Huilende Bruiden

KRO-NCRV

Huilende Bruiden (26 min.) worden we genoemd, stelt een gedragen vrouwenstem. Ooit kregen Groningse huizen zoals zij trotse kwalificaties: herenboerderij, boerenkathedraal of graanpaleis. De champagnejaren, noemden ze die. Das war einmal. Tegenwoordig moeten ze zich schrap zetten, om überhaupt te kunnen blijven (be)staan.

Filmmaker Tom Tieman geeft de ooit zo statige huizen het woord in deze oorspronkelijke korte docu. ‘Weer een rondleiding!’ verzucht één van hen. ‘Vroeger werd ik bewonderd. Nu kijken de erfgoedbewakers bezorgd. Ze hebben ‘t over aardbevingsschade en compensatie. Maar er gebeurt niets… Erfgoed worden we genoemd. We zijn te groot om te bewaren, te kostbaar om weg te doen.’

De huidige bewoners worstelen ermee. Het huilen staat ook hen vast wel eens nader dan het lachen. Hun bruiden lijken niet meer van deze tijd. Ze piepen en kraken onder het geweld van de elementen. Al die reparatiewerkzaamheden, de bijbehorende kosten. Enkele eeuwen geschiedenis, van mens en huis, dreigen daardoor verloren te gaan. Rest hen straks de sloopkogel? Of teruggave aan de natuur?

Tiemans keuze om het perspectief te kiezen van de pensioengerechtigde panden werkt ondertussen heel aardig. Via de stemmen van deze Groningse stijfkoppen, ingesproken door Nanette Edens en Aukje Schaafsma, krijgt het verglijden van de tijd en het daarmee gepaard gaande verval echt een gezicht, dat vervolgens ook afstraalt op de eigenzinnige passanten die hen tegenwoordig bewonen.

Elizabeth Taylor: The Lost Tapes

HBO Max

Ze was een filmster, zo was haar door de bobo’s meermaals te verstaan gegeven. Géén actrice. Hoewel ze zeker twintig jaar één van Hollywoods grootste sterren was, werd Elizabeth Taylor (1932-2011) lang nauwelijks serieus genomen. Zij was ‘eye candy’ voor bioscoopbezoekers en ‘arm candy’ voor de ene na de andere (oudere) man uit de business. Een naam die in koeienletters op zowel filmposters als tabloidcovers kon worden geplaatst, om zo het grote publiek te behagen.

En toen, in het voorjaar van 1961, won ze eindelijk een Oscar (vijf jaar later overigens gevolgd door een Academy Award voor Who’s Afraid Of Virginia Woolf). Voor haar rol in BUtterfield 8, haar vierde nominatie op rij. Zelf was Liz Taylor er overigens van overtuigd dat ze de prijs niet voor haar acteerprestatie had gekregen. ‘Ik won de award voor mijn tracheotomie’, zegt ze in de documentaire Elizabeth Taylor: The Lost Tapes (98 min.) van Nanette Burstein (The Kid Stays In The Picture, Gringo: The Dangerous Life Of John McAfee en Hillary).

Even daarvoor, tijdens de opnames voor het epische historisch drama Cleopatra, was Taylor namelijk geveld door een levensbedreigende longontsteking. ‘Het moet uit medelijden zijn geweest’, constateerde ze. ‘Want ik vind die film gênant.’ Op de archiefbeelden van de Oscar-uitreiking neemt ze de Academy Award nochtans deemoedig in ontvangst. ‘Ik weet niet hoe ik mijn dankbaarheid kan uiten voor dit voor en alles’, zegt de filmster met nauwelijks ingehouden emotie, als een volleerde actrice. ‘Ik kan alleen zeggen: dank jullie wel.’

De Amerikaanse diva doet de ‘bekentenis’ over haar eerste Oscar aan journalist Richard Meryman, tijdens interviewsessies voor wat een boek had moeten worden. De gesprekken begonnen in 1964, toen Liz Taylor op het hoogtepunt van haar roem was. De opnames zijn onlangs pas teruggevonden en vormen nu het fundament onder deze (auto)biografie, waarin ook intimi als acteur/vriend Roddy McDowall, Taylors agent Marion Rosenberg en haar vijfde/zesde echtgenoot Richard Burton (op een totaal van acht huwelijken) nog een kleine bijdrage leveren.

Dit is echter eerst en vooral het relaas van Taylor zelf, één van de beroemdste vrouwen van haar tijd, die tegelijkertijd vastzat in wat er van haar als vrouw, ster en – zelf verfoeide ze de term, getuige de gesprekken met Meryman – ‘seksgodin’ werd verwacht. Voortdurend moest ze balanceren op het slappe koord tussen schijn en zijn. Nanette Burstein concentreert zich ondertussen vrijwel volledig op Taylors glorieperiode en lardeert de bespiegelingen van haar hoofdpersoon natuurlijk met filmfragmenten, b-roll beelden én talloze foto’s.

