Loudmouth

Greenwich Entertainment

Is hij een burgerrechtenleider in de traditie van Marcus Garvey, Martin Luther King en zijn grote voorbeeld Adam Clayton Powell? Of zo’n typische mediageile representant van de ‘burgerrechtenbusiness’, die steeds weer de publiciteit zoekt met zwarte onvrede en protest? Reverend Al Sharpton uit Brooklyn, New York, is in elk geval een Loudmouth (123 min.) en zorgt overal waar hij komt voor controverse. Voor de goede zaak, zal hij zelf zeggen. Om het dominante narratief bij te sturen en aandacht te vragen – nee: te eisen! – voor de Afro-Amerikaanse zaak.

Dat komt de begaafde spreker, behept met de dramatiek van een zwarte prediker, vanaf zijn opkomst in de jaren tachtig op fikse tegenwind te staan. Een treffend voorbeeld is de grap waarmee hij in een tv-programma wordt geïntroduceerd: wat doe je als Saddam Hoessein, Muammar Gaddafi en Al Sharpton voor je staan en er maar twee kogels in je wapen zitten? Dan jaag je Al twee kogels in zijn lijf. Zelf ziet hij er een logische reactie van een onderdrukkend systeem in: probeerden ze van Martin Luther King ook niet een goedkope oplichter of tweederangs crimineel te maken?

‘Randall, ik heb een microfoon op voor een documentaire’, vertrouwt hij in deze documentaire van Josh Alexander een vriend toe op zijn groots opgezette verjaardagsfeest. ‘Dus zeg niks stoms.’ Het is Sharpton ten voeten uit: kien, direct en zich altijd bewust van de indruk die hij maakt. Alexander volgt hem vanaf half 2019, als het land zich langzamerhand begint op te maken voor de presidentsverkiezingen van een jaar later en er nog geen idee van heeft dat het Coronavirus in aantocht is en de dood van George Floyd voor massale Black Lives Matter-protesten gaat zorgen.

Al Sharpton, tegenwoordig een slordige negentig kilo lichter dan in zijn onstuimige beginjaren, vertelt intussen zijn eigen verhaal. Er komen geen andere sprekers aan het woord in deze film. Die zijn ook niet nodig. Via archieffragmenten uit talkshows, nieuwsreportages en interviews krijgt hij meer dan genoeg kritiek en weerwoord. Zo ontstaat een pregnant beeld van een onvermoeibare zwarte activist. Altijd in de frontlinie. ‘No justitie, no peace’ scanderend bij geruchtmakende zaken, zoals de lynchpartij in Howard Beach en de omstreden ontvoering en verkrachting van Tawana Brawley.

Loudmouth richt zich vrijwel volledig op ’s mans politieke activisme, waarvan met geladen muziek de urgentie wordt benadrukt. Over zijn persoonlijk leven laat de onversaagde strijder nauwelijks iets los. Het is waarschijnlijk zoals hij zijn leven ziet: als een willekeurig breekijzer om Amerika’s verhaal open te wrikken, zodat de zwarte gemeenschap er zijn eigen hoofdstukken aan kan toevoegen.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor?

CNN

Na de aanslagen van 11 september 2001, hét dieptepunt van de recente Amerikaanse geschiedenis, groeide hij als burgemeester van het getroffen New York uit tot de meest bewonderde bestuurder van de Verenigde Staten, liefkozend ‘America’s Mayor’ genoemd. Een kleine twintig jaar later wordt Rudy Giuliani op zijn best beschouwd als een schertsfiguur, de man die de rottigste klusjes opknapte voor president Donald Trump en bereid was om zichzelf daarbij volslagen belachelijk te maken.

Zoals hij daar bijvoorbeeld staat, orerend over verkiezingsfraude op de parkeerplaats van het hoveniersbedrijf Four Seasons Total Landscaping. Het is een nauwelijks meer te persifleren tafereel. Net zo tragisch is zijn bijdrage aan 6 januari 2021, waarbij hij in de aanloop naar de bestorming van het Capitool oproept tot ‘trial by combat’. Is deze even richtingloze als rücksichtslose volksmenner al te herkennen in de jonge Rudy Giuliani, die in een parallel gemonteerde politiedemonstratie uit vroeger tijden is te zien? Het antwoord luidt onmiskenbaar ja.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor? (168 min.), een vierdelige serie van showrunner John Marks, duikt met medewerkers, politieke insiders en opiniemakers in ’s mans verleden. Eerst als openbaar aanklager die, bepaald niet zonder succes, zijn tanden zet in de beruchte georganiseerde misdaad van New York. Niet veel later als kandidaat voor het burgemeesterschap, voor wie vrijwel alles geoorloofd lijkt om te winnen – óók, alweer een parallel, het betwisten van de verkiezingsoverwinning van zijn opponent.

