Paul En Paultje

Mooie Nel / BNNVARA

Binnen luttele minuten heeft zich in deze film een geheel eigen wereld geopend. Zomaar in een rijtjeshuis in Amsterdam-Noord, in zwart-wit vereeuwigd. Een wel heel bizar samengesteld gezin, vervat in pijnlijke scènes en sprekende shots en lekker aangezet met tragikomische muziek. Met twee onvergetelijke personages bovendien: Paul En Paultje (49 min.). Broers: Paul (79) en Paultje (61).

Dat verdient enige uitleg. Ze hebben dus dezelfde vader, maar een andere moeder. En dat klinkt dan weer eenvoudiger dan ’t is. Want Paultje is volgens eigen zeggen ‘een incestkindje’. Pauls zus is zijn moeder. Dat verdient natuurlijk nog veel meer uitleg. En die komt er ook in deze nieuwe versie van de docu waarmee Hugo Drechsler in 2023 is afgestudeerd aan de Filmacademie. Met frisse tegenzin en horten en stoten, dat wel.

Die film begint bij de gevangenis, als Paultje vrijkomt na een ongedefinieerde straf voor een vergrijp dat verder ook niet ter sprake komt. Het doet er blijkbaar niet toe. Paultje ziet geen andere mogelijkheid en reist af naar dat rijtjeshuis in Amsterdam-Noord, waar zijn nurkse oudere broer Paul en diens vrouw Jannie wonen. Paul zit alleen helemaal niet op hem te wachten. ‘Hier kun je ook niet terecht, jongen’, zegt hij bars. ‘Het spijt me voor je.’

Zijn vrouw wil nog wel een keer met de hand over het hart strijken, maar Paul is niet te vermurwen. Hij is vaak genoeg in de maling genomen. ‘Dus je moet maar kijken waar je kunt slapen. Het park is groot genoeg.’ En als hij dan toch, met gezonde tegenzin, overstag is gegaan, kijkt hij z’n broer ongegeneerd de deur uit. ‘Ga jij maar effe lekker boodschappen doen, jongen’, zegt hij dan bijvoorbeeld. ‘En blijf zo lang mogelijk weg.’

De twee broers kampen intussen allebei met ernstige gezondheidsproblemen. Daardoor zijn ze in zekere zin veroordeeld tot elkaar. En anders is er nog wel die gedeelde familiegeschiedenis: hun vader, die ‘teringlijer’. De man die zoveel kapot heeft gemaakt en hen heeft opgescheept met elkaar. Twee mannen die niet meer mét, maar uiteindelijk toch ook niet meer zónder elkaar blijken te kunnen. Broers, tegen wil en dank.

In een hartveroverend dubbelportret, dat een gulle lach oproept, soms verbazingwekkend grimmig wordt en uiteindelijk ook weer oprecht ontroert.

In Between These Mountains

Mint Film Office / Cinema Delicatessen

‘Ik wil niet opgroeien en net zoals jullie worden’, verzucht ‘Ollie’ tijdens de wandeltocht die hij met zijn vader Tony en z’n inmiddels in de Verenigde Staten woonachtige halfbroer Erik, maakt door een Californisch berglandschap. Vader kan z’n lach niet inhouden. ‘Verdomme, je bent een volwassen man. Het is aan jou. Het is jouw keuze.’

Het contact tussen de jonge Nederlandse filmmaker Olivier S. Garcia (TorsoGewoon Boef en Een Gat In Mijn Hart) en zijn vader en twintig jaar oudere broer, mannen bij wie hij al z’n hele leven lang aansluiting zoekt, verloopt lang niet altijd soepel. En tussen de andere twee zit er heel wat oud zeer. ‘Ik vertrouw je niet’, voegt Erik zijn vader bijvoorbeeld boos toe, als ze met z’n drieën in de auto zitten, voor hun gezamenlijke roadtrip. De door Olivier geïnstalleerde camera registreert de confrontatie van zeer dichtbij. ‘Je bent een vreemde voor me die wat sperma heeft gedoneerd.’

Tony Garcia stamt uit een Mexicaanse familie, is opgegroeid in het Los Angeles van de jaren vijftig en op latere leeftijd verhuisd naar Nederland, waar hij films ging maken en Erik soms ook een rolletje gaf. Vader worden was ooit een ongelukje, bekent Tony in deze persoonlijke docu. Hij was pas negentien en zat in de gevangenis toen Erik werd geboren. Zijn zoon, zelf inmiddels vijftig, is later ook in de cel beland. Sterker: bij de start van In Between These Mountains (80 min.) is Erik nog gedetineerd in Texas. Tony en Olivier, die zijn broer vijf jaar niet heeft gezien, gaan hem daar ophalen.

Ze lopen de zogenaamde John Muir Trail, een langeafstandspad van Yosemite Valley naar Mount Whitney, en willen elkaar onderweg beter leren kennen én begrijpen. Het is onvermijdelijk dat daarbij ook de pijnpunten tussen hen naar boven komen. Niet alleen Erik botst met zijn vader. Ook Olivier heeft z’n issues met Tony, die hun gezin verliet toen hij nog maar een jongetje van zes was. ‘Was het mijn schuld dat hij vertrok?’ vraagt hij zich nu fluisterend af, in een ‘random thought’, één van de voice-overs waarmee hij zijn film richting geeft. ‘Hoe zou ik ooit zelf vader kunnen worden?’

Met een kleine camera documenteert Ollie het moeizame pad dat ze samen afleggen. De reis door hun eigen wildernis, waarin ze verbinding zoeken en elkaar ook niet sparen. Erik noemt het gekscherend hun ‘werkvakantie over mannelijkheid’. Schmierend: ‘Zie je de compassiespier aan het werk?’ Met zijn scherpe tong houdt hij de andere twee regelmatig op afstand. En op een gegeven moment is Erik ook helemaal klaar met die vader die maar geen krimp geeft en dat jongere broertje dat zo nodig alles moet filmen. ‘Dit is weer een Garcia-filmproject waar ik geen zin in heb.’

Zoals ’t een ware roadmovie betaamt, is de reis net zo belangrijk als de eindbestemming en speelt die zich net zo goed af in de mensen als op hun tocht. Met deze delicate en associatief gemonteerde documentaire exploreren Olivier en de andere mannelijke Garcia’s elkaar en hun bloedband. Tijdens dat intieme proces komt ook de filmer niet weg met een comfortabele plek achter de camera. Zowel Tony als Erik hebben vragen voor hem en dwingen hem om na te denken over zichzelf.