Cody Gakpo – Psalm 20:4

Viaplay

Wie heeft welk belang? Wat is de motivatie van PSV om deze driedelige docuserie via Viaplay met de wereld te delen? En waarom wil Cody Gakpo dat die productie er komt? In eerste instantie moet het idee zijn geweest dat de aanvaller in de zomer van 2022 zijn laatste wedstrijden voor de Eindhovense voetbalclub zou spelen – in het ideale scenario bekroond met een kampioenschap – en dat hij daarna een transfer zou maken naar Engeland, vermoedelijk naar het Manchester United van landgenoot Erik ten Hag. Dan was Cody Gakpo – Psalm 20:4 (110 min.) simpelweg een mooie afsluiting van ruim vijftien jaar bij de club van zijn jeugd, stad en dromen geweest.

Hoewel hij zich destijds in het openbaar op de vlakte hield, stuurde Gakpo zelf nadrukkelijk aan op een transfer in de zomer en ging hij er ook vanuit dat die rond zou komen, zo blijkt in deze miniserie van Lennart Timmerman. Hij verhuurde zijn appartement bijvoorbeeld al door, naar de nieuwe assistent-trainer Fred Rutten. Alleen die overgang liet maar op zich wachten. Intussen verkeerde de ranke aanvaller bepaald niet in topvorm. Op de valreep, op de allerlaatste dag voor de sluiting van de transfermarkt, kon hij echter alsnog uit drie clubs kiezen. En daaruit maakte Cody Gakpo, vertelt hij op de avond zelf, op geheel eigen wijze een keuze, waarbij het advies van zijn God een doorslaggevende rol speelde.

Timmerman en zijn cameraman Ties Gooren, allebei in dienst van PSV, hebben een heel aardig inkijkje gekregen bij hoe Gakpo en zijn team, broer Sidney en zaakwaarnemer Kees Ploegsma Jr., de situatie probeerden te managen en na het wereldkampioenschap in Qatar, waar de speler onder de hoede van de eveneens in deze miniserie aanwezige coach Louis van Gaal floreerde, alsnog een transfer tot stand wilden brengen. Manchester United was toen opnieuw in markt, maar haakte wederom af. Dat liet Team Gakpo alleen niet weten aan Liverpool, dat inmiddels ook serieuze interesse had getoond in de zeer populaire ‘Eindhovenaar’. Die club kreeg simpelweg te horen dat Cody Gakpo de keuze op hen had laten vallen. Een aardig staaltje onderhandelen, waarmee ook PSV uiteindelijk was gediend.

Of dat het hele verhaal van de transfer is? Het is in elk geval de lezing van Gakpo en PSV, die voor deze serie nog altijd samen optrekken. Ook algemeen directeur Marcel Brands en ex-trainer Ruud van Nistelrooy verschijnen voor Goorens camera en staan Timmerman te woord. Die transferperikelen vormen ook het meest interessante deel van deze miniserie die – de titel verraadt het al – verder, enigszins oppervlakkig, aandacht besteedt aan zijn geloof en de directe omgeving van de sporter aan het woord laat, zijn moeder Ank en vriendin Noa. Dat levert weinig nieuwe inzichten op over de Nederlandse topaanvaller, die inmiddels alweer bijna een jaar actief is in de Britse Premier League.

Cody Gakpo – Psalm 20:4 is alsnog geworden wat PSV en de speler destijds waarschijnlijk voor ogen hadden: een viering van het afscheid van een clubicoon, dat nu de wijde wereld opzoekt, om later als een gearriveerde ster, zo lijkt althans de intentie, weer terug te keren in de moederschoot. De meerwaarde van deze promodocu zit met name in die gecompliceerde transferperiode en de toegang die de makers daarbij hebben gekregen tot de hoofdpersoon en zijn directe entourage. Waarbij we als buitenstaanders – het zij nog maar eens gezegd – dus niet weten wat we niet krijgen te zien en een beetje moeten gissen naar wie welk belang heeft.

