Deal With It

De Haaien

Sinds ze in 2014 debuteerde met Deal With It (57 min.) is Shamira Raphaëla uitgegroeid tot één van de meest aansprekende Nederlandse documentairemakers. Ze maakte twee bekroonde jeugddocu’s (Lenno En De Maanvis en Shabu), sleepte een Gouden Kalf in de wacht met een onheilszwangere film over de vader van journaliste Clarice Gargard die onderdeel was van het regime van de Liberiaanse dictator Charles Taylor (De Waarheid Over Mijn Vader) en hield Nederland een ongenadige, inmiddels weer bijzonder actuele spiegel voor via een persoonlijk portret van het extreemrechtse kopstuk Constant Kusters (Ons Moederland).

Maar eerst moest er dus een heel persoonlijk familieverhaal uit. Dat begint, althans in deze persoonlijke film, als Raphaëla ergens in de jungle met een cameraploeg op pad is voor het televisieprogramma Expeditie Robinson. Ze krijgt een telefoontje van haar vader, Pempy. ‘Shamira, kun je een paar schoenen voor me kopen?’ vraagt hij ‘Al mijn schoenen zijn vermist.’ Even later belt haar broer Andy. ‘Ik ben opgepakt, zus’, zegt die. Of ze iets voor hem kan betekenen? De filmmaakster begint te lachen: ‘Je weet dat ik je niet kan weigeren… Dat is zo irritant aan jou.’ Andy: Ik betaal je terug wanneer ik vrijkom. Maak je geen zorgen.’

Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Shamira Raphaëla heeft heel wat te stellen met haar vader en broer. Als Pempy na enkele maanden in de gevangenis vanwege drugshandel weer thuis komt, moet hij eerst nog een ruitje ingooien om binnen te kunnen komen. Vader zegt dat ie nu misschien wel voor een baas gaat werken. Hij moet er zelf om lachen. Zoek een baan, houdt Raphaëla even later haar broer voor, die in de cel heeft gezeten vanwege afpersing. ‘Ik zoek ook, maar ik vind niets’, reageert die. ‘Fuck ze, ik ben een boef.’ Andy, die een vrouw en kinderen moet onderhouden, heeft zo zijn eigen manieren om aan geld te komen.

En daarmee staan de spelers op het bord en liggen de regels voor het spel ook min of meer vast: Raphaëla’s vader en broer zullen gewoon hun leven vervolgen en zij heeft zich daar maar toe te verhouden. Leent ze bijvoorbeeld geld aan haar vader voor drugs, laat ze zich meetronen naar de illegale activiteiten van haar broer en waar blijft ze intussen zelf, de telg van een Antilliaanse familie die zich eigenlijk lijkt te hebben ontworsteld aan deze wereld? Het ene moment zit ze bij tv-producent Eyeworks in een montageset, het andere staat ze met haar broer te ginnegappen op een wietzolder. Het contrast lijkt eigenlijk te groot voor één enkel mensenleven.

Raphaëla heeft er maar mee te ‘dealen’ in deze persoonlijke film, waarin ze het leven met haar vader en broer in al z’n hoekigheid toont. Daarbij geeft ze nauwelijks achtergronden (hun verleden komt slechts zijdelings aan de orde) of context (wat er zich nu weer heeft afgespeeld, waardoor Pempy of Andy in de penarie terecht is gekomen). De film, zonder voice-over en interviews ook, schetst vooral de emotionele achtbaan waarin zij zich staande moet houden. Van een feestje bij haar vader snijdt ze keihard door naar één van zijn bedelbelletjes om geld. Van een scène waarin Pempy harddrugs rookt naar hoe hij wezenloos in een ziekenhuis ligt. Waarbij het even de vraag is of hij ooit nog wakker wordt.

