Greta Thunberg: A Year To Change The World

Greta Thunberg heeft haar schoolcarrière weer een jaar op pauze gezet. Niet om te backpacken in Azië, Zuid-Amerika of Australië, maar om overal haar boodschap over de zorgwekkende toestand van de aarde kracht bij te zetten. Te beginnen in oktober 2019, bij een groots opgezette klimaatdemonstratie tegen de gevolgen van oliewinning in Canada.

Een maand eerder heeft ze tijdens een klimaattop in New York de leiders van die wereld nog van onder uit de zak gegeven. ‘Hoe durven jullie?’ voegde ze hen woedend toe tijdens een speech, die haar definitief tot ‘s werelds bekendste klimaatactivist zou maken. Het bizarre tafereel – van een tiener die haar woede ongegeneerd botviert op de machtigste mannen op aarde – vormde tevens de krachtige climax van het meeslepende portret I Am Greta (2020).

Wij zijn als de keizer zonder kleren, doceert de Zweedse tiener nog maar eens bij de start van Greta Thunberg: A Year To Change The World (173 min.). En alleen een kind durft daarover de waarheid te zeggen. In deze driedelige BBC-serie wordt de activiste gevolgd tijdens haar jaar vrijaf, waarin het Coronavirus (als aankondiging van nóg ingrijpendere ontwrichting?) de aarde in zijn greep zal krijgen en ook Greta zelf te pakken neemt.

Samen met vader Svante, die zijn dochter gaandeweg los zal moeten laten, bezoekt ze niet alleen conferenties en demonstraties, maar ook de plekken waar klimaatverandering nu al voor problemen zorgt. Het Californische stadje Paradise bijvoorbeeld, dat ten prooi viel aan natuurbranden. Lapland, waar de plaatselijke Sami-bevolking merkt dat hun rendieren steeds moeilijker kunnen overleven. Of de Poolse regio Silezië, waar de laatste mijnwerkers bang zijn dat ze hun baan kwijtraken.

Dat reizen gebeurt overigens consequent zonder vliegtuig. Want idealen beleid je nu eenmaal niet alleen met je mond. Als Greta in november 2019 met een zeilboot de Atlantische Oceaan wil oversteken, beleeft Svante ‘de meest stressvolle dag van mijn leven’. Voor hun reis van de Amerikaanse oostkust naar Madrid zullen ze opnieuw enkele weken op zee moeten verblijven, in een tijd van het jaar waarin die woest tekeer kan gaan.

De persoonlijke wederwaardigheden van Thunbergs reis en het publieke leven waarvoor ze, ondanks zichzelf, heeft gekozen, staan in deze serie echter nadrukkelijk in dienst van het educatieve karakter van haar missie. Greta’s tocht, die ook ontmoetingen met geestverwant David Attenborough en allerlei deskundigen omvat, is doorsneden met quotes van wetenschappers die de door haar geschetste klimaatcrisis van een feitelijke fundering voorzien.

En dan gooit de Coronacrisis ook bij haar roet in het eten, moet Greta Thunberg zich in deze gedegen serie bezinnen op haar ideaal en hoe dat het beste kan worden verwezenlijkt en staat er tenslotte ook weer een nieuw schooljaar voor de deur.

Bisbee ’17

Ze vormden zogezegd een gevaar voor ‘the American way of life’. De 1300 mijnwerkers, veelal immigranten, die in de zomer van 1917 vanwege slechte arbeidsomstandigheden en voortdurende discriminatie in staking waren gegaan in Bisbee, Arizona. The Industrial Workers Of The World, een op socialistische leest geschoeide vakbond, stond ferm aan hun zijde.

Voor Harry Wheeler, de sheriff van het mijnwerkersstadje, was het een teken om actie te ondernemen. Hij verzamelde maar liefst tweeduizend plaatselijke vrijwilligers voor een posse, die de stakers hardhandig, met een geweer in hun nek, op de trein naar de woestijn van Nieuw-Mexico zette. Zestien uur waren ze onderweg, zonder eten of drinken. Om op de plek van bestemming, als het zo uitkwam, te creperen.

De zogenaamde ‘Bisbee-deportatie’ op 12 juli 1917, al dan niet in opdracht van het lokale kopermijnbedrijf Phelps Dodge, verdeelt honderd jaar later nog altijd de lokale gemeenschap. Was het een noodzakelijke ingreep om de plaatselijke vrouwen en kinderen te beschermen? Een overdreven reactie op vermeend communistisch oproer? Of toch gewoon een uiting van onversneden racisme?

Regisseur Robert Greene laat het drama, dat doorgaans wordt stilgezwegen, herleven in Bisbee ‘17 (112 min.). Huidige inwoners van het voormalige kopermijnstadje krijgen de hoofdrol in een ‘re-enactment’ van de deportatie – een opzet die doet denken aan de documentaire Casting JonBenét, waarin amateuracteurs een plaatselijke moordzaak naspelen. De lokale radiodeejay fungeert als verteller, een man die de deportatie een goede zaak vindt speelt de toenmalige directeur van het mijnbedrijf en de zoon van een gedeporteerde Mexicaanse vrouw neemt de rol van staker op zich. Tussen de voorbereidingen door verhalen ze ook over hun eigen levens.

