Ruthless Times – Songs Of Care

Human

Het is een bijzonder koor en dat is ‘t. De leden hebben hun blauwe werkkleding aan, staan netjes gegroepeerd in een non-descripte gang van een willekeurig zorgcentrum en kijken voor Ruthless Times – Songs Of Care (92 min.) recht in de camera. ‘Ik ben er regelmatig getuige van geweest dat er fouten werden gemaakt met medicatie’, zingt de groep verpleegkundigen bijvoorbeeld. ‘We mochten niet tegen de familie vertellen dat we onderbezet waren.’ Achter hen hangt, nét niet scherp, een klok. Die tegenwoordig de godganse dag aangeeft hoeveel tijd ze nog hebben, volgens het zorgsysteem.

En terwijl zij nog ‘ik ben doodmoe’ zingen, baant een zorgrobot zich een weg door een soortgelijke gang, op zoek naar klusjes om te klaren. Hij/zij is onderdeel van het Kustis Goes Digi-project, dat in het kader van ‘slimme oplossingen’ wordt ingezet in het Kustaankartano-verzorgingshuis te Helsinki. Elders videobelt een zorgmedewerker van het ’virtuele service centrum’, dat tussendoor ook nog zomaar als helpdesk van een willekeurige multinational zou kunnen fungeren, regelmatig in naar ouderen, om ze aan te sporen om vooral goed te eten en ook hun medicatie niet te vergeten of ‘samen’ enkele lichamelijke oefeningen te doen.

Het is moderne ouderenzorg, geavanceerd en scherp aan de prijs, waarmee de vergrijzing het hoofd moet worden geboden. Enkele ouderen in Kaavi, een kleine gemeenschap in Oost-Finland, hebben er desondanks weinig vertrouwen in. Als de gemeente in zee gaat met een private zorgaanbieder, spreken zij hun zorg uit over deze ‘gezichtsloze organisatie’, die bovendien een monopoliepositie heeft verworven. Dat doen ook zij veelal zingend. In weelderige nordic folk-composities die Anna-Mari Kähärä speciaal voor deze musicaldocu van Susanna Helke heeft geschreven, gebaseerd op anonieme mails die verpleegkundigen aan hun zorgmanagers stuurden.

De composities, in werkelijkheid ingezongen door het vrouwenkoor Philomela, fungeren als karkas voor een fikse aanklacht tegen de moderne gezondheidszorg, waarbij steeds minder mensen steeds meer patiënten moeten verzorgen en de techniek dan maar voor niets moet staan. Als contrast laat Helke verpleegkundige Tiina Mollberg zien. Terwijl zij rustig de tijd neemt voor de aan haar toevertrouwde ouderen, vertelt ze hoe ‘t bij een vorige werkgever helemaal spaak liep met die technocratische benadering. Zij belichaamt de menselijke zorg voor ouderen. Zoals hoogleraar Marja Vaarama de verpersoonlijking wordt van zorgen over de verzakelijking van die zorg.

Via de verschillende verhaallijnen zet Susanna Helke het contrast tussen wat we voor het gemak maar ouderwetse en nieuwerwetse zorg zullen noemen dik in de verf. En dat geheel krijgt dan nog eens een flinke vernislaag met straf geënsceneerde muziekscènes. Die tillen Ruthless Times naar aanzienlijke hoogte op en maken van deze activistische documentaire een onweerstaanbaar pleidooi voor menselijke zorg, waarover tegelijkertijd met een gerust hart kan worden gezegd: het is een bijzondere film en dat is ‘t.

Zie Je Me? Hoor Je Me?

Human

‘Karin ziet jou. En jij ziet Karin’, introduceert één van de zorgverleners van Het Hendrickszhuys de nieuwe Skypekar.

‘Ik snap het niet’, antwoordt een oudere mevrouw, die wordt opgevangen in het Amsterdamse verpleeghuis.

‘Maar vind je het wel leuk?’

‘Eigenlijk niet ‘

‘Maar kijk nou, wat een lieve dochter!’

‘Mama, wat fijn om je te zien’, antwoordt die vanaf het beeldscherm.

‘Kom je straks hier?’ vraagt haar moeder streng.

‘Ja, dat zou ik heel graag willen, maar ik mag nog even de deur niet uit door dat stomme virus.’

‘Welk virus?’ reageert moeder verbaasd. ‘Ik weet van geen virus.’

COVID-19 legt natuurlijk ook documentairemakers allerlei restricties op. In de beperking toont zich evenwel de meester. En dus levert de pandemie ook nieuwe initiatieven en inventieve ideeën op. Die Skypekar is daarvan een geweldig voorbeeld. Daarmee kan Het Hendrickszhuys communiceren met de buitenwereld. En daarvan kan Anne-Marieke Graafmans dan weer een aangrijpende documentaire maken: Zie Je Me? Hoor Je Me? (50 min.).

‘Oh, wat een hel dit, jongen!, verzucht één van de zorgverleners bijvoorbeeld als het virus ook in huis toeslaat. ‘Echt afschuwelijk! Maar goed, we motten nog effe door, hè?’ Het tekent de mentaliteit in het Hendrickszhuys: compassie en onverschrokkenheid.

