Moordtieten

BNNVARA

Kekke titel: Moordtieten. Aansprekende hoofdpersoon bovendien: influencer, actrice en zangeres Dionne Slagter, alias Onnedi. En een bijdetijds onderwerp: siliconenborsten. Deze tv-docu is duidelijk toegesneden op een jong – en vermoedelijk vooral vrouwelijk – publiek.

Naar schatting heeft één op de dertig vrouwen in Nederland borstimplantaten. Een kwart daarvan is geplaatst in het kader van reconstructie na amputatie. Bij driekwart hebben esthetische overwegingen echter de doorslag gegeven: een borstvergroting. Zodat de betrokken vrouwen zich meer of weer vrouw voelen.

Ook Dionne Slagter nam vanwege die reden in 2013 implantaten. Het was een tijd waarin ze probeerde af te rekenen met haar eetstoornis, anorexia. En ze was ook die opmerkingen zat. Ze werd ‘het meisje met de twee ruggen’ genoemd. Of ‘het plankie’. Met nieuwe borsten, aangeschaft voor ruim 4000 euro, probeerde ze volgens eigen zeggen haar onzekerheid weg te kopen.

In 2016 maakte Slagter een YouTube-video over haar borstvergroting, die veel enthousiaste reacties opleverde. Intussen hoorde ze steeds vaker verontrustende berichten over siliconenimplantaten. Die zouden kunnen lekken en zo allerlei klachten veroorzaken. Tot kanker aan toe. Alle reden om op onderzoek uit te gaan: hoe zit het met haar eigen borsten?

Die laat de YouTuber in deze film van Jakobus Valkering en Mirte Vendrig, waarin nét iets te veel geënsceneerde pinup-poses voor de spiegel zijn verwerkt, letterlijk onderzoeken. Tussendoor steekt Slagter haar licht op bij artsen en laat ze vrouwen met een problematische borstvergroting aan het woord. Hun ervaringen komen haar verdacht bekend voor.

Moordtieten (52 min.) volgt het persoonlijke proces dat Slagter vervolgens doormaakt en beperkt zich verder tot het gevaar van lekkende siliconen. De grotere thematiek – of en hoe borstimplantaten überhaupt een bijdrage kunnen leveren aan vrouwelijk zelfrespect – blijft buiten beschouwing. Daarmee biedt deze actuele docu-light over onbetrouwbare borsten precies wat de titel belooft.

Tot De Dood Ons Scheidt

KRO-NCRV

In elk leven zit minimaal één verhaal. In elk huwelijk minimaal twee. Zeker als het gezamenlijke verhaal niet meer door beide partijen wordt gedragen.

Tegenover de camera zitten twee oudere echtparen. Mat en Marga. En Gerda en Bennie. Ze gaan uit elkaar. En hun mediators, die achter diezelfde camera verscholen blijven, proberen ervoor te zorgen dat dit in (zo) goed (mogelijk) overleg gebeurt. In een serie gesprekken maken ze samen de restwaarde op. Van het gedeelde bezit en de relatie zelf.

‘Het was niet mijn idee’, zegt Bennie eerlijk. ‘Ik was niet op het idee gekomen.’ Maar Gerda miste iets en wil nu een nieuwe start maken. En dus moet er over van alles en nog wat afspraken worden gemaakt, zoals over hond Daisy. ‘Dat dier kan er niks aan doen’ meent Bennie. ‘Dat hondje heeft er niet om gevraagd.’ Moet de omgangsregeling met de hond dan ook opgenomen worden in het echtscheidingsconvenant? Dat gaat toch te ver, vinden ze. ‘Dan krijgen we zo’n dik boek.’

Bij Mat en Marga is het gezamenlijke huis een belangrijk thema in de gesprekken. Hij verhuist zonder problemen naar een appartementje. Zij wil echter blijven zitten waar ze zit en kan/wil haar bijna ex-man eigenlijk ook niet kwijt. Na een nacht vruchteloos mediteren is toch het besef gekomen dat ze hem moet loslaten. Als Marga opstaat ziet ze het woord ‘loslaten’ als het ware letterlijk voor zich. ‘Echt met van die grote letters die je in designwinkels ziet. Toen dacht ik: dit is een teken. Hier moet ik mee aan de slag, maar dat is gewoon vreselijk moeilijk.’

Uit elkaar gaan betekent ook het loslaten ook van die ene belofte: Tot De Dood Ons Scheidt (49 min.), het geloof in een gezamenlijke toekomst dat in deze gespreksfilm is vervat in enkele fotosequenties van de echtparen in (ogenschijnlijk) betere tijden. Verder heeft regisseur Niels van Koevorden z’n film beperkt tot de absolute essentie: twee mensen naast elkaar, los van elkaar. In een vast two shot, dat laat zien hoe ze altijd waren: samen. Zoals ze nu niet meer zijn. In een constante dialoog, strijd soms, over hoe ze uit datzelfde frame kunnen stappen – of hoe ze dat gedwongen moeten verlaten.

Het zijn gesprekken die onverminderd blijven boeien en raken. Juist omdat elke vorm van opsmuk ontbreekt en alle betrokkenen in lastige omstandigheden blijven zoeken naar contact en harmonie. Het is duidelijk: deze mensen zijn van goede wil, maar ook op verschillende sporen beland. Of ze dat nu wilden of niet. Waarbij in elk geval één van de betrokken partijen nog een nieuw verhaal in z’n eigen leven ziet. En de ander verplicht om er ook een punt achter te zetten.