En als hij, de crimefighter, dan daadwerkelijk wordt gekozen tot burgervader, maakt hij direct duidelijk dat er ‘a new sheriff in town’ is. Die gaat door riemen en ruiten om de torenhoge criminaliteitscijfers van New York omlaag te brengen. Dan is hij volgens anderen ook op zijn best: als een generaal in oorlogstijd, die bovenaan de pikorde staat en permanent orders geeft. Hij oogst er alom lof mee. Naar eigen smaak overigens nooit genoeg, volgens mensen die met hem hebben gewerkt. Alles moet en zal altijd om Rudy Giuliani draaien.

Terwijl de criminaliteit afneemt door Giuliani’s zero tolerance-beleid, is er ook kritiek vanuit met name de zwarte gemeenschap, die tijdens zijn burgemeesterschap vaak te leiden heeft onder politiegeweld. Treffend is het incident rond Amadou Diallo, van wie hier zijn moeder Kadiatou aan het woord komt. De ongewapende student uit Guinea wordt in 1999 met maar liefst 41 Shots gedood door politieagenten, simpelweg omdat hij als jonge zwarte man lijkt op de verdachte die zij zoeken. Het zorgt voor Black Lives Matters-achtige protesten.

Giuliani komt ook regelmatig keihard in aanvaring met de plaatselijke pers, die hem soms het vuur aan de schenen legt. ‘In veel opzichten was Rudy Donald Trump voordat Donald Trump zelf Donald Trump werd’, zegt de journaliste Tish Durkin daarover. ‘Hij ontdekte en perfectioneerde de politieke kunst van het onderhouden van een vijandige relatie met de pers en genoot daarvan.’ Net als de man die hij later als een soort consigliere zal gaan dienen wordt Giuliani de verpersoonlijking van het adagio dat zoiets als slechte publiciteit helemaal niet bestaat.

Aflevering 3 van deze boeiende miniserie, die bestaat uit een krasse combinatie van archiefmateriaal en een ontzaglijke hoeveelheid pratende hoofden (waarbij alleen die van Rudy zelf en Donald ontbreken), is grotendeels gewijd aan het trauma 911, als Giuliani boven zichzelf uitstijgt, steeds de juiste toon vindt en zo de burgemeester van een land in nood wordt. De bewondering die hem ten deel valt stijgt hem echter ook naar het hoofd en zal de man, bij zijn totaal mislukte presidentscampagne van 2008, ook de kop kosten.

En dan zit zijn politieke carrière er in wezen op. Rudy Giuliani is volstrekt irrelevant geworden. Totdat Donald Trump zich meldt als Republikeinse kandidaat voor de verkiezingen van 2016 en Giuliani in zijn mede-New Yorker een kans ziet om zichzelf te rehabiliteren als diens bloedhond, het uitgangspunt voor de ontluisterende slotaflevering van deze miniserie, waarin de hoofdpersoon in zijn eigen mes, een onbeheersbare behoefte aan status en aandacht, loopt en elke vorm van geloofwaardigheid verliest.

Dat gevaar was er altijd al, stellen mensen uit zijn directe omgeving, maar nooit eerder werden de donkere krachten in deze eerzuchtige man zo weinig begrensd. Het is een wat onbevredigende slotsom. Is er werkelijk niets meer in het spel? Drank? Ouderdom? Psychische problemen misschien? Hoe kan America’s Mayor anders de risee van de Amerikaanse democratie zijn geworden? Of zat die gekte en roekeloosheid altijd al in Rudy Giuliani en heeft hij simpelweg zijn façade van respectabiliteit afgelegd?

Room 2806: The Accusation

Netflix

Had ‘Parijs’ de hand in de plotse neergang van Dominique Strauss-Kahn? De directeur-generaal van het Internationaal Monetair Fonds werd er in 2011 van beschuldigd dat hij Nafissatou Diallo, een kamermeisje van het New Yorkse Sofitel Hotel, zou hebben misbruikt. En volgens journalist/schrijver Edward Jay Epstein kon dat geen toeval zijn. Die twee hotelbeveiligers, vastgelegd door een beveiligingscamera, maakten niet voor niets een overwinningsdans nadat ze Diallo ervan hadden overtuigd om de politie in te schakelen.

