King Of The Apocalypse

SkyShowtime

Zou iemand hebben vermoed toen Stewart Rhodes als dertiger begon te studeren aan de prestigieuze Yale Law School en een scriptie schreef over hoe de Amerikaanse regering de grondwet had uitgehold na 11 september 2001, dat hij zo’n twintig jaar later, na een aanval op diezelfde Amerikaanse democratie, zou worden beschuldigd van ‘opruiende samenzwering’?

Rhodes was al in de dertig en getrouwd toen hij ging studeren. Hij zou in totaal zes kinderen krijgen. En die voedde hij op met de voorspelling dat het einde der tijden aanstaande was. De aangekondigde Dag des Oordeels bleef alleen uit, constateert zijn zoon Dakota Adams droog. Hij fungeert als verteller van deze documentaire van Daniel Vernon, die werd vernoemd naar de bijnaam die Rhodes kreeg van zijn kinderen: King Of The Apocalypse (87 min.). Pappie Wappie – al wordt ie daarmee ook tekort gedaan.

Adams, ondersteund door zijn moeder Tasha en zus Sedona, doet zijn verhaal vanachter een laptop, met een headset waarmee hij in beeld zijn verbindende voice-overs inspreekt. Hij noemt zijn vader consequent ‘Stewart’, waarschijnlijk om afstand tussen hen te scheppen. Vernon lardeert dit persoonlijke relaas met familiefoto’s en -video’s, archiefbeelden en campy filmfragmenten, die de plank soms een beetje misslaan. Waardoor de gekozen vertelvorm ook de kijker van deze film soms op afstand zet.

Dakota schetst een scherpslijper die steeds verder radicaliseert, zich ronduit paranoïde begint te gedragen en zo het gezin terroriseert. Totdat het leven in hun huis te Trego, Montana, ondraaglijk is geworden voor de anderen. In 2009 heeft zijn vader intussen Oath Keepers opgericht, een extreemrechtse en gewelddadige anti-overheidsmilitie. En daarmee zal Stewart Rhodes ook een sleutelrol spelen bij de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021, die hij mede zou hebben gepland en gecoördineerd.

Verder volgt Daniel Vernon hoe ’t hem in de periode daarna vergaat, als hij vanwege zijn rol in de aanval wordt gearresteerd en berecht. Die kwestie heeft ook een persoonlijke dimensie: Rhodes’ eigen gezinsleden zijn doodsbang voor hem en willen graag dat hij vast blijft zitten. Vernon belicht verder de rol van wapens in het gedachtegoed van ultrapatriottische Amerikanen zoals Rhodes en zoomt in op een paar van zijn geestverwanten, Michael ‘Whip’ Simmons en Mike Dunn van The Boogaloo Bois.

Hoewel King Of The Apocalypse weer uiterst actueel is, nu Donald Trump is begonnen aan zijn tweede ambtstermijn als president en de sleutelfiguren van de bestorming van het Capitool amnestie heeft verleend, wil de documentaire niet echt beklijven. Daarvoor hinkt de film op te veel gedachten. Vernon heeft ook moeite om de juiste toon te vinden en vast te houden en het dramatische verhaal van de Rhodes-familie, dat nu weer een nieuw hoofdstuk krijgt, met gepast drama en urgentie uit te serveren.

Tehachapi

IDFA

Rechtvaardigt de magie van JR’s kunst nóg een documentaire? Ná de weldadige roadmovie Visages Villages (2017), waarin de fotograaf met nouvelle vague-pionier Agnès Varda door het Franse platteland reisde, gewone mensen tot iconische proporties opblies en vervolgens in en aan hun directe omgeving liet zien. En ná het joyeuze portret Paper & Glue (2022) waarin de opkomst van die biculturele jongen uit een Parijse achterstandswijk als alom gevierd straatkunstenaar werd gedocumenteerd en enkele signatuurprojecten, bijvoorbeeld in een Braziliaanse favela en op de Amerikaans-Mexicaanse grens, nog eens goed werden uitgelicht.

In die film was ook al te zien hoe JR met veertig langgestraften van de Californische gevangenis Tehachapi  (93 min.) in de weer ging om de binnenplaats te bedekken met een enorm groepsportret. Deze vervolgfilm concentreert zich volledig op dit hartveroverende project, dat natuurlijk nog verder wordt uitgebouwd en uitgediept. JR zoomt tevens in op enkele gedetineerden – bendeleden, ‘white supremacists’ en huurmoordenaars – die hun persoonlijke relaas delen en de beschadigde relatie met hun achterban proberen te herstellen. Zijn initiatief doet hen allen duidelijk goed.

En daar zit hem ook meteen de kneep bij deze film, die wel heel nadrukkelijk de zegeningen van JR’s (inderdaad onweerstaanbare) kunst telt. Tehachapi dreigt in de tweede helft soms nét iets te vaak een ongebreidelde goed nieuwsshow of verlengstuk van JR’s promocampagne te worden, die alleen nog even flink dwars wordt gezeten door het Coronavirus. Iets meer duiding, distantie en wellicht ook gewoon tijd – om te zien hoe ‘t zijn protagonisten op de wat langere termijn vergaat – hadden deze derde JR-docu beslist goed gedaan.

Dit laat onverlet dat ook Tehachapi weer ‘gewoon’ een onweerstaanbaar pleidooi voor (mede)menselijkheid is geworden, waar droefsnoeten, zwartkijkers en treurwilgen even moed uit kunnen putten. Zo bezien: graag elk jaar een nieuw JR-project met film – al mag ie die dan ook door een ander laten regisseren.