Most Wanted: Teen Hacker

HBO Max

Elke vriend wordt uiteindelijk een vijand. Want daar heeft Julius Kivimäki een speciaal talent voor. En vijanden tergt de Finse tiener tot het uiterste. Vanuit een zwaar beveiligde gevangenis in Turku blikt Kivimäki in Most Wanted: Teen Hacker (174 min.) terug op zijn strapatsen als internettroll, terrorhacker en meesterswatter. Hij blijft ook dan ontkennen, liegen en schmieren. Alsof ie de boel nog steeds in de maling denkt te kunnen nemen.

Julius Kivimäki, die schuilnamen zoals Ryan C(leary) en Zeekill gebruikte, had ‘t bijvoorbeeld voorzien op zijn medehacker Blair Strater, die hij leerde kennen bij het collectief Hack The Planet. Nadat zij gebrouilleerd raakten, begon hij hem het bloed onder de nagels vandaan te halen met ongevraagde pizzabestellingen en het opzeggen van water-, elektriciteit- en internetcontracten. En toen hij er zowaar in slaagde om Elon Musk te hacken, deed hij dat met een profiel op naam van Strater. Die kan zich daar nog altijd, lekker theatraal, ontzettend boos over maken.

Met insiders en outsiders zoekt Sami Kieksi in deze gladde vierdelige serie de krochten van de hackerswereld op, waar jeugdige randfiguren zoals Kivimäki zich uitleven in online-pesterijen en lastercampagnes. Die kunnen uitgroeien tot pure intimidatie, in de vorm van doxing, permanente DDoS-aanvallen en bommeldingen. Hij lijkt bijvoorbeeld ook een meester in ‘swatting’. Met neptelefoontjes over een dreigende situatie wordt dan de politie ingeschakeld om ergens met veel machtsvertoon binnen te vallen. Nietsvermoedende burgers kunnen zo ernstig getraumatiseerd raken.

Kieksi beperkt zich tot het in kaart brengen van Julius Kivimäki’s valse streken en de gevolgen daarvan. Hij komt niet voorbij de façade van de Finse jongeling – en doet eigenlijk ook geen serieuze poging daartoe. Naar diens achtergrond en motieven blijft ‘t dus gissen. Bovendien wordt deze miniserie enigszins ontsierd door de typisch Amerikaanse voice-over van Brian Pederson. Veel te dik aangezet en meestal ook overbodig. ‘And to make matters worse, the FBI had set a trap’, zegt die bijvoorbeeld met veel drama en last vervolgens een korte stilte in. ‘Just for him.’

Het laatste deel van Most Wanted: Teen Hacker concentreert zich tenslotte op het kraken van de database van het Finse psychotherapiebedrijf Vastaamo. Daarbij dreigt zeer gevoelige persoonlijke informatie van ruim 30.000 patiënten op straat te belanden. Ene Ransom_Man probeert de zeer kwetsbare slachtoffers intussen bitcoins afhandig te maken. Alles wijst erop dat deze gewetenloze afperser naar de naam Julius Kivimäki luistert. Zijn sardonische grijns lijkt hem ook te verraden. Al werpt de kwade genius zelf, natuurlijk, alle beschuldigingen ver van zich.

Dan is allang duidelijk hoever (laten we ‘t zekere voor het onzekere nemen: een cybercrimineel zoals) hij bereid is om te gaan – en hoeveel persoonlijke en maatschappelijke schade daarmee kan worden aangericht.

Cold Case: The Tylenol Murders

Netflix

‘Het is heel gemakkelijk om kopers die bittere pil te laten slikken’, leest FBI-agent Roy Lane voor uit de brief van de afperser aan Johnson & Johnson, de fabrikant van de pijnstiller Tylenol. ‘Cyanide werkt snel. Er is maar heel weinig nodig. En dan is er niets meer tegen te doen.’ De onbekende dader, die een miljoen dollar losgeld eist, heeft de daad dan al bij het woord gevoegd. Eind september 1982 zijn er in de regio Chicago zeven dodelijke slachtoffers gevallen. Ze blijken stuk voor stuk een Extra-Strength capsule te hebben genomen van Tylenol, de Amerikaanse variant op Paracetamol. En daarin zat een dodelijke dosis cyanide.

De zaak rond de Tylenol-moorden lijkt klip en klaar: zodra de afperser is gevonden, kan ook het dossier worden gesloten. Deze driedelige serie van Yotam Guendelman en Ari Pines draagt echter niet voor niets de titel Cold Case: The Tylenol Murders (117 min.). Het is namelijk bepaald geen uitgemaakte zaak dat deze ‘Robert Richardson’ inderdaad doelbewust enkele willekeurige Amerikanen heeft vergiftigd. ‘Het was maar een stukje papier’, stelt hij zelf over die chantagebrief. ‘Papier doet niemand pijn.’ Met de moorden zelf heeft Richardson niets van doen. Zegt ie. In hoeverre is het Big Pharma-bedrijf Johnson & Johnson zelf misschien betrokken bij de kwestie?

