
‘Op een gegeven moment weet je van: moet ik haar nog wel geloven?’ noteert de politieagent die Jane heeft verhoord. ‘Bij de verhoren van Jane wist je eigenlijk niet meer wat waar was en wat niet waar was. Uit angst kwam ze met het goede verhaal.’
Op basis van de verklaringen van deze beïnvloedbare getuige/verdachte zijn desondanks drie jonge mannen en drie jonge vrouwen, waaronder zijzelf, veroordeeld voor De Restaurantmoord (144 min.) op 4 juli 1993. Op die fatale zaterdagnacht werd oma Mok vermoord in Peacock, het Chinese restaurant dat ze had overgedaan aan haar zoon.
Deze vierdelige serie van het team van KRO-NCRV dat eerder De Villamoord en De Pompmoord doorlichtte lijkt weer een gerechtelijke dwaling op het spoor te zijn. En opnieuw heeft een bekennende verklaring daarin een sleutelrol gespeeld. Van een jonge kwetsbare vrouw, waarvan bekend was dat haar fantasie soms met haar op de loop ging.
Op basis van Jane’s bekentenis zijn dan weer anderen door de politie verhoord. ‘Die verdachten gokken maar iets, omdat ze ‘t niet weten’, stelt oud-rechercheur Dick Gosewehr, die zich heeft gespecialiseerd in justitiële dwalingen en eerder ook al meewerkte aan De Villamoord. ‘Maar ze zitten tegenover iemand die ‘t ook niet weet.’
Met waarheidsvinding heeft dit volgens Gosewehr niets te maken. En ook Geert-Jan Knoops en Joost Loevendie, de advocaten van de verdachten die bekend zijn geworden als de Zes van Breda, zijn vanzelfsprekend kritisch op de verhoormethoden. Zij worden in deze miniserie bovendien geconfronteerd met nieuwe informatie uit het strafdossier.
Regisseur Joost van Wijk beschikt ditmaal niet over gelekte beelden van de oorspronkelijke politieverhoren. Hij compenseert dit met uitgebreide reconstructies met acteurs, die zijn gebaseerd op informatie uit het dossier. Dat komt net wat minder hard binnen, maar geeft hem nóg meer ruimte om het verhaal in te kleuren met straffe muziek.
Uit zijn spitwerk komt een nieuwe teamleider bij de plaatselijke politie, bijgenaamd ‘De Slimmerik’, naar voren, die de zaak hoe dan tot klaarheid wil brengen en op voorhand al lijkt te weten waar hij de oplossing moet zoeken: bij een soort studentenhuis voor kwetsbare meisjes aan de Teteringsedijk, dat is verworden tot een ‘Marokkanenhol’.
Alle kaarten gaan op de Zes van Breda, waarvan de drie meisjes uiteindelijk tot twee jaar gevangenisstraf worden veroordeeld en de drie jongens, die zelf participeren in deze serie, tot twaalf jaar. Intussen worden andere sporen consequent genegeerd – of zelfs doelbewust verstopt in het strafdossier. Zodat niemand daarover lastige vragen stelt.
Van Wijk deelt deze bevindingen met zijn gesprekspartners, waaronder ook forensisch deskundige Martin Eversdijk en de rechtspsychologen Robert Horselenberg en Eric Rassin. Zij maken stuk voor stuk gehakt van het politieonderzoek, de tunnelvisie die daaruit spreekt en de herziening van de zaak door de Hoge Raad in 2015.
Er blijkt belangrijke informatie achtergehouden die de vijftien rechters die deze zaak behandelden en de advocaten van de veroordeelden wel hadden moeten hebben. Alle reden om – daarover lijken alle sprekers ’t wel eens – de gewelddadige dood van oma Mok nader te onderzoeken.
Zodat Van Wijk en de rest van KRO-NCRV’s onderzoeksteam wellicht weer nieuwe input krijgen voor een vervolg op deze interessante true crime-serie. Zoals het onderzoek naar die andere geruchtmakende moorden, in een Arnhemse villa en bij een pompstation in Warnsveld, ongetwijfeld ook nog open staat.


