The Man With 1000 Kids

Netflix

‘This man has really fucked with the wrong women’, zegt de Amerikaanse ‘vruchtbaarheidsfraude-activiste’ Eve Wiley heel stellig, terwijl ze ferm in de camera kijkt. De jonge vrouw bedoelt het figuurlijk. Niet letterlijk. Althans, dat is doorgaans niet het uitgangspunt geweest.

De quote fungeert als uitroepteken achter het intro waarmee de driedelige docuserie The Man With 1000 Kids (124 min.) van Josh Allott wordt opgestart en de belangrijkste bevindingen van de komende twee uur alvast zijn aangekeild: de Nederlandse muzikant/vlogger Jonathan Jacob Meijer kon als spermadonor wel eens duizend kinderen op de wereld hebben gezet, zou zich ten doel hebben gesteld om de aardbewoner met de grootste kinderschare te worden en heeft ondertussen een spoor van verwarring en vernieling getrokken door de wereld van vrouwen met een onvervulde kinderwens en het nageslacht dat zij via/met hem hebben gecreëerd. Zit u klaar voor het on-ge-lóóf-lij-ke verhaal van deze – doorhalen wat niet van toepassing is – aartsleugenaar, geilneef en/of übernarcist?

Wensmoeders kunnen bij Jonathan terechtkomen via reguliere Nederlandse spermabanken, het wereldwijd opererende bedrijf Cryon International óf de toch wat verdachte website Verlangen Naar Een Kind. Ze leren hem kennen onder zijn eigen naam, als ‘Ruud’ of – vanwege zijn lange golvende haar – onder de noemer ‘Viking’. Hij houdt de vrouwen voor dat hij hooguit vijf kinderen wil verwekken. Als hij er concreet naar wordt gevraagd door een moederpaar dat nog wel een tweede kind van hem wil, noemt Jonathan schoorvoetend het aantal van 25. Hoewel ze daarvan schrikken happen de vrouwen tóch toe. Hij helpt hen vervolgens aan sperma in een openbaar toilet in een winkelcentrum te Leidschendam. Ze vinden het raar en walgelijk, maar insemineren het zaad wél.

De droom om een kind te krijgen begint voor veel moeders dan verdacht veel op de spreekwoordelijke nachtmerrie te lijken. En als de schaal van zijn levenswerk tot hen doordringt, is de ellende niet te overzien. Ze zijn woest over het bedrog (dat verder gaat dan wie dan ook zich kan voorstellen, inclusief mogelijk zoiets onsmakelijks als een ‘spermaroulette’), maken zich zorgen over hun kinderen (zijn die niet meer dan een nummer en hoe voorkomen zij later onbedoelde incest?) en hebben wezenlijke vragen over de maatschappelijke implicaties (hoeveel nakomelingen heeft Jonathan over honderd jaar en vormen die dan een bedreiging voor de biodiversiteit?). Deze miniserie werpt zulke vragen op, maar graaft verder niet al te diep naar de antwoorden. Die zouden het hap-slik-weg gehalte van de productie ook alleen maar bederven.

The Man With 1000 Kids concentreert zich liever op het relaas van een groep volstrekt onschuldige vrouwen die ernstig zijn geschaad door een onverbeterlijke veelpleger en verpakt dat wuft, met gelikte reconstructiebeelden en kekke muziekjes, als een typisch ‘good women love a bad man’-crimestory. Uit dezelfde Netflix-fabriek die eerder pak ‘m beet The Tinder Swindler en The Puppet Master afleverde. De bedrogen moeders – voor het overgrote deel afkomstig uit een Nederland dat nog vooral uit polderlandschap en molens lijkt te bestaan – vertellen hoe de ‘massadonor’ hen in de luren heeft gelegd en hoe boos ze nu op hem zijn. ‘I’m gonna hang you by your balls from the highest tree’, dreigt de één. ‘Don’t mess with a mom’, zegt een ander. In klassiek Steenkolenengels.