Ook bij locatiemanager Linda Fokke, die vanwege een niertransplantatie tot de risicogroep behoort en dus noodgedwongen aan huis is gekluisterd. Zo goed en zo kwaad als dat gaat probeert ‘baasie’ haar medewerkers van daaruit bij te staan en al beeldbellend normaal werkoverleg te houden. Als dank krijgt ze soms een virtuele knuffel.

Zie Je Me? Hoor Je Me? laat zo de beste kant zien van (particuliere) ouderenzorg in Nederland. Al maken de omstandigheden het lang niet altijd gemakkelijk om de moed erin te houden. ‘Ik woon hier heel raar’, zegt mevrouw Toorenaar bijvoorbeeld treffend tegen haar familieleden. ‘Aan die kant is dood’, wijst ze naar haar ene buur. Over de andere: ‘En die kant is jarig.’

De lach en de traan zijn altijd maar enkele ogenblikken weg in deze hartveroverende film, die de gevolgen van het Coronavirus voor de kwetsbaarste groep Nederlanders en hun directe omgeving blootlegt.

Zie Je Me? Hoor Je Me? is hier te bekijken.

The Mole Agent

‘Gezocht: oudere man’, luidt de kop van de krantenadvertentie. ‘Gepensioneerd, tussen de tachtig en negentig jaar. Onafhankelijk, discreet en technisch onderlegd.’ Diverse oudere heren hebben zich laten verleiden door de vacature en wachten nu tot ze op gesprek mogen voor deze bijzondere klus. Ze kunnen het bijna niet geloven. ‘Als ik normaal bij een sollicitatiegesprek zeg hoe oud ik ben, is het meestal meteen afgelopen’, zegt één van de hoogbejaarde kandidaten.

Het gaat echter om een heel bijzondere opdracht. De privédetective Rómulo Aitken zoekt een man die drie maanden undercover wil gaan in een Chileens verpleeghuis, waar voornamelijk vrouwen wonen. The Mole Agent (90 min.) moet daar onderzoeken of de moeder van Aitkens cliënt wordt gemaltraiteerd, bestolen en geslagen. ‘Jij wordt mijn ogen en oren’, zegt de strenge detective tegen de man die uiteindelijk wordt geselecteerd voor de job: de 83-jarige weduwnaar Sergio Chamy.

Chamy moet zich alleen de bijbehorende techniek, een bril met verborgen camera bijvoorbeeld of gewoon een smartphone, nog eigen zien te maken. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zodra de gedistingeerde heer helemaal is bijgespijkerd, kan hij echter zijn intrek nemen in het verpleeghuis, het startpunt voor deze kostelijke film van Maite Alberdi. Het onderzoek van de ‘spion’ lijkt daarbij vooral een voorwendsel te zijn om in te zoomen op het leven in het tehuis.

Dat wordt bevolkt door allerlei kleurrijke personages. Zo is er de licht paniekerige Marta, een vrouw die zich steeds hardop afvraagt waarom ze haar moeder zo weinig ziet. Zo nu en dan krijgt ze telefoon van een begeleidster die doet alsof ze haar moeder is. ‘Mama, ik heb je zo gemist’, zegt Marta dan. ‘Je komt nooit bij me op bezoek. Maar ik ben hier. Je moet me komen ophalen.’ Bij Sergio Chamy lijkt ze zowaar soms tot rust te komen.

De mannelijke nieuwkomer maakt sowieso indruk. De bevallige Berta is bijvoorbeeld direct verkikkerd op hem geraakt. Ze begint zelfs al over een huwelijk te praten. Ook de gesprekken van de charmeur met Rubiro, hoewel anders van toon, hebben een onmiskenbaar intiem karakter. Zij is zich er intussen maar al te zeer van bewust dat haar geheugen nogal eens hapert. Sergio blijft echter geduldig als hij haar moet uitleggen hoe hun vorige ontmoeting ook alweer is verlopen.

De intieme en respectvolle contacten tussen mensen die hun levenseinde zien naderen kenmerken deze hartverwarmende film, die qua toon en setting doet denken aan The Grown-Ups, de docu die Alberdi maakte in een activiteitencentrum voor mensen met een verstandelijke beperking. Met liefdevolle blik observeert ze de interacties tussen de verschillende bewoners en dringt zo op onnadrukkelijke wijze door tot hun belevingswereld. Sergio’s detectivewerk begint ondertussen, hoe vermakelijk ook, een beetje te voelen als een kunstgreep.

The Mole Agent heeft ook weinig tierelantijnen nodig om stiekem het hart te veroveren. Van de San Francisco-dames, die tijdens het jubileumfeest een dansje met hem wagen. Én van de aandachtige kijker, die uiteindelijk geen detectiveverhaaltje nodig heeft om geïntrigeerd, verrukt en ontroerd te raken van deze open blik in de wereld van mensen die inmiddels beduidend meer verleden dan toekomst hebben en er in het heden toch wat van willen/moeten maken.