The Jacket

Jamal (l) en Zreik (r) / Amstelfilm

‘Kijk naar de bergen’, zegt Mohamad ‘Zreik’ al Saghir tegen Jamal Hindawi, terwijl ze samen even genieten van het uitzicht.

‘Zo rustig’, beaamt zijn vriend, met wie hij net tijm heeft geplukt.

‘Het is een mooi land’, constateert Zreik over Libanon.

‘Je houdt ervan?’ vraagt Jamal.

‘Jazeker, ik ben hier geboren.’ De oude man denkt nog even na. ‘Maar ik hou nog meer van Palestina. ‘

‘Natuurlijk’, reageert zijn vriend.

‘Het klopt dat ik daar niet ben geboren’, zegt Zreik. ‘En ik heb er ook nooit gewoond. Maar ik hou ervan.’

Jamal laat dat even indalen. ‘Wat zou je gaan doen als je kon terugkeren naar Palestina?’

Zo filosoferen de twee mannen nog even verder over Palestina, een land dat van hen is en toch nooit is geweest. Intussen steken ze een sigaretje op in Libanon, het land dat nooit van hen zal zijn, ook al werden ze er allebei op de wereld gezet. Dat is nu eenmaal het lot van mensen die in ballingschap zijn geboren. In hun geval: het vluchtelingenkamp Shatila te Beiroet. Daar kwamen hun families terecht na de Nakba in 1948, toen Palestijnen moesten wijken voor de staat Israël.

De Belgische filmmaker Mathijs Poppe heeft het tweegesprek – of moeten we ’t toch een dialoog noemen? – halverwege The Jacket (71 min.) geplaatst. Jamal en zijn vriend en collega Zreik acteren daarnaast samen in een theaterstuk over een jack, waarop Jamals vrouw Mona lapjes in allerlei kleuren heeft genaaid. Dat jasje staat voor de Palestijnse identiteit, de verdeeldheid in hun land van oorsprong en het gewicht dat zij als ontheemden al hun hele leven dragen.

En ergens onderweg, terwijl de inflatie in Libanon de brandstofprijzen helemaal laat ontsporen, raakt Jamal dat jack zomaar ineens kwijt en moet hij ernaar op zoek. Op zoek naar wat hij is kwijtgeraakt, hoe symbolisch. Theater en het echte leven zijn dan al volledig verknoopt geraakt in deze hybride van docu en drama. Op zijn zoektocht heeft Jamal dus ook louter betekenisvolle ontmoetingen, bijvoorbeeld met Syriërs die ooit zijn gevlucht voor de oorlog in hun land.

En Jamals dochter Hanan, met wie hij regelmatig belt, staat ongetwijfeld voor de uitzichtloze positie van Palestijnen in Libanon. Zij is in het buitenland gaan studeren, want in ‘eigen’ land lijkt er voor haar, een jonge intelligente vrouw, weinig te halen. Zo belicht deze ‘documentaire die de tools van fictie gebruikt’ de Palestijnse kwestie vanuit het perspectief van gewone mensen en hoe die hun leven drijft. Als een jack waarvan ze geen afscheid kunnen, mogen of willen nemen.

Bye Bye Tiberias

Lightdox

In Tiberias, een stadje in het Noordoosten van Israël, liggen de roots van Lina Soualem. De Palestijnse filmmaakster is zelf echter geboren in Parijs. Haar moeder was hun moederland ontvlucht om carrière te gaan maken als actrice. Dat lukte. Tijdens een lange loopbaan bemachtigde Hiam Abbas rollen in speelfilms als Munich, The Visitor en Blade Runner 2049. En de afgelopen jaren was ze te zien in de gelauwerde tv-serie Succession, als de vrouw van pater familias Logan Roy, Marcia.

Toen Hiam naar het westen vertrok, was de familie echter allang weg uit Tiberias. Net als veel andere Palestijnse families werden ze in 1948 van huis en haard verdreven door de Israëli’s. Lina’s overgrootmoeder Um Ali en haar echtgenoot Hosni belandden ruim dertig kilometer verderop in Deir Hanna. Hosni bleef echter ontroostbaar. ‘Heb je mijn koeien gezien?’ vroeg hij volgens de overlevering aan zowat elke voorbijganger. ‘Mijn ezel? Mijn leven?’ Hij stierf uiteindelijk van verdriet.