Want Elizabeth Taylor kreeg als geen ander, zeker toen ze verzeild raakte in een bijzonder turbulente relatie met Burton, te maken met de opkomst van een nieuw fenomeen: paparazzi. ‘Het ging niet meer om de glamour’, stelt collega-acteur George Hamilton daarover. ‘Ze wilden de glamour vernietigen.’ Taylor en Burton leverden daaraan zelf ook een aanzienlijke bijdrage. In de apotheose van deze boeiende film toont Burstein nog even gauw – maar doeltreffend – hoe de twee de ander en zichzelf en plein public te gronde richten.

Waarna ze op de valreep toch nog een sterrol in petto heeft voor Elizabeth Taylor: als beschermvrouwe van de Amerikaanse homogemeenschap, die aan het einde van de twintigste eeuw wordt aangevallen door een nietsontziende killer, AIDS, en daarbij grotendeels aan haar lot wordt overgelaten. In die rol – geïnspireerd door haar vriendschappen met de acteurs Rock Hudson en Montgomery Clift, die een groot deel van hun leven (noodgedwongen) in de kast bleven – steelt Taylor nog eenmaal, ongegeneerd en toch oprecht, de show.

In Elizabeth Taylor – Rebel Superstar, een driedelige serie over de filmster, komt ook Taylors familie aan het woord.

The Kid Stays In The Picture

USA Films

The Kid Stays In The Picture (94 min.), zou de legendarische filmproducent Darryl Zanuck hebben gezegd. Daarmee was de discussie over Robert Evans definitief beslecht. Eerder hadden schrijver Ernest Hemingway en de acteurs Tyrone Power, Ava Gardner en Eddie Albert nog een brief geschreven aan Zanuck: als Evans de rol van Pedro Romero speelt, wordt onze film The Sun Also Rises een gigantische flop. Alleen co-ster Errol Flynn had zich afzijdig gehouden. Die moest wel lachen om alle drukte.

Het joch blijft in de film, schreeuwde Zanuck dus door een megafoon, toen hij Robert Evans eenmaal aan het werk had gezien als de Spaanse stierenvechter. En iedereen die het daar niet mee eens is, voegde hij eraan toe, kan zelf vertrekken. Robert Evans wist het ondertussen zeker: dit wil ik ook. Vanaf dat moment was zijn acteercarrière ten dode opgeschreven. Een legendarische filmproducent werd daar, op die verdeelde filmset, geboren: Bob Evans (1930-2019), de man achter Hollywood-klassiekers als Rosemary’s Baby, Love Story, The Godfather, Chinatown en Serpico.

Althans, dat is de versie van zijn levensverhaal die Evans opdist in deze typische Hollywood-film van Brett Morgen en Nanette Burstein uit 2002, die weer is gebaseerd op zijn eigen gelijknamige autobiografie. Omdat een leven ook maar gewoon een leven is – en dus niet zomaar een verhaal wordt. Dat maakt de verteller er dus zelf van, met een oneliner van Darryl Zanuck – zou die daadwerkelijk ooit zo zijn uitgesproken? – als inciting incident. Waarna de gelikte vertelling die Evans van zijn eigen lotgevallen heeft gemaakt van start kan.

Via belangrijke plotpoints – ’s mans eerst contract bij Paramount Pictures, zijn Hollywood-huwelijk met Love Story-ster Ali McGraw (die hem uiteindelijk inruilde voor Steve McQueen), z’n partygedrag met elke keer een andere schone aan zijn arm, de onvermijdelijke megaflop (The Cotton Club) en het ontslag bij Paramount dat uiteindelijk het logische gevolg was – op weg naar een klassiek point of no return, geïllustreerd met klassieke scènes uit zijn eigen films, als hij in de jaren tachtig werkeloos, berooid en depressief zijn leven en loopbaan lijkt te moeten eindigen.

Hollywood zou echter Hollywood niet zijn – en Evans niet Evans – als er niet toch nog een happy end in het verschiet lag in dit vermakelijke, als een klassieke Hollywood-film opgebouwde en aangeklede portret van een man die als geen ander de gouden jaren van de Amerikaanse filmindustrie representeert.

Killer Sally

Netflix

Op 14 februari 1995, Valentijnsdag, loopt de zaak definitief uit de hand. Sally McNeil schiet met twee kogels haar echtgenoot Ray dood. Hij zou haar jarenlang hebben mishandeld. De twee waren een opvallend stel geweest. Een interraciaal echtpaar. Hij zwart, zij wit. En allebei genoten ze een zekere bekendheid als bodybuilder.

