Don’t Die: The Man Who Wants To Live Forever

Netflix

Hij heeft zijn biologische leeftijd inmiddels met dik vijf jaar verlaagd. En elke twaalf maanden wordt ie er slechts acht ouder. Bryan Johnson zou dus ernstig tekort worden gedaan als hij, op basis van zijn geboortejaar, simpelweg op 45 jaar wordt ingeschat. In werkelijkheid – althans, volgens de wetenschappelijke modellen van Project Blueprint – is hij veel jonger. En hij wordt dus nóg jonger. Een soort real life Benjamin Button.

Johnson is er de hele dag druk mee. Ook, denk je er als kritisch kijker bij, omdat ie verder toch niets omhanden heeft. De Amerikaanse tech-miljonair – ach ja, natuurlijk! – had z’n schaapjes allang op het droge, was nog op zoek naar een stukje zingeving en heeft zichzelf daarom maar gebombardeerd tot proefkonijn voor een zeer ambitieus anti-verouderingsproject. De ideale hoofdpersoon voor een Chris Smith-docu, zou je zeggen.

En daar is de ongekroonde koning van de streamdocu ‘t mee eens. Ofwel: Don’t Die: The Man Who Wants To Live Forever (90 min.), een documentaire van, jawel, Chris Smith. Over een man die zich heeft overgegeven aan een algoritme dat beter voor hem zorgt dan hij zelf kan. Daarmee heeft Johnson zowaar een punt: het leven zit vol ongezonde verleidingen. In zijn woorden: ‘We vechten voor ons leven tegen onszelf.’

Chris Smith zou Chris Smith echter niet zijn als hij de man niet achter de wijs(neuzig)heden vandaan probeert te halen, kijkt naar het grotere maatschappelijke verhaal rond (anti-)veroudering en zo een vertelling construeert die prikkelt, vermaakt en uitdaagt. En tot een hand voor de ogen slaan en eens mismoedig schudden met het hoofd, dat ook. Want Bryan Johnson is natuurlijk ook gewoon – sst! – een freak.

‘Ik erken dat niet iedereen de tijd, middelen en omstandigheden heeft’, zegt hij er zelf over. ‘Ik probeer aan de uiterste rand van de mogelijkheden te zitten. Ik wil later zien wat er kan.’ En daarvan maakt een entrepreneur zoals Johnson natuurlijk serieus werk. Samen met zijn chief marketing officer Kate Tolo wordt elke scheet – als die tenminste zou bijdragen aan het verwerven van de eeuwige jeugd – met de wereld gedeeld.

Johnson, die opgroeide binnen de Mormoonse kerk, heeft van gezondheid zijn religie gemaakt en opereert daarbij permanent op de grens van wat mogelijk en verstandig is. Veel wetenschappers in deze Chris Smith-film hebben er in geval hun twijfels bij – al stelt hij ook wezenlijke vragen over hoe we omgaan met ons lichaam. ‘Het is een soort tegengif voor hoe de wereld over gezondheid denkt’, stelt journalist Ashlee Vance.

Platgeslagen: levensstijlverandering, om problemen te voorkomen, in plaats van de ouderdomskwalen gewoon maar afwachten en ze dan alsnog proberen te repareren. En die boodschap lijkt aan te slaan: de zonderling Bryan Johnson, waarvan die dekselse Chris Smith zowaar een mens van vlees en bloed heeft gemaakt, heeft inmiddels, samen met z’n tienerzoon Talmage, een heuse Don’t Die-beweging in gang gezet.

Gezamenlijk zullen Johnson en zijn discipelen ook de vraag moeten beantwoorden, die Smith hier, in navolging van bijvoorbeeld Farrokh Bulsara, ook opwerpt: wie wil er eigenlijk voor altijd blijven leven?

The Hitler Chronicles: Blueprint For Dictators

NTR

Hoe portretteer je één van de bekendste mensen van de afgelopen honderd jaar, die tegelijkertijd altijd een enigma is gebleven? Een man bovendien, wiens leven alleen kan worden geïnterpreteerd aan de hand van de gruwelijke slotsom ervan: de Holocaust. Is er ‘eer’ te behalen aan zo’n hoofdpersoon? De bijzonder ‘gründliche’ documentaireserie The Hitler Chronicles: Blueprint For Dictators (211 min.) van Hermann Pölking-Eiken, met veel nooit eerder vertoond archiefmateriaal, waagt een serieuze poging.

In vier afleveringen behandelt de serie chronologisch het leven van de extreem-rechtse politicus die de onbetwiste Führer van nazi-Duitsland werd. Het gemis aan beelden van Hitlers eerste levensjaren – laat staan bewegende beelden – wordt overtuigend gecompenseerd met een enorme veelheid aan menselijke bronnen; van mensen die Hitler persoonlijk hebben gekend tot tijdgenoten die zich uitspreken over zijn persoonlijkheid, toespraken en activiteiten. En Adolf Hitler zelf natuurlijk, via citaten uit zijn manifest Mein Kampf.

Al die intimi, medestanders, politici, journalisten, beroemdheden en criticasters hebben een eigen stem gekregen en spreken in hun moedertaal. Ze stellen zichzelf ook netjes voor. ‘August Kubizek – Linzer Jugendfreund Adolf Hitlers’, bijvoorbeeld. Of: ‘Oskar Maria Graf – Schriftsteller, Aus Meinem Leben.’ En: ‘John F. Kennedy, Student Travelling In Europe, Diary.’ Met name de overvloedige bronvermelding maakt de serie, die bijeen wordt gehouden door een alwetende verteller, nog eens extra praterig en vertraagt de vertelling bovendien.

Die veelvoud aan perspectieven onderstreept wel het epische karakter van deze historische documentaireserie, die (natuurlijk) geen verrassende nieuwe inzichten biedt, maar een gedegen en compleet beeld schetst van de mens, het tijdperk en de mythe Adolf Hitler, een verhaal dat, met alle beschikbare middelen, verteld moet blijven worden.