Bloedband

Anaïs Lopez

Anaïs Lopez’s oma verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze moest volgens Anaïs dus wel Joods zijn. ‘Hoe kom je daarbij?’ reageert haar moeder Carla verbaasd. ‘Nee, lijkt me heel onwaarschijnlijk.’ Veel meer dan dat ze in 1946 is vertrokken, weet Carla zelf overigens ook niet. ‘Ik heb ’t gewoon weggestopt’, zegt ze over de moeder, die haar als klein kind achterliet bij haar vader. ‘Ik wilde er niets over weten.’ Dat is echter buiten haar eigen dochter gerekend. ‘Ik wil weten hoe ’t zit’, zegt Anaïs stellig in de ferme voice-over waarmee ze deze persoonlijke film aanstuurt. ‘Voordat het te laat is.’

Zo ontvouwt zich, letterlijk voor de camera, een roerige familiegeschiedenis, waarin verzonnen verhalen de waarheid nog wel eens in de weg blijken te zitten. Maar of de naakte feiten nu werkelijk zijn te verkiezen boven de romantische fantasieën die je, zeker als kind, ook kunt koesteren bij het verleden, is nog maar de vraag. Want de zoektocht van Anaïs Lopez naar de waarheid rond haar grootmoeder Willy maakt in Bloedband (30 min.) nogal wat los. Ze zou een losbol zijn geweest, die bij Duitsers op schoot zat en op een zeker moment met een nazi naar Brazilië is gevlucht.

Het spoor leidt uiteindelijk naar Frankrijk, waar oma een nieuw leven heeft opgebouwd. En er moeten DNA-tests aan te pas komen om te bepalen wie van haar kinderen nu precies bij wie hoort. Met onvoorziene ontwikkelingen, die voor de camera moeten worden ondergaan, als gevolg. ‘Mijn God, wat heb ik gedaan?’ vraagt Anaïs zich dan af in deze inventieve en fraai vormgegeven weerslag van haar enerverende zoektocht door het verleden, waarvan niemand weet waarnaar die leidt. ‘Ik heb nooit stilgestaan bij de mogelijke consequenties. En nu heb ik de familie stukgemaakt.’

Intussen komt de filmmaakster wel degelijk dichter bij de kern van de geschiedenis waarvan ze met verve het stof heeft afgeblazen: het levensverhaal van haar oma, de keuzes die zij heeft gemaakt en de gevolgen daarvan die nog meerdere generaties doorwerken. En dat begint bij de beperkte bewegingsvrijheid die een vrouw toentertijd had, in de mannenwereld van halverwege de twintigste eeuw. Willy Schram – volgens Carla, met hedendaagse ogen bekeken, een eigenzinnige, geëmancipeerde vrouw – had achteraf bezien misschien wel helemaal geen keus.

Zo bouwt Anaïs Lopez tijdens het maken van deze korte documentaire, die een mooi rond verhaal bevat, toch iets van begrip op voor die onbegrijpelijke oma – en daarmee ook voor haar eigen moeder.

Adolescentes

IDFA

Behalve beste vriendinnen zijn de Franse tieners Emma en Anaïs ook tegenpolen. Emma oogt als een typische Française. Een frêle en gevoelig meisje. Ze is intellectueel aangelegd en heeft oog voor de kunsten. Anaïs stamt daarentegen uit een volks milieu. En dat straalt ze ook uit. Ze is vooral praktisch ingesteld en wil later met kinderen werken. Of bejaarden.

De Franse documentairemaker Sébastien Lifshitz volgt de twee meisjes in Adolescentes (130 min.) gedurende enkele jaren op hun pad naar volwassenheid. Hoewel ze onderweg vergelijkbare thema’s tegenkomen – het omgaan met al die onmogelijke jongens, de zoektocht naar waar hun toekomst ligt en het losmaken van thuis – zijn ze zonder enige twijfel op weg naar een andere eindbestemming.

En de contouren daarvan lijken op voorhand al min of meer vast te liggen. In die zin stelt deze delicate coming of age-docu, waarin en passant ook de recente Franse historie langskomt, misschien niet keihard dat wie voor een dubbeltje is geboren nooit een kwartje wordt, maar wel dat het een stuk gemakkelijker is als je al als kwartje bent geboren. Of als je er tevreden mee bent dat je ‘gewoon’ een dubbeltje bent.

Lifshitz observeert de twee ontluikende levens van zeer dichtbij en monteert de ontwikkelingen parallel aan elkaar, waardoor de verschillen en overeenkomsten tussen Anaïs en Emma extra cachet krijgen. Zo ontstaat een intieme vertelling over de universele ervaring van opgroeien, waarbij de meisjes worden gevolgd totdat ze de middelbare school hebben afgerond en de wijde wereld mogen intrekken. 

‘Toen ik veertien was, speelde ik nog gewoon met Barbies’, verzucht Anaïs dan als ze bij een meertje ziet hoe net iets jongere meisjes voortdurend bezig zijn met hun mobiele telefoon. ‘Ik verkleedde me nog als prinses’, beaamt Emma. Als ze vervolgens naar zichzelf en elkaar kijken, concluderen ze tegelijkertijd dat hun gedeelde verleden geen garantie is voor een gezamenlijke toekomst. ‘We zullen zien waar het leven ons brengt.’