Bewariërs

Periscoop Film

Die naam was een grapje onder Joodse Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog: Bewariërs (70 min.), niet-Joodse Nederlanders die in goed vertrouwen voorwerpen van Joodse vrienden in ontvangst namen, met de intentie om die na de oorlog terug te geven. Alleen: vaak kwam het niet zover, meestal omdat de oorspronkelijke eigenaren nooit meer thuiskwamen. Soms ook omdat de ontvangers ze niet wilden teruggeven. En hun kinderen en kleinkinderen moeten zich daar, getuige deze interessante en stevig gedocumenteerde film van Timon Moll en Sanne Kortooms, nog altijd toe verhouden.

De weinige Joden die na de oorlog naar huis terugkeerden en daar hun leven wilden vervolgen kregen vaak een ‘ijskoude’ ontvangst, stellen diverse historici in deze documentaire. Dat werd de ‘kleine Shoah’ genoemd. Nederland richtte zich volledig op de wederopbouw en had nauwelijks oog voor welk leed er was aangericht. Daardoor duurde het soms heel lang voordat Joodse bezittingen op hun rechtmatige plek terechtkwamen – als dat al gebeurde. ‘Beste familie Rosenthal, het lukt me maar niet om u te vinden’, staat er bijvoorbeeld geschreven op een papiertje dat aan de zijkant is geplakt van een boekenkast, die in het innamedepot van het Nationaal Holocaustmuseum terecht is gekomen. ‘Ik wil deze boeken aan u teruggeven. Ze zijn door mijn grootvader uit uw woning geroofd nadat u bent weggevoerd tijdens een razzia in 1942.’

‘Het blijft zo raar dat er spullen terug zijn gekomen en zij niet’, zegt Sara Coster, de kleindochter van de handelaar Samuel van Cleef en zijn vrouw Elisabeth. ‘Dat ze dus wel hun spullen lieten onderduiken en zelf dachten: we gaan nog wel onderduiken. Het komt nog wel.’ Samen met haar broer, de journalist Alfred van Cleef, schetst Sara hoe de eigendommen van haar grootouders werden ondergebracht bij een bevriende zakenrelatie. Die wilde daarvan later geen afstand meer doen. Wat hun vader Jacob, zoon van Samuel en Elisabeth, ook probeerde. Die was er op een gegeven moment helemaal klaar mee. ‘Ik wil van die man geen gunst vragen’, zei hij. Toen ‘die man’ in 1980 overleed, werden de spullen van de Van Cleefs, zo bleek later, dus gewoon naar de afvalverbranding gebracht.

De spullen van Louis Polak en zijn vrouw Marie Polak-Trompetter kwamen uiteindelijk bij Johan Gortworst terecht. Zijn grootvader nam ze ooit in ontvangst en gaf ze daarna door aan Johans tante en zij weer aan zijn moeder. Een dierbare ring die Johan van haar erfde bleek in werkelijkheid dus afkomstig te zijn van de familie Polak. Johan heeft tot dusver alleen geen nabestaanden van hen kunnen traceren om ook die aan hen te overhandigen. Wim de Haan, zoon van de Bewariër Johnny, waagde eveneens een poging. Zijn vader bewaarde z’n hele leven een kist met de viool van zijn vriend Bram. Al die jaren lag het instrument tevergeefs op hem te wachten. Toen zijn vader was overleden, vond Wim in een dagboek echter voldoende aanknopingspunten om het instrument alsnog bij zijn rechtmatige eigenaars te kunnen bezorgen.

Het is een aangrijpend verhaal dat illustreert hoe bezittingen van de slachtoffers van de Jodenvervolging ook tachtig jaar na dato nog altijd een wezenlijke rol kunnen spelen in het verwerkingsproces van de nabestaanden. Hoewel het leed dat destijds is aangericht natuurlijk op geen enkele manier kan worden gerepareerd, is het getuige Bewariërs wel enigszins te verzachten.

Kanaal Sociaal

Masha Osipova / Human

In navolging van series als Schuldig, Klassen en Leven In Limbo belicht Kanaal Sociaal (270 min.), de nieuwe documentaireserie van omroep Human, een actuele maatschappelijke kwestie aan de hand van een beperkt groepje hoofdpersonen, dat het leven met een positieve grondhouding tegemoet treedt. Plaats van handeling is Deventer, mantelzorg ditmaal het overkoepelende thema en Stephane Kaas de alwetende verteller die alle verhaallijnen op empathische toon bij elkaar houdt.

