maatschappelijke positie en spreekt met gewone ‘witten’ over hoe ze naar mensen met een ander kleurtje kijken. ‘De Marokkanen van mijn leeftijd zijn gewoon allemaal klootzakken’, zegt een volkse jongen met een petje bijvoorbeeld stellig. ‘Als ik al zie hoe die jochies rondlopen, dan trap ik ze het liefst kapot.’

Weldenkende, progressieve Nederlanders zoals de filmmaakster zelf zouden zulke dingen natuurlijk nóóit zeggen. Want: racisten, dat zijn de anderen. En wíj zijn ‘mild, beschaafd en tolerant’. Maar is dat niet een véél te comfortabele constatering? Is ons witzijn in werkelijkheid niet zó dominant dat het alles wat niet-wit is automatisch tot ‘anders’ bombardeert? Hebben wij, Ons Soort Mensen, op dat gebied wel een reëel zelfbeeld en zijn we ons wel voldoende bewust van onze eigen privileges?

Zulke vragen legt ze voor aan (ervarings)deskundigen zoals antropoloog Sinan Cinkaya, hoogleraar Philomena Essed, erfgoeddeskundige Valika Smeulders en antiracismetrainer Lida van de Broek. Dat levert interessante inzichten op. Op detailniveau valt er hier en daar misschien best wat af te dingen op de aanpak en conclusies van Bergman – hoe betrouwbaar zijn bijvoorbeeld de resultaten van de test met reacties van kinderen op zwarte en witte poppen? – maar in grote lijnen instigeert ze wel degelijk een (blijvend) relevante en actuele maatschappelijke discussie, die in de film soms op het scherpst van de snede wordt gevoerd.

Acting Straight

Tofik Dibi (l) en Willem Timmers (r) zitten ‘mannelijk’ op de bank / VPRO

‘Zou jij niet op Tofik vallen’, vraagt gelegenheidsinterviewer Sunny Bergman aan Willem Timmers, nadat hij zojuist heeft verteld dat hij vrouwelijke trekken bij jongens een minpunt vindt. De twee makers van Acting Straight (25 min.) beginnen licht gegeneerd te lachen. ‘Dat is venijnig’, reageert Timmers. Hij laat een stilte vallen en antwoordt: ‘nee.’

De kerel naast hem op de bank, voormalig GroenLinks-kamerlid Tofik Dibi, vult aan: ‘Als ik eerlijk ben, dan zou ik ook zeggen dat ik niet persé geen enkel vrouwelijk trekje accepteer – ik bedoel: kijk naar mezelf – maar dat ik wel neig naar een mannelijk ogende jongen.’ En daarmee is, binnen twee minuten, de thematiek van deze boeiende korte documentaire haarscherp neergezet.

Afgaande op de hoofdpersonen van deze korte film moeten veel homo’s weinig hebben van ‘nichten’ of ‘verwijfde gasten’. Ze vallen op mannelijke jongens en willen liefst zelf ook een mannelijke jongen zijn. Is het een vorm van zelfafkeer? vraagt één van de geportretteerde homo’s, die onmatig veel tijd in de sportschool doorbrengt, zich af. En zo ja, vult Willem Timmers aan: zou die schaamte ooit weggaan?

Samen met Dibi laat hij, in een heel geinige sequentie, zien hoe je gewone dagelijkse dingen mannelijk of juist vrouwelijk doet: zitten, praten, dansen, een ijsje eten of zelfs kijken naar je nagels. Homo’s worden bijna gedwongen om te kiezen: gedragen ze zich op en top mannelijk en onderdrukken ze hun vrouwelijke kant? Of voelen ze binnen hun eigen subcultuur daadwerkelijk de ruimte om echt zichzelf te zijn?

