Na Jessica Bruders boek Nomadland (2017), de gelijknamige Oscar-winnende film van enkele jaren later en de recente documentaire Nomad Solitude (2023) van de Belgische filmmaker Sebastien Wielemans is er nu een Nederlandse docu over mensen die vanuit hun auto, bus of camper leven.
Op een parkeerplaats in het Groningse Kardinge maakt Tom Tieman in de korte film Nomadenland (15 min.) een rondje langs enkele Nederlanders die daar zijn neergestreken met hun mobiele huis. Zij hebben, al dan niet door nood ingegeven, gekozen voor het camperleven. In de kantlijn van het huisje-boompje-beestje bestaan is zo een parallelle samenleving ontstaan
De één heeft z’n leven helemaal omgegooid na een periode van ernstige ziekte, een ander kan of wil zich geen koop- of huurhuis veroorloven. Wat de bezwaren ook zijn – principieel, praktisch of financieel – campers kunnen een heel aardig alternatief vormen. Op veel plekken zijn ze alleen helemaal niet welkom. Binnen de kortste keren belt iemand uit de directe omgeving de politie.
Want het aantal campers in Nederland mag dan bijna verdubbeld zijn sinds de Coronacrisis, (semi-)permanent wonen in zo’n mobiel huis mag helemaal niet. Ook een groot deel van de vaderlandse bevolking vindt daar overigens wat van. Wonen in een camper gaat gepaard met allerlei (voor)oordelen: dat je niet past in de hedendaagse samenleving of gewoon een mislukkeling bent.
Één van de belangrijkste sprekers in dit aardige groepsportretje, een 79-jarige man die na zijn scheiding in geldnood kwam, wil dan ook niet herkenbaar in beeld. Ook om problemen met de verzekering te voorkomen. Want daar willen ze dat hij zich netjes aan de regeltjes houdt. Anderen durven – of willen – juist wel uitkomen voor hun camper. Omdat een ander leven volgens hen mogelijk moet zijn.
Terwijl de economische crisis van 2008 enkele jaren later nog altijd huis houdt in het Amerikaanse heartland, geniet North Dakota juist van economische voorspoed. In de dunbevolkte staat in het Noorden van het land, aan de Canadese grens, zorgt een olieveld voor enorme werkgelegenheid. Vanuit de gehele Verenigde Staten stromen dus arbeidskrachten toe. Het gaat vaak om mannen die niets meer hebben te verliezen. Ze hebben doorgaans geen nagel om aan hun kont te krabben en ook geen plek om te slapen.
In het plaatsje Williston zitten ze eigenlijk niet op zulke kerels te wachten. Ze overnachten noodgedwongen op parkeerplaatsen, in hun eigen camper of kampeerwagen, en zorgen voor een algeheel gevoel van onveiligheid. Het feit dat pastor Jay Reinke van de Concordia Lutheran Church zich hun lot aantrekt wordt hem binnen de lokale gemeenschap dan ook bepaald niet in dank afgenomen. Hij laat The Overnighters (101 min.) in en bij zijn kerk slapen, maar realiseert zich tegelijkertijd dat hij daarmee ook een risico neemt. ‘Knip je haar’, raadt hij één van de mannen aan. ‘Had Jezus kort haar?’ reageert die. Reinke: ‘Jezus had niet onze buren.’
The Williston Herald is eveneens kritisch op al die nieuwkomers. Met een continue stroom berichten over incidenten rond de vreemdelingen gooit de plaatselijke krant gedurig olie op het vuur. Een verslaggever komt in deze bezonken documentaire van Jesse Moss uit 2014 bovendien een verhaal op het spoor dat de pastor verder in het nauw brengt. De discussie over de arbeidsmigranten – uit andere delen van het door eenieder zo geliefde Amerika, in plaats van bijvoorbeeld Oost-Europa – laait er zo hoog door op dat Reinke zelfs begint te vrezen voor zijn baan. Hij dreigt ook z’n eigen gezin, een vrouw en vier kinderen die hem door dik en dun steunen, tegen zich te krijgen.
Is hij dan toch te ver gegaan en moet hij zijn eigen idealen nu even parkeren, ten faveure van andermans onderbuikgevoelens? Tegelijkertijd: was de kerk niet juist ook voor zondaars? Moss observeert hoe de idealistische pastor zich noodgedwongen herbezint en mede daardoor ook hard in botsing komt met de mannen over wie hij zich had ontfermd. En dan komt er, helemaal tot besluit van deze stemmige film over hoe de komst van (arbeids)migranten een gemeenschap kan verscheuren, nog een heel venijnig duveltje uit een doosje, dat al het voorgaande nét in een ander licht plaatst en van Jay Reinke zelf wel eens een ‘overnighter’ zou kunnen maken.
Na de aanslagen van 11 september 2001, hét dieptepunt van de recente Amerikaanse geschiedenis, groeide hij als burgemeester van het getroffen New York uit tot de meest bewonderde bestuurder van de Verenigde Staten, liefkozend ‘America’s Mayor’ genoemd. Een kleine twintig jaar later wordt Rudy Giuliani op zijn best beschouwd als een schertsfiguur, de man die de rottigste klusjes opknapte voor president Donald Trump en bereid was om zichzelf daarbij volslagen belachelijk te maken.