In de driedelige docuserie Killer Sally (149 min.) gebruikt Nanette Burstein Sally’s (wanhoops?)daad in eerste instantie vooral als aanknopingspunt om het Amerikaanse bodybuilden te exploreren. De sport maakt in de jaren zeventig een opmars door, mede als gevolg van de klassieke documentaire Pumping Iron. Die film zorgt er tevens voor dat zevenvoudig Mr. Olympia-winnaar Arnold Schwarzenegger een echte ster wordt. Hij zal er een succesvolle loopbaan, eerst als actieheld en later als politicus, aan overhouden.

De voormalige marinier en Schwarzenegger-fan Ray McNeil ambieert eveneens een carrière als professioneel bodybuilder en is bereid om daarvoor ver te gaan. Zijn echtgenote Sally, tevens oud-marinier, beweegt zich in diezelfde wereld, wordt daarnaast actief in het aanverwante vrouwenworstelen en leent zich zelfs voor wat in deze miniserie ‘spierprostitutie’ wordt genoemd: tegen betaling afspreken met een zogenaamde ‘schmo’, een man die kickt op een sterke vrouw en daarmee wil worstelen.

Als die subcultuur eenmaal goed is neergezet – en Burstein neemt daarvoor ruim de tijd – zoomt de filmmaakster verder in op Ray en Sally: op zijn steroïdengebruik en slippertjes, op haar licht ontvlambare karakter en jaloezie en op het levensdelict dat daaruit is voortgevloeid. Ruim vijfentwintig jaar later kijkt Sally zelf terug op de gebeurtenissen. Ze wordt in de rug gedekt door haar advocaat, vrienden en kinderen uit een eerdere relatie en krijgt weerwoord van intimi van Ray en de voormalige openbaar aanklager.

In de slotaflevering volgt tenslotte de rechtszaak tegen Sally McNeil: heeft zij Ray neergeschoten in een paniekreactie, omdat ze leed aan het zogenaamde ‘battered woman syndrome’ dat in die tijd door de geruchtmakende partnergeweld-zaken rond O.J. Simpson en Lorena Bobbitt prominent in het nieuws was? Of was het toch een koelbloedige moord? Verder redenerend: kunnen vrouwen überhaupt de agressor zijn binnen een relatie? En, vragen anderen zich dan weer af, is de gespierde Sally eigenlijk nog wel te beschouwen als een vrouw?

Als vervolgens, na bijna tweeënhalf uur, ook de gevolgen van Ray en Sally’s toxische relatie voor haar kinderen John en Shantina, die later allebei in het leger zijn beland, nog aan de orde komen, wordt deze serie even meer dan de zoveelste Amerikaanse true crime-productie. Voor een driedelige serie heeft Killer Sally alleen toch wat weinig vlees op de botten. Dit verhaal en de prikkelende wereld waarbinnen dat is gesitueerd waren ongetwijfeld ook prima tot hun recht gekomen in één enkele documentaire.

Gringo: The Dangerous Life Of John McAfee

Showtime

Hij had een soort Bill Gates kunnen worden, maar werd een moderne variant op Colonel Kurtz (de griezel uit het boek Heart Of Darkness en de bijbehorende film Apocalypse Now), die zich in zijn eigen koninkrijkje van gekte en geweld heeft teruggetrokken.

John McAfee, de man achter de befaamde virusscanner en tevens het larger than life-hoofdpersonage van Gringo: The Dangerous Life Of John McAfee (97 min.), een vermakelijke, maar soms net iets te vet aangezette documentaire van Nanette Burstein, die voor de film een soort paringsdans uitvoert met de ogenschijnlijk onwillige McAfee.

In Gringo trekt de doorgedraaide multimiljonair, rasentrepeneur en mediapersoonlijkheid zich uiteindelijk terug in Belize. In een veel te groot huis, waar hij een harem van (iets te jonge) lokale liefjes samenstelt en zich omringd met zijn eigen zwaarbewapende militie, samengesteld uit de allerbeste plaatselijke gangsters.

Het is een beproefd recept voor ellende. En die komt er: de gewelddadige dood van een buurman die zijn honden zou hebben vergiftigd. Als de grond hem te heet onder de voeten wordt, vertrekt McAfee en stelt zich in eigen land kandidaat voor het presidentschap van de Verenigde Staten.

En daar moet hij, net als ene Hillary, zijn meerdere erkennen in een nog veel groter uitgevallen personage, (The) Donald Trump.