13th

Netflix

Van de zeventien witte Amerikaanse mannen belandt er gemiddeld één in de gevangenis. Bij zwarte Amerikanen is dat één op drie. Ik herhaal: een derde van de Afro-Amerikaanse mannen belandt tijdens zijn leven achter de tralies, waarbij ie met een beetje pech meteen ook z’n carrière en stemrecht verliest. In het bevlogen betoog 13th (100 min.) uit 2016 zet Ava DuVernay voortdurend zulke duizelingwekkende statistieken in om haar centrale punt te maken.

Ze gebruikt misschien wel de schokkendste cijfers als uitgangspunt voor haar film: vijf procent van de wereldbevolking komt uit de Verenigde Staten, tekent de Afro-Amerikaanse filmmaakster op uit de mond van de eerste en enige zwarte president Barack Obama (2009-2017), maar Amerika levert wel vijfentwintig procent van ‘s werelds gevangenispopulatie. Kortom: één op de vier gedetineerden in de hele wereld zit vast in het land dat zich de leider van de vrije wereld noemt.

En, nóg zo’n saillante conclusie, er zitten nu in verhouding méér Afro-Amerikanen in de gevangenis dan er ooit werkten op de slavenplantages. DuVernay verwijst daarbij naar het dertiende amendement van de Amerikaanse grondwet, waarmee de slavernij in 1865 officieel werd afgeschaft. Met één kleine uitzondering overigens: ‘Except as a punishment for crime.’ En daar zit volgens haar de crux: zodra je iemand kunt betichten van een misdaad, mag je ‘m ook weer behandelen als slaaf.

De massa-opsluiting van vooral zwarte Amerikanen is zo bezien simpelweg oude wijn in nieuwe zakken. En de aldus ontstane ‘gevangenisindustrie’ niet meer dan een wat typische uitingsvorm van de Amerikaanse ondernemersgeest. ‘De geschiedenis bestaat niet uit toevallige gebeurtenissen’, zegt de witte historicus Kevin Gannon niet voor niets. ‘Witte mensen zijn de producten van de geschiedenis die onze voorouders kozen, zwarte mensen van de geschiedenis die hun voorouders níet kozen.’

Ava DuVernay belicht die historie met Afro-Amerikaanse opinieleiders zoals Michelle Alexander, Jelani Cobb, Angela Davis, Van Jones en Cory Booker. Zij beginnen bij de afschaffing van de slavernij, vervat in dat vermaledijde dertiende amendement, en werken dan naar het heden toe. Een sleutelrol is er bijvoorbeeld voor de door en door racistische speelfilm The Birth Of A Nation (1915), die de Ku Klux Klan reanimeert en meteen attendeert op de afschrikwekkende werking van brandende kruizen.

Zwarte Amerikanen – in het bijzonder de zwarte mannen – worden in de navolgende eeuw stelselmatig ontmenselijkt (‘beesten’, ‘verkrachters’, ‘super-predators’) en opgejaagd en vervolgd door de Amerikaanse overheid, met Richard Nixon’s Law & Order in de jaren zeventig, de navolgende ‘war on drugs’ van Ronald Reagan en Bill Clintons ‘three strikes and you’re out’ uit 1994 als treffende voorbeelden. Het aantal gedetineerden loopt in die jaren op tot ruim twee miljoen. Mass incarceration, juist.

‘Ons rechtssysteem behandelt je beter als je rijk en schuldig bent dan als je arm en onschuldig bent, constateert jurist en activist Brian Stevenson bovendien somber in dit overtuigende, hoewel wat ruim bemeten, schotschrift tegen moderne slavernij, dat via de gewelddadige dood van Black Panther-voorman Fred Hampton, de onterecht beschuldigde Central Park Five en een schandelijk racistische campagnespot rond de archetypische boze zwarte man Willie Horton aanmeert in de 21e eeuw.

Als Trayvon Martin en andere zwarte Amerikanen overlijden als gevolg van politiegeweld, Kalief Browder jarenlang onterecht vastzit en er daarna nooit meer bovenop komt en de Black Lives Matter-beweging ontstaat. Tegen die tijd begint zich ook een nieuwe (en heel oude) kracht in de Amerikaanse politiek te melden: Donald Trump. ‘Weet je wat ze vroeger met zulke kerels deden?’ laat DuVernay hem zeggen bij beelden van zwarte mannen die worden afgetuigd. ‘Die werden op een brancard afgevoerd.’

