Mo Ihattaren – De Beproeving

Act Of Sports / BNNVARA

Op het dieptepunt weegt hij 117 kilo. De kans op een carrière als topvoetballer lijkt enkele jaren geleden definitief verkeken voor Mohamed Ihattaren. Het voormalige supertalent is begin twintig en lijkt toch al volledig uitgerangeerd. De ‘slapzak eerste klas’, aldus Johan Derksen, heeft ‘t helemaal verknald bij topclubs als PSV, Juventus en Ajax en wordt alom uitgekotst. Geen club wil zijn vingers nog branden aan het Marokkaans-Nederlandse enfant terrible.

En dan besluit hij er toch nog een keer vol voor te gaan. Ondersteund door zijn eigen ‘Team Mo’, onder leiding van oud-speler José Fortes Rodriguez. Personal trainer Jivan Akihary probeert Ihattaren lichamelijk helemaal fit te krijgen, mental coach Bram Bakker bekommert zich om de geestelijke kant. En Koen Veenstra en Ricardo Kishna zorgen voor de dagelijkse begeleiding. Hij beschikt van zichzelf niet over de juiste mindset, windt Kishna er geen doekjes om in Mo Ihattaren – De Beproeving (55 min.). ‘Anders had ie ons allemaal niet nodig gehad.’

Getuige deze heel aardige docu van Joel van den Heuvel en Tim van Maanen is Mo’s grote steun en toeverlaat echter zijn oudere broer Yassir. Hij voedde hem zowat op, ging altijd mee naar Eindhoven toen Mohamed in de jeugd van PSV speelde en fungeert nog altijd als een soort vaderfiguur voor hem. Zeker nadat hun vader Mostapha na een lang ziekbed, waarbij Mo veelal weg was gehouden, in 2019 overleed, probeerde hij hem samen met moeder Ihattaren op koers te houden. De dood van het gezinshoofd markeerde overigens meteen de start van hun oogappels neergang.

Er is destijds, dat maakt deze film wel duidelijk, erg hard geoordeeld over de tiener die en plein public moest opgroeien en rouwen. Zodra hij over zijn vader spreekt in De Beproeving oogt die ogenschijnlijk nét iets te arrogante Mo al snel weer als een beschadigd joch, dat geen raad weet met zijn gevoelens. ‘Ik ben een emotievreter’, bekent hij onomwonden. Het Utrechtse raspaardje kan echter ook grappen over de tijd dat een voetbalcarrière verder weg leek dan ooit. ‘Op een gegeven moment wilde ik bijna naar de Hunkemöller gaan, om beha’s te passen.’

Ihattaren, die na enkele jaren weer thuis bij zijn moeder woont, krijgt dan echt iets ontwapenends. In de juiste omgeving, tussen de juiste mensen, is het helemaal geen slecht jong. Dat spreekt ook uit de warme woorden die Mark van Bommel, jarenlang zijn trainer bij PSV, nog altijd aan hem wijdt. Hij heeft de mens en de voetballer Mohamed Ihataren, die zich via RKC Waalwijk naar een contract bij eredivisieclub Fortuna Sittard heeft geknokt, duidelijk nog niet opgegeven – hoe sceptisch Johan Derksen, ooit één van de mannen die hem over het paard tilde, daarover ook is.

Dit portret is ongetwijfeld bedoeld om het joch Mo achter het %#@-ventje Ihattaren vandaan te halen. Zodat de allerlaatste kans voor deze potentiële topspeler ook daadwerkelijk kans van slagen heeft. Hij bezoekt daarin verder zijn eerste club S.V. Houten, laat zich als een eregast onthalen op een kickboksgala en geeft alles wat ie in zich heeft tijdens een bokstraining. En hij gaat, in het kader van zijn persoonlijke herbronning, naar Al Hoceima in Marokko, om het graf van zijn vader zaliger te bezoeken. Om nog eens goed te beseffen waarvoor – en voor wie – hij ’t doet.

