Vendredi Noir

France TV

‘Zou je bereid zijn om de video te bekijken die ik op de avond van de aanval heb opgenomen?’ vraagt Daniel Psenny aan enkele overlevenden van de moordpartij in de Bataclan op 13 november 2015. Toen drie terroristen in de Parijse rockclub het vuur openden op fans van de Amerikaanse band Eagles Of Death Metal, pakte de Franse journalist, destijds werkzaam bij de krant Le Monde, zijn mobiele telefoon en registreerde vanuit zijn raam de paniek op straat.

Zeven mensen die hij toen filmde hebben nu tegenover hem plaatsgenomen. Ze zuchten eens, slikken hun emotie weg en halen nog een keer diep adem. Voordat ze inderdaad Psenny’s tablet aanpakken en de gruwelijke gebeurtenissen, die ze vast al zo vaak voor hun geestesoog hebben gezien, nog eens de revue laten passeren. 131 doden vielen er te betreuren na de aanslagen op deze klassieke vrijdag de 13e. En nog eens ruim 350 mensen raakten gewond.

Psenny’s huiveringwekkende beeldmateriaal woelt alle emoties van die fatale avond weer los. Vendredi Noir (53 min.), de indringende film die Daniel Psenny nu heeft gemaakt met Franck Zahler, gaat daarna terug naar het concert. Om 21.47 uur klinkt er ineens geweervuur in de Bataclan. De Eagles Of Death Metal verlaten daarna halsoverkop het podium. Hun publiek kijkt de dood echter in de ogen – al duurt het even voordat iedereen zich dat realiseert.

Stapsgewijs lopen de Bataclanners opnieuw de tragische gebeurtenissen langs op die inktzwarte vrijdag, waarop Psenny hen nog te hulp schoot en zelf ook ernstig gewond raakte. Ze zijn stuk voor stuk door het oog van de naald gekropen, realiseren ze zich, ontkomen aan de Kalasjnikovs van drie nietsontziende terroristen. Die hebben een drama veroorzaakt dat tien jaar na dato nog altijd voortleeft in de harten van de mensen die ze destijds niet raakten.

Vendredi Noir roept deze tragische avond waarop hun leven veranderde – en dat van anderen in een horrorverhaal eindigde – nog eens op alsof ’t dag van gisteren was.

Rainbow Warrior

Expanded Media

In de afgelopen halve eeuw heeft Greenpeace zich een meester getoond in het planten van ’mind bombs’: een onvergetelijke beeld dat volgens Rex Weyler, één Greenpeace’s oprichters, direct explodeert in ons brein en daarna de hele wereld overgaat. Een essentieel onderdeel van die strategie is de Rainbow Warrior (96 min.), een boot die, voor het oog van de camera, op heroïsche wijze de strijd aanbindt met milieuvervuilers, dierenbeulen en landen die nucleaire tests uitvoeren.

Daar begon ‘t in 1971 ook voor de milieuactivisten, toen de Amerikanen bij het eiland Amchitka een kernbom wilden testen. En daar gaat ‘t veertien jaar later ook verder, als Greenpeace bij Nieuw-Zeeland zelf wordt aangevallen, het onderwerp van deze documentaire van Edward McGurn. De Rainbow Warrior is op 10 juli 1985 het slachtoffer van ‘Opération Satanique’, een clandestiene actie van de Franse geheime dienst DGSE die twee bommen laat afgaan op de iconische Greenpeace-boot.

Met bemanningsleden van de Rainbow Warrior, Nieuw-Zeelandse politiemensen en één van de leden van het Franse eliteteam, Jean-Luc Kister, reconstrueert McGurn de roekeloze operatie, waarbij Greenpeace’s Portugees-Nederlandse fotograaf Fernando Pereira de dood vindt. Hoewel alle sporen al snel richting Parijs leiden, probeert de Franse president François Mitterand te doen alsof zijn neus bloedt. Dat is echter buiten enkele vasthoudende onderzoeksjournalisten gerekend.

