Monikondee

Cinema Delicatessen

Met zijn motorboot bevaart Boggi Josef Adijontoe, alias ‘Boogie’, de Marowijne-rivier. Die markeert de grens tussen Suriname en Frans Guyana. Boogie bevoorraadt inheemse en Marron-gemeenschappen, die al sinds mensenheugenis aan de rivier wonen. Zij hebben het kapitalisme heel lang op afstand weten te houden, maar worden door overstromingen, droogte en vervuiling alsmaar afhankelijker van de aanvoer van elementaire goederen.

Bootsman Boogie is onderdeel van deze dynamiek. Met zijn korjaal van achttien meter voert hij bijvoorbeeld ook olievaten aan voor goudzoekers. Die kwamen enige tijd geleden en masse vanuit Brazilië. Zoals eerder Amerikaanse missionarissen en Chinezen al aanmeerden in het Marron-gebied. En deze nieuwkomers jagen, vissen, kappen bomen, zoeken vertier en dumpen afval in het water. Het regenwoudgebied is veranderd in ‘Geldland’, Monikondee (103 min.). ‘Sinds we geld zijn gaan gebruiken’, zegt een plaatselijke vrouw treffend, ‘delen we minder met elkaar.’

Tolin Alexander, Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan volgen Boogie tijdens z’n tochten naar het Surinaamse binnenland, als hij zijn boot door het verraderlijke water stuurt. Onderweg ontmoet hij vertegenwoordigers van plaatselijke gemeenschappen, voert met hen tamelijk vormelijke onderhandelingen en luistert naar hun monologen en liederen. Zo ontstaat een fraaie synthese van documentaire, poëzie en theater. Een logische voortzetting ook van hun vorige film Stones Have Laws (2019), die eveneens in nauwe samenwerking met de hoofdpersonen is gemaakt.

Tussendoor laat de nijvere bootsman, een plaatselijke variant op de pakketbezorger of truckchauffeur, zijn gedachten de vrije loop over het heden en verleden van zijn gemeenschap. Boogie beschouwt zichzelf als een ‘Fiiman’, een vrije man. Zijn voorouders sloten in 1760 als eerste vrede met de Nederlanders die zich in Suriname hadden gemeld. ‘Maar je weet hoe de witte mannen zijn: een overeenkomst duurt net zo lang als dat zij er voordeel van hebben’, zegt hij mismoedig. ‘Toen er goud werd gevonden, vergaten ze de overeenkomst.’

Kalm en trefzeker ontsluiten Alexander, Van Brummelen en De Haan via Boogie de leefwereld van de volkeren in het Surinaamse regenwoud, waarbij de interactie van de bootsman met de mensen die hij onderweg ontmoet soms wel erg geënsceneerd aandoet. Dit geldt overigens ook voor het plot waarmee de oogstrelende film naar z’n climax wordt gestuurd: Boogie wordt door zijn clanleiders opgeroepen om in Diitabiki, bij de Tapanahony-rivier, te verschijnen. Daar gaan zij een conflict afhandelen waarin zijn goud winnende neef verzeild is geraakt.

De boodschap van Monikondee is dan allang helder: van deze ‘vooruitgang’ wordt lang niet iedereen beter. 

The Coriolis Effect

Zindoc

Met een aantal mensen gaan ze het strand opruimen. Verpakkingen, lege waterflessen en aangespoelde visnetten. Zodat zojuist geboren schildpadden niet vast komen te zitten in de troep en, liefst zelfstandig, weer de zee kunnen bereiken. Met vereende kracht lukt het uiteindelijk om alles naar een zelf aangelegde dumpplaats te sjouwen. Niets staat de zeeschildpadjes nu meer in de weg.