Toxic

Brabant+

Achteraf bezien was het volgens José van de Vliets broer Albert een veeg teken dat ze op die dag in 2012 haar vlucht miste. Want aan India had de 35-jarige Brabantse vrouw haar hart verpand. Met een eigen hulporganisatie probeerde ze leprapatiënten en minder validen te ondersteunen. Nu had José alleen helemaal geen zin om het vliegtuig in te stappen. Want hij ging ook mee, de man die haar leven al een hele tijd onmogelijk maakte en die er ook voor zou zorgen dat die vlucht naar India haar allerlaatste zou worden.

De vijfdelige docuserie Toxic (115 min.) van Nicole Theuns en Ricardo Paz Belvis is een eerbetoon aan het veel te korte leven van José van de Vliet (1976-2012), een reconstructie van hoe dat reislustige bestaan voorgoed werd ontregeld door haar relatie met de Limburgse controlfreak Remco en een overzicht van de gevolgen daarvan. Want, zoals wijlen Peter R. de Vries placht te zeggen: een moord kost meer levens. En dus bezweek José’s moeder Mien bijna onder haar gemis, verdronk haar echtgenoot zijn verdriet tot hij eraan kapot ging en moest hun zoon en José’s broer Albert, ofwel de bekende PSV-fan Appie, naar ‘agressieregulatietherapie’.

En ook haar vriendinnen Ellen en Anita zijn nog altijd lamgeslagen door wat hun maatje José op 21 maart 2012 is overkomen in de Indiase tempelstad Mahabalipuram. ‘Waarom heb je me niet in vertrouwen genomen?’ vraagt Ellen zich regelmatig af. ‘Waarom kon ik je niet helpen?’ Toch kwam dat drama aan de andere kant van de wereld, achteraf bezien, bepaald niet uit de lucht vallen. In 2010 was José al eens zonder bericht een half jaar in India gebleven, in plaats van de geplande zes weken. Later bleek dat ze in het ziekenhuis was beland, waarschijnlijk omdat ze door Remco was mishandeld. Pas naderhand vielen alle puzzelstukjes echter in elkaar.

Theuns en Paz Belvis hebben dit schrijnende familieverhaal opgeknipt in vijf hoofdstukken van ongeveer twintig minuten. Die ogen als een klassieke true crime-productie, met duistere beelden, een onheilszwangere soundtrack, de verplichte deskundigen (hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter, voormalig cold case-rechercheur Leo Simaïs en forensisch patholoog Bela Kubat) én een archetypische engerd, die onherkenbaar in beeld wordt gebracht. Een man van wie het Anita al bij de eerste ontmoeting opviel hoe hij José claimde – al kan die herinnering natuurlijk ook een beetje zijn gekleurd door wat hij later heeft aangericht.

Vanaf aflevering 4 krijgt de miniserie ineens een ander karakter als de filmmakers namens de familie op onderzoek uitgaan en de hand weten te leggen op een deel van het oorspronkelijke politiedossier. ‘Sommige dingen zullen voor jou wel pittig zijn, denk ik’, waarschuwt Theuns dan José’s broer Albert, die vervolgens voor de camera wordt geconfronteerd met allerlei details van het misdrijf – niet héél subtiel – en daarna meer informatie over de dader krijgt toegespeeld. Een maand later vertrekt zij naar India om als een vrouwelijke variant op Peter R. de Vries zelf poolshoogte te gaan nemen en liefst ook Remco K. in beeld ter verantwoording te roepen.

Het wordt de tamelijk ongemakkelijke apotheose van een tragisch verhaal over een toxische relatie die op de ergst denkbare manier is geëindigd.

Pathological: The Lies Of Joran van der Sloot

Videoland

Voor Nederlandse misdaadverslaggevers is Joran van der Sloot in de afgelopen twintig jaar ‘the gift that keeps on giving’ gebleken. Hij ontkende eerst in alle toonaarden dat hij schuldig was aan de verdwijning van Natalee Holloway, wilde vervolgens onder druk nog wel eens flink uit zijn slof schieten en liet zich uiteindelijk tóch in de kaarten kijken. Wat heeft een Amerikaanse true crime-docu dan nog te bieden? Behalve de verplichte journalisten, schrijvers en juristen, overspannen muziekjes en cliffhangers en een psychologe, die eerst zegt dat het natuurlijk niet de bedoeling is dat mensen zoals zij publieke figuren gaan analyseren en dan precies dat gaat doen? In elk geval, al even flauw, een andere naam voor de door haar als ‘psychopaat’ gekwalificeerde diabolische jongeling: Jorén vénder Sloet.

