
Een speelbal van grotere machten. Eerst eeuwenlang van kolonisator Spanje. En toen, – na een mogelijk slinks geframede explosie op het Amerikaanse oorlogsschip USS Maine in 1898 en de navolgende Spaans-Amerikaanse oorlog – van de nieuwe wereldmacht, de Verenigde Staten. Enkele Cubaanse kinderen kunnen er een kleine eeuw later gedetailleerd over vertellen. De verhalen van kolonialisme en imperialisme zijn er, onder het communistische bewind van Fidel Castro, ingestampt.
Ze hebben er ook letterlijk beeld bij gekregen van de autoriteiten. De gebeurtenissen speelden zich af in de tijd dat ook cinema, ‘de machine van dromen’, werd geboren. Een medium, waarmee de waarheid gemakkelijk is te manipuleren. Want de zogenaamde Rough Riders van de Amerikaanse president Teddy Roosevelt, waren die niet gewoon gemodelleerd naar het rondreizende circus van de wild west-held Buffalo Bill? En zouden de beelden van de explosie op het schip ook met speelgoedscheepjes en de rook van een sigaar in een badkuip kunnen zijn gemaakt? Film leent zich nu eenmaal uitermate goed voor propaganda.
Al die elementen klutst de Oostenrijkse regisseur Hubert Sauper, die eerder met Darwin’s Nightmare en We Come As Friends schrijnende films maakte over de gevolgen van een geglobaliseerde wereld voor de bewoners van ontwikkelingslanden, samen in Epicentro (108 min.), dat tamelijk ongericht door heden en verleden van Cuba’s relatie met de buitenwereld doolt. De documentaire over de voortdurende druk van buitenaf, gesymboliseerd door de woeste golven die aan het begin en het eind van de film het Cubaanse strand bestormen, werd op het Sundance Festival nochtans met een speciale juryprijs beloond.
Saupers camera meandert door Havana, laat zich meevoeren door stadsbewoners en vergaapt zich net als toeristen, de nieuwe ‘indringers’, aan de coleur locale van het Caribische eiland, dat ooit door Christopher Columbus werd beschouwd als de poort naar een nieuwe wereld en tegenwoordig vooral dealt met de erfenis van ruim een halve eeuw Amerikaanse boycot. Twee tienermeisjes – onder wie de mediagenieke Leonelis, die actrice wil worden en net zo beroemd als Beyoncé – krijgen daarbij zijn speciale aandacht en fungeren als hart voor dit losse portret van een land in transitie, dat altijd met één oog naar de bemoeizuchtige bovenbuur kijkt.