
‘Cavs identiteit is wielerwedstrijden winnen’, stelt zijn vriend en oud-collega Peter Kennaugh in het portret Mark Cavendish: Never Enough (92 min.). ‘Dat is wie hij is. Daarvoor staat hij ’s ochtends op. Wat is het leven zonder dat?’
Mark Cavendish houdt zijn kaarten echter het liefst tegen zijn borst. Hoe hij zich voelt is zijn eigen zaak. Dat merkt ook David Spindler als hij in 2019 wordt afgestuurd op de Britse topsprinter, die al een hele tijd onder de maat presteert en er ook gewoon geen zin meer in lijkt te hebben, wordt afgestuurd. Cavendish moet weinig hebben van sportpsychologen. Hij heeft altijd zijn eigen zaakjes geregeld. Met vrijwel ongekend succes. Jarenlang is hij bijvoorbeeld gestaag op weg geweest om Eddy Merckx’ record van 34 gewonnen Tour de France-etappes uit de boeken te rijden.
Sinds kort is ‘The Manx Missile’ echter niet meer vooruit te branden. Is het die ene valpartij geweest? Zijn eetprobleem? Dat verraderlijke Epstein-Barr virus? Of toch – Cav is zelf eigenlijk wars van dat soort verklaringen – een depressie? Heeft de druk die hij zichzelf al sinds jaar en dag oplegt zich nu dan tegen hem gekeerd? Spindler gaat met hem terug naar de bron van zijn onvrede en hoopt daar – bij de tienjarige Mark, te zien in een aandoenlijk interview – ook de liefde voor de fiets weer te vinden bij de horkerige streber, die volgens zijn vrouw Peta thuis al even lastig is als voor zijn eigen teamgenoten en de rest van het peloton.
‘Ik had zoveel zelfmedelijden dat het me niet boeide wie om mij gaf’ vertelt Cavendish daar zelf over. Hij maakt soms nog altijd een getormenteerde indruk in deze typische sportfilm, waarin regisseur Alex Kiehl, begeleid door een dikke soundtrack, langs de heroïsche overwinningen en dieptepunten in zijn lange loopbaan koerst. Een man die alles aan de kant schuift voor de winst, maar zich het zoet van de overwinning nooit lang kan laten smaken. Een man ook die uiteindelijk gewoon niet meer weet wat winnen is – of wat daarvoor moet worden gedaan en gelaten.
Als hij zelf eigenlijk al zover is om in de remmen te knijpen en voor de allerlaatste maal af te stappen, meldt zich echter zijn voormalige ploegleider Patrick Lefevere, de Vlaamse houwdegen met wie hij in het verleden grote successen vierde – en krijgt dit klassieke heldenepos zijn derde akte. Waarin Mark Cavendish na enkele vruchteloze jaren de Rocky Balboa in zichzelf (terug)vindt, de verplichte onverwachte remonte doormaakt en dan, natuurlijk, ook weer gaat jagen op Eddy Merckx.

