Plastic Dromen

KRO-NCRV

Hij wil gewoon ‘shit fiksen’. De 23-jarige Nederlandse kunstenaar Pablo Cantatore is niet van de kleine dromen. Zijn werk dient maatschappelijk relevant te zijn. Het moet verbinden en verscheuren. En het gaat nu de basis vormen voor niets minder dan een miljoenenbedrijf. Nee, dan heeft Pablo ‘t niet over de ‘Cantatoren’ die hij wil bouwen van opgestapelde invalidenauto’s van het merk Canta. Hij wil de wereld veroveren met statiegeldbakken. Daarmee kunnen mensen hun statiegeld doneren aan daklozen en Nederlanders in armoede.

Ze willen de hele afvalketen ‘revolutionisen’, aldus Pablo’s compagnon Antonius Janssen, die veel zakelijker is ingesteld en er duidelijk ‘tantoe’ veel vertrouwen in heeft. Filmmaker Max Ploeg volgt de twee een jaar lang terwijl ze hun Plastic Dromen (33 min.) uit proberen te laten komen. Pablo lijkt zeker van zijn zaak. Dit is meteen de oplossing voor al dat plastic afval. ‘Je kan niet om me heen als je dit wilt oplossen’, zegt hij stellig. Maar ook deze dromer zal ondervinden dat de weg naar succes bezaaid is met gevaarlijke bochten, kuilen en wegversperringen.

Gaandeweg begint de onderneming van Pablo en Antonius toch wel heel erg op een reguliere startup te lijken. ‘Het klinkt ineens een soort van alsof we niet meer fucks geven om daklozen, maar we still do’, zegt Pablo dan, ook tegen zichzelf. ‘Dat is de hele kern van het verhaal’, vult zijn partner dan ook nog trouw aan. ‘Dat is de hele kern.’ Pablo’s artistieke ambities beginnen vanaf dat moment steeds opzichtiger te botsen met het zakelijk instinct van zijn partner. Totdat de neuzen helemaal niet meer dezelfde kant op lijken te staan en er zowaar een crisis dreigt.

Ploeg belandt in de tweede helft van deze fijne korte docu steeds nadrukkelijker aan de zijde van Cantatore. De tragikomische toon waarmee hij de pogingen van het olijke duo om steun, aandacht en geld voor hun bak te krijgen tot dan toe heeft begeleid, maakt plaats voor een grimmigere sfeer als Janssen uit beeld verdwijnt en hun gezamenlijke droom uiteen spat. Althans, zo lijkt ‘t. Want het geladen einde van Plastic Dromen, opgetekend tijdens een huiskamerconcert waarin de hoofdpersoon zijn gemoed ziet weerspiegeld, voelt vooral als het opmaken van de tussenbalans.

Of de statiegeldbak de wereld gaat veroveren en vervolgens zowel Pablo als Antonius, als ‘de impactmakers voor de circulaire economie’ die ze in zichzelf zagen, daadwerkelijk miljoenen zal bezorgen, is dan nog ongewis.

Grenfell: Uncovered

Netflix

In de nacht van 13 op 14 juni 2017 ontstaat er bij appartement nummer 16, op de vierde verdieping van de Grenfell-torenflat in de Londense wijk Kensington, een onschuldige keukenbrand. De brandweerlieden ter plaatse lijken de brand snel de baas te zijn, maar ontdekken op de valreep dat het vuur zich toch heeft verspreid naar andere verdiepingen. Dan gaat het snel. ‘Net The Towering Inferno’, zegt een omstander terwijl hij de brand staat te filmen. ‘Onze eigen 9/11’, concludeert een hulpverlener ter plaatse.

In Grenfell: Uncovered (101 min.) reconstrueert Olaide Sadiq met bewoners van de flat, familieleden en hulpverleners het menselijke drama dat zich in die fatale nacht afspeelt in de betonnen kolos. Veel huurders verschansen zich in hun eigen woning als het vuur wild om zich heen grijpt. Dat is ook volstrekt logisch. In Groot-Brittannië is er zoiets als een ‘stay put’-beleid. Blijf bij brand in je eigen flat. Daar ben je zeker twee uur veilig. Behálve als het gaat om een toren met ‘ontvlambare gevelbekleding’, blijkt later.

De Grenfell-toren, gebouwd in de jaren zeventig, heeft net een renovatie achter de rug. Dat lijkt vooral een cosmetische operatie, zodat de flat van de woningcorporatie niet langer uit de toon valt bij nieuwere en duurdere panden in de wijk. Bij die opknapbeurt is ook gevelbekleding aangebracht. In de oorspronkelijke plannen was er nog sprake van zinken panelen. Die werden gaandeweg echter vervangen door goedkopere exemplaren van het Franse bedrijf Arconic. En die blijken zeer brandbaar plastic te bevatten.