Het ontbreekt er nog maar aan dat hij het dertiende amendement ook officieel weer wordt afgeschaft.

Eyes On The Prize III: We Who Believe In Freedom Cannot Rest 1977 – 2015

HBO Max

Rashidah Hassan, Michael Zinzun en Ayinde Jean-Baptiste. De namen spreken minder tot de verbeelding dan pak ‘m beet Malcolm X, Rosa Parks en Martin Luther King. En de prestaties van hen en hun generatiegenoten in The Bronx, Watts en Warren County roepen vast ook niet direct de iconische beelden op van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren zestig en zeventig. Toch staan zij op de schouders van deze giganten en zetten ze hun werk voort, in hun eigen tijd en binnen hun eigen omgeving.

De gelauwerde historische documentaireserie Eyes On The Prize: America’s Civil Rights Years 1954 – 1965 (1987) geldt als een gezaghebbend document over de beginjaren van de Afro-Amerikaanse strijd voor gelijke rechten. Opvolger Eyes On The Prize II: America At The Racial Crossroads 1965 -1985 (1990) richt zich op de navolgende twintig jaar. 35 Jaar later is er nu ineens een derde seizoen: de zesdelige serie Eyes On The Prize III: We Who Believe In Freedom Cannot Rest 1977 – 2015 (345 min.) van showrunner Dawn Porter.

Daarin verhalen Geeta Gandbhir, Samantha Knowles, Leslie Asako Gladsjo, Muta’Ali, Smriti Mundhra en Rudy Valdez over uiteenlopende ‘zwarte’ onderwerpen zoals het ‘zweetvermogen’ van het woningproject Banana Kelly in New York, de zorg voor AIDS-patiënten van kleur, het camera-initiatief van de Coalition Against Police Abuse (waardoor ook de geruchtmakende afranseling van Rodney King kon worden vastgelegd) en de Million Man March in Washington DC in 1995 van de omstreden Nation Of Islam-leider Louis Farrakhan.

Verder buigt deze lijvige productie, waarin zowel zwarte iconen zoals Angela Davis, Al Sharpton en Maxine Waters als allerlei direct betrokkenen bij de acties, initiatieven en protesten aan het woord komen, zich ook over de strijd tégen stuitend milieuracisme rond gif lozende fabrieken, vóór positieve discriminatie in het schooldistrict van Wake County, Noord-Carolina, en mét de eerste zwarte president Barack Obama om van de Verenigde Staten écht een inclusief land te maken – al valt zijn input in hun ogen vaak nogal tegen.

Nadat de zeventienjarige Trayvon Martin in 2012 is vermoord door een beveiliger en de schutter zowaar wordt vrijgesproken, ontstaat er een nieuwe generatie zwarte activisten, die zich op alle mogelijke manieren begint te verzetten tegen (politie)geweld tegen Afro-Amerikaanse jongeren. Zij reppen over ‘Black Lives Matter’, een slogan die zeker in de tumultueuze eerste termijn van de Amerikaanse president Trump (2017-2021) – buiten de scope van deze gedegen serie dus – nog tot grootschalige protesten en confrontaties zal leiden.

Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.

Civil: Ben Crump

Netflix

Zijn hele carrière lijkt een voorbereiding op deze ene missie. Daarin stond Ben Crump al aan de zijde van de families van prominente Black Lives Matter-slachtoffers zoals Trayvon Martin, Michael Brown en Tamir Rice. Als de nabestaanden van George Floyd de Afro-Amerikaanse advocaat benaderen om hen bij te staan, realiseert hij zich dan ook direct: ik ben geknipt voor deze zaak. Terwijl er na Floyds dood, die op 25 mei 2020 als gevolg van politiegeweld is gestorven, in de hele wereld demonstraties ontstaan, probeert Crump namens zijn verwanten de geleden schade te verhalen bij het stadsbestuur van Minneapolis.

‘De politie vermoordt al honderden jaren zwarte mensen en dat heeft nooit financiële gevolgen voor ze gehad’, zegt de advocaat in Civil: Ben Crump (101 min.), waarvoor regisseur Nadia Hallgren hem in 2020-2021 een jaar heeft gevolgd. ‘Ik wil het financieel onhoudbaar voor ze maken om zwarte mensen onterecht te blijven doden.’ Crump, die regelmatig wordt verketterd op Fox News, is daarmee een moderne variant geworden op zijn eigen held, de legendarische burgerrechtenadvocaat Thurgood Marshall die in 1967 als eerste zwarte Amerikaan werd benoemd in het hooggerechtshof.

