Invisible Demons

WW Entertainment

Wie betaalt de prijs voor vooruitgang? India geldt als de snelst groeiende economie van de wereld, maar al die bedrijvigheid zorgt tevens voor ontzaglijke (klimaat)problemen. Met name de grote steden dreigen, getuige Invisible Demons (70 min.), echt onleefbaar te worden. De documentaire van Rahul Jain, die in zijn debuutfilm Machines (2016) de werkomstandigheden in een Indiase textielfabriek aan de kaak stelde, is niets minder/meer dan een pamflet tegen de consumptiemaatschappij, waarbij een enkeling profiteert van de voorspoed en de grote massa gebukt gaat onder de bijwerkingen daarvan: enorme drukte, hitte en vervuiling om maar eens wat te noemen.

Jain zet zijn boodschap kracht bij met een beeldenbombardement vanuit één van de meest vervuilde steden van de wereld, zijn geboortestad Delhi, een plek waar recordtemperaturen worden gemeten, droogte en overstromingen elkaar afwisselen en een dikke laag smog alles en iedereen bedekt. Een metropool ook die inmiddels wordt omkranst door vier kolossale vuilbergen. ‘Als dit is wat vooruitgang inhoudt’, verzucht de filmmaker daarbij, in één van zijn tamelijk gratuite voice-overs. ‘Laten we ons dan voorstellen hoe een wereld zónder vooruitgang eruit ziet.’

Jain laat ook enkele stadsbewoners aan het woord, maar neemt zijn toevlucht vooral tot iconische beelden. Van koeien op een gigantische vuilstort. De Yamuna-rivier met een dikke laag giftig schuim erop. Of muggenspray die zich over de straten verspreidt. Én hij schuwt ook krachtige clichés niet, zoals haringen in een ton en een mierenhoop. Jain slaagt er zelfs in om de ‘onzichtbare demonen’, de stofdeeltjes waardoor menigeen kortademig is, in beeld te brengen. Hij omschrijft ze als ‘giftige pijlen die onze longen doorboren’ en toont meteen de nefaste gevolgen daarvan: een hoest die bijna niet meer weg wil.

En dat is meteen een krachtige metafoor voor de schaduwzijden van de (waarden)vrije economie, die Rahul Jain met Invisible Demons opnieuw wil aankaarten: gewone mensen kunnen zich met steeds meer moeite staande houden in de tredmolen die ze draaiende moeten zien te houden. Totdat zij, en hun wereld met hen, plotsklaps omvallen…

Rebuilding Paradise

National Geopgraphic

‘Het is 11.38 uur in de ochtend in het paradijs en zo ziet dat eruit’, zegt een radio-omroeper op 8 november 2018, terwijl een natuurbrand Paradise overspoelt. Het Californische stadje – want dat bedoelde de man natuurlijk – is veranderd in een levende hel. Beter: het vuur is springlevend en verspreidt zich als een dolle. En mens en dier moeten in leven zien te blijven. Een enorm gebied brandt binnen een dikke week vol-le-dig af. Daarbij vallen 85 doden. De ramp is nauwelijks te overzien. Zelfs president Trump komt even poolshoogte in – hij zegt het echt – ‘Pleasure’. 

Paradise’s voormalige burgemeester Woody Culleton, volgens eigen zeggen tevens jarenlang de plaatselijke ‘town drunk’, probeert naderhand de schade op te maken. Van het hele stadje is niets meer over. Van de huizen, openbare gebouwen en directe omgeving. In hoeverre is ook de lokale gemeenschap nu ten dode opgeschreven? Dat is tevens de vraag die Rebuilding Paradise (88 min.) drijft. Kan iedereen terugkeren en dat verloren leven weer opbouwen? En willen ze dat überhaupt? ‘Heb jij nog iets te zeggen over Paradise?’ vraagt een vrouw bijvoorbeeld aan haar dochtertje. ‘Fire’, zegt de kleuter direct. ‘Fire!’

Regisseur Ron Howard, die in de afgelopen jaren steeds meer toelegt op documentaires in plaats van Hollywood-blockbusters, volgt enkele inwoners van Paradise, zoals de plaatselijke politieagent, schoolconciërge en psycholoog, in het jaar na de verpletterende natuurbrand. Hoe ze hun eigen levens weer bij elkaar rapen, beginnen met de wederopbouw van de stad en daarbij ook – natuurlijk, zou je bijna zeggen – de strijd moeten aangaan met de instanties. In dit geval: een energiebedrijf, dat verantwoordelijk zou zijn geweest voor het ontstaan van de brand. Los van de hogere temperaturen en aanhoudende droogte, welteverstaan.

‘We lost our home’, zegt een vrouw tijdens een lokale festiviteit. ‘But we’re coming back.’ Terwijl inwoners zoals zij niet kunnen wachten op de vergunning om te herbouwen, overwegen anderen juist een definitief vertrek. Weg van de plek en de herinnering. Howard doorsnijdt de ontwikkelingen binnen de gemeenschap met huiveringwekkende amateurfilmpjes van het allesverzengende vuur. Die flashbacks illustreren nog maar eens de bewonderenswaardige veerkracht van de mens, die (blijkbaar) steeds weer de moed en kracht weet te verzamelen om door te gaan. Hoe en waar dan ook. Zelfs in Pleasure. Of: het Paradijs.