August 4th: An Olympic Odyssey

HBO Max

De Olympische gedachte zit wel heel nadrukkelijk in August 4th: An Olympic Odyssey (65 min.). Deze gestroomlijnde docu van Tom Boswell belicht de historie van de Olympische Spelen aan de hand van enkele heroïsche atleten en gedenkwaardige momenten op de Olympische dag der dagen: 4 augustus. Zo verhalen de kleinzoon van Jesse Owens en de kleindochter van diens Duitse rivaal bij de Spelen van 1936, Luz Long, bijvoorbeeld over de verbondenheid die de twee atleten voelden tijdens de besmette Spelen van 1936 in nazi-Duitsland, waar de Afro-Amerikaan Owens uiteindelijk vier gouden medailles won.

Verder vertelt Chris Stoddart over de komst van de paralympische spelen in 1976, blikt de Britse skateboardster Sky Brown terug op hoe ze in 2020 als dertienjarige de jongste medaillewinnaar ooit werd en belicht Jessica Ennis de superzaterdag in 2012 – drie keer raden welke datum – waarop de Britse atletiekploeg driemaal goud won in Londen. Ellen van Langen, zelf gouden medaillewinnares op de 800 meter hardlopen van 1992, zwaait bovendien de Nederlandse atlete Fanny Blankers-Koen alle lof toe. De vrouw die volgens sommigen gewoon thuis voor de kinderen had moeten zorgen won in 1948 als eerste en tot dusver enige vrouw vier gouden plakken.

De keuze om ook Carl Lewis in het zonnetje te zetten is minder onomstreden. De wonderboy van Los Angeles, waar hij zich in 1984 vier gouden medailles toe-eigende en in de voetsporen trad van Jesse Owens, lijkt een soort ideale Olympische atleet. Dat hij vier jaar later in Seoul nogmaals het koningsnummer, de honderd meter sprint, zou winnen doordat de oorspronkelijke winnaar werd gediskwalificeerd, blijft echter volledig onbenoemd. De Canadees Ben Johnson werd toen vanwege dopinggebruik met pek en veren overgoten – terwijl Lewis zelf, getuige bijvoorbeeld de documentaire 9.79, ook niet van onbesproken gedrag bleek te zijn.

Zo’n ongemakkelijk verhaal, over hoe topsport niet per definitie het beste uit de mens haalt, past alleen niet in een productie die vooral bedoeld lijkt te zijn als lekkermakertje voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. Want daar moet het weer gaan over helden, records en medaillespiegels – en daar ook, ronkt voice-over Rhoda Ofori-Attah, kan de menselijke geest discriminatie overwinnen.

Teaser August 4th: An Olympic Odyssey

Murderball

MTV

‘Als Joe aan de kant van de weg in brand stond’, zegt Mark Zupan ferm, ‘zou ik nog niet over hem heen pissen om dat te blussen.’ Want Joe Soares heeft iets ondenkbaars gedaan. Toen hij, de sterspeler van het Amerikaanse rolstoelrugbyteam, niet meer werd geselecteerd, stapte hij over naar de grote concurrent Canada. Voor Zupan, de ‘bad boy’ van Team USA, is Joe dus niets minder dan een verrader.

Welkom in de wereld van Murderball (78 min.), waar mannen met een dwarslaesie elkaar op leven en dood voor de titel bij het wereldkampioenschap of de Paralympische Spelen. In hun ‘Max Max’-rolstoelen beuken ze in deze ferme film uit 2005 keihard op elkaar in. Clashes die door de makers, Dana Adam Shapiro en Henry Alex Rubin, nog eens worden versterkt met geluidseffecten en vette metalmuziek. De boodschap is helder: dit zijn stoere mannen – ook al zitten ze dan in een rolstoel.

Centraal staan dus Mark Zupan, een stoere hipster, met sik en tribal-tattoos, die elf jaar eerder verlamd is geraakt bij een auto-ongeluk, en ‘s mans grote rivaal, de kalende veertiger Soares. Die heeft als kind polio gekregen en is dus al bijna z’n hele leven veroordeeld tot een rolstoel. Allebei leven ze voor de overwinning. En daarvoor lijkt alles geoorloofd. Intussen heeft Zupan een beste vriend die zich schuldig voelt over dat ongeluk en Soares een zoon die liever viool speelt dan sport.

