Half Moon

Selfmade Films

Waar hij zijn klarinet ook neerlegt, dat is thuis. Of dat nu is in Amsterdam, New York of… de stad waar zijn wortels liggen, Damascus. Sinds de burgeroorlog in Syrië in 2011 is losgebarsten, is Kinan Azmeh echter niet meer thuis thuis geweest. Samen met andere Syrische muzikanten probeert de componist en klarinettist elders in de wereld z’n thuis desondanks in leven te houden – ook al is ie nog zo ver van huis.

Muziek is Azmehs manier om gebruik te maken van zijn recht op vrijheid van meningsuiting, om uit te drukken wie hij is en hoe hij naar de wereld kijkt. En de Nederlandse documentairemaker Frank Scheffer geeft hem daarvoor alle gelegenheid in Half Moon (91 min.), een film die voor een belangrijk deel bestaat uit live-uitvoeringen van ’s mans composities, bijvoorbeeld met het Syrian Expat Philharmonic Orchestra. In traditionele concertzalen, een theatrale setting of de openbare ruimte, in wereldsteden zoals Londen, Hamburg en Beiroet. Fraai vereeuwigd, met meer dan genoeg ruimte om te kunnen ademen.

Verder vertelt Kinan Azmeh, ondersteund door intimi en collega’s als de Syrische sopraan Dima Orsho en de bekende Chinees-Amerikaanse cellist Yo-Yo Ma, zijn levensverhaal. Vlak voor 11 september 2001 verhuisde hij bijvoorbeeld naar New York om klarinet te gaan studeren aan The Juilliard School. Na de aanslagen van 9/11 was hij ineens ‘die Arabier’. Tegelijkertijd leerde hij er de muziek van zijn geboortegrond waarderen. Tegenwoordig speelt hij dus regelmatig ‘Arabic jazz’ met zijn CityBand in New York. Zo lijkt Azmeh’s leven doordesemd met politiek, die dan onvermijdelijk ook een verbinding aangaat met zijn muziek.

Treffend is in dat verband het verhaal van hoe hij zijn echtgenote Layale Chaker heeft ontmoet. Met The National Palestinian Symphony Orchestra zouden ze een tour doen in Palestina. De Libanees-Franse violiste en componiste was daar nooit eerder geweest en vond dit een heel ingrijpende ervaring. Bij de grens, op de brug vanuit Jordanië, werd het orkest in twee groepen gescheiden. Die besloten ter plaatse samen het Schumann Cello Concerto te gaan spelen. Van beide kanten van het checkpoint klonk er dus muziek, die vervolgens samenvloeide. Net als even later Kinan en Layale, die inmiddels een aandoenlijk zoontje op de wereld hebben gezet, Shams.

Shams werd geboren in Brooklyn, New York, als kind van een Syrisch-Amerikaanse vader en een Libanees-Franse moeder, en moet zich volgens Kinan Azmeh overal thuis kunnen voelen. Waar hij zijn hoed ook maar neerlegt – of het instrument dat hij ongetwijfeld zal gaan bespelen. Want muziek zou een voertuig kunnen zijn, maakt deze bespiegelende film duidelijk, om zo’n wereld te kunnen bereiken – of tenminste enigszins in zicht te houden.

Maestro Ton Koopman: Gedreven Door Muziek

Max

Eerst naar Venetië, daarna door naar Den Haag en dan weer naar de Canarische Eilanden. In Ton Koopmans agenda voor 2024, het jaar waarin de Nederlandse dirigent en barokmusicus tachtig wordt, staan verder nog uitvoeringen gepland in Salzburg, Tokio, Utrecht, Berlijn, Palermo, Weimar, Lausanne, Rome, Madrid, Lyon, Stuttgart…. Zijn vrouw Tini Mathot maakt zich er soms wel eens zorgen over. Natuurlijk, de muziek houdt natuurlijk nooit op, maar al dat reizen… Zelf wil Ton in elk geval nog zeker tot zijn 85e door. 