Pathological: The Lies Of Joran van der Sloot (94 min.) vertelt twee parallelle verhalen, waartussen exact vijf jaar zit: de verdwijning van de Amerikaanse tiener Natalee Holloway op Aruba op 30 mei 2005 en de moord op Stephany Flores in Peru op 30 mei 2010. Met direct betrokkenen zoals Natalee’s broer Matt en Stephany’s vader Ricardo, vrienden, ooggetuigen en politiemensen brengt regisseur Christopher Cassel de gebeurtenissen in de twee geruchtmakende zaken in kaart. Het duurt bijna drie kwartier voordat daarbij Peter R. de Vries, die in Nederlandse ogen toch een essentiële rol heeft gespeeld in Van der Sloots ontmaskering, voor het eerst opduikt: als hij een bekentenis van Joran heeft verkregen via een verborgen camera-actie met diens ‘vriend’ Patrick van der Eem.

Daarmee komt de verziekte relatie tussen de manipulatieve Nederlander, altijd op zoek naar geld, en de gulzige media pas echt op gang: Joran van der Sloot zorgt ervoor dat hij permanent in de aandacht blijft staan, voedt journalisten de meest bizarre verhalen en probeert daar dan een slaatje uit te slaan. Na een interview in Thailand ontvangt de bekende Fox News-journaliste Greta van Susteren bijvoorbeeld doodleuk een berichtje van hem. ‘Alles wat ik je zojuist heb verteld was een leugen. Ik deed het gewoon voor het geld.’ Het vraaggesprek wordt desondanks gewoon uitgezonden. Fox meldt er alleen bij dat ze Joran inderdaad, een journalistieke doodzonde, voor zijn bijdrage hebben betaald. En de rest van de wereld, in het bijzonder Natalee’s nabestaanden, tast verder in het duister.

Nieuwe inzichten heeft deze misdaaddocu intussen niet te bieden. Joran van der Sloots verhaal wordt wel netjes achter elkaar gezet. En dat krijgt in de gevangenis in Peru, tot afgrijzen van de familieleden van zijn slachtoffers, nog een nieuwe dimensie als hij trouwt met de plaatselijke jonge vrouw Leidy Figueroa en ook vader wordt van haar kind. Even later meldt zich overigens ook nog een vriendin die hij in de cel heeft opgedaan. ‘Ik voel een enorme liefde voor Joran’, zegt deze Eva Pacohuanaco, die beweert dat ze in eerste instantie niet op de hoogte was van zijn misdrijven. ‘Maar het zou beter zijn geweest als ik hem nooit had ontmoet.’ Want Eva zal nog flink in de problemen komen als ze wordt betrapt met cocaïne, die ze op verzoek van Joran de gevangenis in zou hebben gesmokkeld.

Hoewel psychologische duiding van mensen die hem écht goed kennen achterwege blijft, wordt Jorén vénder Sloet in Pathological neergezet als een klassieke psychopaat. Anderen lijken voor hem niet meer dan poppetjes in zijn spel. Voor deze degelijke, soms nét iets te vet aangezette docu geldt in wezen hetzelfde: Jorans slachtoffers worden nooit meer dan bijvangst bij portretteren van een levensgevaarlijke ’creep’. In 2023 wordt Van der Sloot uiteindelijk uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar hij een gedetailleerde bekentenis over Natalee aflegt. Haar moeder Beth accepteert zijn lezing van de feiten en is blij dat er eindelijk officieel een dader is aangewezen voor de verdwijning van haar dochter. Maar of het verhaal daarmee helemaal uit is en Joran nu werkelijk de complete waarheid heeft verteld?

