Sneaker Wars: Adidas v Puma

Disney+

Ze kunnen doorgaan voor The Beatles en The Stones van de sportkleding. Adidas en Puma, twee multinationals uit één en hetzelfde Duitse plaatsje: Herzogenaurach. En de geesteskinderen – om er echt een sterk verhaal van te maken – van twee broers die ooit samen begonnen als Die Gebrüder Dassler en die na de Tweede Wereldoorlog voor de rest van hun leven ruzie kregen. De sportliefhebber en de zakenman: Adi Dassler van, juist, Adidas en zijn oudere broer Rudi, de oprichter van concurrent Puma.

Tachtig jaar later staan die drie strepen nog altijd lijnrecht tegenover de springende poema. Voor de gelikte driedelige serie Sneaker Wars: Adidas v Puma (127 min.) slaan ze de handen nochtans ineen – ook omdat die waarschijnlijk perfect past in hun eigen branding en ze er dus allebei vast niet heel veel slechter van worden. De eeuwige rivalen openen twee jaar de/enkele deuren voor de filmmakers Oliver Clark en Blair MacDonald en blikken terug op hun epische tweestrijd om de aandacht van ‘sneakerheads’, waarbinnen vrijwel alles – van guerrillamarketing tot omkoping – geoorloofd leek.

‘Ik dacht dat het mijn taak was om te rennen’, zegt sprintkampioen Noah Lyles tijdens een persconferentie. ‘Maar nee: het is schoenen verkopen.’ Dat lijkt tevens het leidmotief voor deze vlot gemonteerde, soepel tussen heden en verleden schakelende productie, waarin de CEO’s Kasper Rorsted en Bjørn Gulden, hun medewerkers, Dassler-afstammelingen en de Adidas-coryfeeën Darryl McDaniels (Run-D.M.C.), David Beckham en Noah Lyles en Puma-gezichten Usain Bolt, Neymar en Skepta ingaan op bijvoorbeeld grote concurrent Nike, het zogeheten Pelé-pact en de Puma/Adidas-familie.

Tussendoor probeert Puma op de New York Fashion Week z’n merk te revitaliseren met modeontwerpster June Ambrose en wordt Yeezy, Adidas’ samenwerking met de omstreden rapper Kanye West, alsmaar problematischer. Met verstrekkende gevolgen. Voor beide bedrijven (!). Zodat de aloude rivaliteit, waarbij zowel Adidas als Puma wel lijkt te varen, weer kan herleven. Dan toont deze aardige zedenschets van een wereld, waarin lifestyle, mode, ‘hypehandel’, straatcultuur en, o ja, sport samenkomen, heel even ook de achterkant van de verder erg soepel uitgevente business.

RIP!: A Remix Manifesto

Van wie is een idee of creatie? En wat mag een ander daar dan mee doen? Die vragen staan centraal in Brett Gaylors baanbrekende documentaire RIP!: A Remix Manifesto (86 min). Ze monden uit – in Gaylors woorden – in oorlog tussen de ‘copyright’, de traditionalisten die het ouderwetse auteursrecht koste wat het kost willen beschermen en gewoon willen blijven inzetten als melkkoe, en de ‘copyleft’, de generatie die is opgegroeid met het internet, in wezen vindt dat alles van iedereen is en zweert bij samples, mashups, covers, citaten en alle andere toepassingen waarmee de vrije uitwisseling van ideeën wordt gegarandeerd. Het gevecht om intellectueel eigendom dus. En dat strekt zich uit ver voorbij de grenzen van muziek of kunst.

Bouwt kennis of cultuur sowieso niet altijd voort op al wat eerder is gedaan? En ging ’t ook niet altijd zo? Gaylor geeft een treffend muziekvoorbeeld: de hit The Last Time van The Rolling Stones was toch gebaseerd op This May Be The Last Time van The Staple Singers, dat overigens ook nog een behandeling kreeg van een project van de voormalige manager van The Stones, The Andrew Loog Oldham Orchestra? En toen besloot The Verve vervolgens The Stones weer te samplen voor Bittersweet Symphony. Nadat Jagger en Richards succesvol de rechten van dat nummer hadden geclaimd, verkochten ze het voor een commercial door aan sportmerk Nike. Waarna Gaylors favoriete artiest Girl Talk, die een centrale positie inneemt in deze film, het in 2007 weer gebruikte voor een eigen nummer: Once Again.