Hun dochter Nemat, Lina’s oma, had nog mogen studeren op een prestigieuze school. Enkele maanden voor haar diplomering brak de oorlog van ’48 echter uit. Ze was pas zestien toen haar leven voorgoed veranderde. Nemat zou een groot gezin voortbrengen, waarvan de vijfde dochter dus de wijk nam naar Parijs. Hiam voelde zich bekneld, te midden van dat volk zonder thuis. Ze verbrak alle banden met haar familie en herstelde die pas enkele jaren later toen Lina het levenslicht zag.

En zij, dat kind van twee werelden, onderzoekt in de persoonlijke film Bye Bye Tiberias (82 min.) nu de geschiedenis van haar familie, de drie vrouwen die haar voorgingen in het bijzonder. Ze staan nog samen op de foto: de kleine peuter Lina, als onderdeel van vier generaties in haar familie. ‘Vrouwen die leerden om alles achter te laten en elders opnieuw te beginnen’, legt zij als verteller uit. De foto is onderdeel van een soort stamboom, waarmee ze haar familie in kaart heeft gebracht.

Via het persoonlijke verhaal van deze vrouwen, haar moeder in het bijzonder, schetst Lina Soualem in deze intieme film de impact die de Nakba heeft (gehad) op Palestijnse families. Ieder van hen heeft z’n eigen verliezen geïncasseerd en daarna toch weer een weg naar voren moeten vinden. ‘Achter onze glimlach’, vertelt ze nadat ze met z’n allen uitgelaten voor een groepsfoto hebben geposeerd, ‘zit de angst die in ons slaapt. Wat als zelfs de resten van deze plek straks zijn verdwenen?’

Tantura

Real Peek Films

Toen Teddy Katz eind jaren negentig zijn masterthesis over de gebeurtenissen in Tantura publiceerde, gebaseerd op gesprekken met meer dan honderddertig direct betrokkenen, brak de hel los. Zijn conclusie dat Israëlische soldaten na de inname van het Palestijnse stadje in 1948 een bloedbad hadden aangericht, waarbij zo’n tweehonderd inwoners werden vermoord, bleek onverteerbaar. Katz werd gedwongen om publiekelijk het boetekleed aan te trekken, zijn thesis werd bovendien in de ban gedaan. Maar had hij het ook bij het verkeerde eind?

Gewapend met diens opnametapes wil regisseur Alon Schwarz ruim twintig jaar later voor Tantura (94 min.) opnieuw een ronde maken langs mensen die bij de zaak betrokken raakten, wetenschappers, historici én de inmiddels hoogbejaarde mensen die Katz destijds sprak voor zijn onderzoek, om ze eens te laten luisteren naar wat er destijds is besproken. Let op, waarschuwt Teddy Katz, die door deze kwestie een soort volksvijand is geworden in Israël, de documentairemaker nog: ‘Voor je het weet word je net zo opgejaagd als ik.’ 

‘Dit is niet wie wij zijn’, zegt Gavriel Kofman, een voormalig lid van de Israëlische Alexandroni Brigade, als hij even later naar een tape van zijn medesoldaat Micha Vitkon luistert. Vitkon vertelt dat een commandant, die later een belangrijke functie op het ministerie van Defensie zou krijgen, de ene na de andere Arabier doodschoot in Tantura. Kofman weigert het te geloven: ‘Iemand in zijn hoofd schieten met een Parabellum, dat is precies wat de Nazi’s deden. Ik geloof dat niet. Ik heb er destijds niets van gehoord, dat staat vast, maar ik geloof er nu ook niks van.’