In deze zesdelige serie introduceert Kaas met zijn coregisseurs Nelleke Koop en Marinka de Jongh enkele Deventenaren die de inmiddels vijf miljoen Nederlandse mantelzorgers representeren. Gewone mensen die zorgen voor een dementerende partner, meervoudig gehandicapt kind, echtgenoot met kwakkelende gezondheid, familielid in de psychiatrie of ouder die een ongeluk heeft gehad. Intussen proberen ze hun (school)werk, gezinsleven en zichzelf intact te houden. Daarbij moeten ze meer ballen in de lucht houden dan eigenlijk van een mens mag worden verwacht. ‘Want de verzorgingsstaat is ontmanteld’, stelt Stephane Kaas. ‘We leven nu in een participatiesamenleving. En dus zorgen we voor elkaar.’

Koop, Kaas en De Jongh volgen daarnaast ook enkele medewerkers van de gemeente Deventer, die de mantelzorgers met raad en daad bijstaan of hun officiële aanvragen voor ondersteuning moeten beoordelen. Via uitzendingen van het radioprogramma Kanaal Sociaal op de lokale zender in Deventer, waarin presentator Ria Mol allerlei deskundigen op het terrein van (mantel)zorg interviewt, voegen ze bovendien maatschappelijke context aan de individuele casussen toe. Het zijn echter de gewone Deventenaren die ’t moeten doen in deze observerende miniserie. Mensen die iedereen in z’n familie, vriendenkring en directe omgeving heeft. Net als de verwanten waarvoor zij zorgen.

De verhalen van deze zorgers en verzorgden zijn herkenbaar, schrijnend en soms ook aangrijpend. Singer-songwriter Djurre de Haan heeft hun dagelijkse beslommeringen, dilemma’s en drama’s elke aflevering vervat in een lied. Gezamenlijk vormen die straks een EP, die kan worden beschouwd als een ongegeneerde ode aan de mantelzorger. Zoals de serie zelf wil zijn: feelgood-tv over mensen voor wie het glas, hoe vaak er ook ruw tegenaan wordt gestoten, meestal toch halfvol blijft. Waarin desondanks een kritische kanttekening bij de participatiemaatschappij is verpakt. En een appèl aan ons allen, de overheid voorop, om de Nederlanders die hun leven in het teken zetten van een ander een steuntje in de rug te geven.

Stones Have Laws

Windmill

Als mensen bestaan we bij de gratie van onze verhalen. Ze definiëren ons, bestendigen onze normen en waarden en zorgen voor een gezamenlijk heden, verleden en – hopelijk – toekomst. Stones Have Laws (100 min.) is als een bundel verhalen. Tezamen vormen ze de narratief van de Marrons, een volk dat leeft in het Surinaamse regenwoud.

De verstilde film van de Nederlandse kunstenaars Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan en de Surinaamse theatermaker Tolin Alexander is in nauwe samenwerking met het Marron-volk tot stand gekomen, als gevolg van wat ze zelf ‘een experimenteel proces van collectief script maken en performance’ noemen.

Het resultaat is een soort synthese van documentaire, poëzie en theater, waarin de Marrons de relatie leggen tussen de wereld van hun voorouders, met de bijbehorende vertellingen, muziek en gebruiken, en hun dagelijkse beslommeringen in de tegenwoordige tijd, die zich nog altijd in een parallel universum lijken af te spelen.

Of dat zo zal blijven, is echter maar de vraag. Ook de wereld van de Marron-gemeenschap, hier vervat in kalme en weidse shots, dreigt te worden ontdaan van zijn idyllische karakter. Ontbossing, juist, door multinationals waarvoor de inheemse bevolking niet meer is dan een voetnoot in hun eigen succesverhaal.

Deze film bestaat bij de gratie van die majestueuze biotoop en de lange monologen die de Marrons hierover via de kijker, alsof het locatietheater is, tegen elkaar afsteken. Stones Have Laws is daardoor geen allemansvriend, maar een zorgvuldig geënsceneerd verhaal dat oprechte aandacht vraagt. En anders gewoon, zonder dat iemand er erg in heeft, in het luchtledige verdwijnt.