Wie het nog snapt, mag het zeggen. Welnu: Brett Gaylor doet een loffelijke poging, met ontzettend veel inventiviteit, heerlijke humor en fijne historische doorkijkjes (Mickey Mouse!): in het publieke domein kunnen/moeten we als mensheid voortbouwen op onze collectieve kennis. Niks mis mee. Toch? Of zijn het dan weer gewoon andere multinationals die daarvan profiteren, trekken de verantwoordelijke denkers/kunstenaars/ontwerpers sowieso aan het kortste tijd en zou daardoor de menselijke ontwikkeling wel eens kunnen stagneren? Hoewel de voornaamste spelers en conflicten sinds de release van deze documentaire in 2008 zijn veranderd – wie herinnert zich nog de strijd van Metallica tegen Napster of Radioheads opstelling als ‘grensverlegger’? – is de discussie in wezen niet veranderd.

Waar houdt zogenaamd ‘fair use’ op en begint inbreuk op auteursrecht, (intellectueel) eigendom of patenten? Het fijne van RIP is dat vorm en inhoud echt samen optrekken. De film zelf is ook een mashup en daarmee – afhankelijk van de stam waaraan je je hebt verbonden in deze ideeënoorlog – een belangrijk manifest over de vrijheid van meningsuiting/illegaal werk/verwarrende kunstuiting. Ruim tien jaar later, een eeuwigheid in deze discussie, heeft Brett Gaylors pièce de résistance in elk geval nog helemaal niets aan denkkracht, amusementswaarde en relevantie ingeboet.

One Man And His Shoes

Piece Of Magic

Wat valt er na de geweldige documentaireserie The Last Dance, die diep in de ziel van het Amerikaanse basketbal en zijn grootste ster kijkt, nog te vertellen over Michael Jordan? Nou, bijvoorbeeld dat hij na The Chicago Bulls ook het sportmerk Nike in de vaart der volkeren opstootte.

In One Man And His Shoes (83 min.), waarin die ene man zelf overigens schittert door afwezigheid, wordt dat verhaal uitgediept. Het besluit om van de jonge Jordan, die op dat moment nog nauwelijks wat heeft gepresteerd, het gezicht te maken van Nike wordt op het conto geschreven van scout Sonny Vaccaro. Hij ziet in het cocky talent een ‘crossover person’, een icoon in de dop dat zijn eigen prestaties, team en sport kan ontstijgen. ‘Give it to the kid’, zou Vaccaro hebben gezegd. En zo geschiedde.

De ontwikkeling en promotie van de ‘Air Jordan’-schoen in de jaren tachtig en negentig was op zichzelf ook revolutionair: met een uitgekiende marketingcampagne werd de teamsporter Michael Jordan in de markt gezet als een individuele topsporter, compleet met zijn eigen schoenenlijn en kekke Spike Lee-commercials. Die keuze zou een gouden zet blijken te zijn: Nike werd een toonaangevend sportmerk, Jordan liep helemaal binnen en sneakers groeiden uit tot een gigantische rage, die tot op de dag van vandaag nog altijd niet is uitgewoed.

Zo diepgravend en enerverend als The Last Dance wordt deze aardige bijsluiter van Yemi Bamiro (natuurlijk) nooit, maar One Man And His Shoes brengt met ingewijden als voormalig Jordan-manager David Falk, sportschrijver Scoop Jackson, NBA-bobo David Stern en een hele sloot marketeers wel degelijk een belangrijk scharnierpunt in de Amerikaanse sportmarketing in kaart. Toen een doodgewone sportschoen het statussymbool voor een complete generatie werd.