Behalve de familie van George Floyd staat Crump ten tijde van de opnames voor deze film ook de nabestaanden van andere politieslachtoffers zoals Andre Hill en Breonna Taylor bij. En hij springt overal bij waar Afro-Amerikanen onrecht wordt aangedaan. Ten koste van zijn eigen welzijn, getuige deze film. Zijn familieleden vinden dat hij ‘t rustiger aan moet doen. En van zijn collega’s hoeft Ben Crump niet meer zo nodig burgerrechtenzaken te doen. Met ander juridisch werk is gemakkelijker geld te verdienen. Dan hebben ze echter buiten ’s mans rechtvaardigheidsgevoel gerekend.

Voor deze gedegen film, waarin ook Crumps achtergrond en gezinsleven zijdelings aan de orde komen, is Hallgren precies op het juiste moment aangehaakt bij deze gedreven strijder voor de rechten van Afro-Amerikanen. Vanuit de coulissen kan ze meekijken hoe hij in enkele beeldbepalende zaken de belangen dient van zijn cliënten en de gewonde zwarte gemeenschap waarvan die deel uitmaken. Zijn pogingen om George Floyd recht te doen fungeren daarbij als rode draad. Voor zulke zaken zijn sociaal geëngageerde juristen zoals Benjamin Crump nu eenmaal op aarde gezet.

3 1/2 Minutes, 10 Bullets

Was het de loop van een geweer? Of toch een loden pijp? Of, zoals de vrienden van Jordan Davis beweren, niet meer dan wat uitdagende woorden? Feit is dat Michael Dunn, een 45-jarige witte Amerikaan, op 23 november 2012 bij een tankstation het vuur opende op de zwarte tiener. 3 ½ Seconds, Ten Bullets (98 min.).

Of ging het toch gewoon om te harde muziek? Klotemuziek, dat wel. Gangsterrap. ‘Rapcrap’, aldus Dunn. ‘Kun je die muziek zachter zetten?’ zou hij hebben gevraagd. ‘Ik kan mezelf niet eens horen denken.’ En Jordan reageerde naar zijn maten in de trant van: ‘Fuck dat, zet die muziek weer aan!’ Net iets te agressief. Waarna Michael Dunn zijn pistool pakte, het wapen opzichtig doorlaadde en de trekker overhaalde. Tien maal dus. Uit zelfbescherming, beweert hij. Hij voelde zich bedreigd. Maar rechtvaardigt dat zulke drastische maatregelen? Zeker als dat wapen van de zeventienjarige jongen nooit wordt gevonden.

Marc Silver onderzoekt in deze stemmige documentaire uit 2015 wat er daadwerkelijk is gebeurd op die dramatische Black Friday in Jacksonville, Florida. Hij laat in dat kader ooggetuigen aan het woord, toont beeldmateriaal van beveiligingscamera’s en de politieverhoren van Michael Dunn en laat telefoongesprekken horen die deze na afloop met zijn verloofde Rhonda Rouer voerde. Intussen volgt Silver via Davis’ ouders de rechtszaak tegen Dunn. Die blijkt op de fatale dag naar de bruiloft van zijn zoon te zijn geweest. Had Michael Dunn daar misschien te veel gedronken? Of was hij soms geïrriteerd doordat de muziek op het feest hem niet aanstond? En hoe geloofwaardig is zijn verweer dat hij zich bedreigd voelde?

Het zijn vragen die in de rechtszaal tot in detail worden behandeld en ook in deze stevige film uitgebreid aan de orde komen. Die trekt daardoor soms een beetje. Tegelijkertijd zijn nuance en context wel degelijk van eminent belang om deze zaak in zijn volle omvang te begrijpen. De ‘loud music-shooting’ paste immers binnen een trend. Enkele dagen na de fatale schietpartij bij het benzinestation werd Jordans vader benaderd door de vader van Trayvon Martin, een zwarte tiener die negen maanden eerder was doodgeschoten door een witte man. ‘Welkom bij de club waarvan niemand lid wil zijn’, zei hij volgens Ron Davis. Een nieuwe hashtag zou opgeld doen en een begrip worden in het hedendaagse Amerika: #BlackLives Matter