Eddie Murphy: Hollywood’s Black King

Arte

Het is een veelbeproefd procedé, in het bijzonder bij de Frans-Duitse cultuurtelevisiezender Arte: neem een bekende Hollywood-ster, trek zijn hele catalogus leeg en verzamel nog wat archiefinterviews en media-optredens. Zoek vervolgens een weg door die enorme berg aan materiaal, vat die in een helder uitgangspunt samen en geef tenslotte een alwetende verteller de opdracht om op basis daarvan koers te zetten door dat materiaal.

Met neme: Eddie Murphy: Hollywood’s Black King (52 min.). Regisseur Antoine Coursat trekt de hele filmografie van de Afro-Amerikaanse komiek en acteur leeg (van 48 Hours en Beverly Hills Cop tot Coming To America en The Nutty Professor), selecteert enkele hoogtepunten uit zijn met emmersvol ‘fucks’, machismo en platte grappen overladen stand-upcomedy optredens, verzamelt promo-interviews en talkshowoptredens en laat dit vervolgens uitserveren door actrice Aline Afanoukoe, vanuit het frame dat Eddie Murphy Hollywood in de jaren tachtig en negentig heeft opengebroken voor Zwart Amerika en daarvoor pas later écht de credits heeft gekregen. Met een beetje pas- en meetwerk is elke bokkensprong van Murphy daarin onder te brengen.

Soms moet Coursat echt een flinke U-bocht maken. ‘Donkey is een komisch spiegelbeeld van Murphy en ze hebben veel gemeen’, laat hij Afanoukoe bijvoorbeeld debiteren tussen oneliners van het Eddie Murphy-personage in de animatiefilmserie Shrek. ‘Hij is praatgraag. Irritant, maar recht voor z’n raap. Hij slaat de spijker op z’n kop en houdt de vaart in het verhaal.’ Ze concludeert: ‘Als rebelse en irritante held van de populairste animatie van de jaren nul was hij zich ervan bewust dat het personage hem overschaduwde.’ Waarna Murphy zelf de gedachte afmaakt in een tv-interview. ‘Ik heb altijd gezegd: als ik nog een keer dood neerval, komt er een foto van die ezel in de krant met: Eddie Murphy is overleden.’

Voor een diepgaand psychologisch portret van een beeldbepalende figuur uit de internationale entertainmentwereld volstaat deze benadering niet, maar als hap-slik-weg carrièreoverzicht van een celebrity, dat bovendien van een serieus maatschappelijk randje is voorzien, heeft Eddie Murphy: Hollywood’s Black King zeker z’n charme.

Trailer Eddie Murphy: Hollywood’s Black King

Koning Op De Dam

Witfilm

In een klein kantoortje werken broer en zus samen de administratie weg. Horecatycoon Won Yip mag dan alle cafés op de Dam in Amsterdam bezitten, samen met zijn oudere zus Anine bekommert hij zich nog altijd hoogstpersoonlijk om de boekhouding. Met een calculator lopen ze alles na en verwerken de facturen en stapeltjes geldbiljetten die binnenkomen.

Het is een treffend tafereel, exemplarisch voor de mores binnen het Chinees-Nederlandse familiebedrijf, waar handen uit de mouwen steken voor iedereen de norm is en de baas toch gewoon de baas blijft. ‘De controlerende factor’, noemt Won Yip dat zelf. Hij legt uit: ‘Het feit dat ik hier boven de zaak woon, al dertig jaar, is twee, drie procent extra op je bedrijfsresultaat.’

Waarom? vraagt documentairemaker Sarah Vos, die Koning Op De Dam (85 min.) met Sander Snoep heeft geregisseerd. Won Yip benadrukt dat alle betrokkenen ervan op de hoogte moeten zijn dat de baas op elk moment kan meekijken. ‘Dus het kan ook zomaar zijn dat ik op het dak sta of dat ik op mijn dakterras naar beneden aan het kijken ben. Ze weten ook niet wanneer ik kom.’

Terwijl het hoofd van de Yipgroup met straffe hand zijn business micromanaget, een luxueus penthouse laat inrichten in het hartje van Amsterdam (om na zeventien jaar eindelijk met zijn Zeeuwse vriendin Heleen te gaan samenwonen) en enkele persoonlijke en zakelijke crises moet zien te bezweren, legt Vos hem op de pijnbank over zijn doelen, werkwijze en motieven. 

In die persoonlijke vraaggesprekken, slim versneden met interviews met Heleen en Anine, komt automatisch het familieverhaal van de Yips boven. Over hoe hun ouders vanuit China, een land waar armoede en repressie hand in hand gingen, in Nederland terechtkwamen en daar met een Chinees restaurant, waar de klok rond werd gewerkt, het fundament legden voor een familie-imperium.

Het is een beladen verhaal over mensen die door hun eigen leiders zijn verjaagd, dat door Vos en Snoep met fraai archiefmateriaal, begeleid door een expressieve soundtrack, wordt verbeeld en uiteindelijk treffend samenkomt in die ene anekdote over Won Yips vader. Die ging volgens hem elke dag slapen met zijn paspoort en 25 briefjes van duizend gulden in het borstzakje van zijn pyjama.

In zulke herinneringen en de bijbehorende sfeertekeningen zit de kracht van Koning Op De Dam. De film portretteert niet alleen van dichtbij een gestaalde ondernemer en z’n zakelijke entourage, maar zet de schijnwerper tevens op de wereld die daarachter schuilgaat en die meestal buiten beeld blijft: van al die Aziatische families in Nederland, die op hun eigen voorwaarden aan de weg timmeren.