Wacht Maar Af

Komedia

Zou hij in het echt niet gigantisch zijn tegengevallen? ’t Was vast een fladderaar, die je nooit helemaal te pakken krijgt. Een gigantische zuipschuit, dat zeker. En waarschijnlijk ook een onverbeterlijke narcist. Emma Wijdeveld maalt daar niet om. Voor haar staat Ramses Shaffy op een metershoog voetstuk. Ze is dan ook zeker vijftien jaar te jong om haar grote held in levende lijve te kunnen ontmoeten. Emma was drie toen de flamboyante artiest op 79-jarige leeftijd overleed.

Via haar krijgt de zanger van klassiekers als Laat Me, Sammy en Mens Durf Te Leven een geheel nieuw leven. Er zit een ziel in zijn muziek, vindt zij. Emma Wijdeveld herkent zich ook in zijn manier van zijn. Hij durfde, kon en moest anders zijn. Zichzelf. En dat wil de Amsterdamse tiener, gewapend met ontwapenende stem en akoestische gitaar, ook wel, getuige Wacht Maar Af (50 min.), het warme portret dat (jeugd)documentairemaker Susan Koenen van haar maakte.

Via een soort poppenkast met uitgeknipte afbeeldingen van haarzelf, Ramses, Liesbeth List en haar afkeurende klasgenoten doet Emma haar eigen verhaal. Over haar liefde voor een artiest, die klasgenoten helemaal niet kennen. Sterker: waarmee ze haar bespotten. Die vorm werkt. Net als de manier waarop Koenen al even speels klassieke Shaffy-fragmenten, bijvoorbeeld uit de documentaire Ramses: OùEst Mon Prince, versnijdt met vergelijkbare beelden van zijn superfan.

Die liefde wordt nog eens uitgediept met enigszins opgeprikte ontmoetingen met Ramses Shaffy-fan Kitty van Mil, Shaffy’s voormalige huisgenoot Peter Heyligenberg en de man die de illustere zanger vertolkt in een bekroonde televisieserie en een theatervoorstelling, Maarten Heijmans. Bij elke ontmoeting pakt Emma haar akoestische gitaar erbij en probeert zich dan hun (en ons) hart in te zingen met haar eigen liedjes. En stuk voor stuk voorspellen ze haar een grote toekomst.

Intussen zoekt Emma Wijdeveld tevens naar muzikale begeleiders, met wie ze, in de geest van die onaantastbare Ramses, podia in het hele land onveilig kan gaan maken. Koenen zit Emma daarbij dicht op de huid, filmt haar ook thuis en te midden van haar familieleden en probeert met kleine vragen door te dringen tot de ontluikende persoonlijkheid achter die stem en liedjes. Samen werken ze toe naar een groepsoptreden, waarmee Emma zichzelf op de kaart wil zetten.

Het is een vanzelfsprekend richtpunt, ook voor deze sympathieke film, waarvan de tijd moet uitwijzen of die een enthousiaste tiener met een leuke hobby of toch een aanstaande ster in de schijnwerper heeft gezet.

Merlijn En de Rode Appel

Susan Filmt

Voor hetzelfde geld was dit een sombere film geworden over een jongen die al een hele tijd thuis zit. Net als zesduizend andere kinderen in Nederland. Omdat hij op geen enkele school kan aarden. Een probleemgeval van nog geen twaalf, een jongen met een nauwelijks te dragen rugzakje. Zo’n documentaire is Merlijn En De Rode Appel (15 min.) bepaald niet geworden.

‘Dit zijn kinderen zonder autisme’, legt Merlijn Goldsack zelf monter uit, terwijl hij een groene appel laat zien. ‘En dit zijn kinderen met autisme’, vertelt hij met een rode appel in de hand. ‘Deze kinderen doen zo van buiten spelen en zo’, weet hij te vertellen over de groene kinderen. ‘Gewoon naar school. Want ze hebben er geen moeite mee, denk ik. Want ik kan niet in hun hoofd kijken.’

Hij vervolgt, nog steeds op bijzonder opgewekte toon. ‘En dit zijn de kinderen – daar weet ik wel weer meer van – die houden van binnen zijn. En die vinden het moeilijk’, pakt hij er weer een groen exemplaar bij, ‘om met deze appels om te gaan.’ Voor Merlijn is het glashelder: ‘Ik zou nooit een groene appel willen zijn, want, ja, het is best wel een fijn gevoel als je mij bent.’

En zo dartelt Merlijn, en met hem deze heerlijke jeugddocu van Susan Koenen uit 2013, verder door zijn eigen kleine leven. Ravottend met de hond, kletsend met zijn moeder en spelend met het speelgoed dat hij zelf heeft gefabriceerd. Natuurlijk worden in de tussentijd ook zijn problemen aangestipt, maar die krijgen niet de overhand en vertroebelen ook nooit het zicht op wat een heerlijk joch Merlijn is.

Zo wil hij best leren, maar heeft hij dan weer geen zin in school. Een diploma is toch ook maar een stukje papier? En Merlijn zou Merlijn niet zijn als hij niet gewoon zelf een getuigschrift zou maken. ‘Goed gedaan, Merlijn’, staat erop. ‘We zijn supertrots.’ Met kaarsvet zet hij er een officiële stempel op. Deftig: ‘Hiermee verklaar ik dat Merlijn het goed heeft gedaan.’

Het is een prachtig (bijna)slotakkoord voor een onweerstaanbare film, heerlijk op tempo en verluchtigd met lekkere indiemuziek, die een belangrijk maatschappelijk probleem aankaart, zonder het betrokken kind en zijn moeder te problematiseren. Een niet te onderschatten prestatie. Voor hoe Merlijn zichzelf ziet en hoe wij Merlijn, en kinderen zoals hij, zien.

Dat zelfgemaakte diploma vormt tevens het startpunt voor My Journey For Education (43 min.), een documentaire die Merlijn Goldsack in de afgelopen drie jaar zelf heeft gemaakt. Hij onderzoekt daarin waarom er eigenlijk zo’n slechte match was tussen hem en het onderwijs dat hij kreeg aangeboden. In dat kader spreekt hij met een voormalige leerkracht, zijn remedial teacher, de coach die hem bijstond in zware tijden en – jawel! – een docent van de multimedia-opleiding die hij dit moment volgt.

Merlijn, inmiddels een ogenschijnlijk doodnormale jongvolwassene, steekt ook zijn licht op bij scholen in Finland en de Verenigde Staten, waar hij een andere Nederlandse jongen met een autismespectrumstoornis en zijn moeder opzoekt. Het vergaat hen daar aanmerkelijk beter dan in ons land. Wat zouden Nederlandse onderwijsprofessionals van hun lesmethoden en ervaringen kunnen leren?

Merlijn steekt niet onder stoelen of banken dat het maken van deze persoonlijke film lang niet altijd gemakkelijk was: hij werd meermaals geconfronteerd met hoe zijn hersens prikkels (niet) verwerken en de depressies die zijn tevergeefse rondgang langs al die scholen en de bijbehorende teleurstellingen hebben vergezeld.

Ook ditmaal wacht er aan het eind van deze film echter een fraai getuigschrift. Hij spijkert het hoogstpersoonlijk netjes aan de muur. Alleen het officiële stempel van kaarsvet ontbreekt. Goed gedaan, Merlijn!