Het zou bijna teleurstellend zijn als hij niet toch nog enkele kaarten in zijn mouw blijkt te hebben. Of wordt zelfs Joran mettertijd ‘the gift that stops giving’?

De Zaak-Rombley

KRO-NCRV

Het is een uit duizenden herkenbare openingsscène voor een true crime-productie: een gedetineerde man, gekleed in oranje gevangeniskleding, neemt plaats achter het veiligheidsglas en voor de camera. Hij beweert ten stelligste dat hij onschuldig is. En dat gaat de maker van deze productie, aan de andere kant van dat glas, dan onderzoeken. In de praktijk is die maker doorgaans overigens allang overtuigd geraakt van de onschuld van zijn hoofdpersoon. Hij gaat vooral op zoek naar ontlastend bewijsmateriaal of exploreert andere hypotheses over wat er mogelijk is gebeurd.

Die maker heet in dit geval Nick Felix. Zijn protagonist is Vernond Rombley. En die zit al bijna acht jaar (on)schuldig vast voor een overval met doodslag op Curaçao. Kortom: De Zaak-Rombley (114 min.), een driedelige serie die zich afspeelt op de Nederlandse Antillen. Van het team dat eerder in De Villamoord en De Pompmoord al mogelijke gerechtelijke dwalingen onderzocht. Deze serie heeft alleen geen centrale verteller en is ook wat exotischer, met veel aandacht voor de couleur locale en muziek. Het doel is nochtans hetzelfde: aantonen dat deze veroordeling op drijfzand is gebouwd. 

Behalve door vrienden en familieleden wordt Vernonds onschuld ook bepleit door professionals zoals psycholoog Lucio Ricardo, oud-politiechef Caribisch Nederland Jan Rooijakker, de bekende rechtspsycholoog Peter van Koppen en het Nederlandse advocatenechtpaar Carry en Geert-Jan Knoops (van het Innocence Project, de Nederlandse tak van het zogenaamde Innocence Network, waarbij mogelijke justitiële dwalingen opnieuw worden onderzocht). Aan een alternatieve theorie, over wie het dan wel zou(den) hebben gedaan, waagt Felix zich verder niet.

Het is overigens niet zo heel vreemd dat de plaatselijke politie na die gewelddadige overval op een Chinese minimarkt in Willemstad op 20 december 2014, waarbij de dertigjarige eigenaar Zufeng Li wordt doodgeschoten, is uitgekomen bij de destijds negentienjarige Rombley. In appjes naar meerdere meisjes heeft de jongen zelf de moord geclaimd. Bluf, zegt hij daarover nu, vanuit de gevangenis waar hij een straf van vijftien jaar uitzit. Rombley is ook nooit eerder in aanraking geweest met justitie. Hij deed zich destijds alleen graag voor als een coole gangster.

Met een combinatie van beveiligingscamera-materiaal en reconstructiebeelden, analyses van het politiedossier, WhatsApp-verkeer en getuigenverklaringen en sprekende animaties ontmantelt deze miniserie de zaak van de Antilliaanse justitie tegen Vernond Rombley en wordt die bovendien in z’n maatschappelijke context geplaatst. De Zaak-Rombley zit alleen wat ruim in z’n jasje. In de slotaflevering gebeurt in wezen niet zo heel veel meer, behalve dat de impact van de veroordeling op de inmiddels 27-jarige jongeling en zijn directe omgeving nog eens goed in de verf wordt gezet.

Later dit jaar komt Rombleys zaak opnieuw voor bij het Hof op Curaçao. Wordt dus vervolgd… In de rechtszaal en ongetwijfeld ook via nieuwe afleveringen van deze true crime-serie.

Rasti Rostelli: The Show Must Go On

Videoland

Marc Dutroux kostte hem bijna dertig jaar geleden zijn carrière. Althans, dat is de premisse van de tweedelige documentaire Rasti Rostelli: The Show Must Go On (84 min.), die toevallig wordt uitgebracht op het moment dat de ‘meesterhypnotiseur’ een comeback wil maken. Zijn drijfveren? Voormalig voorprogramma Hans Klok windt er geen doekjes om: ‘Ik denk geld. Want hij heeft altijd een hoop geld nodig. Maar misschien heb ik ‘t helemaal mis. Misschien hunkert hij wel naar de publieke aandacht.’