De zeeschildpad vormt een terugkerend element in de associatieve documentaire The Coriolis Effect (110 min.) van Petr Lom en Corinne van Egeraat. De schildpad is kind aan huis in Kaapverdië, één van de grootste broedplaatsen ter wereld, en symboliseert de gecompliceerde relatie waarin mens en dier daar terecht zijn gekomen. Want op de eilandengroep voor de kust van West-Afrika worden de gevolgen van onze achteloze houding tegenover de aarde zichtbaar: de zee rukt op, net als vervuiling. Tegelijkertijd is er sprake van aanhoudende droogte. Het heeft er al jarenlang niet meer geregend.

In Kaapverdië doet het zogenaamde corioliseffect zich gelden: doordat de aarde ronddraait krijgt elke beweging er een afwijking. De archipel wordt daarom regelmatig gegeseld door wind en heeft het imago gekregen van een ‘land van wind’, een plek waar orkanen worden geboren. Lom en Van Egeraat proberen deze mythische wereld in al z’n diversiteit, complexiteit én schoonheid te vatten in een non-lineaire vertelling, zonder echte hoofdpersonen, over de verstoorde verhouding tussen mens en natuur, waarin alle verschillende elementen op de één of andere manier met elkaar verbonden lijken te zijn.

The Coriolis Effect vangt dit universum met lange en fraaie scènes, die, ogenschijnlijk intuïtief, met elkaar zijn verknoopt. Een visser geeft zijn boot bijvoorbeeld de naam van z’n overleden vriend Dery en sleept die vervolgens met vrienden de zee in. Een eenzame vis is onder water verstrikt geraakt in een vissersnet. Een krab doet zich tegoed aan een dode aangespoelde vis en maakt zich dan uit de voeten. Vogels proberen via de dop een druppel mee te pikken van aangevoerde flessen water. En een man maakt liefdevol met een tandenborstel en een bakje water de poten van een verminkt vogeltje schoon.

Dat mens en dier niet tegenover elkaar hoeven te staan in tijden van klimaatverandering en milieuvervuiling is tevens treffend vervat in een andere schildpadscène. Enkele jonge Kaapverdianen treffen een dood dier aan, dat gedesoriënteerd is geraakt en vervolgens uitgedroogd. ’s Nachts proberen zij een andere schildpad richting zee te sturen. En als dat maar niet wil lukken, tillen ze hem gewoon op en dragen het tegenspartelende dier naar het strand. Al snel neemt de natuur ’t over. Het dier ruikt de zee en kruipt het water in, om daar vrijwel direct uit het zicht te verdwijnen. Het is een hoopvol tafereel.

Invisible Demons

WW Entertainment

Wie betaalt de prijs voor vooruitgang? India geldt als de snelst groeiende economie van de wereld, maar al die bedrijvigheid zorgt tevens voor ontzaglijke (klimaat)problemen. Met name de grote steden dreigen, getuige Invisible Demons (70 min.), echt onleefbaar te worden. De documentaire van Rahul Jain, die in zijn debuutfilm Machines (2016) de werkomstandigheden in een Indiase textielfabriek aan de kaak stelde, is niets minder/meer dan een pamflet tegen de consumptiemaatschappij, waarbij een enkeling profiteert van de voorspoed en de grote massa gebukt gaat onder de bijwerkingen daarvan: enorme drukte, hitte en vervuiling om maar eens wat te noemen.

Jain zet zijn boodschap kracht bij met een beeldenbombardement vanuit één van de meest vervuilde steden van de wereld, zijn geboortestad Delhi, een plek waar recordtemperaturen worden gemeten, droogte en overstromingen elkaar afwisselen en een dikke laag smog alles en iedereen bedekt. Een metropool ook die inmiddels wordt omkranst door vier kolossale vuilbergen. ‘Als dit is wat vooruitgang inhoudt’, verzucht de filmmaker daarbij, in één van zijn tamelijk gratuite voice-overs. ‘Laten we ons dan voorstellen hoe een wereld zónder vooruitgang eruit ziet.’

