The Six Billion Dollar Man

Charlotte Street Films

Regisseur Eugene Jarecki hamert ‘t er bij de start van The Six Billion Dollar Man (129 min.) nog even in: vóórdat Julian Assange een hacker, een verkrachter en een spion werd (genoemd), was hij de man die in 2010 met WikiLeaks de beruchte Collateral Murder-video publiceerde. Schokkend beeldmateriaal waarmee ondubbelzinnig werd aangetoond dat Amerikaanse militairen zich in Irak schuldig maakten aan oorlogsmisdaden.

Want daar ligt de oorsprong van al wat Assange daarna overkwam: een beschuldiging van seksueel misbruik in Zweden, een jarenlang verblijf als verstekeling op de Ecuadoriaanse ambassade te Londen en daarna nog een tragische periode van eenzame opsluiting in de Engelse gevangenis Belmarsh. Een rechtsgang – lees: martelgang – die in totaal toch al gauw veertien jaar in beslag heeft genomen.

Dat proces is natuurlijk al op diverse momenten en vanuit verschillende gezichtspunten opgetekend in gewaardeerde documentaires zoals We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks (2013), Ithaka: A Fight To Free Julian Assange (2021) en A Dangerous Boy (2024). Niet eerder werd dit verhaal echter zo compleet, goed gedocumenteerd en meeslepend gepresenteerd als in deze essentiële film van Eugene Jarecki.

Jarecki (The Trials Of Henry Kissinger, The House I Live In en The King) moest zijn film volgens eigen zeggen in Duitsland maken, omdat in het huidige Amerika niemand z’n vingers eraan wilde én wil branden. Niet vreemd: Julian Assange wordt, zéér overtuigend, geportretteerd als het slachtoffer van een buitengewoon geraffineerde Amerikaanse lastercampagne, die in feite neerkomt op ‘een slow-motion publieke executie’.

De documentairemaker kan daarvoor terugvallen op een ware sterrencast, met Edward Snowden, Sigurdur ‘Siggi The Hacker’ Thordarson, Naomi Klein, Yanis Varoufakis en Chelsea Manning. Zelfs Vivienne Westwood en, jawel, Pamela Anderson, die Assange opzochten tijdens zijn ballingschap, sluiten nog even aan. Alleen de man zelf ontbreekt. Hij wordt vertegenwoordigd door zijn vrouw Stella Moris en advocate Jennifer Robinson.

De onkreukbare Robinson, Assanges trouwste metgezel in een episch juridisch gevecht, fungeert tevens als verteller. Zij scheidt, vanuit het perspectief van haar cliënt, het kaf van het koren in een tragische zaak die uiteindelijk uitmondt in koehandel tussen de leiders van Ecuador en de Verenigde Staten, Moreno en Trump. Voor een slordige zes miljard dollar wordt de banneling van de hand gedaan – en in een Britse cel gesmeten.

The Six Billion Dollar Man belicht de zaak in z’n volle omvang. Rond een man die – of je nu sympathie voor hem hebt of niet; alsof dat er eigenlijk toe doet – stelselmatig kapot is gemaakt. Een kwaadaardig geval van ‘kill the messenger’, waarvan iedereen die belang hecht aan het vrije woord ernstige buikpijn zou moeten krijgen. Julian Assange bekent uiteindelijk wel schuld: ‘I plead guilty to journalism’, zegt de Man van Zes Biljoen cynisch.

Turning Point: The Bomb And The Cold War

Netflix

Zonder Koude Oorlog geen Vladimir Poetin, betoogt aflevering 1 van Turning Point: The Bomb And The Cold War (619 min.). Zo bezien is de Russische inval in Oekraïne een logisch gevolg van de geopolitieke ontwikkelingen sinds grofweg de Tweede Wereldoorlog. Dat punt hamert regisseur Brian Knappenberger, die in 2021 ook de ambitieuze vijfdelige serie Turning Point: 9/11 And The War On Terror afleverde, er steeds in. Elke aflevering van deze nieuwe serie begint in het hier en nu en daalt vervolgens af in het verleden.

Op die manier bestrijkt Knappenberger de gehele Koude Oorlog: van hoe de communistische ideeën van Marx en Engels aan het begin van de twintigste eeuw het fundament vormen onder de Sovjet-Unie tot het uiteenvallen daarvan begin jaren negentig, het vermeende eindpunt van de oorlog. Turning Point is dan zeven afleveringen onderweg en heeft alle bekende thema’s van de Koude Oorlog behandeld: Oppenheimers atoombom, het genadeloze Stalinisme, de angst voor een nucleaire oorlog, het IJzeren Gordijn, de Berlijnse muur, het McCarthyisme, stress rond de Cubacrisis, de wapenwedloop, Nixons détente en Reagans ‘evil empire’, Sovjet-dissidenten, ‘Star Wars’, de kernramp in Tsjernobyl, de Poolse vakbond Solidariność, glasnost en perestrojka, het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing en de val van de Muur.