In het hedendaagse Bisbee, waar de kopermijn alweer ruim veertig jaar is gesloten, zijn de sporen van het verleden nog altijd duidelijk zichtbaar. Zo vertelt de dochter van een voormalige leidinggevende van Phelps Dodge dat ze werd opgevoed met het idee dat het afvoeren van de stakers volledig terecht was. ‘Ik moet mezelf er steeds aan herinneren dat zulke verhalen afkomstig zijn van mensen uit Bisbee’, zegt ze. ‘Met andere woorden: van mensen die niet zijn gedeporteerd.’

Die verscheurdheid komt het pijnlijkst tot uiting in de Ray-familie, waarvan één voorvader als lid van de volksmilitie destijds zijn eigen broer liet afvoeren. Twee van hun nazaten herbeleven tijdens de uiteindelijke uitvoering van de Bisbee-deportatie de broedertwist die hun familie verscheurde. Hun moeder kan het nauwelijks aanzien. Zo beginnen heden en verleden, fictie en non-fictie, persoon en rol al snel helemaal in elkaar over te vloeien in Bisbee ’17, een intelligente documentaire die alleen wat lang van stof is.

Het Schoonmakersparlement

BNNVARA

Schoonmaken moet zo ongeveer de ondankbaarste job zijn die er bestaat; de plek die je nu spic en span achterlaat, is binnen de kortste keren weer bevuild. Zodat je de volgende keer helemaal opnieuw kunt beginnen. In de wetenschap dat dezelfde klus al snel weer moet worden gedaan. En weer.

Het is onzichtbaar werk, dat wordt verricht door onzichtbare mensen, die bij het krieken van de dag of in de avonduren aan de slag gaan. Vrouwen, allochtonen en laagopgeleiden, zo luidt het vooroordeel, die je weliswaar vriendelijk gedag zegt, maar waarvan de namen je steeds ontschieten. Ze zijn misschien onmisbaar, maar is er iemand die hen mist als ze er eens een dagje niet zijn en een vervanger die poetskar door de gangen duwt?

In de documentaire Het Schoonmakersparlement (53 min.) krijgen enkele van deze werkbijen een naam en gezicht: Nadine, een alleenstaande moeder uit Rotterdam, wil eer hebben van haar werk. Solomon uit Ghana poetst op de vrije Universiteit in Amsterdam en eist serieuze loonsverhoging. En de voormalige Britse militair Tim maakt sinds zijn komst naar Nederland nu al 35 jaar schoon.

Zij behoren tot de vijftig schoonmakers die hun beroepsgroep vertegenwoordigen in een eigen parlement, dat na een langdurige staking in 2010 werd opgericht. De vleesgeworden vakbondsvrouw Khadija neemt daarin het voortouw en iedereen kan er zijn zegje doen. Samen komen ze in actie voor een betere CAO.

Regisseur Leon Verdonschot brengt van dichtbij in beeld hoe een beroepsgroep, die met vuilnismannen kan wedijveren om de laagste plaats op de sociale ladder, tijdens demonstraties, vergaderingen en acties zijn stem vindt. Een stem die vervolgens vuist-in-de-lucht slogans als ‘nooit meer onzichtbaar’ en ‘wij gaan door’ uitslaat.

Empowerment in de praktijk, die aanstekelijk werkt (en wordt begeleid door een wat overbodige voice-over, die de aandacht soms wat weghaalt bij de mensen op de werkvloer). Je kunt Het Schoonmakersparlement gerust een ouderwetse vakbondsdocumentaire noemen. Of, voor hetzelfde geld, een treffend voorbeeld van hoe de multiculturele samenleving óók kan werken.

Harlan County USA


‘Which side are you on?’, zingt de inmiddels bejaarde activiste Florence Reece de stakende mijnwerkers en hun vrouwen toe in een sleutelscène van deze Oscar-winnende documentaire uit 1976. De legende wil dat ze het nummer als twaalfjarig meisje schreef toen haar vader deelnam aan een mijnwerkersstaking. Zelf houdt ze ’t op de jaren dertig, toen de crisis ongenadig huishield in Anytown, USA.

‘Mijn vader stierf in een kolenmijn’, vertelt ze haar gehoor met schorre stem. ‘En mijn man gaat ten onder aan stoflongen.’ Echt goed zingen kan ik niet, beweert ze even later. Waarna ze op onvaste toon ieders hart verovert. Conclusie: je bent een vakbondsman of een stuk tuig dat voor de bazen werkt. Aan welke kant sta jij eigenlijk?

Harlan County, USA (104 min.) van Barbara Kopple roept een vergeten wereld en verloren manier van leven op. Van mannen met verweerde koppen, die afdalen naar de diepste krochten van de aardkloot om zwart goud boven te halen. En van ouderwetse huisvrouwen, met gebloemde jurkjes en haar op de tanden, die ervoor zorgen dat ze hun rug recht houden als die verrekte bazen hun ziel aan de Duivel proberen te verkopen.

De mijnen mochten niet dicht. Nooit! Maar dat gingen ze natuurlijk wel. Veertig jaar later is het moeilijk om je voor te stellen hoe het anders had kunnen lopen. Maar toen, te midden van ellenlange stakingen die het uiterste vroegen van gewone mannen, vrouwen en hun gezinnen, was dat simpelweg ondenkbaar. Met de moed der wanhoop spreken, zingen en schreeuwen de mijnwerkersfamilies elkaar in deze meeslepende film naar een acceptabele deal, die uiteindelijk weinig waard zou blijken te zijn.