Toxic

Brabant+

Achteraf bezien was het volgens José van de Vliets broer Albert een veeg teken dat ze op die dag in 2012 haar vlucht miste. Want aan India had de 35-jarige Brabantse vrouw haar hart verpand. Met een eigen hulporganisatie probeerde ze leprapatiënten en minder validen te ondersteunen. Nu had José alleen helemaal geen zin om het vliegtuig in te stappen. Want hij ging ook mee, de man die haar leven al een hele tijd onmogelijk maakte en die er ook voor zou zorgen dat die vlucht naar India haar allerlaatste zou worden.

De vijfdelige docuserie Toxic (115 min.) van Nicole Theuns en Ricardo Paz Belvis is een eerbetoon aan het veel te korte leven van José van de Vliet (1976-2012), een reconstructie van hoe dat reislustige bestaan voorgoed werd ontregeld door haar relatie met de Limburgse controlfreak Remco en een overzicht van de gevolgen daarvan. Want, zoals wijlen Peter R. de Vries placht te zeggen: een moord kost meer levens. En dus bezweek José’s moeder Mien bijna onder haar gemis, verdronk haar echtgenoot zijn verdriet tot hij eraan kapot ging en moest hun zoon en José’s broer Albert, ofwel de bekende PSV-fan Appie, naar ‘agressieregulatietherapie’.

En ook haar vriendinnen Ellen en Anita zijn nog altijd lamgeslagen door wat hun maatje José op 21 maart 2012 is overkomen in de Indiase tempelstad Mahabalipuram. ‘Waarom heb je me niet in vertrouwen genomen?’ vraagt Ellen zich regelmatig af. ‘Waarom kon ik je niet helpen?’ Toch kwam dat drama aan de andere kant van de wereld, achteraf bezien, bepaald niet uit de lucht vallen. In 2010 was José al eens zonder bericht een half jaar in India gebleven, in plaats van de geplande zes weken. Later bleek dat ze in het ziekenhuis was beland, waarschijnlijk omdat ze door Remco was mishandeld. Pas naderhand vielen alle puzzelstukjes echter in elkaar.

Theuns en Paz Belvis hebben dit schrijnende familieverhaal opgeknipt in vijf hoofdstukken van ongeveer twintig minuten. Die ogen als een klassieke true crime-productie, met duistere beelden, een onheilszwangere soundtrack, de verplichte deskundigen (hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter, voormalig cold case-rechercheur Leo Simaïs en forensisch patholoog Bela Kubat) én een archetypische engerd, die onherkenbaar in beeld wordt gebracht. Een man van wie het Anita al bij de eerste ontmoeting opviel hoe hij José claimde – al kan die herinnering natuurlijk ook een beetje zijn gekleurd door wat hij later heeft aangericht.

Vanaf aflevering 4 krijgt de miniserie ineens een ander karakter als de filmmakers namens de familie op onderzoek uitgaan en de hand weten te leggen op een deel van het oorspronkelijke politiedossier. ‘Sommige dingen zullen voor jou wel pittig zijn, denk ik’, waarschuwt Theuns dan José’s broer Albert, die vervolgens voor de camera wordt geconfronteerd met allerlei details van het misdrijf – niet héél subtiel – en daarna meer informatie over de dader krijgt toegespeeld. Een maand later vertrekt zij naar India om als een vrouwelijke variant op Peter R. de Vries zelf poolshoogte te gaan nemen en liefst ook Remco K. in beeld ter verantwoording te roepen.

Het wordt de tamelijk ongemakkelijke apotheose van een tragisch verhaal over een toxische relatie die op de ergst denkbare manier is geëindigd.

De Beul Van Twente

AVROTROS

In die tijd wordt dierenmishandeling kennelijk nog beschouwd als een soort vandalisme. Een paard, schaap of geit is zo bezien niet meer dan het eigendom van een ander. En daar hoor je vanaf te blijven. In het najaar van 2000 wordt de omgeving van Enschede, die nog moet bijkomen van de Vuurwerkramp, echter opgeschrikt door allerlei gruwelijk gemolesteerde dieren. Het feit dat de dader ook hun geslachtsdelen afsnijdt duidt op een ernstige seksuele perversie.

En daardoor gaan de alarmbellen af in de regio Twente. Want een beetje crimekenner weet: elke seriemoordenaar is ooit begonnen met het mishandelen en verminken van dieren. ‘Het is niet ondenkbeeldig dat iemand op een gegeven moment overgaat op mensen’, stelt hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter in De Beul Van Twente (118 min.) onderkoeld. Deze driedelige true crime-serie van Duco Coops, die onlangs een enigszins vergelijkbare productie over De Regenboogmoorden in het Kralingse Bos maakte, reconstrueert met direct betrokkenen de jarenlange jacht op de dierenbeul die zijn mes inderdaad ook in mensen zal gaan zetten.

De gemoederen op het Twentse platteland raken ondertussen behoorlijk verhit. Henk ten Napel, een boer uit Enschede, start bijvoorbeeld een burgerwacht als één van zijn paarden ernstig wordt mishandeld. ‘Dat was toch wel heel bijzonder’, herinnert hij zich nu, niet zonder trots en plezier. ‘Midden in de nacht. Echt iedereen met legerkleding aan en zo. Dat was wel heel bizar.’ Ten Napel is alleen zo vaak in de buurt als er een dier is toegetakeld dat hij zelf ook in beeld komt bij pers en politie. De Twent blijkt zelfs een cameraman te hebben ingehuurd om de activiteiten van zijn militie te documenteren. En nét als die erbij is, wordt er natuurlijk een dood dier aangetroffen.

Coops tekent de grimmige sfeer rond de misdrijven en de verknipte geest die daarachter schuilgaat op een typisch true crime-manier op: veel donkere, unheimische beelden, gebruik van slow-motion, dreigende geluiden en muziek en – natuurlijk – een politieprikbord met alle informatie die is verzameld over de vermoedelijke dader. Hij kan tevens putten uit correspondentie van ‘De Beul’, die met een vervormde stem is ingelezen en wordt omkleed met sinistere, in scène gezette beelden. ‘Als ik seksueel geprikkeld was ging ik in de buurt kijken naar plekken waar schapen liepen’, vertelt de engerd bijvoorbeeld. ‘Want de penis van een mens past in een ooi.’

Zou deze psychopaat misschien afkomstig kunnen zijn uit de nabijgelegen TBS-kliniek Oldenkotte in Rekken? vragen de verantwoordelijke rechercheurs zich al snel af. En als ze daadwerkelijk een serieuze verdachte in beeld krijgen, moeten ze nog afdoende bewijsmateriaal tegen hem verzamelen. Ruim twintig jaar na dato volgt deze duistere miniserie dat proces op de voet: hoe ze vanuit het botte geweld tegen dieren en enkele serieuze steekincidenten, die een man op een homo-ontmoetingsplaats in Enschede noodlottig wordt, in het hoofd van De Beul proberen te komen. En daar wil geen levend wezen – mens of dier – al te lang vertoeven.