‘Ik heb meer dan vijftig- tot zestigduizend mensen gehypnotiseerd op het podium’, stelt de Arubaanse Nederlander Rasti Rostelli (echte naam: Roland van den Berg) over zijn glorieperiode in de jaren tachtig en negentig. De beelden daarvan spreken nog altijd tot de verbeelding: een goeroe-achtige verschijning laat hoogzwangere mannen op het podium bevallen, geeft enkele vrouwen ondraaglijke jeuk door een voodoopop te kriebelen en praat anderen aan dat ze helemaal naakt op het plankier staan. Verbijsterend, tussen hemel en aarde laverend topamusement! Of toch smakeloos en ethisch bijzonder twijfelachtig leedvermaak?

Dit gelikte portret past in een soort herwaardering van de goeroes/charlatans uit het recente verleden, die eerder al resulteerde in miniseries zoals Jomanda: Lady Of The Light en Op Hete Kolen: Het Leven Volgens Emile Ratelband. Het procedé is bekend: een omstreden hoofdpersoon, enkele intimi (zus Ilva van den Berg, jeugdvriend Glenn Pocorni, protégé Menno Bandini en neef/technicus Ricardo Tuinenburg Muis), een paar mediatypes die hem ter wille zijn geweest (Fayah Lourens, die door Rasti van haar wijnverslaving zou zijn afgeholpen, en de ‘Brutale Meiden’ Jennifer de Jong en Tatum Dagelet) en criticasters zoals hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does en Jan Willem Nienhuys van de Stichting Skepsis.

Regisseur Manon Hoornstra lardeert Rostelli’s comebackverhaal, dat nog wel wat open eindjes bevat, met spraakmakende fragmenten uit zijn vroegere shows, smeert de boel dicht met zo’n beetje de halve top 100 van de jaren tachtig en heeft daarnaast nog één uitgesproken troef achter de hand: de Vlaming Philippe Coppens. Als achttienjarige was hij in 1995 te gast bij een Rasti Rostelli-show in het Casino te Blankenberge. Nadat Coppens onder hypnose met ontbloot bovenlijf een showtje bleek te hebben weggegeven als ‘de beste danser van The Chippendales’, kreeg hij vrijkaarten om de dag erop terug te komen. Die gaf hij door aan twee vriendinnen met wie hij op vakantie was.

En zo kwam het monster dat Marc Dutroux heet in Rasti Rostelli’s leven.

Beste Meneer Bouterse

Amstelfilm

‘Een land dat zijn verleden niet onder ogen durft te komen heeft geen toekomst’, constateert de Surinaams-Nederlandse journalist Ananta Khemradj. Zij was nog niet geboren toen in 1982 de zogenaamde Decembermoorden plaatsvonden in Suriname. Deze traumatische gebeurtenis, waarbij vijftien tegenstanders van het bewind van president Desi Bouterse werden vermoord, splijt het land nog altijd in tweeën.

In de persoonlijke documentaire Beste Meneer Bouterse (63 min.) richt Khemradj rechtstreeks het woord tot de voormalige legerleider, ex-president en politiek leider van de NDP over de tweespalt in Suriname. ‘Ik snap niet dat u ervoor kiest het gezicht te worden van het land’, zegt ze bij beelden van hoe Bouterse wordt toegejuicht door zijn hondstrouwe aanhang. ‘Wetende dat u zoveel mensen pijn hebt gedaan.’

Terwijl ze door Suriname reist gaat Khemradj in gesprek met allerlei landgenoten. Van de huidige president Chan Santokhi en filmmaker Pim de la Parra, de man achter de eerste Surinaamse speelfilm Wan Pipel na de onafhankelijkheid in 1975, tot pro-Bouterse stemmen zoals oud-woordvoerder Ricardo Panka, NDP-jongere Raynel Enfield en voormalig minister Jennifer van Dijk-Silos.

