Bad Axe

David Siev

Als het Coronavirus in maart 2020 het leven in de Verenigde Staten platlegt, komt ook het restaurant Rachel’s Food & Spirits van de familie Siev in Bad Axe (101 min.), een stadje in Michigan, in zwaar weer terecht. Alle volwassen kinderen van het Aziatisch-Amerikaanse gezin melden zich weer thuis, om een handje te helpen. Onder hen is ook zoon David Siev, een inmiddels in New York woonachtige filmmaker. Hij doet wat filmmakers in zo’n situatie doen en pakt zijn camera erbij.

In eerste instantie legt David vooral de innerlijke dynamiek in het familierestaurant vast. Tussen zijn ouders Chun en Rachel, zussen Jaclyn, Raquel en Michelle en hun partners. Als enkele zussen zich, in de nasleep van de dood van George Floyd, aansluiten bij een plaatselijk Black Lives Matter-protest en daarbij de degens kruisen met onherkenbaar vermomde en zwaarbewapende neonazi’s, komen er duistere krachten los in de kleine gemeenschap in Huron County.

Ineens voelen de Sievs zich niet meer veilig binnen de omgeving waarin ze altijd een centrale rol leken te spelen. Voor vader Chun is dit heel herkenbaar: tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer, die eindeloze ‘killing fields’ veroorzaakte in Cambodja, was hij zijn leven ook niet zeker. Chun vluchtte uiteindelijk naar het vrije westen en bouwde daar met keihard werken een nieuw bestaan op, niet wetende dat hij ruim veertig jaar later met ‘Asian hate’ te maken zou krijgen.

David Sievs film krijgt zijn eigen rol binnen die dynamiek. Hij confronteert Bad Axe ongenadig met zijn lelijke kanten, maar laat tevens de meningsverschillen binnen zijn eigen familie zien. Als de vrucht van hun gezamenlijke arbeid, Rachel’s, in zijn voortbestaan wordt bedreigd, lopen de spanningen flink op. Het resultaat is een aardige egodocu over hoe COVID-19, door president Trump regelmatig ‘the China virus’ genoemd, zomaar de verhoudingen in ‘smalltown America’ op scherp kan zetten.

Raquel Van Haver – De Vrouwen Van Mijn Land

NTR

‘De vrouwen van mijn land zijn zo mooi als een bloem’, zingt een vrouw in bezwerend Spaans in de openingsscène. ‘Ze zijn moedig en vastberaden. Ze verdienen, altijd, onze bewondering.’

Zulke Colombiaanse vrouwen kijken recht in de camera van kunstenares Raquel van Haver, die hen portretteert als moderne varianten op Maria. Deze foto’s gebruikt ze weer als basismateriaal voor haar in alle opzichten grote schilderijen, die zullen worden geëxposeerd in het Bonnefanten Museum in Maastricht.

Van Haver is zelf ook zo’n sterke Colombiaanse vrouw. Opgegroeid in Nederland, dat wel. Geadopteerd. Toen ze jong was, zegt ze in Raquel Van Haver – De Vrouwen Van Mijn Land (50 min.), moest ze zich gedragen als een blond meisje met blauwe ogen. In haar geboorteland zoekt ze weer verbinding met haar oorsprong. Zodat Van Haver (ook) weer Velasco kan worden.

De vanuit Amsterdam opererende kunstenares bezoekt bijvoorbeeld het weeshuis Fana Bogotá en komt daar oog in oog te staan met een foto van het driejarige kind dat ze ooit was. ‘Kunst heeft mijn leven gered’, vertelt ze aan de jongens en meisjes die nu in het tehuis verblijven.’ Ik hoop te laten zien, vooral aan de kinderen, dat kunst en muziek en dans zo belangrijk zijn, en goed voor je.’

Die kunst heeft haar volgens een ronkende recensie uit NRC Handelsblad, waarmee deze fraaie documentaire van Bibi Fadlalla start, inmiddels gemaakt tot een cultuurfenomeen dat je niet mag missen ‘als je midden in de maatschappij’ wilt staan. De film toont vervolgens gedetailleerd hoe Van Havers werk tot stand komt, inclusief de wereld die ze daarmee toegankelijk wil maken.

Die behelst op het eerste oog vooral ‘exotische’, onmiskenbaar Latijnse taferelen, maar verraadt tegelijkertijd ontegenzeggelijk Europese invloeden, vervat in de Madonna-achtige beelden die als koloniale erfenis in Zuid-Amerika zijn achtergebleven. Van Haver brengt deze elementen in haar kunst gloedvol tezamen. Zoals ze ook in haar persoon en achtergrond samen zijn gekomen.

Deze documentaire is tegelijkertijd een psychologisch portret van een belangwekkende nieuwe stem en een grondige introductie in haar intieme werk(wijze) als een exploratie van een uiteindelijk grenzeloze wereld. Aan het eind van de film zien we niet voor niets een krachtige Colombiaanse in haar eigen habitat: Raquel van Haver zelf, voor een flatgebouw in Amsterdam Zuidoost.

‘De vrouwen van mijn land zijn ze mooi als een bloem’, klinkt het helemaal tot besluit, in bezwerend gezang. ‘Ze zijn moedig en vastberaden. Ze verdienen, altijd, onze bewondering. Wees gegroet, Heer Koningin en Moeder. Moeder van genade.’