Uiteindelijk werkt Shamira Raphaëla toe naar het moment waarop ze samen met haar vader de balans opmaakt en de omgedraaide rollen tussen ouder en de kind weer even worden teruggedraaid. Kunnen ze ooit, al is het maar voor even, weer gewoon vader en dochter zijn? En valt er te ontkomen aan het voorbeeld dat hij zijn kinderen ooit heeft gegeven?

Shamira Raphaëla is overigens jarenlang bezig geweest met een vervolg op Deal With It. In Downfall Of A Superwoman wilde ze laten zien hoe het verder ging met haar familie. Uiteindelijk heeft ze echter besloten om de documentaire niet te maken, vertelt ze in dit interview met De Filmkrant, omdat ze bij eerdere films heeft gemerkt dat mensen soms vogelvrij lijken te worden nadat ze hun leven met de wereld hebben gedeeld. ‘Ik neem mijn hoofdpersonen in bescherming maar doe ze daarmee tegelijkertijd tekort want hun verhaal blijft hierdoor ongezien en ongehoord.’

Shabu

Tangerine Tree

Shit is aan bij Shabu. De veertienjarige Rotterdamse jongen heeft het goed verbruid bij zijn familie. Hij is gaan joyriden met de auto van zijn oma, die al een tijdje in Suriname verblijft, en heeft het ding vervolgens total-loss gereden. Dit betekent dat de goedlachse jongen (echte naam: Sharonio) zijn zomer nu moet gaan besteden aan allerlei klusjes, te beginnen met het verkopen van zelfgemaakte ijslolly’s, om zo een bedrag van maar liefst 1200 euro bij elkaar te sparen.

Regisseur Shamira Raphaëla, die een film over enkele jongeren uit Rotterdam-Zuid wilde maken, is zes weken bij hem aangesloten. De belhamel besluit een feest te organiseren, waarmee hij geld wil inzamelen. Dat sluit ook mooi aan bij wat Sharonio sowieso in zijn hoofd heeft voor de toekomst: hij wil een populaire artiest worden. ‘Ik ben Shabu en ik word beroemd’, roept hij zelfverzekerd tegen iedereen die het maar wil horen. En naar zijn eventuele internationale gehoor: ‘I’m gonna be famous!’

Alle ingrediënten voor een hartveroverende feelgoodfilm zijn daarmee aanwezig. En dat is precies wat Shabu (75 min.) is geworden. Niet in het minst door de hoofdpersoon zelf, die op het eerste gezicht van alles tegen lijkt te hebben – huidskleur, lichaamsgewicht en sociale omgeving: het beruchte Rotterdamse gebouw De Peperklip – en die desondanks overloopt van levenslust en zelfvertrouwen. Gulzig verslindt hij het leven. En ondertussen geeft Shabu zelf consequent de toon en het ritme aan. Hij trommelt letterlijk op alles wat hij tegenkomt en zet – metaforisch gezien – de boel flink in beweging.

Raphaëla doet daarnaast ook zelf een stevige duit in het zakje: ze beziet haar goedlachse protagonist en diens directe omgeving vanuit een positieve basishouding en concentreert zich op hoe hij met vallen en opstaan en – als het gaat om zijn vriendinnetje Stephany en aandoenlijke ‘bro’ Jahnoa – met aantrekken en afstoten op dat zelfbedachte feest en (een begin van) volwassenheid afkoerst. Die ontwikkeling heeft ze lekker vlot gemonteerd en krijgt bovendien extra vaart en humor met allerlei smakelijke riefeltjes soul, blues en jazz.

Deze onweerstaanbare coming of age-docu – bedoeld voor een jong publiek, maar geschikt voor iedereen die jong van geest is – voelt mede daardoor soms bijna als een speelfilm. Zeker als in de finale, wanneer Sharonio’s feest dan toch eindelijk gaat beginnen, alle verhaallijntjes netjes bij elkaar komen en ‘Shabu Beertje’ ten overstaan van de hele buurt zijn (eerste) moment van glorie mag beleven. Ook al blijft het dan wel de vraag of hij voldoende geld heeft verdiend om zijn oma schadeloos te stellen…