Epstein doet zijn boude bewering in de vierdelige docuserie Room 2806: The Accusation (198 min.), waarin ook Diallo zelf, een alleenstaande moeder uit de Bronx, veelvuldig aan het woord komt. DSK laat verstek gaan, maar wordt vertegenwoordigd door zijn advocaten en enkele (politieke) vrinden. Het contrast tussen de twee kernfiguren in deze geruchtmakende zaak kan bijna niet groter zijn: een anonieme immigrante uit West-Afrika versus de man van de wereld, die veelvuldig wordt genoemd als president van Frankrijk.

Nicolas Sarkozy en Francois Hollande, Strauss-Kahns potentiële rivalen voor die positie, spinnen in elk geval garen bij diens arrestatie. Zeker als daardoor ook DSK’s promiscue leven, in het bijzonder een incident van acht jaar eerder, weer in het middelpunt van de belangstelling komt te staan. De jonge journaliste Tristane Banon beweert dat ze in 2003 is lastiggevallen toen ze hem ging interviewen en schroomt niet om een boekje open te doen over Dominique Strauss-Kahn in deze gelikte politieke thriller van Jalil Lespert.

Intussen laat de bewijsvoering voor Edward Jay Epsteins complottheorie lang op zich wachten. Heeft hij aanwijzingen gevonden voor een smerige campagne om een politieke rivaal kalt te stellen? Of is zijn bewering simpelweg een opzichtige poging van Team DSK om Diallo’s geloofwaardigheid te ondermijnen? En wie is Dominique Strauss-Kahn dan? Een onverbeterlijke Don Juan of toch een ‘male chauvinist pig’?

Het zijn vragen die nog altijd lastig zijn te beantwoorden omdat er van de essentie van dit soort #MeToo-zaken, gebeurtenissen tussen een individuele man en vrouw, doorgaans maar twee getuigen zijn: de dader en het slachtoffer. Als ze dat al zijn.

Trial By Media

Netflix

‘If it bleeds, it leads.’ Curtis Sliwa, de flamboyante New Yorker die eind jaren zeventig de militante burgerwacht The Guardian Angels oprichtte, heeft een eenvoudige verklaring voor de enorme ophef rond Bernhard Goetz. Net als Sliwa vond deze ‘Subway Vigilante‘ dat het hard nodig was dat de stad veiliger werd gemaakt.

En net als Paul Kersey, het Charles Bronson-personage uit de omstreden Death Wish-speelfilmreeks, besloot hij om het recht in eigen hand te nemen. De man, die enkele jaren daarvoor was overvallen, schoot vier zwarte jongens neer in de metro en groeide zo binnen de kortste keren uit tot het middelpunt van een enorme mediahype. Bernhard Goetz werd zowel gebombardeerd tot ‘poster boy’ voor de National Rifle Association als uitgemaakt voor schietgrage racist, die in koele bloede een stel ‘nikkers’ had afgemaakt.

Trial By Media (367 min.) belicht zes van dit soort spraakmakende true crime-verhalen en brengt ze met direct betrokkenen, aanklagers, advocaten, activisten en politici opnieuw in kaart. Van de tientallen politiekogels die werden afgevuurd op de ongewapende Afrikaanse immigrant Amadou Diallo (door Bruce Springsteen vereeuwigd in American Skin (41 Shots)) en de geruchtmakende groepsverkrachting in een bar (verfilmd met Jodie Foster onder de noemer The Accused) tot de jongen die, nadat hij in de tv-show Jenny Jones werd geconfronteerd met een liefdesverklaring van een andere man, maar één uitweg zag: zijn wapen.

Zulke dramatische gebeurtenissen worden vervat in gedegen reconstructies, met een stevige bronnenlijst en fraai archiefmateriaal. Die leveren verder geen spraakmakende nieuwe onthullingen op en resulteren ook niet in een soort metavisie op de rol van de pers in dit soort zaken (zoals bijvoorbeeld het Nederlandse televisieprogramma Medialogica steeds probeert te vinden). Trial By Media is vooral een hervertelling van spannende en schokkende verhalen die zich stuk voor stuk afspeelden onder het oog van een groot publiek, dat door verschillende partijen slim werd bespeeld en zo ook weer invloed had op de afwikkeling ervan.

Een erg smakelijk voorbeeld daarvan is de gang van zaken rond de strafzaak tegen de protserig rijke zorgondernemer Richard Scrushy (HealthSouth) uit Alabama. Hij wordt beschuldigd van grootschalige fraude en start vervolgens, om de gunst van het volk (weer) te winnen, een soort tweede carrière als tv-dominee. ’s Mans advocaten maken van zijn rechtszaak intussen een onvervalste ‘good ol’ boy-show’. Met smeuïge verhalen houden ze pers en publiek zoveel mogelijk uit de buurt van de feiten. En dat werkt: want een goed verhaal, zo luidt een andere boutade van en over de media, moet je niet dood checken.