STILL: A Michael J. Fox Movie

Apple TV+

Dit verhaal heeft alles wat een ouderwetse ‘tearjerker’ nodig heeft. Een voormalige schlemiel wordt tegen alle verwachtingen in een immens populaire televisie- en filmster en krijgt dan, eind twintig pas, een ongenadige onheilstijding: de ziekte van Parkinson.

In andere handen, een minder creatieve filmmaker en een minder lichtvoetige hoofdpersoon, zou het dat ook vast zijn geworden: zo’n documentaire die langzaam ieders keel dichtknijpt, waarna de kijker happend naar adem het aangrijpende dan wel sentimentele einde bereikt. En terwijl de allerlaatste traan over diens wang biggelt, wil de steen in zijn maag maar van geen wijken weten.

Dat is niet deze film. Omdat Davis Guggenheim over veel te veel verbeeldingskracht, makerslol en durf beschikt om zo’n rechttoe rechtaan drama te maken. En acteur Michael J. Fox in één (trillende) vinger meer humor en zelfspot heeft dan de gemiddelde comedian en bovendien consequent weigert om zijn leven te laten reduceren tot een zorgvuldig gecomponeerd hoopje ellende.

Wat is STILL: A Michael J. Fox Movie (95 min.) dan wel? Een ontzettend, ja, levenslustige film. Over een man die al als jong en (veel te klein) kind leerde dat het leven hem voor de keuze zette: funny or fight. Fox koos natuurlijk voor het eerste. Na talloze kinderrollen, die hij vanwege zijn geringe lengte als volwassene best nog kon spelen, volgde zijn doorbraak in de cheesy sitcom Family Ties.

Als Alex P. Keaton, de conservatieve oudste zoon van een hippiestel, stal hij ieders hart. Niet in het minst van de bevallige Tracy Pollan, die ook in het echte leven zijn geliefde – en de moeder van hun vier kinderen – zou worden. En kort daarna volgde zijn definitieve doorbraak in Hollywood met de eerste Back To The Future-film en was de ster Michael J. Fox (voorheen Mikey Fox) geboren.

Guggenheim dist het verhaal, dat Fox van zijn leven heeft gemaakt en eerder al in enkele boeken verwerkte, met ongelooflijk veel bravoure en schwung op. Daarbij maakt hij zeer ingenieus gebruik van scènes uit het omvangrijke oeuvre van zijn protagonist, vermengt die met gereconstrueerde kerngebeurtenissen uit diens leven en saust er enkele lekkere pophits doorheen. Dat werkt wonderwel.

STILL vangt zo ook de losse ‘tone of voice’ van Michael J. Fox, een man die beweert dat geen drank, drugs of vrouw op kan tegen dat gevoel als er om je wordt gelachen. Dit is dus geen topzware film – ook al wordt het Zwaard van Damocles dat permanent boven de hoofdpersoon hangt zeker niet buiten beeld gehouden. Het krijgt alleen tegenwicht met humor en (zelf)relativering.

En ook als zijn verhaal definitief aanbelandt bij de trillende vinger, die al aan het begin van dit (zelf)portret is geïntroduceerd, blijft Guggenheim stijl- en toonvast. Want Fox mag dan een ziekte hebben die ‘progressief, degeneratief en ongeneeslijk’ is – iets wat hij jarenlang verborgen hield, ook al is het met de wijsheid van nu gemakkelijk te spotten in beelden uit die tijd – die kan zijn kern niet raken.

De aandoening is natuurlijk ook zichtbaar in de centrale interviews voor deze, vreemd genoeg, héérlijke film, die werkelijk op alle niveaus werkt. Als Fox’s tremoren zich bijvoorbeeld even niet meer laten controleren of maskeren en hij nodig zijn medicatie moet innemen. ‘Je krijgt weer de vorm van jezelf’, zegt hij dan, zodra de rust in zijn binnenste is teruggekeerd. ‘Je wordt weer met jezelf gevuld.’

In de beperking toont zich zo wederom de meester. Tegelijkertijd slaagt Davis Guggenheim erin om voorbij die beperking te komen. Met een meesterlijke documentaire tot gevolg: een typische Michael J. Fox-film.