Dat blijkt later toch nét even anders te liggen, als in deze fascinerende documentaire gebeurtenissen rond de stichting van de staat Israël – ‘Al-Nakba’, ofwel De Catastrofe, noemen Palestijnen diezelfde periode – kritisch tegen het licht worden gehouden. Want ook al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Ooit, welteverstaan. Als de strijd allang is gestreden, of als er weinig meer is te verliezen. Want het tragische relaas van Teddy Katz toont tevens aan dat diezelfde leugen, als er maar genoeg vanaf hangt, verdacht lang kan worden volgehouden.

Zeker als dit woekeren met de waarheid één van de fundamenten vormt onder het signatuurverhaal van de nobele natie, die een veilige haven moest worden voor een volk dat getraumatiseerd uit de Tweede Wereldoorlog kwam. Zo’n verhaal mag niet bezoedeld raken door zaken die het daglicht niet kunnen velen – en die, zoals de gebeurtenissen in Tantura, zelfs wel eens aan de wandaden van de nazi’s zouden kunnen doen denken. Daarbij past zwijgen en zo nodig keihard ontkennen, ook als daarmee een wetenschapper, en met hem de waarheid, wordt geslachtofferd.

Alon Schwarz neemt de kijker mee in zijn eigen zoektocht door het doolhof dat rond Tantura is opgetrokken, plaatst de gebeurtenissen binnen hun historische context en laat zien hoe de publieke opinie met een slinkse mediacampagne doelbewust werd gemanipuleerd. Het blijft onwerkelijk en schokkend om te zien hoe enkele oud-militairen, aaibare oudjes inmiddels, 75 jaar na dato nog altijd volharden in aperte onwaarheden – of hoe anderen, al even schokkend, nu ineens met een verontschuldigende glimlach alsnog bekennen.

Soldaat Amitzur Vohen van de Alexandroni Brigade vertelt bijvoorbeeld dat hij nooit over Tantura sprak, ook niet met zijn vrouw. ‘Wat moest ik haar vertellen?’ zegt de vriendelijke oude baas met de markante snor. ‘Dat ik een moordenaar was?’

Palestina Bestaat Niet

Ze dachten dat ze huis en haard voor even verlieten, een paar weken misschien, maar ruim zeventig jaar later is het leeuwendeel van de ruim 700.000 inwoners van Palestina die naar de hele wereld uitzwierven nog altijd niet teruggekeerd naar hun geboorteland. Op 15 mei gedenken Palestijnen jaarlijks de Nakba, de verdrijving van hun volk in 1948, waarna in ‘hun’ land de staat Israël kon worden gesticht. Sindsdien woedt ook het Israëlisch-Palestijnse conflict, een brandhaard die in de afgelopen decennia ook de rest van de wereld regelmatig in vuur en vlam heeft gezet.

Samir El Hreish is op tweejarige leeftijd met zijn ouders naar Nederland vertrokken vanuit de Palestijnse stad Jaffa. Hun huis, waarvan nog geen foto bewaard is gebleven, zouden ze toen tijdelijk in bewaring hebben gegeven bij een andere Palestijnse familie, de Hinns. Als Samir en zijn Nederlandse vrouw Suzanne op internet op zoek gaan naar die familienaam, stuiten ze op de Amerikaanse televisiedominee Benny Hinn. En die is toevallig binnenkort in Nederland voor enkele erediensten. Met een brief van diens opa in de hand besluiten ze de even bekende als omstreden pastor te benaderen, het startpunt van een zoektocht naar Samirs oorsprong en de omgeving waarin hij werd geboren.

Behalve het echtpaar El Hreish volgt regisseur Simone Tangelder in de melancholieke documentaire Palestina Bestaat Niet (57 min.) nog enkele andere, in Nederland woonachtige Palestijnen, waaronder een oudere vrouw die zich na vertrek uit haar geboorteland in Syrië heeft gevestigd en onlangs, vele jaren later, opnieuw gedwongen heeft moeten verkassen naar Nederland. Met een mengeling van weemoed, onbegrip en woede kijken ze naar hun verloren land en proberen ze de Nakba, het Arabische woord voor catastrofe, een plek te geven in hun huidige bestaan. Intussen lijkt Palestina, zeker sinds de Amerikaanse regering in 2017 Jeruzalem heeft erkend als hoofdstad van Israël, alleen in hun hart nog te bestaan.