Met deze bezuiniging is grofweg vijfduizend pond gemoeid, becijfert journalist Peter Apps, die zich al jaren vastbijt in de Grenfell-brand. Ook andere leveranciers, zoals Celotex en Kingspan, hebben rücksichtslos op de kosten beknibbeld en ondeugdelijk materiaal geleverd. ‘Laat me een positief voorbeeld zien, iemand die de juiste beslissing neemt, iemand die de held is binnen dit verhaal’, stelt brandexpert Guillermo Rein in deze film, die tevens de aanloop naar de ramp grondig analyseert. ‘Maar die is er niet.’

Arconic maakt het wel heel bont, blijkt uit interne correspondentie. Tests wijzen al in 2007, tien jaar vóór Grenfell, uit dat hun product extreem brandgevaarlijk is. ‘Oh, mijn god!, schrijft Arconics technisch manager Claude Wehrle in een bericht, dat hij ‘confidential!!!!’ dubt. ‘Houd die testresultaten weg bij de klant.’ Het rapport verdwijnt dus in de diepste lade. En de verkoop gaat ondertussen, natuurlijk, gewoon door. Ook na verwoestende branden in flats in Boekarest, Shanghai, Lille, Melbourne en Dubai.

Veel landen treffen dan veiligheidsmaatregelen. In het Groot-Brittannië van premier David Cameron, dat in de ban is van grootschalige deregulering, worden echter geen restricties gesteld. En ook de gemeente, brandweer en woningbouwvereniging slaan niet aan. Er is, stelt een verslaggever naderhand, sprake van ‘zoveel nalatigheid dat het bijna onvoorstelbaar is’. Zo bezien is de Grenfell-ramp, de brand met (ruim) zeventig doden die een Arconic-medewerker al aankondigde in een alarmerende mail, bijna onvermijdelijk.

Alle ellende is kernachtig vervat in een blog die Grenfell-bewoner Ed Daffarn, publiceert in november 2016, zes maanden vóór de ramp: ‘De woningbouwvereniging speelt met vuur. Het is een angstaanjagende gedachte dat de Grenfell-actiegroep ervan overtuigd is dat alleen een rampzalige gebeurtenis, waarbij veel mensen sterven, een licht zal werpen op de praktijken die het schadelijke bestuur karakteriseren van deze niet-functionerende organisatie.’ Bangmakerij oordeelt de woningcorporatie dan nog.

En naderhand blijft zo’n beetje iedereen – de Britse premier ten tijde van Grenfell, Theresa May, uitgezonderd – met de vinger naar anderen wijzen. Het is de somber stemmende conclusie van deze ontluisterende ‘rampenfilm’, die toont hoe gewone burgers, veelal mensen van buitenlandse afkomst, in het streven naar efficiëntie en winstmaximalisatie worden gereduceerd tot een soort bijkomende schade.

Welcome To Babel

Mayfan / AVROTROS

Vanuit zijn huidige domicilie, Bundeena in Australië, heeft de Chinese kunstenaar Jiawei Shen ruim tien jaar gewerkt aan een kunstwerk dat zijn pièce de résistance moet worden: de Toren van Babel, een episch vierluik van zo’n 130 vierkante meter, dat is geïnspireerd door zowel de Bijbel als kunstwerken van Bruegel en Tatlin. Het gigantische schilderij bestaat uit vier enorme panelen (Utopia, Internationale, Saturnus en Gulag) en beslaat zijn hele werkruimte. Het kunstwerk belicht het communisme in al z’n facetten.

In Welcome To Babel (99 min.) volgt regisseur James Bradley de ontstaansgeschiedenis van dit ambitieuze werk, waarin Jiawei Shen de geschiedenis van de ideologie van pak ‘m beet Marx, Lenin, Stalin, Mao en Deng Xiaoping probeert te vatten. Hij is zelf ook een kind van dat gedachtengoed. De kunstenaar werd in 1948 geboren in Shanghai en kreeg een communistische opvoeding. Volgens eigen zeggen groeide hij op tot een modelburger, met het beeld van de mensheid als één grote familie.