De twee leerden elkaar kennen in 1970 tijdens een cursus in Zuid-Duitsland. Hij, de docent, was net getrouwd en zij, de enige leerling piano en klavecimbel, had al een vriend. Hun liefde liet zich echter niet beteugelen door regeltjes. ‘Het was meteen “ons”’, zegt zij – al probeerden ze het onvermijdelijke toch nog even te vermijden. ‘Jij deed examen bij mij en jij was zwanger van mij’, herinnert hij zich. ‘Ja, dat was ook zoiets wat ze nog nooit hadden meegemaakt’, valt zij hem weer bij. Toen zijn Ton en Tini toch maar ‘braaf gaan trouwen’.

Zo ontwikkelt Maestro Ton Koopman: Gedreven Door Muziek (60 min.) zich in zekere zin tot een dubbelportret, van een befaamde Nederlandse dirigent/musicus en de vrouw die altijd trouw aan zijn zijde bivakkeert. ‘Ton is één en ik ben twee’, zegt ze zelf, als ze allebei achter een vleugel hebben plaatsgenomen voor een uitvoering. ‘Maar ik kan ook wel eens één zijn. Dus ik grijp wel mijn kans.’ Tini vindt het in zulke gevallen ook best leuk om hem eens af te troeven, bekent ze. Lachend: ‘En dat hoort ie ook, maar dat is een leuk spelletje.’

En zo gaat het ook in deze film van Jeroen Tiemes. Ton bezoekt bijvoorbeeld het graf van zijn grote held Johann Sebastian Bach, gaat terug naar zijn geboortestad Zwolle, jureert bij een dirigentenconcours, woont de opening van de Ton Koopman-collectie in het Orpheus Instituut in het Belgische Gent bij en floreert met zijn eigen Amsterdam Baroque Orchestra & Choir op het Bachfest in Leipzig. En terwijl iedereen daarbij voortdurend de loftrompet over hem steekt, plaatst Tini zo nu en dan kanttekeningen en accenten.

Thuis in Bussum vinden de twee tussendoor tijd en gelegenheid om even uit te blazen – al is er ook daar natuurlijk muziek en wordt die er ook nog eens onderwezen. Want Ton, een toonaangevende dirigent/musicus die buiten de landsgrenzen nog altijd meer wordt gewaardeerd dan in eigen land, en Tiny, zijn vrouw die getuige dit aardige portret met liefde en plezier de tweede eh… vleugel, orgel of klavecimbel speelt, willen die liefde maar al te graag doorgeven.

The Sound Weavers

Joep Beving / NTR

Is het meer dan ontspanningsmuziek, de soundtrack bij een veel te druk bestaan? Die vraag houdt zich voortdurend op de achtergrond schuil in dit portret van enkele toonaangevende neoklassieke componisten: de Italiaanse superster van het genre Ludovico Einaudi, Volker Bertelmann alias Hauschka, de Nederlandse laatbloeier Joep Beving en Hania Rani, een jonge pianiste/zangeres uit het Poolse Gdansk. Als een soort pophelden van de klassieke muziek componeren ze niet alleen, maar voeren ze hun composities ook zelf uit, ten overstaan van een dolenthousiast publiek.

Vanuit de serieuze of zichzelf serieus nemende klassieke wereld, hier vertegenwoordigd door enkele kenners en muziekcritici, klinkt in elk geval regelmatig de kritiek dat de muziek van deze uiterst succesvolle musici, die voortborduren op het wegbereiderswerk van eerst Erik Satie en later Philip Glass en die vaak groot zijn geworden via streamingdiensten zoals Spotify, te weinig diepgang en complexiteit heeft. Intussen effenen zij, zo is tenminste hun vaste overtuiging, met hun eigen en eigentijdse werk wel degelijk het pad naar diezelfde serieuze klassieke muziek.

In The Sound Weavers (53 min.) doorsnijdt documentairemaker Anne-Kathrin Peitz hun persoonlijke ontboezemingen, gefühlvolle muziek en gelikte videoclips met tamelijk opgeprikte verbindende sequenties waarin een actrice, begeleid door een neoklassieke soundtrack, haar dagelijks leven leidt: met een wijntje op de bank, stofzuigend, yoga-oefeningen uitvoerend en tot rust komend, voor het slapengaan. Een opmerkelijke vormkeuze, die het muzakgehalte van de neoklassiekers nog eens benadrukt. Alsof het niet meer dan simpele buurvrouwenmuziek is.