Zoals hij daar bijvoorbeeld staat, orerend over verkiezingsfraude op de parkeerplaats van het hoveniersbedrijf Four Seasons Total Landscaping. Het is een nauwelijks meer te persifleren tafereel. Net zo tragisch is zijn bijdrage aan 6 januari 2021, waarbij hij in de aanloop naar de bestorming van het Capitool oproept tot ‘trial by combat’. Is deze even richtingloze als rücksichtslose volksmenner al te herkennen in de jonge Rudy Giuliani, die in een parallel gemonteerde politiedemonstratie uit vroeger tijden is te zien? Het antwoord luidt onmiskenbaar ja.
Giuliani: What Happened To America’s Mayor? (168 min.), een vierdelige serie van showrunner John Marks, duikt met medewerkers, politieke insiders en opiniemakers in ’s mans verleden. Eerst als openbaar aanklager die, bepaald niet zonder succes, zijn tanden zet in de beruchte georganiseerde misdaad van New York. Niet veel later als kandidaat voor het burgemeesterschap, voor wie vrijwel alles geoorloofd lijkt om te winnen – óók, alweer een parallel, het betwisten van de verkiezingsoverwinning van zijn opponent.
En als hij, de crimefighter, dan daadwerkelijk wordt gekozen tot burgervader, maakt hij direct duidelijk dat er ‘a new sheriff in town’ is. Die gaat door riemen en ruiten om de torenhoge criminaliteitscijfers van New York omlaag te brengen. Dan is hij volgens anderen ook op zijn best: als een generaal in oorlogstijd, die bovenaan de pikorde staat en permanent orders geeft. Hij oogst er alom lof mee. Naar eigen smaak overigens nooit genoeg, volgens mensen die met hem hebben gewerkt. Alles moet en zal altijd om Rudy Giuliani draaien.
Terwijl de criminaliteit afneemt door Giuliani’s zero tolerance-beleid, is er ook kritiek vanuit met name de zwarte gemeenschap, die tijdens zijn burgemeesterschap vaak te leiden heeft onder politiegeweld. Treffend is het incident rond Amadou Diallo, van wie hier zijn moeder Kadiatou aan het woord komt. De ongewapende student uit Guinea wordt in 1999 met maar liefst 41 Shots gedood door politieagenten, simpelweg omdat hij als jonge zwarte man lijkt op de verdachte die zij zoeken. Het zorgt voor Black Lives Matters-achtige protesten.
Giuliani komt ook regelmatig keihard in aanvaring met de plaatselijke pers, die hem soms het vuur aan de schenen legt. ‘In veel opzichten was Rudy Donald Trump voordat Donald Trump zelf Donald Trump werd’, zegt de journaliste Tish Durkin daarover. ‘Hij ontdekte en perfectioneerde de politieke kunst van het onderhouden van een vijandige relatie met de pers en genoot daarvan.’ Net als de man die hij later als een soort consigliere zal gaan dienen wordt Giuliani de verpersoonlijking van het adagio dat zoiets als slechte publiciteit helemaal niet bestaat.
Aflevering 3 van deze boeiende miniserie, die bestaat uit een krasse combinatie van archiefmateriaal en een ontzaglijke hoeveelheid pratende hoofden (waarbij alleen die van Rudy zelf en Donald ontbreken), is grotendeels gewijd aan het trauma 911, als Giuliani boven zichzelf uitstijgt, steeds de juiste toon vindt en zo de burgemeester van een land in nood wordt. De bewondering die hem ten deel valt stijgt hem echter ook naar het hoofd en zal de man, bij zijn totaal mislukte presidentscampagne van 2008, ook de kop kosten.
En dan zit zijn politieke carrière er in wezen op. Rudy Giuliani is volstrekt irrelevant geworden. Totdat Donald Trump zich meldt als Republikeinse kandidaat voor de verkiezingen van 2016 en Giuliani in zijn mede-New Yorker een kans ziet om zichzelf te rehabiliteren als diens bloedhond, het uitgangspunt voor de ontluisterende slotaflevering van deze miniserie, waarin de hoofdpersoon in zijn eigen mes, een onbeheersbare behoefte aan status en aandacht, loopt en elke vorm van geloofwaardigheid verliest.
Dat gevaar was er altijd al, stellen mensen uit zijn directe omgeving, maar nooit eerder werden de donkere krachten in deze eerzuchtige man zo weinig begrensd. Het is een wat onbevredigende slotsom. Is er werkelijk niets meer in het spel? Drank? Ouderdom? Psychische problemen misschien? Hoe kan America’s Mayor anders de risee van de Amerikaanse democratie zijn geworden? Of zat die gekte en roekeloosheid altijd al in Rudy Giuliani en heeft hij simpelweg zijn façade van respectabiliteit afgelegd?