Man Made

Wat hebben de vriend, zoon, broer, vader, buurman, zoon van de buurman en hond van Sunny Bergman met elkaar gemeen? Ze spelen stuk voor stuk een bijrol in de documentaire Man Made (57 min.). Natuurlijk. De hoofdrol is echter voor Sunny Bergman zelf. Ook natuurlijk. In deze nieuwe film buigt ze zich over mannelijkheid. En net als in haar eerdere egodocu’s zoekt ze het niet al te ver van huis. Letterlijk: de film begint en eindigt bij de mannen uit haar eigen leven. En figuurlijk: ze laat toch vooral OSM (Ons Soort Mensen) aan het woord. De kerels die ze bijvoorbeeld in een voetbalkleedkamer spreekt zijn behoorlijk verbaal onderlegd, genuanceerd en vast ook afkomstig uit de Randstad.

Op sommige mannen werkt Bergman als een rode lap op een stier. Dat zal door deze documentaire niet minder worden. Ook niet veel meer trouwens. Dit is geen film van harde conclusies, tegendraadse beweringen of opzienbarende vergezichten. Geen film die prikkelt, confronteert of opzichtig tegen de haren instrijkt. De docu meandert een beetje langs alle thema’s die met moderne mannelijkheid hebben te maken, zonder tot al te opzienbarende conclusies te komen. Met ex-footballer/acteur Terry Crews praat ze over ‘toxic masculinity’, de schadelijke gevolgen van traditionele mannelijkheid. Via Jordan Peterson komt vluchtig diens thema, de ‘demasculinisatie’ van de samenleving, aan bod. En en passant spreekt ze ook even met Wierd Duk over de gewone witte man, die er natuurlijk niets meer van begrijpt.

Sunny Bergman bezoekt verder een coachingssessie voor mannen, laat hersenonderzoek doen naar verschillen tussen mannen en vrouwen en gaat naar IJsland voor gendercompensatielessen voor schoolkinderen. Héél erg veel levert dat niet op. Dat geldt tevens voor de testosterontest die ze bij mannen uit verschillende beroepsgroepen laat afnemen. Deze film laat echter eerst en vooral veel mannen aan het woord. Echt veel ruimte om iets te zeggen krijgen ze niet. Het blijft allemaal op vox pop-niveau steken. Even snel een meninkje vangen en dan door, op naar de volgende man. Bergman filmt die gesprekken zelf – en laat dat soms ook weer filmen. De aldus verzamelde, tamelijk gratuite opinies verbindt ze met een bespiegelende voice-over, ondersteund door iconische manbeelden uit films en de media.

Het is een bekende formule, die inmiddels wat sleets aandoet. Vrijwel geen man in deze documentaire zegt iets waarmee je het heel erg oneens kunt zijn – of eens. Hetzelfde geldt voor Bergmans eigen gedachtespinsels (‘Kan mannelijkheid ook een gevangenis worden?’). Man Made is daarmee geen volledig oninteressante film. De documentaire brengt het gehele speelveld van de hedendaagse man redelijk in kaart, maar maakt als geheel wel een weinig urgente indruk.

Beperkt Houdbaar


Voordat ze zich nadrukkelijk in de Zwarte Piet-discussie mengde, hield Sunny Bergman zich in haar films vooral bezig met de rol en positie van vrouwen. Beperkt Houdbaar (2007) is de documentaire waarmee ze zichzelf (internationaal) op de kaart zette en die naderhand nog een soort vervolg kreeg met het scabreuze Sletvrees?.

De manier waarop ze die films maakte én vervolgens ook aan de man/vrouw bracht, met een grote rol voor haar eigen uiterlijk en beleving, raakte een gevoelige snaar. Sindsdien zijn er overtuigde Sunny-lovers en -haters en is de maakster zelf een soort van Bekende Nederlander

In Beperkt Houdbaar (60 min.) is de mix van moed en schaamteloosheid die haar (werk) kenmerkt alom tegenwoordig. Zoals in die spraakmakende scène waarin Sunny met gespreide benen wacht op het oordeel van de Amerikaanse plastische chirurg, die vindt dat er nog heel wat werk aan de winkel is om van haar vagina een Playboy-poes van te maken.

Een even vermakelijk als schrijnend tafereel dat een jaar later overigens nog een vervolg zou krijgen in de documentaire The Perfect Vagina, waarin Lisa Rogers de wereld van het volmaakte vrouwelijke geslachtsdeel verkent.