John Lennon: Murder Without A Trial

vanaf 6 december op Apple TV+

Een ‘journey into the mind of a killer’, belooft verteller Kiefer Sutherland bij aanvang van John Lennon: Murder Without A Trial (118 min.), een driedelige docuserie van Nick Holt over de geruchtmakende moord op de voormalige Beatle op 8 december 1980. De serie begint echter met een minutieuze reconstructie van John Lennons laatste uren en de dood die de wereld schokte, waarbij de persoonlijkheid van de verdachte, Mark David Chapman, nauwelijks aan de orde komt.

Holt heeft daarbij de beschikking over een indrukwekkende collectie ooggetuigen, die vaak voor het eerst in de openbaarheid treden: een radioproducer (die Lennon op z’n sterfdag interviewde, zijn eerste vraaggesprek in vijf jaar), Lennons producer Jack Douglas (die op de dag zelf zijn allerlaatste studio-opnamen begeleidde en zich nog altijd schuldig voelt dat hij hem alleen thuis heeft afgezet en niet is meegelopen tot aan de deur) en de portier van het Dakota Building waar Lennon woonde met zijn partner Yoko Ono (die buiten een vreemde handtekeningenjager ontwaarde en aansprak).

Verder komen in de eerste aflevering ook een taxichauffeur (die Chapman naar de plaats delict vervoerde), zijn collega (die ooggetuige was van de vijf schoten die werden afgevuurd op Lennon), de conciërge van het gebouw (die de gevierde muzikant in doodsnood opving en naderhand bedekt was met zijn bloed), de eerste politieagenten ter plaatse (die de moordenaar in de boeien sloegen), de verpleegkundigen en arts van de Eerste Hulp van het Roosevelt Hospital (die Lennon probeerden te reanimeren) en de New Yorkse rechercheur (die de verdachte als eerste moest gaan ondervragen).

In deel 2 komt dan de ‘killer’ in beeld, die bij zijn aanhouding een kopie van J.D. Salingers klassieke roman The Catcher In The Rye omhoog hield. ‘Weet je wel wat je hebt aangericht’ vraagt politieagent Tony Palma hem even later. Hij kan zich de respons nog woordelijk herinneren. ‘Ja, ik heb mezelf gedood, want ik ben John Lennon.’ Palma moet zich volgens eigen zeggen bedwingen om hem niet het raam uit te gooien. Later zegt Chapman, in geluidsopnamen van zijn verhoren, dat hij na de moord in Holden Caulfield, de getormenteerde hoofdpersoon van The Catcher In The Rye, zou veranderen.

Is deze man toerekeningsvatbaar? luidt dan de vraag voor de slotaflevering. Openbaar aanklager Kim Hogrefe is overtuigd van wel. Hij weigert nog altijd om diens naam uit te spreken, overtuigd dat het Chapman om de roem te doen was. ‘s Mans verdedigingsteam houdt echter staande dat hij krankzinnig is en niet in staat om berecht te worden. En dan zet deze docuserie eindelijk helemaal in op het nader onderzoeken van wie Mark David Chapman nu eigenlijk is, bijvoorbeeld met zijn ex-vriendin Jessica Blankenship. Zij kan getuigen over ’s mans innerlijke demonen en inzinkingen.

Trefzeker en relatief sober schetst deze miniserie zo een indringend beeld van de achtergronden bij de moord op John Lennon, een wereldwijd icoon dat ten prooi valt aan de wanen van een dolende geest. Lennons wake in het New Yorkse Central Park wordt overigens bijgewoond door een man, die de commotie met bijzondere interesse heeft gevolgd. John Hinckley Jr. heeft ook een exemplaar van The Catcher In The Rye, een ongezonde liefde voor actrice Jodie Foster én snode plannen met de nieuwe Amerikaanse president, die hij enkele maanden later ook ten uitvoer zal brengen.