‘Muziek is een akoestisch helingsmiddel’, legt de vermaarde Duitse neurobioloog Gerald Hüther niettemin uit met zijn rustgevende slaapkamerstem. ‘Neoklassieke muziek speelt in op de behoefte om jezelf weer te leren kennen en je los te maken van de hectiek van alledag, met al zijn problemen en verleidingen.’ Hij laat een korte stilte vallen. ‘Wat deze mensen in wezen willen is een idyllische wereld.’ Met hun albums, concerten en filmmuziek geven deze bijdetijdse klassieke helden, zo luidt dan de conclusie, miljoenen aardbewoners de kans om zich heel even in dat idee te wentelen.

United We Stand: Musicians In Times Of War

Amstelfilm

Welke rol kan een musicus spelen in tijden van oorlog? Behalve spelen alsof zijn – en ons – leven ervan afhangt, welteverstaan. Na Ruslands inval in Oekraïne begint de in Nederland woonachtige Russische celliste Maya Fridman begin 2022 benefietconcerten met Russische en Oekraïense muzikanten te organiseren. ‘Ik denk dat de rol van musicus veel mogelijkheden biedt om mensen te verenigen’, zegt ze in United We Stand: Musicians In Times Of War (72 min.). ‘Alleen die gedachte voorkomt momenteel dat ik gek word.’

Regisseur David van Tijn volgt Fridman en de musici die haar vergezellen tijdens de repetities en concerten. Hij geeft daarbij veel ruimte aan hun geladen performances en gebruikt die zo nu en dan ook als soundtrack bij beelden van de ravage in Oekraïne. Verder spreekt hij met hen over wat de situatie in hen losmaakt. Altvioliste Dana Zemtsov vertelt bijvoorbeeld hoe ze zich, ondanks het feit dat ze is geboren in Mexico en in haar leven zegge en schrijven één week in Rusland verbleef, nu Russischer dan ooit voelt. ‘Ik voel schaamte en dat hoor ik van meer Russen die wat er nu gebeurt niet steunen en die het niet begrijpen. Want Oekraïners zijn hun broeders.’

Gaandeweg wordt duidelijk dat de Russische aanvallen zich steeds nadrukkelijker richten op het vernietigen van de Oekraïense historie en cultuur. Daarmee kan de identiteit van het land zelf worden uitgewist. De Russische concertpianist Evgeny Kissin is kapot van wat Poetin in Oekraïne aanricht. ‘Persoonlijk beschouw ik elke noot die ik speel als een kogel die ik afschiet op de Russische indringers.’ Hij vindt in elk geval dat hij niet aan de zijlijn kan blijven staan. ‘Al doet niet elke strijder de vijand kwaad, toch moet iedereen slag leveren.’ haalt hij tegenover Maya Fridman de Russische dichter Nikolai Nekrasov aan. ‘En daarom zitten jij en ik nu hier’.

De noodzaak van kunst, muziek in het bijzonder, wordt zo nog eens overtuigend geïllustreerd in dit verzorgde tourverslag van David van Tijn. Als film zou United We Stand zeker korter en bondiger kunnen, als statement van de (wan)hoop en strijdvaardigheid bij kritische Russische en Oekraïense musici mag de documentaire er echter onverkort wezen.

The Quest For Tonewood

Cinema Delicatessen

Bij de Triënnale in Cremona, ‘de Olympische Spelen voor vioolbouwers’, viel hij buiten de prijzen. Geen gouden medaille voor Gaspar Borchardt (en zijn vrouw en secondant Sybille). Überhaupt geen medaille, zelfs. Dat vraagt om een andere benadering van de Italiaanse instrumentmaker. The Quest For Tonewood (83 min.), het esdoornhout waarvan de beste Stradivarius-violen zijn gemaakt, kan beginnen. In bossen in het voormalige Joegoslavië zou het te vinden zijn.

