Project Nim

HBO

Nim Chimpsky is in november 1973 nauwelijks geboren in de Birthing Compound van het Institute For Primate Studies te Oklahoma of de babychimpansee wordt weggehaald bij z’n moeder Carolyn. Project Nim (95 min.) kan van start. De jonge aap zal in het gezin van Stephanie LaFarge worden opgevoed als een normaal mensenkind. Ze gaan hem gebarentaal leren.

Dit wetenschappelijke project is het geesteskind van de psycholoog Herbert Terrace van Columbia University. Met het experiment wil hij zijn bijdrage leveren aan het aloude nature-nurture debat. Al snel haalt Terrace Nim toch weer weg bij de LaFarges. De chimpansee heeft bepaald geen klik met Stephanies echtgenoot Wer. Hij wordt daarna geplaatst in een zorgvuldig afgeschermde omgeving, waar een jonge assistente, Laura-Ann Petitto, een speciaal educatieprogramma voor hem opzet.

Ook zij zal Nims leven echter relatief snel weer verlaten. Als de relatie die zij – natuurlijk, zou je bijna zeggen – met Terrace is begonnen spaak loopt. Ze laat de aap achter, met een aanzienlijke woordenschat en nog veel meer brute kracht. Nim is inmiddels nauwelijks meer te beteugelen als iets hem niet zint. En van zulke momenten komen er meer en meer. Totdat het, halverwege deze documentaireklassieker van James Marsh (Wisconsin Death Trip / Man On Wire) uit 2011, goed fout gaat.

Als het wetenschappelijke experiment vervolgens wordt afgebroken, belandt de mensaap weer gewoon tussen z’n soortgenoten – en krijgt hij daadwerkelijk een beestenleven, uiteindelijk zelfs als proefkonijn. Laura-Ann Petitto had ‘t al voorzien. ‘You can’t give human nurturing to an animal that can kill you’, constateert ze afgemeten in deze pijnlijke, met fraai archiefmateriaal aangeklede film, die Terrace’s taalonderzoek met de onfortuinlijke chimpansee als totaal onverantwoord neerzet.

De wetenschapper zelf is overigens van mening dat de kwaliteit van zijn werk ernstig tekort wordt gedaan in Project Nim. De documentaire portretteert hem bovendien als zo’n wetenschapper die anderen slechts als pion in z’n eigen spel ziet – zoals er wel meer leken te zijn in de jaren zestig en zeventig. Wat daarnaast beklijft zijn de beelden van een aap die ogenschijnlijk ontspannen met een kat kroelt, zindelijkheidstraining krijgen en samen met z’n mensenvrinden zowaar een joint rookt.

Net een mens – maar nooit echt, natuurlijk.

Don’t Die: The Man Who Wants To Live Forever

Netflix

Hij heeft zijn biologische leeftijd inmiddels met dik vijf jaar verlaagd. En elke twaalf maanden wordt ie er slechts acht ouder. Bryan Johnson zou dus ernstig tekort worden gedaan als hij, op basis van zijn geboortejaar, simpelweg op 45 jaar wordt ingeschat. In werkelijkheid – althans, volgens de wetenschappelijke modellen van Project Blueprint – is hij veel jonger. En hij wordt dus nóg jonger. Een soort real life Benjamin Button.

Johnson is er de hele dag druk mee. Ook, denk je er als kritisch kijker bij, omdat ie verder toch niets omhanden heeft. De Amerikaanse tech-miljonair – ach ja, natuurlijk! – had z’n schaapjes allang op het droge, was nog op zoek naar een stukje zingeving en heeft zichzelf daarom maar gebombardeerd tot proefkonijn voor een zeer ambitieus anti-verouderingsproject. De ideale hoofdpersoon voor een Chris Smith-docu, zou je zeggen.

En daar is de ongekroonde koning van de streamdocu ‘t mee eens. Ofwel: Don’t Die: The Man Who Wants To Live Forever (90 min.), een documentaire van, jawel, Chris Smith. Over een man die zich heeft overgegeven aan een algoritme dat beter voor hem zorgt dan hij zelf kan. Daarmee heeft Johnson zowaar een punt: het leven zit vol ongezonde verleidingen. In zijn woorden: ‘We vechten voor ons leven tegen onszelf.’

Chris Smith zou Chris Smith echter niet zijn als hij de man niet achter de wijs(neuzig)heden vandaan probeert te halen, kijkt naar het grotere maatschappelijke verhaal rond (anti-)veroudering en zo een vertelling construeert die prikkelt, vermaakt en uitdaagt. En tot een hand voor de ogen slaan en eens mismoedig schudden met het hoofd, dat ook. Want Bryan Johnson is natuurlijk ook gewoon – sst! – een freak.

‘Ik erken dat niet iedereen de tijd, middelen en omstandigheden heeft’, zegt hij er zelf over. ‘Ik probeer aan de uiterste rand van de mogelijkheden te zitten. Ik wil later zien wat er kan.’ En daarvan maakt een entrepreneur zoals Johnson natuurlijk serieus werk. Samen met zijn chief marketing officer Kate Tolo wordt elke scheet – als die tenminste zou bijdragen aan het verwerven van de eeuwige jeugd – met de wereld gedeeld.

Johnson, die opgroeide binnen de Mormoonse kerk, heeft van gezondheid zijn religie gemaakt en opereert daarbij permanent op de grens van wat mogelijk en verstandig is. Veel wetenschappers in deze Chris Smith-film hebben er in geval hun twijfels bij – al stelt hij ook wezenlijke vragen over hoe we omgaan met ons lichaam. ‘Het is een soort tegengif voor hoe de wereld over gezondheid denkt’, stelt journalist Ashlee Vance.

Platgeslagen: levensstijlverandering, om problemen te voorkomen, in plaats van de ouderdomskwalen gewoon maar afwachten en ze dan alsnog proberen te repareren. En die boodschap lijkt aan te slaan: de zonderling Bryan Johnson, waarvan die dekselse Chris Smith zowaar een mens van vlees en bloed heeft gemaakt, heeft inmiddels, samen met z’n tienerzoon Talmage, een heuse Don’t Die-beweging in gang gezet.

Gezamenlijk zullen Johnson en zijn discipelen ook de vraag moeten beantwoorden, die Smith hier, in navolging van bijvoorbeeld Farrokh Bulsara, ook opwerpt: wie wil er eigenlijk voor altijd blijven leven?