Jain laat ook enkele stadsbewoners aan het woord, maar neemt zijn toevlucht vooral tot iconische beelden. Van koeien op een gigantische vuilstort. De Yamuna-rivier met een dikke laag giftig schuim erop. Of muggenspray die zich over de straten verspreidt. Én hij schuwt ook krachtige clichés niet, zoals haringen in een ton en een mierenhoop. Jain slaagt er zelfs in om de ‘onzichtbare demonen’, de stofdeeltjes waardoor menigeen kortademig is, in beeld te brengen. Hij omschrijft ze als ‘giftige pijlen die onze longen doorboren’ en toont meteen de nefaste gevolgen daarvan: een hoest die bijna niet meer weg wil.

En dat is meteen een krachtige metafoor voor de schaduwzijden van de (waarden)vrije economie, die Rahul Jain met Invisible Demons opnieuw wil aankaarten: gewone mensen kunnen zich met steeds meer moeite staande houden in de tredmolen die ze draaiende moeten zien te houden. Totdat zij, en hun wereld met hen, plotsklaps omvallen…

Rebuilding Paradise

National Geopgraphic

‘Het is 11.38 uur in de ochtend in het paradijs en zo ziet dat eruit’, zegt een radio-omroeper op 8 november 2018, terwijl een natuurbrand Paradise overspoelt. Het Californische stadje – want dat bedoelde de man natuurlijk – is veranderd in een levende hel. Beter: het vuur is springlevend en verspreidt zich als een dolle. En mens en dier moeten in leven zien te blijven. Een enorm gebied brandt binnen een dikke week vol-le-dig af. Daarbij vallen 85 doden. De ramp is nauwelijks te overzien. Zelfs president Trump komt even poolshoogte in – hij zegt het echt – ‘Pleasure’. 

Paradise’s voormalige burgemeester Woody Culleton, volgens eigen zeggen tevens jarenlang de plaatselijke ‘town drunk’, probeert naderhand de schade op te maken. Van het hele stadje is niets meer over. Van de huizen, openbare gebouwen en directe omgeving. In hoeverre is ook de lokale gemeenschap nu ten dode opgeschreven? Dat is tevens de vraag die Rebuilding Paradise (88 min.) drijft. Kan iedereen terugkeren en dat verloren leven weer opbouwen? En willen ze dat überhaupt? ‘Heb jij nog iets te zeggen over Paradise?’ vraagt een vrouw bijvoorbeeld aan haar dochtertje. ‘Fire’, zegt de kleuter direct. ‘Fire!’

Regisseur Ron Howard, die in de afgelopen jaren steeds meer toelegt op documentaires in plaats van Hollywood-blockbusters, volgt enkele inwoners van Paradise, zoals de plaatselijke politieagent, schoolconciërge en psycholoog, in het jaar na de verpletterende natuurbrand. Hoe ze hun eigen levens weer bij elkaar rapen, beginnen met de wederopbouw van de stad en daarbij ook – natuurlijk, zou je bijna zeggen – de strijd moeten aangaan met de instanties. In dit geval: een energiebedrijf, dat verantwoordelijk zou zijn geweest voor het ontstaan van de brand. Los van de hogere temperaturen en aanhoudende droogte, welteverstaan.

‘We lost our home’, zegt een vrouw tijdens een lokale festiviteit. ‘But we’re coming back.’ Terwijl inwoners zoals zij niet kunnen wachten op de vergunning om te herbouwen, overwegen anderen juist een definitief vertrek. Weg van de plek en de herinnering. Howard doorsnijdt de ontwikkelingen binnen de gemeenschap met huiveringwekkende amateurfilmpjes van het allesverzengende vuur. Die flashbacks illustreren nog maar eens de bewonderenswaardige veerkracht van de mens, die (blijkbaar) steeds weer de moed en kracht weet te verzamelen om door te gaan. Hoe en waar dan ook. Zelfs in Pleasure. Of: het Paradijs.