JFK: Destiny Betrayed

Hij heeft de schijn enigszins tegen. In de speelfilm JFK uit 1991 tuigde Oliver Stone met veel bravoure een enorm complot op rond de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy op 22 november 1963. Lee Harvey Oswald, die in het officiële onderzoek van The Warren Commission werd aangemerkt als de ‘lone gunman’, zou in werkelijkheid slechts een zondebok zijn geweest. JFK was in Stone’s vertelling uit de weg geruimd door een samenzwering van de CIA, maffia en anti-Castro activisten.

Oliver Stone’s paranoïde real life-thriller, waarin fictie en non-fictie virtuoos werden vervlochten, veroorzaakte heel wat commotie en dwong de Amerikaanse overheid in de navolgende jaren om allerlei officiële documenten rond de moord vrij te geven. Voor Stone is dat aanleiding om de zaak opnieuw onder de loep te nemen in de vierdelige docuserie JFK: Destiny Betrayed (236 min.). Bewandelt hij daarin het welbekende pad? Geeft hij ongelimiteerd een podium aan gestaalde complotdenkers? Of durft de befaamde regisseur ook zijn oorspronkelijke aannames kritisch te bevragen (en is hij zelfs bereid om zo nodig op zijn schreden terug te keren?)

De gebeurtenissen voor en na de moord op Kennedy, waarbij de actrice Whoopi Goldberg als verteller fungeert, roepen nog altijd veel vragen op. En die worden ook allemaal weer gesteld: over Oswalds vermeende wapen, zijn alibi, ’s mans avonturen in de Sovjet-Unie, de zogenaamde Zapruder-film van de moord, Kennedy’s autopsie, de liquidatie van Oswald zelf, diens connectie met extreemrechtse figuren en de zeer omstreden ‘magic bullet theory’ (de basis voor de officiële conclusie dat de president door één enkele schutter zou zijn gedood). Ondanks wat nieuw bewijsmateriaal verkoopt Stone hier toch vooral oude wijn in nieuwe zakken, verteld bovendien door usual suspects en een nieuwkomer zoals de zoon van John Kennedy’s eveneens vermoorde broer en minister van justitie Bobby Kennedy. Deze Robert Kennedy Jr. heeft in de afgelopen jaren overigens een geduchte reputatie als complotdenker opgebouwd.

Een update van Stone’s eigen speelfilm dus, waarvan hij soms ook gewoon een ronkende scene gebruikt. Definitieve antwoorden blijven uit. Natuurlijk. In de Kennedy-moordzaak, de moeder aller complottheorieën, is er inmiddels zóveel rook dat het vrijwel onmogelijk is om vast te stellen waar het vuur is – áls er al ooit vuur is geweest (behalve een schokkende politieke aanslag). Het interessantst wordt deze miniserie als Oliver Stone zich richt op Kennedy’s buitenlandbeleid, waarbij Donald Sutherland (Mr. X uit JFK) de voice-over verzorgt. De jonge politicus kwam al vóór zijn presidentschap in botsing met hardliners binnen de Amerikaanse overheid, die een veel agressievere politiek voorstonden. En de CIA, de buitenlandse inlichtingendienst, speelde daarin weer een sleutelrol.

Daar vindt Stone, die Kennedy overigens wel erg veel idealisme toedicht, ook nog altijd het motief voor de moord. Dat klinkt ronduit grotesk: een overheidsdienst die zijn eigen ‘commander in chief’ uit de weg ruimt. Tegelijkertijd hield de CIA zich in diezelfde periode zonder twijfel bezig met vuile zaakjes. De pogingen om Fidel Castro, de communistische leider van Cuba, koud te maken zijn inmiddels uitgebreid gedocumenteerd. En de buitenlandse veiligheidsdienst zou ook betrokken (kunnen) zijn geweest bij de moord op de Congolese president Patrice Lumumba, het fatale vliegtuigongeluk van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Dag Hammarskjöld en – later – het afzetten van de Chileense president Salvador Allende. De CIA was zeker – daarover kan geen misverstand bestaan – in staat om tegenstanders uit de weg te ruimen.