Zij herinneren zich in deze boeiende film hoe er daarna een vuil politiek spel op gang komt: wiens kop moet er rollen? En kan Mitterand zijn eigen hoofd uit de strop houden? Intussen komt in Auckland de rechtszaak op gang tegen de Franse aanvallers, die zich volgens Greenpeace-voorman David McTaggart schuldig hebben gemaakt aan staatsterrorisme op vreemde bodem. Al snel blijkt echter dat sommige verdachten toch nét iets meer gelijk zijn dan anderen.

Uiteindelijk heeft die fatale explosie, wrang genoeg, ook Greenpeace geen windeieren gelegd. ‘Het opblazen van de Rainbow Warrior heeft ons niet kunnen stoppen’, stelt Rex Weyler. ‘Sterker: daardoor heeft de populariteit van Greenpeace een enorme vlucht genomen.’ Zo bezien was het drama op de Rainbow Warrior niets minder dan een ‘mind bomb’. Door een andere organisatie geplaatst, dat wel.

Becoming Cousteau

Disney+

Gedurende zijn leven zag hij de wereld onder water ernstig verschralen. Hij, Jacques-Yves Cousteau (1910-1997), had die hoogstpersoonlijk toegankelijk gemaakt voor een groot publiek. Met zijn boot De Calypso en vaste bemanning, waaronder zijn ferme echtgenote Simone, bevoer hij jarenlang de wereldzeeën. Hij produceerde in die tijd onder andere de Oscar-winnende documentaire Le Monde De Silence (1956) en werd een graag geziene gast op televisie met de serie The Undersea World Of Jacques Cousteau. Niet eerder was het leven onder de zeespiegel zo (prachtig) in beeld gebracht.

‘Duiken is de beste afleiding die je kunt hebben’, zegt hij daarover aan het begin van Becoming Cousteau (96 min.). ‘Als ik uit het water kom, voel ik me beroerd. Het is alsof je kennis hebt mogen maken met de hemel en dan wordt terug gesmeten op aarde.’ Je ziet hem meteen weer staan op zijn schip: met die kamerbrede glimlach, pregnante haviksneus en eeuwige rode beanie. Een ranke gestalte, verder meestal slechts gekleed in een zwembroek. De archetypische ‘oceanaut’, zoals hij zijn stiel, met een knipoog naar de toentertijd eveneens immens populaire ruimtevaart, zelf ooit dubde.

Regisseur Liz Garbus slaagt er vervolgens in om de man achter de missie vandaan te halen. Met dagboekfragmenten, ingesproken door de Franse acteur Vincent Cassel, kleurt ze het fraaie beeldmateriaal in en schetst ze ook de achtergronden daarvan, inclusief een persoonlijk drama dat Cousteau zal tekenen. Daarnaast laat Garbus bemanningsleden en intimi, off screen, aan het woord over de man waarmee hele generaties natuurliefhebbers zijn opgegroeid. Daarbij komen tevens de achtergronden van zijn publieke leven aan de orde: het auto-ongeluk dat ervoor zorgde dat hij geen piloot kon worden, een fatale diepzeeduikmissie met een collega bij de Franse marine en het feit dat hij zijn expedities ooit financierde met olie-onderzoek.

In het licht van ‘s mans latere klimaatactivisme, de vanzelfsprekende derde akte van dit aansprekende portret, is met name dat laatste saillant. Kapitein Cousteau en zijn crew zouden bijvoorbeeld het leeuwendeel van de olievelden van Abu Dhabi hebben ontdekt. Toen hij een half leven later zag wat de mensheid op aarde had aangericht, bijvoorbeeld bij het koraalrif dat hem zo dierbaar was, restte Jacques Cousteau nog maar één ding: al zijn prestige in de strijd gooien om het tij alsnog te keren. Bijna 25 jaar na z’n dood echoot ‘s mans boodschap nog altijd na – al is er in die tijd tragisch weinig bereikt.