Zulke herinneringen staan op gespannen voet met de manier waarop zijn vrouw Lan Wang terugdenkt aan haar jeugd. Haar ‘rechtse’ vader werd tot vijand van het volk gebombardeerd. En zij was, zo bezien, dus een kind van de vijand. Als Lan Wang haar man begin jaren zeventig zou hebben gekend, had ze waarschijnlijk ook niets met hem te maken willen hebben. In de hoogtijdagen van Mao’s Culturele Revolutie maakte die immers het ultieme patriottische schilderij ‘Standing Guard For Our Great Motherland’.

Pas toen de Chinese regime in 1989 een demonstratie op het Plein van de Hemelse Vrede hardhandig neersloeg, besloot Jiawei, die toevallig in Australië verbleef, dat het genoeg was. Zijn echtgenote bevond zich toen nog in Beijing en slaagde er pas twee jaar later om ook ‘down under’ te komen. Daar bouwden ze samen een nieuw leven op, als gezin en als individuele kunstenaars. Jiawei Shen ontwikkelde zich in die periode tot een veelgevraagd portretschilder en begon vervolgens te dromen van zijn levenswerk.

Deze fraaie film toont dat kunstwerk in al z’n glorie. Het is beslist groter dan één enkele man. De Chinese schilder heeft er bijvoorbeeld werken van talloze communistische kunstenaars uit de twintigste eeuw en beeltenissen van toonaangevende intellectuelen van linkse snit in verwerkt. Jiawei heeft het schilderij kunnen maken omdat hij zelf niet is blootgesteld aan het lijden, meent zijn vrouw. ‘Daardoor is hij in staat om deze historische tragedie opnieuw op te roepen. Ik kan de gedachte daaraan niet verdragen.’

Intussen beschouwt Jiawei Shen, blijkens dit portret dat hem en zijn monnikenwerk recht doet, zichzelf nog steeds als een communist. Maar niet zoals dat in zijn geboorteland in de praktijk wordt gebracht – en zoals dat op zijn eigen magnum opus, in oktober 2023 aan de wereld toevertrouwd, in al z’n glorie, wreedheid en tragiek is geopenbaard.

Notre-Dame: Resurrection

AVROTROS

De restauratie is een kunstwerk op zich. Nadat een verwoestende brand op 15 april 2019 heeft huisgehouden in de Notre Dame, spreekt de Franse president Emmanuel Macron een ferme ambitie uit: de beeldbepalende Parijse kathedraal moet binnen vijf jaar in oude luister worden hersteld – en liefst nog meer stralen dan ooit. In het najaar van 2024 kan het resultaat van die grootscheepse operatie voor het eerst worden aanschouwd.

Een multidisciplinair team onder leiding van hoofdarchitect Philippe Villeneuve, bestaande uit meer dan tweeduizend deskundigen, restaurateurs en ambachtslieden, is na de uitslaande brand begonnen aan een ontzagwekkende klus in de rooms-katholieke kathedraal. Zij moeten zeer weloverwogen te werk gaan. Anders is er het gevaar dat een deel van de Notre Dame alsnog ineenstort. Het houten geraamte van de kathedraal stamt uit de dertiende eeuw en is sindsdien nooit meer gerestaureerd.

In de documentaire Notre Dame: Resurrection (52 min.) blikken de metselaars, schilders, timmerlui, beeldhouwers en dakdekkers terug op hoe ze te werk zijn gegaan. Uitgangspunt daarbij is om alles in originele staat te brengen. Als het schip en het koor moeten worden hersteld, wordt het eikenhout bijvoorbeeld gevierkant met een ouderwetse bijl. Dat vereist tijdloze vakkennis van de timmerlieden. Dit is nooit eerder zo gedaan bij de restauratie van een historisch monument, stelt Villeneuve trots.

Regisseur Xavier Lefebvre heeft de imposante operatie, met behulp van bijvoorbeeld droneshots en time lapse-beelden, fraai vereeuwigd in deze aardige reconstructie van de ambitieuze operatie, die een soort eerbetoon wordt aan de menselijke vindingrijkheid, z’n historische besef én diens vermogen tot samenwerken. De restauratie van de Notre Dame, een monument waarvan blijkbaar iedereen in Frankrijk de waarde inziet, toont waartoe mensen in staat zijn als ze de handen ineen slaan.

Dan wordt de som daadwerkelijk meer dan de delen. Dat heeft overigens ook zo zijn grenzen. ‘Onze grootste vrees is dat de architecten hebben gedacht dat dit een normale deadline was’, vertelt één van de restaurateurs van de glas in lood-ramen bijvoorbeeld glimlachend. ‘Want we zouden dit nooit meer moeten doen. Het is ons gelukt om alles op tijd en goed te doen, maar dat was eenmalig.’