
‘Je hebt een film gemaakt toen ik geboren was, in 1962, van de eerste dagen of weken’, zegt Batya Wolff in de persoonlijke documentaire Vastgelegd (63 min.) tegen haar vader Max. ‘En toen ik die film voor het eerst zag, dacht ik: die film gaat over iemand die dood is. Terwijl ik kijk naar een film van het begin van mijn leven.’ Één van Batya’s zussen, waarvoor Max een vrijwel identiek geboortefilmpje maakte, heeft zelfs het gevoel dat haar kinderbedje niet voor haar was ‘maar dat er allemaal botten in liggen van dode mensen’.
Die associaties zijn niet vreemd. Van hun Joodse familie zijn bijna driehonderd leden vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog. De enthousiaste filmer Max Wolff heeft er een enorm boekwerk over geschreven. ‘Een Joods monument van onze familie’, zegt hij trots tegen Batya. Zij vindt dat boek echter beladen. ‘Max’, begint ze. ‘Al wat van jou is, draag ík ook bij me.’ Ze wil duidelijk een punt maken, maar haar hoogbejaarde vader pakt het luchtig op. ‘Dat vind ik niet erg. Hoef ik het niet alleen te dragen.’ En daarna bladert hij rustig verder in z’n boek. Zijn dochter blijft hem nadrukkelijk aankijken. ‘En ik dan?’
Deze vraag, tamelijk demonstratief voor de camera opgeworpen, zal onbeantwoord blijven, maar maakt de afstand tussen ouder en (volwassen) kind heel tastbaar. Vader Max wil/moet zijn oorlogsverleden blijven delen en zijn dochter krijgt hem niet aan zijn verstand gebracht dat hij haar daarmee belast. Daar zit de kern van deze schurende film, waarin Batya onderzoekt, in woord en beeld, afwisselend begeleid door hoorbare stilte en dwingende pianomuziek, wat dat vastleggen van het oorlogsverleden, dat vasthouden ook daaraan, betekent voor een volgende generatie.
‘Kan ik iets hebben verloren als ik het nooit gehad heb?’ vraagt ze zich bijvoorbeeld hardop af. ‘Kan ik rouwen om iemand die ik nooit gekend heb?’ Tegelijkertijd zoekt Batya Wolff in deze egodocu, gemaakt met Arnoud Holleman, ook naar manieren om de dood uit te bannen en al die overleden familieleden op de één of andere manier weer onderdeel te laten worden van haar huidige familiekring. Als doodgewone, levenslustige mensen, in plaats van als de symbolen van Jodenvervolging die ze mettertijd zijn geworden.