Rondom deze twee aartsrivalen plaatsen Shapiro en Rubin nog enkele teamgenoten. Met hen bespreken ze thema’s zoals zelfacceptatie, relaties én seksualiteit. Vrouwen vinden mannen in een rolstoel namelijk minder bedreigend, vertellen zij – al volgt daarna meestal meteen de vraag of ze wel een erectie kunnen krijgen. Één van hen vertelt hoe een verpleegster zelfs zijn moeder erbij riep toen hij tijdens het wassen een erectie kreeg. Hij kreeg ook een belangrijk hersteladvies: masturberen!

In Murderball wordt tevens Keith Cavill geïntroduceerd, een jonge man die enkele maanden daarvoor een dwarslaesie heeft opgelopen bij een motorongeluk. Hij staat helemaal aan het begin van zijn revalidatieproces. Pas als hij, na een periode in het ziekenhuis, thuis aankomt, lijkt die realiteit bij hem in te dalen: ‘ik zit in een rolstoel, dat is klote.’ Dit wordt zijn nieuwe normaal, realiseert Keith zich als hij zijn crossmotor en helm bekijkt. Niet veel later begint hij te sparen voor zijn eerste Mad Max-stoel.

Gestaag werkt Murderball zo toe naar de Paralympische Spelen van Athene in 2004, waar het tot een epische tweestrijd tussen de nationale teams van de Verenigde Staten en Canada moet komen. Zupan versus Soares. Man tegen man. Stoel tegen stoel. Hun lichamelijke beperking is dan allang naar de achtergrond verdwenen.

Marieke – Addicted To Life 

Associate Directors

In 2008 ondertekent Marieke Vervoort (1979-2019) een euthanasieverklaring. De gedachte dat ze kan besluiten om haar leven af te sluiten als het ondraaglijk is geworden houdt haar vreemd genoeg jarenlang in leven. De bekende Belgische rolstoelatlete, bijgenaamd Het Beest van Diest, haalt in 2016 zelfs nog twee medailles tijdens de Paralympische Spelen van Rio de Janeiro. 

Euthanasie werkt duidelijk levensverlengend voor ‘Wielemie’, maar gaandeweg halen de ziekte progressieve myelopathie en de bijbehorende pijn en beperkingen haar toch in. Intussen geeft ze de Amerikaanse filmmaakster Pola Rapaport vrijwel ongefilterd toegang tot haar ziekteproces. Samen gaan ze op weg naar het onvermijdelijke eindstation, waarbij alleen het allerlaatste moment van afscheid nemen buiten beeld wordt gehouden.

Tussendoor blikken de twee in Marieke – Addicted To Life (86 min.) terug op een leven dat haar behalve beproevingen ook talloze overwinningen (op zichzelf) heeft bezorgd, zoals deelname aan de Paralympics en de befaamde triatlon Ironman. Vervoort en Rapaport communiceren daarbij in een elementair soort Engels, dat weinig ruimte biedt voor nuance in hoe en wat Marieke ervaart tijdens het indringende proces van losmaken en -laten.

Terwijl ze afstevent op het einde, als die wrede aandoening haar echt geen enkele keuze meer laat, krijgt Marieke Vervoort nog de gelegenheid om een belangrijk deel van haar bucket list af te werken. Pas als zij, ‘een vrouw met ballen’ volgens intimi en verwanten, het lijden echt niet meer kan verdragen, op een moment dat een ander vast allang de pijp aan Maarten had gegeven, legt ze zich in deze aangrijpende documentaire vast op een datum.

En dan heeft ze allang bepaald hoe haar leven en deze film moeten eindigen.

The Life And Trials Of Oscar Pistorius

ESPN

De Blade Runner was in werkelijkheid een Blade Gunner, schreeuwde een krantenkop. Oscar Pistorius, de paralympische atleet uit Zuid-Afrika die als eerste sporter met een functiebeperking ook aan de reguliere Olympische Spelen deelnam, had op 14 februari 2013 zijn vriendin Reeva Steenkamp neergeschoten. Hij zou haar hebben aangezien voor een indringer. Of was er toch sprake van volledig uit de hand gelopen huiselijk geweld? De politiewoordvoerder ter plaatse leek daar in elk geval op te zinspelen, waarna er direct een enorme mediastorm opstak. Barbertje moest hangen. Of juist niet.