Het zijn onderwerpen waarover al uit en te na is gepubliceerd, maar die nu nog eens netjes op een rij worden gezet, zijn verlevendigd met archiefbeelden en worden uitgediept door een uitgelezen verzameling historici, beslissers en direct betrokkenen. Het interessantst wordt de serie als de grote geschiedenis gewone mensen raakt. Overlevenden van Hiroshima en Nagasaki. De zoon van Julius en Ethel Rosenberg, het Amerikaanse echtpaar dat vanwege hoogverraad ter dood is gebracht. De achterkleindochter van de Russische leider Nikita Chroesjtsjov, Nina. Een Oscar-winnende actrice, Lee Grant, die vanwege communistische sympathieën in de ban wordt gedaan. Pentagon Papers-klokkenluider Daniel Ellsberg. En de dappere Litouwse man die tijdens de onafhankelijkheidsstrijd een Russische tank weerstaat.

Als Brian Knappenberger de Sovjet-Unie uiteindelijk heeft laten verschrompelen, blijven er nog twee afleveringen van Turning Point over om de opkomst te schetsen van een nieuwe leider die, gefrustreerd over het uiteenvallen van het grote Russische Rijk en vastbesloten om die historische fout met alle mogelijke middelen recht te zetten, de verhoudingen tussen Oost en West weer ouderwets op scherp zal zetten. Deze lijvige serie brengt daarmee niet zozeer nieuw terrein in kaart, maar probeert vooral verband aan te brengen tussen allerlei verschillende verhaallijnen die gezamenlijk de verhoudingen in de hedendaagse wereld hebben bepaald.

Hearts And Minds

Military Report

Als er één land met zelfvertrouwen uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen, dan moet het de Verenigde Staten zijn. Het idee van Amerika als politieagent van de wereld heeft zich dan stevig in het collectieve zelfbeeld vastgezet. Een militaire kracht ten positieve. Onoverwinnelijk. En voortgedreven door hoogdravende idealen.

Deze Oscar-winnende anti-oorlogsfilm uit 1974, waarin Amerika’s tragische exercitie in Vietnam wordt belicht, maakt voor eens en altijd korte metten met dat idee. Het superioriteitsgevoel van de VS – op een treffende manier belichaamd door fier zingende soldaten uit de musical This Is The Army, die beweren dat ze ‘dressed up for victory’ zijn en beslist ‘won’t stop winning’ – wordt door regisseur Peter Davis op alle mogelijke manieren uitgekleed. Tot er niet veel meer rest dan militair jargon als ‘kill ratio’, ‘free fire zones’ en ‘search & destroy’. Of, zoals Amerikaanse Vietnam-veteranen hun modus operandi tegenover elkaar kortweg samenvatten: ‘kill some gooks’.

Davis start bij het begin. ‘Ons idee over vooruitgang beperkt zich niet tot ons eigen land’, zegt de Amerikaanse president Harry Truman (1945-1953), met gevoel voor understatement. ‘Dat delen we met mensen in de hele wereld.’ Zijn woorden worden direct gevolgd door bombardementen en beschietingen in Vietnam. Die beelden zijn een logisch gevolg van de acties van Trumans opvolgers. Van Eisenhouwers domino-theorie, dat de hele wereld direct communistisch wordt als ze Vietnam laten vallen, via Kennedy’s eenzijdige blik op het licht aan het eind van de tunnel tot Johnsons larmoyante betoog dat ze de Hearts And Minds (112 min.) van de plaatselijke bevolking moeten winnen.

Tegenover verdedigers van die doctrine, zoals ideoloog Walt Rostow, generaal William Westmoreland en de voormalige krijgsgevangene George Coker, plaatst Davis enkele landgenoten met gewetensbezwaren, een dienstweigeraar én defensieanalist Daniel Ellsberg, die geheime documenten over de oorlog lekte, de Pentagon Papers. Ellsberg windt er geen doekjes om: ‘We willen er niet aan dat dit onze oorlog is, want dat zou inhouden dat we moeten erkennen dat de slachtoffers die aan beide zijden zijn gevallen een gevolg zijn van ons eigen beleid en dat we misschien aan de verkeerde kant vechten. Wij vechten niet alleen aan de verkeerde kant, wij zíjn de verkeerde kant.’

Voor die stelling is zonder al te veel moeite bewijs te vinden. Davis laat vaak eerst de arrogante onwetendheid van Amerikaanse beslissers zien en daarna de dood en destructie die zij aan het andere eind van de wereld zaaien. Gewone Vietnamezen tonen vervolgens wat er werkelijk in hun harten en hoofden omgaat en hoe ze kapot gaan van verdriet om wat er bij hen, in hun familie of onder hun volk is aangericht. ‘De Oriëntaal hecht nu eenmaal niet zoveel waarde aan het leven’, bestaat William Westmoreland, die vier jaar lang bevelhebber van de Amerikaanse troepen in Vietnam was, ‘t desondanks te zeggen. ‘Het leven is overvloedig en goedkoop in de Oriënt.’

Intussen blijft de Amerikaanse generaal ziende blind en horende doof voor de rol die hij en de zijnen daarin hebben gespeeld – en die glashelder is voor iedereen die dit krachtige schotschrift tegen Amerika’s brute oorlogsdrift heeft gezien.