Of de moord op John F. Kennedy een ingenieus complot was of toch het werk van een doorgedraaide eenling? Voor een buitenstaander is dat nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat Oliver Stone nog altijd op hetzelfde spoor zit als ruim twintig jaar geleden, vooral nieuw bewijs heeft gezocht voor zijn eigen theorieën (bijvoorbeeld een schaduwkiller, Thomas Arthur Vallee, met min of meer hetzelfde profiel als Oswald) en geen serieuze poging heeft gedaan om de kritiek daarop ook te incorporeren.

I, Sniper

Vice

‘Je hebt het gevoel dat je de families in de steek hebt gelaten.’ Steve Bailey veegt zijn tranen weg. De Amerikaanse agent heeft destijds de auto van het tweetal, met de spotter achter het stuur en zijn scherpschutter in de achterbak, staande gehouden, maar had niet door wie hij voor zich had. Uiteindelijk liet hij ze toch weer verder rijden. ‘We hadden ze’, constateert Bailey geëmotioneerd. ‘Mijn fout.’

De volstrekte willekeur van de moorden maakte het een stuk lastiger om hen in de kraag te grijpen. Natuurlijk, ze hadden een motief. Vooral hij, de 41-jarige Golfoorlog-veteraan John Muhammad. Lee Malvo, de Jamaicaanse tiener die daadwerkelijk de trekker overhaalde, was niet meer dan een werktuig. De dodelijke slachtoffers die ze samen maakten hadden feitelijk maar één ding gemeen: ze waren op het verkeerde moment op de verkeerde plek.

In het najaar van 2002, ruim een jaar na de aanslagen van 11 september 2001 en enkele maanden voor de Amerikaanse inval in Irak, begon het duivelse duo aan zijn beulswerk. Ze zouden uiteindelijk een hele serie dodelijke slachtoffers maken in de omgeving van Washington. Gewone, volstrekt onschuldige mensen. Op laffe wijze afgemaakt. Tankend bij het benzinestation. Zittend voor hun eigen huis. Of rustig het gras maaiend. Vermoord omdat Muhammad zijn woede op de wereld moest koelen en de outcast Malvo als was in diens handen was.

Vanuit de Red Onion State Prison te Virginia doet die laatste nu, via gesprekken met de gevangenistelefoon van maximaal een kwartier, zijn relaas in I, Sniper (308 min.). Daartegenover staan de huiveringwekkende verhalen van overlevenden, nabestaanden en politiemensen die jacht op hen maakten. De filmmakers, onder leiding van regisseur Ursula Macfarlane, hebben zich bovendien toegang verschaft tot ex-geliefden, familieleden en vrienden van het moordduo. Zij kunnen van binnenuit hun totale ontsporing duiden.

Deze achtdelige documentaireserie schetst hoe de terreurcampagne van Muhammad en Malvo huishoudt in de betrokken gemeenschap. Er ontstaat bijvoorbeeld een massale klopjacht op een man uit het Midden-Oosten en een kleine witte truck, terwijl de verdachten in werkelijkheid zwart waren en rondreden in een donkere Chevrolet Caprice. Schietend, welteverstaan. Alsof ze op een militaire missie waren. Maar tegen wie of wat? En hoe zijn ze gekomen tot hun ogenschijnlijk willekeurige wraakactie? Is er een levenspad denkbaar dat op een logische manier naar dit soort blinde woede leidt?

I, Sniper is groots aangepakt, dramatisch getoonzet en meeslepend gemonteerd. Een tragische geschiedenis die zich stap voor stap ontvouwt, steeds spannender wordt en onderweg ook aan diepte en betekenis wint. Totdat het drama in zijn volledige omvang zichtbaar is geworden. Geen gemakzuchtige trashy true crime dus, maar een gelaagd psychologisch portret van een jeugdige scherpschutter, diens getormenteerde leermeester en de wereld die zij ongenadig opschudden, met talloze verwoeste levens tot gevolg. Een vrijwel vergeten schokgolf die een kleine twintig jaar later hier en daar nog altijd nadreunt.