De zaak tegen Pistorius vertoont onmiskenbare parallellen met de enorme mediahype die een kleine dertig jaar eerder ontstond rond voormalig footballheld O.J. Simpson. Hij werd beschuldigd van de moord op zijn ex-vrouw Nicole Brown en haar vriend Ron Goldman. En net als de Oscar-winnende docuserie over die geruchtmakende zaak, O.J.: Made In America, plaatst The Life And Trials Of Oscar Pistorius (358 min.) het delict overtuigend in z’n persoonlijke, historische en maatschappelijke context. Raciale spanningen in de Verenigde Staten tegenover de Zuid-Afrikaanse Apartheid, met geweld tegen vrouwen als gemene deler.

Zelfs Mark Fuhrman, de Amerikaanse detective die een kwalijke rol in de Simpson-kwestie zou hebben gespeeld, komt nog even langs. Als ervaringsdeskundige die zijn licht laat schijnen over de schietpartij in Huize Pistorius. Die zaak heeft overigens ook gewoon zijn eigen ‘dirty cop’, hoor. Hij speelt een bijrol in deze vierdelige documentaire, die een afgewogen en genuanceerd beeld schetst van het (sport)leven van en de rechtszaak tegen de gevallen volksheld. Daarbij komen zowel directe familieleden en pleitbezorgers van Oscar als criticasters en verwanten van zijn slachtoffer uitgebreid aan het woord.

Zo ontstaat een fascinerende vertelling, die perfect past in het oeuvre van de Britse regisseur Daniel Gordon. Hij slaagt er, getuige eerdere sportdocu’s zoals 9.79The Fall en The Australian Dream, als geen ander in om via sport(ers) actuele maatschappelijke thema’s aan te snijden en daar grootse, meeslepende films van te maken. En Oscar Pistorius, die zelf niet is geïnterviewd voor dit portret, doet daarbij als (anti)held niet onder voor Gordons eerdere protagonisten Ben Johnson, Zola Budd en Adam Goodes. Een Blade Runner, natuurlijk. Een koelbloedige moordenaar of juist een enorme pechvogel. En een man die zoveel heeft te bieden en die door één enkel moment is getekend voor het leven.

Rising Phoenix

Netflix

Ze zijn stoer, krachtig, sierlijk. Iconen. Zo worden de hoofdpersonen van Rising Phoenix (106 min.) tenminste doelbewust geportretteerd. Ze hebben weliswaar een lichamelijke beperking, maar excelleerden stuk voor stuk al op de Paralympische Spelen. De boodschap is duidelijk: ondanks hun beperking zijn deze sporters uitgegroeid tot geslaagde mensen. En dat wordt er in deze volvette film van Ian Bonhôte en Peter Ettedgui bijna twee uur lang ingehamerd.

Sterker: ze zijn te vergelijken met superhelden. De documentaire start niet voor niets met een quote van de Franse sprinter en verspringer Jean-Baptiste Alaize. ‘Het is grappig’, zegt hij tijdens een zwaar aangezette sequentie met beelden van ongenaakbare paralympische atleten. ‘Als je de laatste Avengers van Marvel kijkt, dan zie je een team van superhelden. Ze willen het beste voor de mensheid. Ze redden en vechten voor succes. Daarin lijken we op elkaar.’

Die vergelijking is ongetwijfeld emanciperend bedoeld. Een sublimatie van het adagio dat niets onmogelijk is zolang je maar gelooft in jezelf. Al die gestileerde shots, het weelderige muzikale decor en de bombastische montage, met veel gebruik van close-ups en slow-motion, geven Rising Phoenix echter de feel van een gladde promotiefilm, die de Paralympics in een goed daglicht moet stellen en en passant ook de ontstaansgeschiedenis en recente historie ervan belicht.

Binnen zo’n gelikte context komen de persoonlijke getuigenissen van de geportretteerde atleten niet helemaal tot hun recht. Allerlei verschillende individuen, met elk hun eigen beperking, achtergrond en uitdagingen, worden in wezen teruggebracht tot varianten op steeds hetzelfde archetypische heldenverhaal: over een dappere eenling die alle mogelijke tegenslag moet overwinnen en dan uiteindelijk, tegen alle verwachtingen in, tóch zegeviert (of nét niet).

Hoewel de thematiek, omgeving en hoofdrolspelers beslist tot de verbeelding spreken, wil Rising Phoenix daarom maar geen boeiende film worden.