Vaardig wordt de kijker in deze typische true crime-productie met verhaalwendingen, cliffhangers en de introductie van nieuwe personages en deelverhaaltjes op het verkeerde been gezet, bij de les gehouden en door elkaar geschud. Zoals dat gaat in dit soort docu’s, waarin van de werkelijkheid een smeuïge vertelling wordt geboetseerd. Het is al met al ook wel een bizarre geschiedenis, waarin nog meer slachtoffers vallen en die wel eens groter zou kunnen zijn dan één enkele man met snode plannen. De kwestie blijft ondertussen ook voor meerdere interpretaties vatbaar. Diezelfde werkelijkheid laat zich nu eenmaal niet altijd plooien tot een mooi afgerond verhaal.

Tegelijkertijd kan zo’n misdaad wel degelijk lonen, althans voor de mensen die in staat zijn om er een goed verhaal van te maken. Met deze miniserie lijkt het productiebedrijf van documentairemaker Joe Berlinger – nadat in het najaar van 2024 al Cold Case: Who Killed JonBenét Ramsey? werd uitgebracht – in elk geval weer een nieuwe crimeserie te zijn begonnen. Berlinger, die zelf op z’n minst één onvervalste genreklassieker (de Paradise List-trilogie) op zijn naam heeft staan, runt ook al de Crime Scene– en Conversations With A Killer-reeksen op Netflix. Bittere pillen, die zoals in The Tylenol Murders, als niet te versmaden snoepjes worden uitgedeeld.

A Dangerous Boy

Siggi Hakkari (l) en Julian Assange (r) / c: Allen Clark

‘Is this the most dangerous man in Iceland?’ schreeuwt de cover van The Reykjavik Grapevine op 19 juli 2013. Op de bijbehorende levensgrote foto staat Sigurdur Thordarson alias Siggi The Hacker, een twintigjarige computernerd die betrokken is geraakt bij het WikiLeaks-schandaal. Als IJslandse rechterhand van Julian Assange, de oprichter van de omstreden klokkenluiderssite (en hoofdpersoon van We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks), was Siggi direct betrokken bij de verspreiding van de beruchte Collateral Murder-video. Hij zou daarnaast echter ook als stiekeme informant voor de FBI hebben gefungeerd en diezelfde Assange hebben overgeleverd aan de Amerikaanse veiligheidsdienst.

De documentaire A Dangerous Boy (89 min.), waarvoor filmmaker Ole Bendtzen negen jaar lang heeft gefilmd met Siggi, start in 2014 als hij in de gevangenis van Reykjavik zit. ‘Ik hoop dat ik een goede ‘bad guy’ blijk te zijn’, zegt hij dan. Thordason is veroordeeld vanwege (betaalde) seks met een minderjarige jongen. Het leeftijdsverschil tussen hen was volgens de hacker echter maar anderhalf jaar. En hij heeft hem ook niet betaald, zegt hij, maar simpelweg enkele geschenken gegeven. De vraag rijst: zijn de beschuldigingen tegen Sigurdur misschien een afrekening, omdat hij via WikiLeaks – en eerder ook al via de reguliere IJslandse media – misstanden aan het licht heeft gebracht?

Julian Assange verblijft vanwege beschuldigingen van seksueel geweld immers ook al jarenlang in de Ecuadoriaanse ambassade te Londen, het onderwerp van de documentaire Ithaka: A Fight To Free Julian Assange, om zo uitlevering naar de Verenigde Staten te voorkomen. Siggi’s moeder Ragnheidur Sigurdardóttir, bodyguard Dan Sommer en advocaat Vilhjálmur Vilhjálmsson sluiten zeker niet uit dat ook hij erin is geluisd. Duidelijk is dat de jeugdige hacker de verkeerde mensen tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Maar of dat de aanklachten van negen afzonderlijke tienerjongens verklaart? En in hoeverre is Siggi Hakkari eigenlijk verantwoordelijk voor de suïcide van één van hen?

Zulke suggesties blijven in elk geval niet zonder gevolgen. Als Thordason de gevangenis mag verlaten, staat hij te boek als crimineel en pedofiel. Hij wordt persona non grata in zijn eigen land. Gaandeweg komt er in dit intrigerende portret, naast het slachtoffer van wel hele bijzondere omstandigheden, echter ook een andere Siggi naar voren: een geboren manipulator, die ervoor zorgt dat hij, goedschiks dan wel kwaadschiks, krijgt wat hij wil. Bendtzen weet niet meer wat hij moet geloven – ook omdat WikiLeaks eveneens duchtig twijfel zaait – maar blijft in contact met Siggi, die zijn omgeving bespeelt als The Puppet Master, de oplichter uit een Netflix-docu waaraan hij zich spiegelt.

Een gevaarlijke jongen was hij altijd al. Op de basisschool hackte Sigurdur Thordarson bijvoorbeeld een schoolcomputer om de cijfers te verlagen van klasgenoten die hij niet mocht. Inmiddels lijkt Siggi het kinderspel voorbij en is het steeds de vraag op welke borden hij schaakt, met/tegen wie en wie van hen er dan schaak(mat) wordt gezet.