De ‘Boutisten’ pleiten ervoor om de blik te richten op de toekomst, terwijl hun opponenten vinden dat die pas kan beginnen als er recht is gedaan aan het verleden. Daardoor zit het land in een patstelling en lopen veel Surinamers nog altijd op eieren wanneer ze worden bevraagd op politieke kwesties. Als Ananta Khemradj met jongeren wil praten over hoe het verder moet met Suriname stuit ze dan ook regelmatig op onwil, angst en boosheid.

Deze documentaire is bedoeld om een begin te maken met zoiets als nationale verzoening. Dat is erg hoog gegrepen voor één enkele film. En ook Khemradj’s poging om na een gesprek met Jan Pronk, de Nederlandse minister die destijds verantwoordelijk was voor Suriname’s onafhankelijkheid, toegang te krijgen tot vertrouwelijke stukken over de toedracht van de Decembermoorden, lijkt gedoemd om te mislukken.

Beste Meneer Bouterse is vooral een loffelijke poging om het maatschappelijke gesprek toch weer te openen en te bekijken hoe een nieuwe generatie Surinamers zich zou kan loswrikken van de traumatische geschiedenis, die het land nu al veertig jaar in verschillende facties verdeelt.

Another Day Of Life

Periscoop

Dwars door oorlogsgebied, terwijl de kogels om je oren fluiten en her en der slachtoffers vallen. Op zoek naar een mythische legercommandant, aan de andere kant van het land. Het uitgangspunt voor Another Day Of Life (85 min.) doet onwillekeurig denken aan Francis Ford Coppola’s Apocalypse Now (of het boek waarop die film is gebaseerd, Heart Of Darkness), waarin ene captain Willard onderweg is naar de diabolische Colonel Kurtz.

De Willard van deze grotendeels geanimeerde film is de Poolse oorlogsverslaggever Ryszard ‘Ricardo’ Kapuscinski, die in de jaren zestig en zeventig verslag deed van de vrijheidsstrijd in Afrika en Latijns-Amerika. ‘Armoede heeft geen stem’, zou hij daarover hebben gezegd. Na zijn terugkeer uit de voormalige Portugese kolonie Mozambique, die onafhankelijk verder wilde als Angola, schreef hij het boek Another Day Of Life.

De Kurtz in dat boek luistert naar de naam Farrusco. Deze generaal leidde in 1975 het socialistische rebellenleger MPLA, dat in het zuiden van het Afrikaanse land een burgeroorlog uitvocht met westers georiënteerde milities. Angola was zo’n beetje het allerlaatste Afrikaanse land dat zich los probeerde te maken van zijn kolonisator. En Kapuscinski was erbij om de vrijheidsstrijd van binnenuit op te tekenen. Als observator – en gaandeweg ook steeds meer als een soort participant.

De filmmakers Raúl de la Fuente en Damian Nenow laten de Angolaanse vrijheidsstrijd ruim veertig jaar na dato herleven als een naargeestige koortsdroom, waarin de protagonist als journalist en mens alle zeilen bij moet zetten om zich staande te houden in de zoveelste brandhaard van de Koude Oorlog. ‘Confusão’, zoals hij dat zelf noemt. Een staat van permanente desoriëntatie, die in deze hallucinante film op een weldadige manier wordt verbeeld.

Terwijl hij richting de frontlinie trekt, wordt Kapuscinski deelgenoot van bot oorlogsgeweld en ontmoet hij revolutionairen (zoals de bevlogen strijdster met het iconische Afrokapsel, Carlota) die hij later met zijn schrijfwerk aan de vergetelheid zal ontrukken. Sommige betrokkenen die Kapuscinski destijds vergezelden of te woord stonden komen zelf aan het woord in deze animatiefilm, die werd beloond met een European Film Award.

Deze mensen van vlees en bloed, gepaard aan levendige beelden van het huidige Angola, voorzien Another Day Of Life van een documentair karakter én een fikse dosis menselijke emotie.