Een undercoveractie van de verzamelde moeders en bijbehorende rechtszaak, teneinde Jonathan te dwingen om zijn levenswerk af te breken, zijn dan al aanstaande. Tegelijkertijd stuiten ze op een ingenieus complot rond massadonoren, dat wordt gerund vanuit Kenia. Dit angstaanjagende idee wordt echter alleen aangestipt, maar verder niet nageplozen. Intussen blijft de hoofdpersoon, die natuurlijk niet wilde meewerken aan deze productie, een groot raadsel. Wat bezielt iemand om, ja, de hele wereld rond te reizen en overal, tussen het vloggen over cryptovaluta en de lessen des levens door, kinderen te verwekken? Zijn slachtoffers kunnen er alleen over speculeren. En in deze docuserie zit niemand die hem écht kent – als die al bestaat. Jonathan Jacob Meijer blijft een enigma.

The Man With 1000 Kids ontstijgt daardoor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het thematisch verwante Het Zaad Van Karbaat, nooit het niveau van een bizar verhaal, dat in chocoladeletters met de wereld wordt gedeeld.

Jonathan Meijer noemt de serie intussen tegenover de BBC ‘misleidend’.

Our Father

Netflix

Is er na de Nederlandse miniserie Het Zaad Van Karbaat en de Amerikaanse tegenhanger daarvan, Baby God, ruimte voor nóg een documentaire over een fertiliteitsarts die, ongevraagd natuurlijk, zijn eigen zaad heeft gebruikt om patiënten te bevruchten en zo een enorm nageslacht blijkt te hebben nagelaten? In tegenstelling tot zijn twee collega’s, Jan Karbaat en Quincy Fortier, is de stiekeme spermadonor van Our Father (97 min.) in elk geval nog in leven. Donald Cline kan zich dus hoogstpersoonlijk in de zaak mengen en verdedigen tegen alle aantijgingen. Als hij dat tenminste zou willen…

Verder voelt deze documentaire van Lucie Jourdan, wellicht simpelweg door de timing van de release, als een wandeling op bekend terrein. Terwijl het verhaal eigenlijk te gek voor woorden blijft. Net als de Cline-geschiedenis een wel erg hoog mosterd-na-de-maaltijd gehalte dreigt te krijgen, neemt de vertelling ‘gelukkig’ een sinistere wending, die associaties oproept met zowel The Handmaid’s Tale als het beruchte Lebensborn-project. De achtergronden daarvan zitten kernachtig vervat in Cline’s favoriete Bijbelcitaat: ‘Voordat ik u vormde in uw moeders schoot, kende ik u’ (Jeremiah, 1:5). Die intrigerende verhaallijn wordt alleen nauwelijks uitgediept.

Even later hervat Our Father zijn vertrouwde – en natuurlijk toch nog schokkende – betoog over die sjoemelende dokter weer. Met ouders die zich ernstig bedrogen voelen en kinderen die zich schamen voor wie ze (blijkbaar) zijn. De vraag dringt zich op: zou dit altijd al usance zijn geweest in de vruchtbaarheidsbusiness? De kans dat de ware aard van het zaad werd ontdekt leek in het pré-DNA tijdperk immers vrijwel nihil. Was het dan vreemd dat deze artsen, die tenslotte vrijelijk over nieuw leven konden beschikken, een soort God-complex ontwikkelden en begonnen te denken dat de wereld er alleen maar beter van zou worden als zij zich lustig zouden vermenigvuldigen?

Inmiddels zijn er in de Verenigde Staten een kleine vijftig van zulke hulpvaardige artsen tegen de lamp gelopen. Donald Cline, tevens kerkouderling in Indiana, geldt vooralsnog als de productiefste. Zijn nazaten hebben alleen weinig met hem op. Hij wordt door hen consequent ‘Cline’ of ‘that man’ genoemd. Voor hen is hij geen vader, eerder een verkrachter. En dat is dan weer vervat in een vrij plastisch tafereel dat Jourdan, net als andere kerngebeurtenissen uit deze onverkwikkelijke geschiedenis, met acteurs en afstammelingen heeft gereconstrueerd: nét voor de bevruchting maakt Cline zich in een zijkamertje letterlijk klaar voor de klus. Zodat er genoeg zaad is…

Het viezige karakter van ‘s mans levenswerk – zijn heilige missie? – wordt daarmee treffend verbeeld. In een film die een flinke dosis persoonlijk leed blootlegt, veroorzaakt door een man die vindt dat hij mag wikken en beschikken over het lot van een ander. Our Father legt het desondanks af tegen Het Zaad Van Karbaat, waarin dezelfde thematiek met meer diepte, nuance en (beeld)poëzie is uitgewerkt.