En wie zou het geweldige instrument dat Borchardt met dit hout wil fabriceren dan moeten gaan bespelen? Zijn oog valt op de Nederlandse violiste Janine Jansen, de hoofdpersoon van de gevierde documentaire Janine (2010). Maar wil zij wel? En is het veilig om een boom van toch al gauw 35.000 euro te gaan kopen in een land waar sinds de oorlog overal landmijnen kunnen liggen, elke activiteit begint met een flinke slok slivovitsj en allerlei figuren rondlopen die graag gemakkelijk geld verdienen?

Gaspar heeft er bij aanvang geen idee van dat hij aan een jarenlange queeste is begonnen, die in deze verrukkelijke film fraai is vereeuwigd door de Noorse regisseur Hans Lukas Hansen. Hij maakt van Borchardts zelfopgelegde zoektocht een even spannend als grappig avontuur, waarin de vioolbouwer zich beurtelings een dromer, vakidioot en bomenknuffelaar toont. Intussen moet de man ook zijn beoogde bespeelster warm houden voor het magische instrument dat hij (ooit) voor haar hoopt te bouwen.

Dit aanstekelijke eerbetoon aan lekkere gekte en de wonderen die daaruit kunnen voortvloeien is vanzelfsprekend gelardeerd met weelderige klassieke muziek en werkt gestaag toe naar de verplichte (anti)climax. Waarbij het natuurlijk de vraag is of Borchardt zichzelf met een stuk hout helemaal kan verwerkelijken of het toch beter kan gebruiken om zich na jaren van nutteloze inspanning eens goed voor zijn kop te slaan.

Ara Malikian, Una Vida Entre Las Cuerdas

In zijn instrument weerklinkt het lot van zijn volk. Ruim honderd jaar na dato speelt de Armeense genocide van 1915, waarbij zo’n anderhalf miljoen mensen zijn omgebracht, nog altijd een dominante rol in het leven van violist Ara Malikian. Zijn grootvader Krikor ontsnapte toen als vijftienjarige jongen aan een gruwelijk lot. Hij deed zich voor als violist en ontvluchtte met een orkest het land dat we tegenwoordig kennen als Turkije. ‘s Mans nazaten zouden in Libanon terechtkomen, een land dat vrijwel permanent in oorlog was verwikkeld.

Toen Ara als muzikant veelvuldig begon te reizen, merkte de Armeense Libanees – of Libanese Armeen – pas wat die identiteit losmaakte. ‘Wat zit er in die koffer: een viool of een Kalasjnikov?’, vroegen ze hem bij een grens of op het vliegveld. Hij oogt tegenwoordig, met zijn ruwe baard, weelderige haardos en tatoeages, ook eerder als een lid van de Armeens-Amerikaanse metalband System Of A Down dan als een meesterviolist. Of beter: als een soort ‘Jimi Hendrix van de viool’, een bijnaam die zijn collega Warren Ellis eens ten deel viel.

In Ara Malikian, Una Vida Entre Las Cuerdas (89 min.) vertelt de goedlachse muzikant, ondersteund door vrienden en collega’s, zijn levensverhaal en kijkt hij terug op zijn carrière die hem langs allerlei verschillende muzieksoorten – van vioolpop, gipsy en klezmer tot jazz, flamenco en tango – heeft gebracht. Regisseur Nata Moreno vervat dat in fraaie montages van concertbeelden uit heden en verleden, die illustreren hoe Malikian zich uit het korset van de klassieke muziek heeft gewrongen en nu als een muzikale nomade op zijn eigen voorwaarden de wereld rondreist. Als een echte performer, in directe interactie met zijn publiek.

Hij is niet gericht op het bereiken van perfectie, maar op het delen van de ervaring. Dat komt ook tot uiting in de gedragen slotscène van deze gesmeerd lopende (auto)biografie, waarin Ara Malikian als een vioolvorst door zijn publiek schrijdt terwijl hij Aria de Bach vertolkt. ‘Uit de slechtste omstandigheden kun je goud halen’, constateert hij tot besluit. ‘Als je het wilt, kun je het.’